i Uit de Heilige Schrift. I 10e Jaargang. TRIJDAG 13 SEPTEMBER 1901. No. 37. in Zeeland, EN J_HMBURG. "jVEEKBLAD GEWIJD AAN DE J3eLANGEN DER jjEREFORMEERDE KeRKEN OORD-BRABANT oSkr'rkdactie van J. HUL8EB0S, Ds. A. LITT00IJ, Dr. L. H. WAGENAAK. Ds. Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos. 3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uitgever: K. LE G01 NT BE Berichten, Advertentien enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den Uitgevei- in te zenden. In de gemeente des Heeren zijn niet allen Tan denzelfden maatschappelyken stand. Er zijn rijkeren, er zijn minder bedeelden. Dit dreigt menigmaal de eenheid der geloovigen in Chris tus te storen. I12 d© gemeenten, welk© Jacobus zijn schryven richtte, had dit werke lijk plaats. De man met den gouden ring aan den vinger werd ontzien, de arme werd ver acht. Men 'heeft wel eens getracht dit gevaar en dit bezwaar weg te nemen, door allen even arm of, wilt ge, allen even rijk te maken. Doch deze pogingen, hoe goed soms gemeend, leidden in plaats van tot innige eenheid, tot verwar ring en ellende. Zy waren in stryd met den Woorde Gods. Zoolang de strijdende kerk op aarde is, zal het maatschappelijk onderscheid onder de leden blijven bestaan. Maar hoe nu het schaden van de eenheid te voorkomen of te doen ophouden De apostel wijst hier den weg. Maar de broeder, die nederig (van stand) is, roeme in zijne hoogheid (als begenadigd kind Gods). En de rijke (naar deze wereld) roeme in zijne vernedering (dat hy een arm, maar door God begenadigd zondaar is.) Zie hier het ge heim, waardoor arm en rijk naar de wereld in Christus kerk op 't innigst saam worden ver bonden en in eenigheid des Geestes samen leven zullen. In den eersten opslag klinkt het vreemd, paradox Maar de broeder, die nederig is, roeme in zijne hoogheid; en de rijke in zijne vernede ring! Doch bij dieper inzien ligt hier een rijk en zalig onderwys in opgesloten. Roemen iszich ergens in verblijden, met in genomenheid er van spreken en er op wijzen. Welnu, de broeder, die in nederige, ja vaak behoeftige omstandigheden verkeert, zie veel op zynen rykdom in Christus en verblijde zich in de heerlijkheid, die na niet zoo langen tyd zijn vernederden staat zal vervangen. Hij spreke niet steeds over zijn aardsche nooden, wyze niet voortdurend op zijn schamel kleed, maar roeme den rijkdom der barmhartigheden van Gods genade in Christus Jezus en de werkin gen en vertroostingen des Heiligen Geestes door het Woord Gods. En de rijke, hij worde toch veel bepaald bij zyne geestelijke armoede. Hy toone vooral zijne diepe onwaardigheid te ge voelen en hy zie van dien uiterlijken en ver gankelijken rijkdom maar veel en gedurig op zyne diepe onwaardigheid voor God. Hij belyde zijn behoefte aan het kleed van Christus ge rechtigheid, om zijne naaktheid voor God te bedekken. Ziet, zoo komt er gelijkheid en een liefelijk samensmelten van hart en mond, om God te loven. Het arme kind Gods benydt dan niet den rijke en de rijke veracht dan den arme niet, maar is nog wel eens jaloersch op hem. Het roemen in de nederigheid moet in wat ruimeren zin worden genomenhet is een inzien in, een belijden van de vernedering, van de zonde. Ook is de bedoeling niet, dat de arme alleen in zijne hoogheid (door de genade) zou roemen, ook de rijke, die ryk is in God, looft zijnen Zaligmaker en hoopt op de heer- lykheid. Maar ook op geestelyk gebied is by eenheid verscheidenheid, verscheidene gave en roeping, die weder een heerlyk hemelsch accoord vormen. De roem van den rijke gaat gepaard aan een recht en steeds dieper verstand van het ijdele en voorbijgaande van den rijkdom. Deze wordf hem eene schaduw, een nevel. Hij vertrouwt er niet op ge! ijk de wereld. Zyn ge bed is dat hij zijn hart er niet aan hechte, maar dat zijn rijkdom alleen Christus zijn moge. En, hoe treffend is ook ^ier de schildering der verganmykneia van al den aardschen schat en al het aardsche schoon. In de bloem zien wij dagelijks voor ons de schoonheid van dat aardsche leven en de aard sche schatten, maar ook hunne kortstondig heid en verandering. Hi zal als een bloem van het gras voorbijgaan. Eoe schoon bloeit het leven in allerlei pracht tot genot meest van den rijke. Wat schooneblos Ofc het gelaat in gezonde, in jeugdige jartn. Maar dit is de on afwijsbare wetDe bloemis afgevallen, de schoone gedaante haars aanschijn is vergaan. Alzoo zal ook *de rijke in zijne wegn verwelken. Wel dan de arme, die mag roemèn in zijnen rijkdom in Christus, wl den rijke, die zich verblijdt en er van vevuld isarm zondaar voor God te zijn, arm naar begenadigd en die geleerd heeft alles schaó te achten, om de uit nemendheid der kenniss van Jezus Christus! Lezer, wat is uw roem? Hulsebos. ZEIDiNO. Plaatselijk In nummer 645 (13 Jii) van Hollands Kerk blad verdedigt de redacter het besluit van den Kerkeraad van Amsterdam omtrent de opdracht tot viering van het HAvondmaal aan zijn Dienaar in Indie gegeven Dat een AmsterdamsctDienaar des Woords het besluit van zyn kereraad verdedigt ver staan wy. Niet verstaan wij daantegen hoe de redac teur van Hollands Kerkbd schryven kan Men kan dan dezen krg der geloovigen te Jogja beschouwen als ee uitwonend deel der Kerk te Amsterdam, wrin het Sacrament bediend wordt krachtens opdracht dier Kerk door een bij die Kerk welg bevestigd Dienaar. En al heeft deze oplossg het bezwaar, dat dan de tucht zeer gebrkig kan worden ge oefend, en zou het daaroi hoogst wenschelijk zijn, dat zoo spoedig Dgelijk althans één ouderling worde in het mbt gezet, zij ver dient toch o. i. de voorkr. Dit toch tast het Gercrmeerde Kerkrecht op twee punten in zyn htader aan. Op het punt van het plaatseiykler kerk en in het ouderlingenambt. Zegt m toch eene kerk kan in Europa en in Azilegeiyk liggen, dan is het plaatseiyke van 'kerk fictief. Eene plaatselijke kerk kan niet in Noord-Holland, Utrecht, Gelderland en in alle provinciën van Nederland tegelijk liggen of uitwonende deelen hebben, om denzelfden term te gebruiken met dienaren des Woords, ouderlingen en diakenen, maar waarom dan wel in Azië De hoeksteen van heel het gereformeerde stelsel van kerkrecht is toch volgens prof. Kuyper (Tractaat van de Reformatie der Ker- V0^9uifgave pag. 48) de theorie der plaat selijke kerk. En die hoeksteen is thans aan het wankelen. De nieuwe leer toch, dat eene kerk in elke provincie, in elk land, in elk werelddeel uit wonende deelen kan hebben met dienaren des Woords, ouderlingen en diakenen, eigen kerke raad s vergaderingen enz. maakt de theorie der plaatselijke kerk tot eene fictie. Zoo toch komen wij tot de belijdenis van de alomtegenwoordigheid der plaatselijke kerk of die van den vierkanten cirkel. In de tweede plaats wordt het ouderlingen- zyn speciaal karakter beroofd. Wat is dat karakter? VflnlaalfWiJFaar V00Tr op E* Voto Hordraceno JfjLprof- pyPf II 488. Ouderlingen en plaatselijke ambtsdragers die de grenzen van hun eigen kerk geen enkele bevoegdheid bezitten en ook niet zaak- kunnen optreden. De Dienaren des Woords daarentegen kunnen dit wel. Zii kunnen in vacante kerken dienst doen en voor- fuito .m.(iellJ.K;erkeraad. Zij kunnen overal elders in den dienst des Woords optreden. En IZl °°k ,bedlenen zij, zoo de Kerkeraad elders Distin w 00k in allerlei andere plaatsen het Sacrament. Slechts bij uitzonde ringen lieten onze oude verordeningen dan ook toe, dat de kerkeraad, by ontstentenis van eiken Dienaar des Woords, voor een enkel geval aan een ouderling de uitreiking van het Sacrament opdroeg; niet alsof de ouderling op zichzelf iets minder dan een Dienaar des Woords zou zyn, maar overmits het ambt van ouderling altoos plaatselyk bleef. Een ouderling van Amsterdam is dus geen ouderling te Utrecht, Arnhem, Groningen of Europa en niet m Azië ligt. Een ouderling van Amsterdam wordt in qua- liteit noch te Utrecht noch te Arnhem noch te Gromngen, maar ook niet in Azië erkend. hiar11^20^6-^011^1111 niet; Ja maar wij maken hier eene uitzondering. Voor eene uitzondering toch is hier niet de minste reden. Het gereformeerde kerkrecht kan hier zuiver worden toegepast. ie. kunnen de Europeanen zich bij eene na ak h? nnif P^eSCh Kerk aansluiten, even als in Holland geschiedt. kan die kerkeraad een der dichtsbywo- Saren ultnoodigen voor die leden Woord en Sacramenten te bedienen ibly? de kerk Pteatselijk en krygen wy geen alomtegenwoordige plaatselyke kerk. zoo biyft het ouderlingenambt plaatselyk* en krygen1 wy geen algemeen ouderlingschap, wat toch komen zou wanneer een Amsterdamsch ouderling m Azië zyn dienstwerk kon uit oefenen. Zoo blijft de Zending in het gereformeerde Want de HEERE iB onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze KoningHy zal ons behouden. Jesaja 33 22. Doch Samuel zeide: Heeft de HEERE lust aan Brandofferen en Slachtofleren,als aan het gehoorzamen van destem desHee- ren? Zie, gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen. 1 Sam. 15 22 MIDDELBURG. (DE NEDERIGE EN DE RIJKE IN VREDE MET ELKANDER.) Maar de broeder, die nederig is, roemt in zijne hoogheid; En de rijke in zijne vernedering want hij zal als een bloem van 'het gras voorbijgaan. Want de zOn is opgegaan met de hitte, en heeft het gras dor gemaakt, en zijn bloem is afge vallen, en de schoonè gedaante haars aanschijns is vergaanalzoo zal ook de rijke in zijne wegen verwelken. Jac. 1 911. Enrnnc0 al!een in Amster<lam, dat in

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1901 | | pagina 1