Druivenborsthoning-Extract
PATRIMONIUM
Zeer geschikte Cadeaux.
K. J. DE KOSTER.
Officiëele Berichten.
Artvertenti ën.
Merlandsch Zendings-Jaarboekje,
gramma voor het evamen van Gereformeerke
Zieken verpleegsters"
Wij hopen thans Uwe vragen voldoende be
antwoord te hebben. G. J. B.
Wilhelmus Momma.
Wilhelmus Momma, predikant en professor
te Den Ham in Westfalen, was in beide hoe
danigheden te Middelburg beroepen, omdat hij
„zoo bekwaam in 't Hebreeuwsch en 't Grieksch
was, dat weinigen hem daarin gelijk waren."
De classis van Walcheren maakte echter
zwarigheid om hem toe te laten, waarom zij
aan de Staten van Zeeland den 18 Juni 1676
een brief met haar bezwaren zond, opgesteld
door de predikanten Thilemus en Van de Velde.
Een van de bezwaren was, dat Momma toen
hij in Den Ham stond, twee boeken had ge
schreven in 't Latijn, welke A. v. Poot heeft
overgezet in 't Nederduitschwelke boeken
handelen over den staat der Kerke onder het
Oude Testamentwaarin hij o. m. Genesis 47,
waar geschreven staat: „Is er niet, indien gy
weldoet verhooging en zoo gij niet wel doet,
de zonde ligt aan de deurzijne begeerte is
toch tot u", aldus had vertaald: „Indien gij
wel doet zal er geen aanneming zijn en zoo
gij niet wel doet de zonde ligt aan de deur en
haar aanloop is tot u".
Deze handelwijze is later door hem verdedigd
in zijne „Kennis der Waarheid".
Desniettegenstaande werd Ds. W. Momma
bevestigd tegen den wil der classis en van den
Stadhouder Willem III.
Het waarnemen van zijn ambt ging echter
niet ongestoord. Tegelijkertijd stonden in Mid
delburg de predikanten Johannes Thilemus en
Petrus Lacher, zeer groote Prinsvrinden, welke
gedurig bij den Prins kuipten om hun ambtge-
nooten Daniël Gravius, Izaak Hoornbeeke, Jo
hannes v. d. Waven en W. Momma den voet
te ligten. Het is hun gelukt om v. d. Wayen
en Momma te doen afzetten.
Het was beiden evenwel vergund hun af
scheid te prediken. Ds. v. d. Wayen had zijn
tekst genomen uit Matth. 24 20, „als gij
bidt, zoo bidt, dat uwe vlucht niet geschiede
des winters of op een Sabbath". Zijne predi
katie geëindigd hebbende en van den stoel
komende, werd hem een briefje overhandigd
van binnen 24 uren de stad te moeten verlaten
de reden hiervan was, dat hij de stellingen van
Cocceus verdedigd had en in de bres was ge
sprongen voor den ongelukkigen Momma.
Dit bevel kwam hem niet onverwacht, want
van te voren had hij gehuurd schipper Jan
Hendriksen, beurtman op Rotterdam, om hem
weg te brengen. Hun reis was niet voorspoedig,
want op de hoogte van Wolfaartsdijk bleven
zij door ijsgang steken. Na eenige sukkeling
kwam v. d. Wayen in Holland, na al de onge
makken van een vlucht bij winter te hebben
ondervonden. Hij vestigde zich metterwoon in
Friesland.
Momma mede wetende hoe zijne zaak stond,
heeft zyne laatste predikatie gehouden over
Ps. 27 10 „want mijn vader en mijne moeder
hebben mij verlaten, maar de Heere zal mij
aannemen."
Na zijn afscheid gepreekt te hebben, ver
zocht en verkreeg hij gehoor bfi den Prins;
evenwel met dien uitslag, dat de Prins zijn
ontslag goedkeurde. Nu trok hij naar Delft,
waar hij ging inwonen bij eene juffrouw op
recommandatie van Ds. Hanselaere, die van
Veere aldaar was beroepen. Momma door deze
behandeling na dien tijd zeer met hartklop
pingen aangedaan zijnde, stierf negen maanden
na zijn afscheidspredikatie op zijn stoel, terwijl
hij bezig was met de verklaring van deze
woorden„welke een ieder zal vergelden naar
zijne werken".
Ds. v. d. Wayen inmiddels stelde een apologie
op en liet deze door den druk algemeen worden.
De Prins, die onder de oogen krijgende, ging
in deze zaak nader informeeren, zoodat hem
ten laatste bleek, dat hij door Thilemus e. a.
in de zaak contra v. d. W. en M., was misleid
geworden, waarom hij v. d. W. twee jaar
nadat deze uit Middelburg was gebannen, we
der in zijn ambt herstelde. Hij werd Predikant
en Professor te Franeker.
In het laatst van 1600 in de tachtig is v. d.
W. in Zeeland gekomen om naar zijn vrouws
landgoederen te zien. Bij die gelegenheid
preekte hij te Arnemuiden. De toeloop was
buitengemeen groot. Om dien tijd is hij ook
te Middelburg opgetreden voor Ds. Hoornbeek.
Toen durfde Ds. Johs. Bollaart zeggen„De
beroerder Israels is gekomen, zoo iemand hem
prediken laat, zal ik hem van den stoel halen."
Toen dit ter oore van de regeering gekomen
was, stelde deze order, bijaldien Bollaart zulks
bestond te doen, dat hij dan flagrante delicto
uit de kerk zou worden gebracht op het loge
ment 's Gravensteen. Inmiddels werd Bollaart
gewaarschuwd van die disperate resolutie te
willen afzien, waaraan hij gevolg gaf.
De wezenlijke reden waarom Johannes van
der Wayen en Wilhelmus Momma zoo onbillijk
zijn behandeld, Schijnt deze geweest te zijn
„In de Cingelstraat t6 Middelburg woonde een
juffrouw Yeth, die schoon van persoon was en
zeer veel geld en goederen bezat. Daarmede
dacht Ds. Thilemus te trouwen. Ze wilde hem
echter niet hebben, maar huwde met Ds. v. d.
Wayen. Hierover was Thilemus zoo verbit
terd, dat hij besloot met zijn vrienden de beide
genoemde predikanten den voet te lichten, het
geen zooals we gezien hebben, hun maar al te
wel gelukte.
Westmaas. Dorleijn.
Hooger Onderwijs.
Aan de Vrije Universiteit is het Prop. Exa
men afgelegd voor de Theol. Faculteit door den
heer A. Schippers van Middelburg.
Prof. M. Noordtzjj, hoopt op 6 Dec. a. s. na
het houden eener rede het rectoraat der Theol.
school over te dragen aan zijn opvolger Prof.
K. Wielenga.
Een rijke Week
zou door Dr. Wagenaar zeker veranderd zyn
geworden in
Een zeer rijke Week,
als het ZEerw. bekend geweest was dat de
vorige week ook de WelEd. Heer Magendans
moest spreken in het belang der Wagenborgsche
Stichtingen.
En het was voor wie iets gevoelt van de
roeping der gereformeerden op het gebied van
de Chr. Barmhartigheid een zeer rijke week.
Ie zou Ds. Feringa spreken over de Chr. Yerz.
van zenuwlijders, 2e wenschte dhr. Voorzaat
de belangen te bepleiten van Eudokia, het ge
sticht voor chronische lijders te Rotterdam en
eindelijk vroeg dhr. Magendans "de aandacht
voor den arbeid der stichtingen te Wagenborgen,
waar allerlei ellendigen als Idioten enz. ver
pleegd worden.
Jammer echter dat zoo weinigen er van ge
profiteerd hebben
Dr. Wagenaar die gaarne de aandacht vestigt
op wat in onze naaste omgeving op kerkelijk
en gemeentelijk leven plaats heeft, schreef in
zijn opwekkend woord „velen hebben ruimer
blik en warmer hart en steunen gaarne den
arbeid op allerlei terrein van het Koninkrijk.
Gods", 'tls waar, en het mag met dankbaar
heid erkend worden, dat door Middelburg's ge
reformeerden voor menig chr. doel geofferd
wordt.
Maar ook nu is weer gebleken dat een gel
delijke contributie te geven nog niet altijd in
zich sluit een warm hart, betoon van liefde en
belangstelling voor het doel waaraan men offert.
De opkomst toch was bij iedere samenkomst
bedroevend klein. We zullen maar geen ge
tallen noemen. Men zegt wel dat het te veel
was in ééne week en we stemmen dit toe.
Maar daar zit 't hem niet. Want dan had al
thans toch een der geachte sprekers een rede
lijk aantal hoorders moeten hebben.
Vooral voor Eudokia deed het ons leed aan
gezien dit een zuiver diaconale stichting is van
de Kerk te Rotterdam. Dus het ideaal op
gereformeerd kerkelijk standpunt.
Als dan ook br. Voorzaat verslag moet uit
brengen over zijn optreden in ons midden zal
hij wel geen gunstig oordeel kunnen geven
over de betoonde belangstelling in 't algemeen
en in 't bijzonder over zijne mede ambtsbroe
ders de brs. Diakenen. Die toch schitterden allen
door hun afwezigheidof neen er was een br.
Diaken aanwezig die nog wel gemoedsbezwaren
heeft tegen dergelijke stichtingen. Een br. uit
de 3 kerken met pl. m. 17 diakenen.
Ds. Fernhout heeft een behartigingswaardig
artikel geschreven onder het motto Geeft ons
plaats. Daarin wijst ZEerw. op de zonde der
gemeente dat ze de ambten door Christus
«"voor haar verordend geen plaats, althans niet
hunne volle plaats geeft, maar ook dat het
Diaconaat zelf hieraan schuld heeft.
Is het wonder dat we hieraan dachten bij
het totaal gebrek aan belangstelling toen
Eudokia's belangen zouden worden besproken.
Wij weten bij ondervinding dat er wettige
verhindering plaats kan hebben, maar was en
is dit bij allen het geval geweest Wij geloo-
ven het niet.
En waar de ambtsdragers zulk een voorbeeld
geven mag daar van de gemeente zooveel meer
verwacht worden?
De corresp. van de Vereen, voor Chr. Verzorf
ging van Zenuwlijders, dhr. A. J. Verhage, ga-
reeds in ons vorig no. een kort verslag. Voor^
Wagenborgen kon het alleen komen tot het
vormen van eene afdeeling en daarom rest
ons nog een kort bericht van wat dhr. Voor
zaat mededeelde over Eudokia's arbeid.
Langs dezen weg kan dan alsnog het ge
sprokene strekken tot meerdere belangstelling
in den arbeid der barmhartigheid aldaar verricht.
Doch wegens plaatsgebrek moet dit nog een
maal overstaan tot een volgend nummer.
Corr. voor Eudokia.
KORT VERSLAG van de vergadering der
Classis Zierikzee, gehouden 20 Nov. 1901
1. Na de gebruikelijke opening verkrijgt de
vergadering tot ModeramenDs. Baay pr., Ds.
Koolstra seer, en Ds. Raman ass.
2. Alle kerken zijn wettig tegenwoordig
alleen Bruinisse is zonder kennisgeving afwezig.
De classis zal hierover genoemde kerk schrijven.
3. De heer C. Staal, beroepen predikant te
Oosterland, wordt onderzocht, overeenkomstig
het besluit der vorige vergadering, nu alleen
in de Exegese O. en N. T. en in de Dogmatiek.
Thans kan hem de classis met algemeene stem
men toelaten tot de H. Bediening in de Geref.
Kerken in Nederland. De provinciale Deputaten
adviseerden algemeen tot toelating.
4. Aan de kerk van Zierikzee kan de classis
geen advies uitbrengenzij durft zich niet uit
spreken over de geoorloofdheid van zulk een
huwelijk, naar Gods Woord. Op de a. s. Prov.
Synode zal zij advies vragen in zake „het hu
welijk eener zuster der gemeente met den
broeder van haar overleden man".
5. Wegens drukke bezigheid der classis zal
't Rapport der Prov. Synode blijven liggen ter
behandeling op de volgende vergadering.
6. Na afdoening van nog eenige zaken en
na de rondvraag van D. K. O. art. 41 sluit de
praeses met dankzegging.
Namens de Classis,
P. J. Baay, Praeses.
R. Koolstra, Scriba.
Bij dezen zeggen wij hartelijk dank voor
de menigvuldige blijken van belangstelling den
27sten dezer ontvangen.
Ds. A. LITTOOIJ.
Middelburg, 29 November.
Ds. en Mevr. VISSER—van der Hoog zeggen
harteiyk dank voor de ontvangen blijken van
belangstelling ter gelegenheid van de gebonrte
hunner dochter.
Oostkapelle, 28 Nov. 1901.
Afd. Middelburg.
HUISHOUDELIJKE LEDENVERGADERING
op Dinsdag 3 Dee. des avonds 8 uur, in het
Chr. Mil. Tehuis, Nieuwstraat.
HET BESTUUR.
Aan Z.Exc. den Minister van Koloniën
is opgedragen het eenige eompleete over
zicht onzer Zending.
Dit geïllustreerd
in prachtige uitvoering, wordt toegezonden
door de ZENDINGSDRUKKERIJ te Ermelo,
na ontvangst van 25 cent.
Briefkaartenalbums, Plakalbums, Prenten
boeken, Kleurboekjes, Teekenboekjes, Verfdoo-
zen, Kokers, Poesiealbums, Etuis met Schrijf
behoeften, Passerdoozen, Gekleurd Teekenkrijt,
Doosjes met Griffels, Penhouders etc. etc.
Kinderboeken, Chr. Verhalen en Godsdien
stige werken in prachtband.
Alles te bekomen bij Boekh. FANOY.
Flacons 40 en 70 Cts
Uitstekend middel tegen de hardnekkigste
hoest. Verkrijgbaar bij
K. LE COINTRE,