yTria, volhardt nog in zijne goddelooze, baatzuchtige alle rechten vertredende handelingen. Maar, gelijk gezegd is, dit Ministerie kan en zal het zijnen principiëelen tegenstanders nooit naar den zin maken. Het moet, uit wijs be leid, daarmede rekening houden, en zich mits dien niet van de wijs laten brengen. Het heeft eene moeilijke en zware taak. Laten wij het gedenken in onze gebeden. Littooij Enghartigheid. Voor eenige weken gaven wij onderstaande asterisk „Ds. Jac. Eringa, een der meest invloedrijke confessioneele predikanten uit 't Hervormd Kerkgenootschap, stort zijn ziel uit in droeve klacht bij 't vernemen van de ijskoude min achting, waarmee de alsnu orthodoxe Synode de bede om een Commissie te benoemen, die een concept-reorganisatie ontwerpe heeft be jegend. Hij besluit z(jn artikel: „Hoeveel wenschelijker ware het o. i. geweest, indien de Commissie van rapport openlijk er kend had, dat wel degelijk de toestand van onze Kerk van dien aard is, dat alléén een afdoende reorganisatie haar de plaats in het volksleven kan doen behouden, welke haar toekomt, maar dat ze in den huidigen toestand haar invloed als kerk steeds meer zal verliezen om straks plaats te maken voor de Roomsche kerk en „de Gereformeerde Kerken", met welke men, wie weet hoe spoedig, meer rekening zal houden, dan met de innerlijke verdeelde en kranke Herv. Kerk Zal dan „de Yaderlandsche Kerk" in de 20ste eeuw door het zich zelf zoekend individualisme verscheurd en verdeeld, eindelijk als een ge schud en gescheurd gebouw ineen storten En zullen naast de puinhoopen van dit aloude en gedenkwaardige monument van de daden des Heeren, straks komen de „Gerefor meerde Kerken", de plaats innemend, die ge durende ruim drie eeuwen de Herv. Kerk, de Volkskerk, innam Ofschoon wij hopen, dat God de Heere dit moge verhoeden, zoo vreezen wij met het oog op allerlei teekenen, dat het eerlang zal ge schieden" Wat een kerkhofstemming! Heeft, wie zoo spreekt ondanks al zijn ver heffen van 't Hervormd Kerkgenootschap als „de Vaderlandsche Kerk" enz. enz. niet het geloof verloren, dat het wezentlijk en waarlijk de Kerk van Christus in Nederland is ChristusKerk zal toch wel staande blijven Broeders, laat ons voor onze grenzen wat minder voelen, maar meer leeren in liefde te aanschouwen Christus' Kerk in den landehet ware Sion Gods, dat staan zal, ook als binnen en buiten de grenzen menige muur en toren valt. Wagenaar". Ds. Winckel verzocht van de laatste woorden een nadere toelichting. Nu, die is althans voor dien broeder niet overbodig. Want hij leidt er waarlijk uit af, dat in ons „de heilige overtuiging" verflauwd- zou kunnen z\jn, die ons vóór 13 jaren de synodale orga nisatie deed verwerpen om tot de Dordsche Kerkenordening terug te keeren, welke daad ons heel wat heeft gekost. Daarna geett h*j niet geheel juist aan, dat „wat ons van onze Hervormde broeders scheidt de overtuiging is, dat de Heere van ons eischt, dat wij het zachte juk van z^jne ordeningen ook voor ons kerkelijk leven aanvaarden, terwijl zij denken, dat men onder de Synodale Hiërarchie nog wel bleven kan, al is het, dat die organisatie in strijd is met Gods Woord. Voorts wijst ons onze broeder op Gunnings verklaring dat het hem tot zonde geworden is. En hij eindigt met een verhaal van 't kommerlijk sterfbed van Le Fèvre, die evangelisch gepreekt had, maar Roomsch gebleven was uit vrees voor zijn leven. Dit voorbeeld is, als ik me br. W. goed begrijp, niet aan mijn adres, maar aan dat van onze Confessioneele Hervormde collega's. Wat zal ik^nu op dit alles antwoorden'? Dit, dat een goede exegeet letten moet op verband en samenhang. Ik schreef aan 't adres van Ds. Eringa en zijn geestverwanten, de nieuwe partij van actie die met ernst reorganisatie zoekt van de Synodale-organisatie, omdat zij overtuigd is, dat deze strijdt met Gods Woord en de Kerk, die zij als nationaal geheel nemen er niet onder mag blijven leven, maar er van verlost worden moet Aan hun adres schreef ik Broeders, laat ons voor onze grenzen wat minder gevoelen, maar meer leeren in liefde te aanschouwen Christus' Kerk in den lande. Dit sloeg blijkens 't onmiddelijk voorafgaande op het .spraakgebruik dier broeders, die al te enghartig de Gereformeerde kerken sluitèn bui ten „de Vaderlandsche Kerk", 't Is zeer noodig, ook voor hen zeiven, dat die broederen van de overzij iets minder uitsluitend voelen voor wat zij met nadrukonze kerk noemen en waarover zij in hunne kringen spreken als'de Kerk van Christus in ons Vaderland, 't Wordt tijd, dat die broeders Christus' Kerk ook leeren vinden in de vereenigde Gereformeerde Kerken. Dat zal Ds. Winckel zeker goed met me eens zijn. Doch zal hij vragen, waarom schreeft ge dan nietBroeders, wilt toch voor uwe kerkelijke grenzen wat minder voelen en meer leeren in liefde te aanschouwen Christus' Kerk in den lande. Wel, dat deed ik allereerst, omdat, hoe vrien delijker een vermaning ingekleed wordt, zij des te eerder ingang vinden zal. Schreef ook de heilige Apostel Jacobus niet Wij struikelen dagelijks in velen Doch ik wil heelemaal openhartig zijn en twee dingen zeggen. Prino, dat ik nog even sterk als in 1887 overtuigd ben, dat 't zonde voor God is, dat een plaatselijke kerk van Christus leeft onder de onschriftuurlijke organisatie van 1816 en dat daarom de Hervormde broeders, die wonen op plaatsen, waar'nog slechts een Hervormde gemeente is, hun kerkelijk instituut met allen ijver tot reformatie hebben te brengen terwijl, als op hun plaats de Gereformeerde Kerk in goede orde openbaar geworden is, zij zich daarbij behooren te voegen. Ik had hier in der tijd een ernstig gesprek over met Dr. P.M. Maar toen hij mij vroeg bij welke der drie Gereformeerde Kerken te Middelburg moet ik mij dan voegen stond ik eenigszins beschaamd en antwoordde „Wees maar getrouw in uw ambt van regee ring, dan zal de Heere u den weg wel wij zen Misschien was dit antwoord Ds. Winckel te zwak. Maar dit zal hij toch gevoelen, 't hing samen met muren en torens binnen de grenzen, die behoorden te vallen. Secundo wil ik dan ook nog opmerken, dat er ook Hollandsch Kerkblad toornt er telkens heerlijk tegen in onze kringen ook een voe len is voor onze Kerk, en onze School, en onze Faculteit, dat aanleiding geeft tot de bede „Broeders van A, B of C, laat ons voor onze grenzen wat minder voelen, maar meer leeren in liefde te aanschouwen Christus' Kerk in den lande het ware Sion Gods, dat staan zalook als binnen en buiten de grenzen menige muur en toren valt". O, als 't gelukken mocht aan de Hervormde Broeders te laten vallen de met sterke torens bevestigde kerkermuren van 't Genootschapen aan ons om de kerkmuren van hunne verster kingen, die onder ons scheiding maken, geheel weg te nemen en de Heere gaf dan hereeniging van al het Gereformeerde volk, wat zou dat een dag van jubel zijn En waar de Heere het ondenkbare gedaan heeft op staatkundig gebied, mogen wij dan wanhopen op 't erf Zijner Kerke Wij hopen, dat deze toelichting onzen broeder W. zal hebben gerust gesteld en bevredigd. W. Faiitaisie en Werkelijkheid. Met grooten dank ontvingen we onderstaand stuksken en zeer gaarne plaatsen wij het. In de Kerkbode van 6 Sept. komt, overge nomen uit de Zondagsbode, op hare beurt ge put uit Laurillard's „Op een stoelenz., voorde afleiding van den naam Kleverskerke. In de laatste helft der vorige eeuw, het tijdperk van bespiegeling meer dan van onderzoek, maakte de Heer v. d. Brandeler zich diets (of werd hem wijs gemaakt), dat de naam Kleopas in die van Kleverskerke schuilde en noemde zich „Heer von Cleophaskerke". Het wapen van Kleverskerke is eene klauw. Kleverskerke is eenvoudig eene verbastering van klaauaarts- of te wel kleewaartskerke welke naam voor komt als zoodanig op „de Steenrolle". Indien ik mij goed herinner, komt in een uwer stukjes geschiedenis voor de naam van den Heer van de Perre, heer van Nieuw erve. Op de hofstede gelegen aan den weg van Sou burg naar Rithem, waar eenmaal het huis der heerlijkheid stond (de lange breede dreef wijst de richting en het bestaan er van aan), staat eveneens Nièuwerve echter foutief. Oorspron kelijk heette het nieuwe werve. En daar UEd. zelf een Fries zijt en weet wat werve beteeken t in de plaatsnamen Oost- en W. Stellingwrcr/, Doniawerstal enz. is het overbodig U te wijzen op het groote verschil, dat er bestaat tusschen Nieuw erve en Nieuwe werve. (Mogen wij ons voor zulke mededeelingen aanbevelen? W.) Zoo zijn er. Een predikant trad de woning van een dag- looner binnen. Vader was niet thuis hij was op zijn werk. Moeder was niet thuis zij was uit werken. Twee kinderen waren aanwezig de overige drie waren naar school. Een meisje van twaalf jaren paste op een kind van een paar jaar. Het eerstgenoemde meisje was ongesteld ook al geruimen tijd. Deze ongesteldheid verhinderde haar ook meestal om ter school te komen. Op mijn vraag of ze gaarne weer beter wilde worden antwoordde zij van jamaar zij ver klaarde niet te weten wie haar weer beter maken kon. Op mijn vraag of zy wel eens om beterschap bad, was haar antwoord ontkennend. ZU had daar nog nooit om gebeden, verzekerde zij mij. Maar heeft uw vader niet wel eens voor je gebeden Ook niet. Zy had vader nog nooit hooren bidden. Nu wil ik gaarne veronderstellen dat die vader wel in stilte voor de wederoprichting van zijn kranke kind bad, maar is het toch niet aangrijpend treurig als een krank twaalfjarig kind moet zeggenVader heeft nog nooit om mijne herstelling" gebeden Zwijgende vaders en moeders, kunnen ook zelfs uwe kranke kinderen uwen mond niet openen Bij den predikant kwam de vraag opzou er ook verband bestaan tusschen dat niet-bidden van den vader en het niet-bidden van het kranke kind? Hij sprak nog eenige oogenblikken met het meisje, toen zijn oog op den bijbel viel. Deze lag in den kinderstoel en was zonder band, terwijl verscheidene bladen ontbraken of ge scheurd waren. Het was een vies boek. Gods Woord was daar blykbaar niet i« eere, al werd het zoo nu en dan gebruikt. Wanneer in zulk een gezin een ongeloovige binnentrad, zou die waarlijk gelooven, dat de Bijbel aldaar voor het beste boek, voor het Woord van God gehouden werd Zoo vroeg de leeraar bij zichzelven. En verder dacht hijde vader Hervormd de moeder Gereformeerd de kinderen naar de staatsschoolde vader niet biddende kinderen niet bidden de Bijbel in flarden in den kinderstoelvader en moeder beide den ganschen dag buitenshuis ai mij Wat is er nog veel te verbeteren in deze on volmaakte wereld Zelfs in een Christenland Kamper Kerkbbde. Eenheid en Vrijheid. Naar aanleiding van het schrijven, door den Kerkeraad der Geref. Kerk te 's Gravenhage B in zake de Bazuin gericht aan de Curatoren der Theologische School, en in Heraut en Hol lands Kerkblad gepubliceerd, komt een „geacht inzender", die zijn naam niet noemt, in de Geref. Kerkb. (het blad, die van den Geref. Ker keraad van 's-Gravenhage A uitgaat), de con clusie trekken, dat de eenheid van de Gerefor meerde Kerk te 's-Gravenhage onmogelijk is en niet mag worden doorgezetf Als de één de wijze van schrijven, drijven, exploiteeren en colporteeren van de Bazuin toejuicht en de ander die afkeurt, dan is de eenheid der Kerk volgens dezen inzender onmogelijk en verboden. De redactie van het blad hecht aan dat oor deel helaas haar zegelhet eerste woord, dat dit blad over de door Gods Woord gevor derde éénheid van de belijdende Gemeente in 'sGravenhage spreekt! Niet het Woord Gods zal dus over die een heid der Kerk beslissen, maar de toejuiching of afkeuring over de Bazuin of beter nog ge zegd, want daarover loopt het, over de „kerkelijke" exploitatie en kerkelijkecolportage van de Bazuin, over den kerkdijkencolpor teur. Verbeeldt U In Amsterdam, Utrecht en zoo vele plaat sen is de kerkelijke eenheid hiermee veroor deeld door en „geachten inzender" en door het blad, dat de kerkeraad van 's Gravenhage A uitzendt. In die plaatsen, waar de Kerk één werd, zijn toch tal van broeders, ook ouder lingen en Dienaren des Woords, die verschil lend oordeelen over de Bazuin en misschien zelfs over den kerkelijken colporteur, het jongste kruidje-roer-me-nieten die door

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1901 | | pagina 2