Uit de Heilige Schrift. ze¥diVg. Ito Jamgft&g. VRIJDAG 17 JANUARI 1902. No. 3. EEKBLAD GEWIJD AAN DE |3eLANGEN DER joEREFORMEERDE IN ^EELAND^^IOORD-^RABANT EN j^IMBURG. Kerken ONDER REDACTIE TAN Ds. J. HULSEBOS, Ds. A. LITTOOIJ, Dr. L. H. WAGENAAB. Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos. 3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uitgever: K. LE COINTRE MIDDELBURG. Berichten, Advertentien enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den er in te zenden. Het was de derde dag van dat Jezus ver trokken was uit de omgeving van de Jordaan, alwaar Hij door Johannes was gedoopt, alwaar Hij was verzocht van den duivel, waar Johan nes van Hem had getuigd en waar Hij eenige van zijne jongeren had geroepen. Die derde dag moet worden gerekend van at hetgeen in Hoofd stuk 1 44 staat gemeldDes anderen daags wilde Jezus heengaan naar Galilea en vond Fi- lippus en zeide tot hemVolg mij. Waarom hier zoo juist de tijd wordt aange geven Opmerkelijk is, dat Johannes, de Evan gelist, op 'i nauwkeurigst den tijd aangeeit van de eerste week van het optreden des Heeren, gelijk hij dat ook wederom doet van de laatste week (Joh. 12 1). Hier te Kana, een plaatsje in Galilea, niet ver van Nazaret, en van waar een zijner jongeren (Nathanael) was, zoude zijn eerste wonderteeken geschieden, en wel op een bruiloftsfeest. Dit geett ons heel wat te leeren en te overdenken. Vooreerst zien wij, dat de Heere Jezus niet is gekomen, om de inzettin gen en ordinantiën zijns Vaders weg te nemen. Hij zet er hier openlijk het zegel op. De Heere Jezus heeft te Kana in Galilea het huwelijk geëerd met zijne tegenwoordigheid, wonderen en gaven. Hij leert ons ook, dat het een kind Gods niet is verboden, om zich te verheugen in de weldaden, die God in dit tijdelijke geeft, ja zelfs, dat hij ze met dank moet gedenken. Hij leert ons, dat de blijdschap over Gods tijde lijke zegeningen en goedertierenheden kan en moet geopenbaard worden in de vreeze Gods. Neen, niet in strijd was het gaan van den Heere Jezus op de bruiloft te Kana met zijne heerlijke roeping, om Verlosser zijns volks te zijn. Johannes de Dooper kwam als boetgezant. Jezus kwam als Koning van het Godsrijk, elk gebied des levens verlossende en heiligende aan den Dienst zijns Vaders. Hij kwam etende en drinkende. De vijanden hebben zoowel Johannes den Dooper als Jezus verworpen. Dat wij toch in alles van Hem willen leeren en ons aan gaande Hem laten onderwijzen uit de getuige nissen zijner apostelen, opdat wij door Gods genade Hem kennen mogen als onzen Heiland, als onzen Verlosser van de schuld der zonden, maar die ook het volle rijke menschenleven verlost en weder toeëigent aan deszelfs heer lijken Schepper. Neen, dat menschelijk leven moet niet gedood worden, maar verlost en aan den dienst Gods geheiligd. Maar dit geschiedt dan ook alleen in Christus. Zonder mij, zoo zegt Hij, kunt gij niets dom. De zonde moet worden gedood, de oiide mensch moet worden afgelegd, maar juist, opdat de nieuwe opwasse. En dat nieuwe leven dat uit God is door onzen Heere Jezus Christus, en gewekt en gesterkt wordt door den Heiligen Geest, openbaart zich niet alleen in de stille afzondering, niet alleen in den verborgen omgang met God, maar ook in die betrekkingen des levens, die God gewild ^n gezegend heeft, in het huisgezin, bij huwe lijkssluiting. Er is dus geon strijd tusschen des Heeren gesprekken met ',ijn jongeren, ons op het laatst van het vorig h >ofdstuk medegedeeld, en zijn gaan tot de bruiloft. Hij, die hier den Vader verheerlijkt in het heiligen van zyne in stelling van het huwelijk Hij verheerlijkt ook dien Vader, als Hy zich straks als het Lam, dat de zonden der wereld! wegneemt, laat gee- selen en kruisigen. Misschien zyn de jonggehuwden bloedverwan ten of bekenden gewee t, omdat Maria, de moeder van Jezus, ook al laar was. Wij weten het niet. Al onze aandacb; moet vallen op het tegenwoordig zijn van J izus, zijne gaven en wonderwerken. Den liefhibber des Heeren zal op dien weg niets ontbrefen. Maar ook mogen wij wal letten op het noo- digen van Jezus en zijne discipelen. Dat is eene noodiging geweest van ha-lelijke liefde. In die noodigiDg sprak zich het Jozua's besluit uit Mij aangaande, ik en mijnhuis, wij zullen den Heere dienen. Het huweiyl is eene der gewich tigste tijdstippen des levens. Dan moet de keuze in alles met beslistheid zijn voor den Heere en voor Zijnen Dienst. Met den Heere Jezus en zijne discipelen in het midden, dan is er ook het ware geluk. Maar, wie noodigt Hem en zijne discipelen? Is er niet bij velen eerder vreeze voor Hem. Is het niet vaak benauwend, als er nog over Hem wordt gesproken. Maar noodigt gij Hem uit ware behoefte, Hij komt, ook al zijt gij arm. Ook te Kana was geen wereldsche rijkdom. Wat is uwe keuze, gij die u ten huwelijk gaat begeven? Hulsebos. De Onlusten op Soemba. Op Soemba, welks zuiderkust woonplaats biedt aan eenige groepen van Savoeneezen, onder welke onze kerken arbeiden in 't evangelie door den dienst der broederen Pos en de Bruyn, zijn, zooals bekend is, in de laatstverloopen maanden onlusten voorgevallen en een kleine expeditie heeft plaats gevonden naar dit om zijn Sandel- boomen en paarden bekende eiland. De eerste berichten gaf in April desvorigen jaars zendeling De Bruyn. De Heidenbode van Juli publiceerde dit zijn schrijven. „Melchianoes, onze onderwijzer, dit te Mengili een schooltje geopend had, is langen tijd ernstig ziek geweest. Dikwijls vreesde ik het ergste. Wij hadden er al over gesproken, dat hij zich onder behandeling van den dokter te Koepang zou stellen, als er geen spoedige beterschap intrad. Het is echter niet noodig geweest. Hij is, Gode zij dank, bijna geheel hersteld, zoodat hij zijn werk weer kon hervattendoch nu zijn er weer andere moeieiykheden. Oemboe Sale had eens andermans vrouw ge schaakt. Betaalde hij nu maar, hetgeen men als boete van hem eischte, dan zou alles in het reine wezen volgens Soembaneesch begrip maar daar heeft hij geen zin in, misschien is hij ook niet bij machte en zijn familiebetrek kingen kunnen en willen niet bijspringen. Hier door zijn er te Mengili allerlei verwikkelingen Nu is deze Sale een neef van onzen helper Titoes. Het portret van Titoes hebt ge zeker wel gezien en zijn geschiedenis gelezen in „Be wen-sch aller Heidenen", Zendingskalender voor 1901. Sale is ons en ons werk zeer ge negen. Hij zou ons tot grooten steun kunnen zyn. Titoes houdt veel van hem en koesterde altijd de stille hoop, dat God de gebeden voor hem zou verhooren en de gesprekken met hem zou zegenen. Het schijnt of des Heeren weg anders is. Van eenig schuldgevoel of leedwe zen is geen spoor te ontdekken. In plaats dat Sale ons nu tot steun is, zoo is hij ons tot groote hindernis, want zijn vij anden zyn nu ook de vijanden en de tegen standers van Titoes en Melchianoes en dus ook van ons werk geworden. Velen, die niets met de zaak te maken hebben, houden zich van verre, omdat zy thans niet tot de vrienden van Sale en Titoes en Melchianoes gerekend willen worden. Zij zeggen, dat ook zij daarom hun kinderen niet ter schole kunnen zenden. Het leven van Sale wordt bedreigd. Hij ont vluchtte met een slaaf. ^Niemand wist. waar heen. Eauer bleek, dat" hij zich eenigen tijd in het woud verscholen had. Titoes voelde zich niet langer veilig en de onderwyzer werd ook al in de zaak betrokken. Laatstgenoemde keerde naar Melolo terug en stond zyn schoon vader (den onderwyzer) in het werk bij. Titoes kwam ook mistroostig bij mij. Hy verzocht my naar Savoe te mogen gaan, om van daar eene vrouw te halen. Na korten tijd kwam hij met zijne bruid terug. Ik heb hen hier getrouwd. Te Mengili was het er intusschen niet beter op geworden. De oom der twee scholieren leefde in verboden gemeenschap met de vrouw van een ander. De man der vrouw trok naar den vorst van een naburigen stam, om daar steun te vinden, zoodat hy zich kon wreken. Nu werd leterlijk alles geroofd en geplunderd. Een geheele bende, gewapend met gesmokkelde geweren, maakt de streek onveilig en stroopt alles af. Er was geen denken aan, dat de kinderen op school kunnen komen. Door het gedrag van hun oom waren zij volstrekt niet veilig. Daarbij komt nog, dat de kinderen niet het eigendom zijn van hun vader maar van hun oom. By het huwelijk heeft de man de bruid schat niet betaald, of m. a. w. hy heeft zyne vrouw niet gekocht en daarom laat de broer der vrouw zijn recht op alles, en dus ook op de kinderen, gelden. Gij kunt eenigszins begrijpen met welke moeielijkheden men hier te worstelen heeft. Titoes heeft nu een huis aan het strand té Mengili gebouwd, een paar uur van het school- gebouwtje verwijderd. Hij en Melchianoes hebben zich voorloopig aldaar gevestigd, omdat zij daar met veel Soembaneezen in aanraking komen. De veiligheid gaat er in den laatsten tyd niet op vooruit op Soemba. Onlangs kwam er zelfs een Soembaneesche vorst met zyn ruiterbende voor de poort van Waingapoe, de standplaats van den civiel-gezaghebber. Allen waren goed gewapend met geweren, schilden, lansen en kapmessen. De winkels werden gesloten. Veel vrouwen len kinderen vluchtten in schuitjes naar den overkant van de baai. Gelukkig kwam het echter niet tot een treffen, maar het teekent toch den toestand. De waarnemende civiel-gezaghebber achtte zich zeker niet langer Want de HEERE is on*e Reehter, de HEERE ie onze "Wetgever, de HEERE ie onze KoningHij zal ons behouden. Jeeaja 3S 22. Doch Samuel zeideHeeft de HEERE lust aan Brandofferen en Slachtofferen,ala aan het gehoorzamen van de stem des Hee- ren Zie, gehoorzamen is beter dan slaeht- offer, opmerken dan het vette der rammen. 1 Sam. 15 22 J 11 [KANA IN GALILEA.] En op den derden dag was er eene bruiloft te Kana in Galilea; en de moeder van Jezus was aldaar. En Jezus was ook genood, en zijne discipelen tot de bruiloft. Joh. 2 1 en 2.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1902 | | pagina 1