Uit de Heilige Schrift. Belijdenis en School. 10e Jaargang. VRIJDAG 31 MEI 1901, No. 22. EEKBLAD GEWIJD AAN DE J3ELANGEN DER pEREFORMEERDE ^ERKEN IN ^EELAND, OORD-BRABANT EN J_,IMBURG. Ds. J. HULSEBOS, Ds. A. LITT00IJ, Dr. L. H. WAGENAAR. Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos. 3 cent. Advertentiën van 1—5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uitgever: K. LE COINTRE Berichten, Advertentien enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den Uitgever in te zenden. Eene schoone, troostrijke waarheid, aanspo ring tot eenen godzaligen wandelEene dwaling, geboren uit zondig misverstand en leidende tot velerlei ellende. Ziehier den inhoud van onzen tekst. Gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade. Dit geldt van allen, die door een op recht geloof Christus zyn ingeplant en alle ?ijne weldaden aannemen. De wet i3 onze be- heerscheres, maar aangezien wij van nature onmachtig zyn tot eenig goed van wegen onze zonden, kunnen wij onder de heerschappy der wet, hoe heilig en goed de wet zelve zij, geene vruchten des levens voortbrengen. Ondanks de wet zelve, zijn wy onder hare heerschappy slaven, slaven der zonde. Zal hierin verandering komen, zullen de slavenbanden worden ver broken en de zondaar leeren God te verheer lijken, dan moet eene andere heerschappij over hem komen, dan die der wet. En die heer schappy is „de Genade." Met die genade wordt bedoeld onze Heere Jezus Christus, die door zijn offer en door zijne gehoorzaamheid zyn volk heeft bevryd van den vloek der wet en van de macht der zonde, en hen zich tot een eigendom heeft gemaakt. Nu zijn zy, door 't geloof, dat de Heilige Geest werkt, met Chris tus vereenigd, niet meer onder de wet, dat wil zeggen, niet meer in dien slaafschen, gebonden staat. Christus is nu eigenaar en Heer. Hy heeft aan den eisch der wet voldaan en Hy geeft zijn volk het leven, zoodat zij nu naar den Geest wandelen. Dit is eene schoone, troost rijke waarheid. Wat is grooter voorrecht dan onder de genade te zijn. Vroeger kende Gods kind niets dan de wet. Zij was een nederdruk- kend juk, zij gaf geen leven, maar vloek, en onder hare heerschappij was menslaaf, voor eeuwig: slaaf der zonden. Maar nuin Christus Jezus, dienstknechten der gerechtigheid, Gode, en van de zonden vrij. Troostryk, niet waarDe zonde zal over u niet heerschen, eneene aansporing tot eenen god zaligen wandel. In het geloof moet deze waar heid door Gods kind worden beoefend, dan zal hy het vleesch overwinnen en krachtig en over winnend staan in den stryd met de zonden. Maar voor grove dwaling moet hier worden gewaarschuwd, grove dwaling, geboren uit zon dig misverstand. Niet meer onder de wet te zijn, wil dat zeggen vryheid te hebben, om te zondigen en te wandelen naar de begeerlijk heden des vleesches Immers, neen Van deze heerschappij der wet wordt men niet vry, dan door onder de heerschappy der genade te komen en die is de heerschappy van Christus, welke de zondemacht verbreekt en tot den dienst Gods verwaardigt en bekwaamt. Den rechten zin van Gods Woord te mogen verstaan, moet de biddende begeerte zyn van al Gods volk. En de vraag mag wel telkens worden herhaald Verstaat gij ook, hetgeen gij leest. Tot de rechte uitlegging #des Woords roept de Heere zijne dienaren en Hy bekwaamt hen door zijnen Heiligen Geest. De Geest, die in Gods kerk woont, bewaart haar by de getrouwe waarheid en doet haar de geesten beproeven, of zij uit God zijn. Hoe listig is de SatanHij vervalscht de waarheid, om zóóde genade Gods te veran deren in ontuchtigheid. Ernstig worden wij tegen deze verfoeielyke dwaling en wie haar aankleven, gewaarschuwd, als het heet: Dat zij verreWat diepte van goddeloosheidDe genade te misbruiken als een dekmantel voor zondedienst en Christus in gemeenschap te willen brengen met Belial! Als Christus toch verlost van den diep ellen- digen staat, waarin wy onder de heerschappij der wet verkeeren en jucbfen en moeten om komen, dan doet Cfinstus daarmede de heilige wet Gods, in Gods wezen gegrond, niet te niet. Onveranderd blyft die wet Gods heiligen en onveranderlijken wil over zijn schepsel uitroe pen en de verlosten hebben haar nu in de kracht des Heeren te betrachten en dat uit liefde en dat met heiligen lust tot Gods gebod. Dit is hun stryd met de wereld, den Satan en hun eigen booze vleesch, waartoe Christus hun krachten geeft door den Heiligen Geest, en in welken strijd zij meer dan overwinnaars zullen zijn door Hem, Die hen heeft liefgehad Hulsbbos. Het is nog stil. Toch zullen er binnen weinige dagen belangrijke beslissingen voorde Prov. Staten en alzoo voor de Eerste Kamer en evenzoo voor de Tweede Kamer plaats hebben. De Middelburg sche Courant plaatste, ouder gewoonte, nog slechts stukken, die den kenne- lyken toeleg hebben om de zoogenaamde clericalen tegen elkander in 't harnas te jagen en ten eigen bate hen uit elkaar te jagen en van elkander te scheiden. De oude leusver deel en heersch, is zij nog niet vergeten. De vogelverschrikker van 1897: duur brood geheeten, deed toen te goede diensten om hem te vergeten en niet weer voor den dag te ha len daarenboven bood de brochure van den heer Sal berg haar een allergelukkigste gele genheid om den vogelverschrikker weer maar voor den dag te halen. In deze brochure toch heeft de heer Salberg in het licht gesteld, neen, niet dat er graanrechten moeten geheven worden, maar wel, dat op het klaarmaken, op het tot bloem maken van het koren wat moest geheven worden. Den arbeid daarvoor noodig wenscht hy hier te houden en niet gegund te zien aan het buitenland. De meelfabrieken worden hier, de een voor de ander na, afgebro ken of tot stilliggen gedoemd, en de korenmo lens hebben weinig te doen, omdat de bloem hier, en niet elders, zonder invoerrechten te betalen mag ingevoerd worden. Dat dit in 't belang is van den boerenstand en van Middelburg, in haar geheel genomen, geloo- ven wy niet. Als dientengevolge ook Middelburg's groote meelfabriek moet gesloten worden, zie, dan staat het by ons vast, dat dit, algemeen geno men, geen vooruitgang maar groote achter uitgang zal bevonden worden. Wanneer een matig invoerrecht, zelfs nog beneden hetgeen Engeland, het land van den vryhandel, heft, geheven werdeen recht van invoer niet op de grondstoffenmaar op ge maakte en bereide artikelen, dan zou de arbeid en de nyverheid zich hier meer ontwikkelen en alzoo tot hooger bloei komen want dan kon uit de grondstoffen hier alles bereid en klaar gemaakt worden. Gewis, is dat een sociaal belang. Alszooda- nig reeds, maar te meer nog, omdat de Re geering dan geld in de kas kreeg, aangebracht door de buitenlanders die invoeren, om de afgewerkte ouden van dagen te helpen aan een pensioen, en mitsdien te doen leven uit eigen weleer verrichten arbeid. Als wij den vogelverschrikker der liberale party van naby bezien, dan doen wy als onlangs (naar bericht werd) twee vogeltjes deden, die er hun nest in maakten. Deze vogeltjes roepen ons toe, dat wy van die dooddoeners niet bang moeten zyn, maar aan den arbeid moeten tijgen. Het wordt ook tyd. Verzamelen met wijsbeleid zy ons aller wachtwoord, en daarbij de leusGod van den hemel zal het ons doen gelukken en wy zyne knechten zullen ons opmaken en bouwen. Predikantsweduwen en Weezen. Hoe het, naar het de verledene week ge noemde rapport, met de predikantsweduwen en weezen staat, vernemen wy, waar het luidt »Niet alleen de ambtsdrager echter, maar ook zyn huisgezin moet krachtens het ambt, dat hij draagt, van het inkomen leven. God had heel den stam van Levi afgezonderd. De huisgezinnen woonden in de steden. Hoe meer zonen een Leviet had, des te meer kreeg hy jaar lijks voor zijn deel. 2 Kron. 31 16, 17. Niet slechts de zonen der Levieten, maar ook hunne dochters mochten van de offeranden eten, Num. 18 11en dit strekte zich zelf zóóver uit, dat een dochter van den stam van Levi, die bui ten haar stam gehuwd was, maar haar man door den dood had verloren zonder dat hy haar kinderen nagelaten had, dat ook deze doch ter dan weer uit Levi's deel mocht leven. Lev. 22 13. "Voorts leefden uit hun inkomen ook hunne gekochten met geld. Vs. 11. Heel het huis van Aaron was afgezonderd voor het priesteriyk werk. Maar de gebrekki- gen uit dat huis mochten in dat werk noch tans niet bezig zijn. En toch moesten ook deze gebrekkigen uit de inkomsten worden on derhouden en mochten van de spyze huns Gods, van de heilige dingen zelf eten. Lev. 21 18 —22, 22 10 16. Omtrent de weduwen met hunne gezinnen worden geene afzonderiyke voorschriften gegeven. Het was ook niet noo dig. Zelfs uit den aard der zaak volgde en uit een en ander is gemakkelyk af te leiden, dat zij met de andere huisgezinnen bleven dee- len in de opbrengsten, overmits ze tot het priesterlijk geslacht behoorden. Zoo zorgde de Heere in het O. T. voor de ge brekkigen, voor de weduwen en voor de wee- Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze KoningHij zal ons behouden. Jesaja 33 22. ONDER REDACTIE VAN Doch Samuel zeideHeeft de HEERE lust aan Brandofferen en Slachtofferen,als aan het gehoorzamen van de stem des Hee- ren? Zie, gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen. 1 Sam. 15 22. MIDDELBURG. (NIET ONDER DE WET, MAAR ONDER DE GENADE.) Want de zonde zal over u niet heerschen want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade. Wat dan zullen wij zondigen, omdat wij niet zyn onder de wet, maar onder de genade Dat zij verre. Romeinen 6 14, 15. Littooij.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1901 | | pagina 1