Gods lankmoedigheid over Nederland. NOORDERKERK. DE STANDAARD C. J. HONTDIUS, Kantoor DAM F 162 Hanna en haar Lofzang, Vlissingen B. In dank ontvangen voor de Zending van E. v. d. P. 3280 gebruikte post zegels. Voor de kerknagift coll. 29 Sept. f7.50. Namens den Kerkeraad P. G. Laernoes Jr., Scriba. BÖEKBËOORDEELING. Johanna Breevoort. Vrouwenweelde en vrouwensmart. Ons oordeel vraagt men over 't nieuwe boek van Johanna B., die zoo gaarne een C h r i s t e- lijke Vrouwenbond zag gevormd, om in de Feministische worsteling, die is en komt. ook den invloed te laten gelden der christelijke vrouwen. Een denkbeeld, waarvoor veel te zeggen is. Wordt er ook iets voor gezegd in dit boek? Wil de schryfster iets? Of beeldt ze in rustige kunst slechts om 't genot van 't scheppen vrouwenharten, en schildert ze momen ten uit vrouwen-leven Laat ons 't boek doorlezen met de pen in de hand. 't Eerste, dat opvalt, is de manier van zeg gen. Johanna schrijft met iets van 't moderne in haar taal. Zoo dadelijk op pag. 2, waar ze 't ontwaken der liefde teekent in 't jonge hart harer heldin. „Lente buiten! Weer ritselde mysterieus leven en schoof uit zwarte takken teergroenende bladeren en fijngeurende bloesems, vernieuwde de velden, verjongde de aarde. Lente binnen Daar trilde mysterieus leven in 't jeugdig gemoed, een rijke, nieuwe we reld, bloesemende heerlijkheid, overwelvend hemelblauw, had zich voor haar ontsloten, dat leven wou ze in met onzegbaren drang". Deze harmonie in natuur en gemoed is niet nieuwtoch schoon. Dat ritselen van 't leven goed gehoord. De tegenstelling van de zwarte takken en 't teergroenende ge bladert goed ge zien. Alleen dat schoof mishaagt mij. Uit schuiven 't Groene lovergordyn uitgeschoven uit die zwarte takken. Neen. Me dunkt, dit gaat niet aan. En in den tweeden ook fijn- gewilden zin heb ik geen vrede met 't bloesemen van heerlijkheid. Bloesemen is iets teers. Heerlijkheid is machtigs. Dat behoort niet bijeen. En overwelvend is waarschijnlijk fout. 't Zal moeten wezen he mei-blauw [men zegt altoos hemelsblauw overwelfd. Of Joh. schrijve zichwelvend. Onzegbaar is goed gezegd! Wat eenvoudig dichten" is? (bi. 3.) Op bl. 4 staat een sonnet. Welluidende woordmuziek. „Gelijk in ruischend waaien, wuivensmoe, De ontroerde garve in droevig koorgezang iZingt 't lied des angstes weemoeds-klagend [bang, Wijl ginds de zicht glinst in de verte haar toe. Zoo beeft mijn ziele voor Gods lastering. Yeel schoons. Ook poëzie. Doch dat garve is zeker fout't Moet zijn aire, 't Tweede beeld stuit me. De. H. S. kent de duive in hare aanhankelijkheid aan den mensch. Niet aan haren doffer! Veel beter is 't sonnet op bl. 45. „Gelijk een koningsleeuwin heen en weer Voor d'ijzren tralie omloopt, pas gevangen Het bliksemschichtend oog vol wild verlangen Dof brullend om haar vrijheid telkens weer. Gelijk een koningsadelaar zijn veer In d' ijzren kooi aan stuk slaat, stang bij [stangen Losrukken wil met bek en klauwentangen En macht'loos woedend neerslaat keer op keer, Zóó gil ik, wanhoopsmoe etc. Goed geteekend zijn Suze en Anna en voortreffelijk Rein, 't „nieuwe mensch" en den invloed, dien hij uitoefend op 't onbedorven, dweepziek kind. Ook komt 't me voor, dat Suzes liefde met haar ontstemmingen, jaloers heid, beurtelings God-verzaken en berouw-er- varen, met „de wildheid van een jaren-lang- aan-llefde-gespeende" waar is. Maar al te waar ook grootmoeders woordZoo'n vriendschap loopt altijd op lijden uit. Wij, vrouwen, zijn er te zwak voor. Van achting tot liefde is een kleine stap. Onze liefdebloemen bloeien te spoedig. De man plukt ze gedachteloos om ze te verknoeien" Aangrijpend schildert Jo hanna B. den tragischen ondergang der ge huwde operazangster. Diep gevoeld is de vraag van den nieuwen gidsman„En stierf moe dertje zoo „zonder God?" bl. 38 geeft - christelijke kunst. In Ina geeft de auteur het meisje van 't feminisme. Biliyk? „Och als je een ganschen dag op kantoor zit, is dat geseur met die kin deren zoo vermoeiend, je verlangt naar wat afleiding, 'n mooie opera, 'n flinke wandeling." Is dit psychologisch? Zal na kantoorarbeid niet nog meer dan voor den man voor de vrouw 't rijke huiselijk leven, en in 't bijzonder 't kinderleven geen verkwikking zijn? Ik denk aan eene piano-les-juffrouw, die hoe wel zij den heelen dag door destad sleepte bij een harer e'lèves zoo dolgraag onvermoeid de kleine droeg en liefkoosdede kleine, die kraaiend van pret met uitgestoken handjes haar groette Goed weergegeven is de eenvoudige genegen heid van Ds. Wit. En rijk dat mornet, waarin „vrouwen zwakheid, vrouwenfierheid, vrouwen trots en vrouwentrouw bolderen tegen elkander en de arme minnende haar toestand vindt ge teekend in de zondige bede van Helena Swarth Mijn handen vouwde ik in den blauwen nacht En 'k bad„o, God, Gij die het licht gebiedt Ontneem mij alles maar zyn liefde niet Ik vraag van de aarde toch geen leeuwendeel, 'k Vraag liefde alleen, o, God, was dat te veel? Zeldzaam schoon vind ik de geestelijke ver heffing na het kerkhofbezoek. Zwak daaren tegen de bewering dat een erfelijk-belaste drank zuchtige een dronkaard wordt door middel van een vroom gezelschap. Daar is toch waar lijk geen vroom gezelschap voor noodigDeze voorstelling is te naïf. Voorts doet de Auteur ons meêdoorleven de vrouwe-smart van 't veriaten-zijn en de troost des H. Geestes, weergevonden in oprechte verootmoediging, sterk genoeg om ook nu staande te houden, zy het in zwaren strijd. „In ïyden zonder opstand", afgewisseld door Sabbatsrust, lieflijk bezongen in 'tSonnet: O, Sabbatsstilte, o, reine hemelbode, Me omzwevend als een duive in zilverwit, Of onder veertjes niet een biiefje zit? Ik zoek naar liefde, een offer onzen Gode. 'k Was moe gerend in 's levens wilden rit, En moe geschreid, als om een jongen doode O, dat mijn God mij Sabbatsruste bode, Ik roep tot HemMyn gansche wezen bidt Geef, Heer des Sabats, mij een Sabbatszegen,, Daar zonder is mij 't leven woestenij, ^pm, vrededuive, en nestel dicht bij mij 'k Hoor duivenvleuglen kleppen, zacht bewegen, Rust, rust, mijn ziel, in Jezus, dat is zoet, De Sabbatsrust, wanneer ik God ontmoet." Een lief gereformeerd vrouwtje wordt Anna ook als ze haar gedoopt kindje ontvangt. Suze wordt pleegzuster en nadat onder haar verzorging haar oude beminde is gestorven, de vrouw van den predikant. In dit laatste is zeker iets zeer conventioneels. Alles komt te recht. Zoo is de realiteit van het leven zeker niet. Dit is o. i. de zwakke zijde van het kunst-gewrocht. Toch achten we het een mooi boek. En een goed boek. Wij stellen er prijs op, dat onze meisjes van eenige ontwikkeling het langzaam lezen en onderling bespreken, 't Geeft haar ook eenigen kijk op de nieuwe letterkunde, die o. i. stellend onder een juist licht. In de kennis der Geref. Theologie heeft Joh. B. 't ver gebracht. Doch één volzin doet on recht. „Op de Verbondsleer ging ze rusten voor de eeuwigheid. Gedoopt, ernstige belijder, trouw naar de kerk, aan 't Avondmaal, ergo ze kon gerust zijn." Dat is niet naar de Geref. Verbondsleer. Dat is Roomsch forma lisme. Overigens teekent dit boek het Ledeboeri- aansche en het Calvinistische leven zeer juist. Met name de beminde oude grootmoeder is een goed ouderwetsch gereformeerd type en ook Ds. Wit is welgeslaagd. En nu ten slotte de vraagZegt dit boek iets positiefs over de verbetering van den maat- schappelijken toestand der vrouw? Het teekent in het ideaal der predikantsvrouw ook deze trekwerken voor zoovele vrouwen en meisjes, nu door onrechtvaardige wetten, onvoldoend loon en verkeerde werktijdregeling benadeeld en verdrukt. Dan voert 'teen onderwijzeres op, die half vermoord is door de examenstudie en nu een gevoel heeft, alsof ze een heele klas kinderen achter zich aan moet sleepen. Zij decreteert „praatjes, dat volgen van je aanleg. De vrouw is aangelegd op 't huishouden. Tegen 't gewoel der wereldmarkt kan zij niet." Doch deze begaafde en ontwikkelde jonge vrouw, die „heel blij" is hare oude moeder in 'thuishouden te mogen helpen ontdekt toch ip de echt-vrouweiyke werkzaamheden veel misstanden, als te zwaar werk voor dienstbo den, te laag loon voor naaisters en strijksters, onvoldoende regeling van arbeidstijden. Voorts leeraart SuzeDe machine moet den mensch dienen. De wet moet bepalen, dat de tijdsbesparing door de machine ook den arbeider of arbeidster ten goede komt. En de vraag wordt gesteld naar een Chris telijke Vrouwenbond en een arbeidstersblad, zooals Patrimonium het is voor den werkman. Ook de arbeidster heeft recht op pensioen. Er zijn in Nederland 60 duizend vrouwen meer dan mannen. Die moeten het moeilijke leven in. De laatste bladzij schijnt te leeren, dat een gehuwde vrouw geen auteur mag zijn. 'tls duidelijk, dat deze gegevens buiten't werk staan. Dat predikt, dat 't recht geluk voor de vrouw is haren man lief te hebben in Jezus en als een goede ta'svrouw hem en zijn kroost haar leven te wijden, 't Is wél. Doch met de groote vragen, wat er behoort ge daan te worden om de velen, die dit geluk niet erlangen, den zwaren strijd des levens te ver lichten en een positie der eere te verschaffen, maakte ditmaal Johannna Breevoort géén ernst. Wagenaar. Advertentie n. Zy, die gedurende den aanstaanden winter van een Warme Stoof willen gediend zijn, kunnen zich daartoe in den loop dezer veertien dagen aanmelden bij den Koster dier Kerk. ter lezing bij Boekh. SMITS, Middelburg. Ook afgelezen ex. te bekomen. De ondergeteekende bericht de ontvangst van eene uitgebreide collectie STALEN voor het a. s. Saisoen en beveelt zich tevens aan tot het leveren van gemaakte KLEEDEREN. J. JANSE Jz. Vlissingsche straat K 49. PIANINfVc c- bechstein. rlHmllU O. STEINWAY SöNS. Systeem nieuw, 2 en 3 pedalen, zeer billijk te koop of in huur door afbestelling voor Transvaal. Binnen de 5 jaar garantie wordt event, voor 3/4 der betaalde som teruggekocht. Adres 193 HEERENGRACHT, Amsterdam. in EFFECTEN, COUPONS en INCASSEERIN- GEN, BRAND-, INBRAAK-, ONGEVALLEN-, TRANSPORT- en LEVENSVERZEKERINGEN. Neemt gelden a deposito. Vertegenwoordiger van de Noord-Nederland- sche Hypotheekbank voor de uitgifte van PANDBRIEVEN en het s 1 u i t e n van HYPO THEKEN. bij de GISTSTRAAT, Middelburg. By den uitgever K. LE COINTRE te Middel burg is verschenen Een twaalftal practische Schriftbeschouwingen, J. D, v, d. VELDEN, Bedienaar des Woords te Klundert. Prijs fl.--. Geb. fl.40. Deze bundel is in de Chr. pers zeer gunstig beoordeeld en aanbevolen zoo voor leesdiensten in vacante kerken als ter voorlezing in den huiselijken kring. Dr. WAGENAAR. Tijdpreek bij het optreden van het Ministerie-Kuyper. Je druk. Prijs 15 Cent. VAN

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1901 | | pagina 3