De zekerheid des Geloofs, PATRIMONIUM OPRUIMING Woensdag 18 December a. s. eikenhouten Bureau Voorhanden bij Boekh. FANOY, GEURIGE THEEËN «ten, enz. niet als in krotten, maar als in goed ingerichte woningen mogen verpleegd worden. Ze zijn immers al ongelukkig genoeg. Hij weet ook, dat die Directeuren, Genees- heeren en zielverzorgers geen sjouwerlui, noch opperlieden zijn, maar veelal mannen van studie, die van God de gaven ontvingen om eene eervolle plaats in de maatschappij in te nemen en die een zware taak hebben te vervullen, die niet door Jan en Alleman kan worden verricht. Wanneer nu zulke mannen zooveel zelfver loochening kennen om zich te geven, hun leven in afzondering door te brengen, te midden van de grootste ellende, die de Heere op aarde om der zonde wil zendt dan mag wel gevraagd of die mannen broeders geen recht hebben op eene omgeving bij hun stand passend. Neen, ik vertrouw uit naam van duizende contribuanten tegen dat geldverkwistend argu ment te mogen protesteeren. Br. Janse zegt „formeele", geen gemoedsbe zwaren te hebben tegen gestichten (zoo, dus gaat dit buiten uw gemoed om en dat die bezwaren nog nooit weerlegd zyn. Is dat waar? Ge schijnt geen vriend te zijn van „Engelsche vroomheid" en veracht dezemaar waarde br. ik vrees dat ge aan een andere Engelsche kwaal lydt, n. 1. die van Engelsche niet-over tuigbaar- heid. „Di Rooineks" zeggen ook niet overtuigd te zijn dat zij de moordenaars van de Boeren republieken zijn. Niet zij, maar wij worden verkeerd ingelicht, en toch heel Europa ziet en erkent dat Engeland wel de schuldige is. Zoo is het ook hier. Telkens en telkens is opnieuw aangetoond dat die Chr. gestichten bestaansrecht hebben en steun verdienen. Naar onze meening zijn br. J. zijn bezwaren daarmee wel degelijk weerlegd, ook al kan hij zich daarin niet vinden. Er bestaat onder ons geen verschil omtrent de ideale roeping om persoonlijke barmhartig heid te bewezen in d6 eerste plaats aan eigen huis en naastbestaanden. De brs. weten dat ik daar zeker niet minder voor ijver als zij. Maar ik wil niet met, wat men wel eens noemt, het hoofd door den muur loopen. Het is toch een feit, dat onder de gerefor meerden die ideale roeping helaas nog ver te zoeken is. Wie met de praktijk bekend is, zal dit moeten toestemmen en gedurig komen in ons ambtelijk werk gevallen voor dat we om hoog zitten. En dan kunnen we wel spreken over die ideale roeping en de verplichting van die ontaarde familie, maar intusschen blijven de stumperds zitten of liggen. Daarom past ons veeleer een waardeerend woord, dan een veroordeelend vonnis over die ver- eenigingen, die achter de Kerk des Heeren aanko men en zich tot haar in betrekking stellen, haar ten dienste. Nu ontzeg ik de brs. het recht niet en het is hun plicht, die ideale roeping voorop te stellen. Deden wij het nog maar veel meer en ernstiger en gebeurde het ook meer in de bediening des Woords en door de opzieners, maar m. i. be zondigen zij zich in hun tegenstand en ver dachtmaking van wat onzerzijds gedaan wordt op de lijn van het stichtingswezen. De gestichten hebben bestaansrecht ook naast die ideaalroeping in de gemeente, omdat er ten allen tijde van die byzondere gevallen zullen zijn waar geen sprake is van een gezin en waar het huisgezin niet in kan voorzien en het ook barmhartigheid is te zorgen dat het lijden in bijzondere mate kan worden verzacht door doel matige hulp en de vereischte middelen. Bovendien, als br. Janse spreekt van „Een stad op een berg", dan zal de Kerk dat schoone beeld eerst recht vertoonen, wanneer zij zich niet terugtrekt in eigen kleinen kring, maar juist wanneer zij ook daarbuiten zegenend kan optreden. Zegenend voor Maatschappij en Volk. Daartoe strekken onze stichtingen, waar allerlei patiënten kunnen worden opgenomen en eene verpleging wordt verschaft, waarbij de ziel niet verwoest wordtmaar gezegend met den troost van het Evangelie. Daarom is dan ook op het Diaconale Con gres in 1888 (waarbij Middelburg C vertegen woordigd was en zonder protest) uitgesproken dat tot de middelen die het Diaconaat noodig heeft behoorenZiekenhuizen. Dan, ik zie niet in dat de roeping tot oefening van Chr. barmhartigheid uitsluitend zou bestaan in het daadwerkelijk en persoonlijk optreden. Ik geloof dat die ook bestaat in het verleenen van steun, waardoor het mogelijk wordt, anderen te doen helpen. Ook zoo geloof ik, dat er, n.l. als het hart er bij is, naar Christus' voorbeeld wordt gehandeld, evenals men dit doet in betrekking tot het Zendingsbevel. Zij die uitgaan tot de Heidenen staan het dichtst bij het ideaal. Maar zij die dit niet kunnen en nu met gebed en gave de Zending steunen, voldoen m. i. evenzeer aan het bevel van Christus. Er zijn my gevallen bekend waar de ouders verplicht waren hun kranken te laten behan delen in een der Bethesda's, overtuigd dat zy hen niet konden helpen on geven wat de toe stand vereischte. De wetenschap echter, dat het in 't belang der patie nten was, deed hun zoo handelen, ook ai deed het hun harteleed. Ik ben er zeker van 't waren oprechte christenen met een waarlijk liefhebbend ouderhart. Maar ik heb het ook bijgewoond dat, toen het beginsel, huisgezin ofBethesda, besproken werd, een der broeders verklaarde liever zijn betrekkingen op de vloermat te zien sterven, dan dat hij ze aan een gesticht zou overgeven. Ik laat aan den Christel, lezer over te beslissen welk van beide standpunten het meest naar den geest van Christus is. BOEKBEOOBDEELIN G. Fer Yrijlieid en rech. De heer J. Keuning schreef een boeiend verhaal uit den Zuid-Africaanschen oorlog, waarin hij niet onverdienstelijk teekent een jonge patriotte, wier gansche ziel roept „fer vrijheid en rech". Doch 't mooie in dit boek is de schepping van een Zuid-Africaanschen oom Tomvan een ouden trouwen Kaffer, den ouden Klaas. Wij kunnen er natuurlijk niet over oordee- len, of deze figuur werkelijk uit het leven ge grepen is. Zoo ja, dan toont ze waren en hoogen menschenadel in dit overigens immers zoo gedegenereerd ras. Dan heeft m. i. de oud-Engelsche zendingsgedachte tegenover de antiek-Boersche Kafferbeschouwing niet ge heel ongelijk. Doch dit daargelaten onze Klaas is een nieuwe, hoogst-aantrekkelyke figuur op 't ter rein der Zuid-Africaansche litteratuur. Hij is de knecht van Mr. Porter, Engelsch Africaner, of eigenlijk de nursed) van diens dochter Miss 2) Maria, de heldin van 't verhaal. Papa wil hebben, dat Klaas zal zeggen Miss Mary 3) doch de Kaffer erkent wel„dit is mistake4) ek is ook zoo'n oliekoekdoch houdt zich oolijk- dom aan 't spraakgebruik, Miss Maria dat, hoe mal het klinke de modus vivendi is tusschen den Engelsch-gezinden Porter en zijn Hollandsch-gezinde Marie. Die Klaas is niet dom. Hij speelt wel den domme. Maar „Zoodra hy uit het gezicht van Mr. Porter was, barstte hij weer in lachen uit. Hij sloeg zich op de knieën, zijn dikke lippen krulden om van genot, z\jn groote goedige oogen glin sterden van blijke joligheid. „O, o, ek is een oliekoek en een semelbroek, mar ik heb nie for hem gesê nie,5) wat ek nog meer weet. Nee, dit is amper al te snaaks En onderwijl maakte zijn grijze kroeskop allerlei vroolijke bewegingen, klikte zijn tong van pret tegen zijn gehemelte en traanden zijne oogen van te hartelijken lach". Zoo teekent de heer Keuning den ouden Kaffer en zijn oolijkheid. Nog mooier doet hij 't in ernstige stemming. In 't bijzonder in hoofdstuk IV„verhaal over Miss Marie's moeder". Dit heft aan: „Miss Marie, wat mankeer?" Niks, ou-Klaas, zei ze na eenige aarzeling. „Ja-a. Miss Marie mankeer watDie ooge is natDit is so nie goed nie Marie gaf een ontwijkend antwoord. Toen zei Klaas „Miss Marie sal ek je vertel van jij-sijn ma Ze vond het goed. „Miss Marie, jij-syn ma het banja 6) goed ge- wees. Jy-sijn ma het Klaas in die Boek ge leer. Sij het fer om gelees van Adam en van party mense meer. Ook van ek sijn ou pa". En dan na een Kaffer-uitval op dien ou-pa Cham „Mar jij-sijn ma het oek gelees van die Salig- maker en van die hemel. En als Klaas in die hemel kom, is Klaas ook nie meer swart nie". Eindeiyk komt het verhaal van die Rooineks „die hulle sijn ma geschie-iet 't Was op een tocht naar de ouders van Mevr. Porter. jy-syn ma gaan op die eene peert en jij lê op die schoot. Jij slaap. Jij was banje klein". Engelschen ontmoeten hen. Een van „die Rooi neks gaan geselse 8) met die ma". Zij eischen Klaas op om hun den weg te wyzen. Deze weigert. Mevr. Porter rydt door, doch Klaas snelt haar achterna. De Engelschen schieten op hem, dan, ach, een kogel treft „die ma in den rug. O. o!" „Ach Klaas, ek is geschiet, roep die ma" en even later „valt ze op die grond", jy is er oek fer die grond geval en jij skreeuw's een jong vo'elstruis. Ek kry jij op die arm en vra weer an die mawat mankeer Ach, Klaas, ek ga sterf. Nee, nee, Jij sai niet gaan sterf roep ek, mar toen sien ek, die bloed komt door die kleer. En ek is banje geskrik" Dan verhaalt de trouwe knecht van 't af scheid, dat de arme moeder nam van haar lieveling, van haar lijden en doodstrijd, van haar gebed En „ek zeg to'en die maGaan jij nou na die hemel?" Doch, gij moet 't zelf maar lezen. Koop dit boek desnoods met elkaar en geeft het elkander ten geschenke. En onder uw goede vrienden, die ge niet weer vergeet, zal blijven de zwarte kaffer ou Klaas. Dr. W. CORRESPONDENTIE. 'tStuk van br. Dorleijn, dat in zijn eenzij digheid wederom tot nadere uiteenzetting prik- nelt, gaf Ds. de Gaay Fortman een artikel in ke pen, dat we hopen te plaatsen in 't volgend dummer. W. Een en ander moest wegens plaatsgebrek tot een volgend no. overstaan. Advertentie n. Het kantoor van VAN D>1 KREKE DE KAN Co., Kassiers en Commissionnairs in Effecten, wordt Zaterdag 21 December a. s. verplaatst naar de Spanjaardstraat E 70, en zal dien dag gesloten zijn. AED. MIDDELBURG. VERGADERING op Vrijdag 20 Dec. des avonds 8 uur, in het Chr. Mil. Tehuis, Nieuwstr. Sprekerden WelEerw. Heer Dr. WAGENAAR. Onderwerp„Regeling van het grondbezit onder Israël." Trouwe opkomst gewenscht. HET BESTUUR. van eene partij TI AND- of MUUR- TEKSTEN tot lagen prijs. Zeer ge- schikt voor Cadeaux op Zondagsscho len enz. Boekh, FANOY. Bij J. H. KOK te Kampen verschijnt met enkele dagen Prof. Dr. H. BAYINCK. Prijs fOM5. In stempelband 110. Royaal formaat, 4i/2 vel druks op flink papier. 's avonds 6 uur zal Dr. L. H. WAGENAAR in de Gereform. Kerk te Oostkapelle eene rede houden in het belang van het Chr. Onderwijs Een goed onderhouden (klein model) TE KOOP. Te bevragen VEERSCHE WEG T 20. SCHEURKALENDERS voor 1902, FILIPPUS, BARNABAS, KRUIMKENS VAN 's HEEREN TAFEL, LAMP VOOR DEN VOET, FONTEINEN DES HEILS, OLIJFTAK, KARSSEN, NEER- BOsCH, MOSTERDZAAD. HONIGDROPPELS, GEZELLE MEERBURG, WAARHEIDSVRIEND. ALMANAKKEN 10 en 15 cent. NIEUWJAARS BRIEFKAARTEN van 1 cent. van 10, 14, 18, 24 en 32 Cent per Ons, PREAN* GER KOFFIE. J. M. HEILIGER (iSlot VOlgt.) K. LE COINTRE. 1) Letterlijk de min, hier de opkweeker. 2) Mejuffer. 3) Spreekuit Méri. 4) Spreek uit mistéke gelijk fout. 5) Hem niet gezegd. 6) Zeer. 7) Gij laagt. 8) Spreken.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1901 | | pagina 3