Uit een brief van een Araerikaanschen grijsaard.
Officiëele Berichten.
niet, zooals prof. Bavinck schrijftik zal uw
God en de God uwer kinderen zijn, doch ik ben
uw God en uws zaads God. 'tZaad der kerk,
dat heilig, in Christus geheiligd is,
heeft een God. W.
Dezer dagen ontving ik inzage van een schrij
ven van een ook my goed bekenden Ameri-
kaanschen grysaard aan zynen broeder. Ik heb
dien brief met zegen voor mijn hart gelezen
en herlezen. Hij gunt ons een blik in 't hart
van een Nathanaël en geeft ook een eigenaar
dig kykje in 't Amerikaansche leven. Daarom
bied ik hem ook den lezers van onzen Kerk
bode.
Eerst - verhaalt de schryver van de begrafenis
van zijnen onlangs gestorven broeder.
„Zijn begrafenis was plechtig. Hij had een
kist, die wel 30 of 40 dollar kostte. Ze was
geheel vercierd, ja opgehoopt met bloemen.
Toen de familie er by neer gezeten was, kwa
men twee Engelsche predikanten. Ze tikten
even aan de openstaande pianino en begonnen
toen te zamen tweestemmig zeer droevig te
zingen. Daarna las de een het kapittel uit
Genesis van de begrafenis van Abrahem en
zyne vrouw. Hierop deed de ander een zeer
eerbiedig gebed. En weer zongen ze samen
een kort gezang waarna een der heeren den
zegen uitsprak.
Toen werd de kist opgenomen en in de lijk
koets geplaatst en wij volgden in zware, deftige
vigilanten en maakten een rid van twee uren
naar de begraafplaats. Aan 't graf deed een
der predikanten een gebed en schreef de zalig
heid toe aan het bloed van Christus
En dan vervolgt de schrijver aldus:
„Nu geliefde Broeder H., nu zijn wij nog met
ons beiden over in 't land der levenden.
Ik ben 20 Mei tachtig jaar geworden. Gij
zijt 2 jaren jonger, maar onze dagen zijn bijna
afgeloopen.
Tot roem van Gods genade mag ik betuigen,
dat het al over de zestig jaar geleden is, dat
ik ben overgegaan uit mij zeiven in Christus.
Dat ik, Christo ingeplant, mij aan Hem heb
overgegeven voor tyd en eeuwigheid en my
aan Hem heb toevertrouwd, onbedongen, zoo
de Heere het maken wilde. En nu bij 't her
denken van die reeks van jaren, vol zegenin
gen en beproevingen, mag ik tot roem van
zyn genade betuigenDe Heer is zoo getrouw
als sterk r Hoe duizendmaal ik ontrouw ben
geworden, Hij heeft tot hiertoe aan mij bewe
zen, wat Petrus zegtgij wordt in de kracht
Gods bewaard door 't geloof.
Als ik nu eens bedaard bedenk, uit welken
nood en dood de Heer mij verlost heeft en nog
verlossen zal, o, al had ik duizend tongen, 'k
zou Gods goedertierenheid niet genoeg kunnen
loven en prijzen.
Liggende onder den vloek van Gods Wet
wegens erf- en dadelijke zonde, ben ik verlost
en vrijgekocht door 't bloed van Christus. Ge
rechtvaardigd in de consciëntie. In plaats van
een Heilig en Rechtvaardig Rechter nu 't ge
voel van een liefderijk en goedertieren Vader.
Zijn vriendschappelijken omgang te smaken.
En ofschoon myn beste werken met zonde
bevlekt zijn en dus nog strafwaardig en ik in
mij slechts een klein beginsel der dankbaarheid
vind, daar mag ik toch gelooven, rechtvaardig
en heilig voor God te zullen verschijnen en
dat in mijn Hoofd Jezus Christus, die mij alles
gewofden is, rechtvaardiging, heiligmaking en
verheerlyking.
De eeuwigheid zal niet te lang zijn voor mij
en al de Zijnen om God te loven van wege
zijn vrije genade
En terwijl ik voor 't tijdelijke in Nederland
van jaar tot jaar achteruitging en de gedachte
om nog eenmaal armoede te moeten lyden in
weerwil van alle vlyt en worsteling, mij drukte,
heeft God mij hier gegeven, dat ik van niemand
afhankelijk ben en overvloed van alles bezit en
geen bekommering voor de toekomst meer ken.
Daarby gezond van lichaam met goed gebruik
van alle zintuigen.
Voorts hebben wij de heilige bediening van
Gods Woord en de Sacramenten, zoodat ik des
Zondags nog altoos driemaal ter kerk ga.
Ik leef hier in vrede en liefde in mijn huis
gezin en met de kinderen van weerskanten.
Sommige dingen zou ik wel wat anders willen
hebben, doch de volmaaktheid is hier op aarde
niet.
Nu Broeder, onze dagen zijn er. Als we
elkaar hier niet wëer zullen zien, dan zullen
we elkander daar Boven ontmoeten, waar geen
ZQ^de of storiDg i$".
Ziet, dat is nu kern-gezond christeiyk-bevin-
deiyk geloofsleven.
Dat het ouden en jongen onder mijne lezers
tot jaloerschheid verwekkeW.
De wereld in top
Men vraagt ons plaatsing voor onderstaand
schry ven
ChristelJongel. Vereen, en
Tractaatvereenigingen.
Voor u is werk.
Gelijk bekend is zal de Amerik. spulleman
Barnum welhaast in Vlissingen en Bergen op
Zoom zijn tenten opslaan.
Met genoegen heb ik opgemerkt, dat ook in
onze Kerkbode zeer ernstig gewaarschuwd is
tegen het bezoeken van de vertooningen, die
door liberale bladen gebrandmerkt zyn a\sdier
lijk en woest.
De Vlissingsche broeders besloten vrij alge
meen eene circulaire in hun stad te doen ver
spreiden, want niet alleen is het een groote
zonde te noemen, maar er zullen ook duizefcde
guldens uit de zakken der burgers verhuizen
naar den zak van den Amerikaan.
Doel van dit schrijven is, om onze Jongël.-
en Tractaatver. op te wekken, zoo mogelijk in
elke gemeente een kort woord van waarschu
wing te verspreiden. Mij dunkt, dit kan gun
stig werken.
U dankend, Mijnheer de Redacteur, voor de
plaatsing alsmede voor het waarschuwend woord
uwerzijds,
Noem ik mij
N. N.
Wij hebben geen bezwaar tegen deze ge
dachte. Integendeel, wij steunen haar. Doch
laat niet de J. Vereeniging, maar laten eenige
jongelingen hier aanpakken. Op sommige plaat
sen verspreidden de kerkeraden ons stukje „een
groote zonde". Dat ligt zeker op hun weg.
Ook hier. Want met name velen onzer jeug
digen zijn zwak. Steunt hen W.
De rede van Mr Heemskerk ter opening van
den jongsten Universiteitsdag.
Vervolg.)
Maar er is ook eene Christelijke verdraag
zaamheid, die door Paulus in Gods Woord ons
wordt geleerd, en die erkent, dat zy, die in
Christus gelooven, niet allen hetzelfde licht om
trent alle dingen hebben ontvangen, en dat het
Christelijk leven niet opgaat in het wettisch
aannemen en volgen van zekere stelsels en
regelen, maar in het leven uit genade, aan den
in zich zelf verlorene in Christus toegebracht.
Van eenstemmigheid aangaande de uitkom
sten der wetenschappelijke onderzoekingen, kan
dan de Christèlyke broederschap nooit afhangen
en deze strekt zich uit ver buiten onzen enge-
ren kring
Maar voor de wetenschappelijke studie, waarbij
het te doen is om formuleering der waarheid,
is een zuivere grondslag onmisbaar, en daarom
sporen wij terecht de Gereformeerde beginselen
na, die in overeenstemming moeten zyn met
de zuivere orthodoxie.
Wyj sporen ze na, en hiermede raak ik een
punt aan, dar in onze dagen van groot belang is.
Art. 2 van onze Statuten eischt dit nasporen,
maar acht het ten deele toch ook weer niet
noodig.
Het erkent, dat voor het onderwijs in de
Godgeleerdheid die Gereformeerde beginselen
gevonden zyn.
Dit artikel zegt:
„De Vereeniging staat voor alle ondewrijs,
dat in hare scholen gegeven wordt, geheel en
uitsluitend op den grondslag der Geref. begin
selen, en erkent mitsdien als grondslag voor
het onderwijs in de Godgeleerdheid de drie
Formulieren van Eenigheid gelijk die in den
jare 1619 door de Nationale Synode van Dor
drecht voor de Nederlandsche Geref. Kerken
zijn vastgesteldeen zoodanig gezag daaraan
hechtende, als genoemde Synode, blijkens hare
eigene handelwyze en hare acten, aan de be-
lydenisschrlften der Nederlandsche Geref. Ker
ken heeft toegekend."
Het is duidelyk. De aan God gebonden en
va» God afgeleide wetenschap, in haar eigen
kring souverein, heeft voor iedere faculteit de
Geref. beginselen na te sporen, maar voor de
Godgeleerde faculteit ligt hare uitdrukking ge
reed in de belijdenissknriften der Gëref. Kerken.
Het gezag, door de Synode van 1619 daaraan
toegekend, eerbiedigt onze Vereeniging.
Onze Universiteit, bijnr 21 jaren oud, is nog
klein, en verkeert ten aanzien, zoowel van de
Godgeleerde faculteit als van de andere faculteit
in moeilijkheid.
Ten aanzien van de Godgeleerde faculteit,
want de vrees is geopperd, dat de waarborg
ontbreekt, dat zy zich voor de toekomst aan
de leer der Geref. Kerken zal houden.
Op waarborgen voor de toekomst moeten wij
ons nooit verhoovaardigen. Zy het ook in
anderen zin bedoeld, er ligt waarheid in het
woord van Victor Hugo„l'avedir est a Dieu".
Zoo de toekomst in handen van ons menschen
ligt, verspelen wy haar. Slechts van Gods trouw
kunnen wy haar verwachten.
De verkondiging der waarheid houdt op, als
Gods Geest ons begeeft.
Dit geldt voor onze Universiteit, maar dit
geldt ook voor de Kerk.
Overigens is het steeds een moeiiyk vraag
stuk, in hoeverre op den grondslag van het
onderwyr. toezicht zij uit te oefenen.
(Wordt vervólgd.)
Door den Kerkeraad van de Geref. Kerk te
Tholen (B) is tot herder en leeraar beroepen
den Heer D. Hoek, cand. te Noordwyk aan zee.
CLASSE KLUNDERT.
Ondergeteekende herinnert de kerken aan
hetgeen ter laatstgehouden classicale vergade
ring besloten werd omtrent de wyziging van
de vragen, te doen by de kerkvisitatie. Tot 1
October a. s. bestaat er gelegenheid om ver
anderingen, die gewenscht worden, ter zyner
kennisse te brengen, en daar hy tot dusver
niets van dien aard ontving, dringt hij op
spoedige mededeeling aan.
Namens de Commissie ad hoe,
J. A. de Vries, Scriba.
Fynaart, 17 Sept. 1901.
Glosse 's Bosch.
Vergadering D. V. Donderdag 17 October a. s.
Gewone tyd en plaats.
Punten voor 't Agendum op te zenden aan den
laatst ondergeteekende voor 5 October a. s.
Namens de roepende kerk van Veen,
De Kerkeraad
J. van Berkel, Praeses.
H. Schreuders, Scriba.
Verantwoording van Liefdegaven.
ZENDING.
Met dank ontvangen voor de Zending uit
het busje der Zusterkring f6.15 en uit het
busje van L. Alewynse f 3.071/2. Collecte Zen
dingsschool Sept. f0.65.
Namens gecommitt.,
J. v. Aartsen Jr., Penningm.
De Pinkstercollecte te Axel A bracht op
f 62.09.
INGEZONDEN STUKKEN.
Nieuwe vervolging te Raamsdonk.
Te Raamsdonk zyn er enkele personen, leden
van het Synodaal Genootschap, die meer of
minder geregeld de prediking in de Gerefor
meerde kerk bywonen. Zulks is een doorn in
het oog van den Synodalen kerkeraad. En om
nu dien doorn te verwyderen, heeft men goed
gevonden tegen die personen eene proclamatie
uit te vaardigen. Zij zyn gesommeerd gewor
den om uiterlijk op 16 Sept. 1901 (treffende
overeenkomst met Kitchener's proclamatie
voor eene commissie uit den kerkeraad bun
leedwezen te komen betuigen,en zooniet, dan
worden ze geschrapt.
Welk een ijver! Zullen we dien afkeuren?
Tot op zekere hoogte niet. Het is toch alles
zins loffelijk, dat een kerkeraad ernstig toeziet
op de leden der kerk en van hen verwacht en
eischt .een getrouw opkomen tot den dienst.
Maar biykbaar is dit hier niet het geval. Voor
eerst toch is de vorm van behandeling opmer
kelijk. Zonder vermaning, zonder het afloopen
van de trappen van censuur, ja zonder eenigen
vorm van proces, wordt eenvoudig gesommeerd
tot onvoorwaardelyke overgave. Ten tweede,
deze eisch tot overgave moge al gewettigd
zijn, zoo het geldt eene overgave aan Christus,
aan de gehoorzaamheid van 's Heeren Woord
maar daarvan is hier geen sprake. Er wordt
geëischt algeheele onderwerping aan de Syno
dale machthebbers, die de kerk regeeren volgens
een reglement, dat evengoed voor eene Maho-
medaansche gemeente zou kunnen dienen.
Men wil dus deze menschen dwingen om zich
op kerkeiyk gebied niet door Gods Woord, maar
door de willekeur der bestuurders te laten
regeeren.
111
I III I
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).