Dit de Heilige
Belijdenis en School.
10e Jaargang.
YRIJDAG 24 MEI 1901.
No. 21.
Y/eEKBLAD GEWIJD AAN DE ^ELANGEN DER pEREFORMEERDE KeRKEN
IN jZeELAND, JNTOORD.^RABANT EN J-JMBURG.
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEJSRE is onze KoningHij zal ons
'•Sehcmdën.
Jesaja 33 22.
ONDER REDACTIE VAN
1)8. J. HULSEBOS, Ds. A. LITTOOIJ,
Dr. L. H. WAGENAAR.
Doch Samuel zeide: Heeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen,als
aan het gehoorzamen van de stem des Hee
ren? Zie, gehoorzamen is beter dan slacht-
ofler, opmerken dan het vette der rammen.
1 Sam. 15 22
Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos.
3 cont. Advertentiën van 1—5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten, van 1 5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LE CO INT RE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentien enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den
Uitgever in te zenden.
(PINKSTEREN.)
Hij dan, door de rechterhand
Gods verhoogd zijnde, en de be
lofte des Heiligen Geestes ontvan
gen hebbende van den Vader, heeft
dit uitgestort, dat gij nu ziet en
hoort. Hand. 2 33.
Opstanding, Hemelvaart, Uitgieting des Hei
ligen Geestes, het is alles ééne heilige aaneen
schakeling van heerlijke daden van Verlossing.
Het eene vloeit uit het andere voort.
De apostel Petrus, die het hooge voorrecht
genoot tot roem van Gods genade, om op den
Pinksterdag, dien dag der dagen, het Evangelie
Gods voor eene heilzoekende schare te mogen
verkondigen, hij wijst in ons tekstwoord om
hoog naar den troon Gods, op Hem, die is ten
hemel gevaren en aan de rechterhand Gods is
verhoogd. Hij heeft nu de beloften des Heili
gen Geestes ontvangen en zendt nu den Tröos-
ter aan zijne apostelen, ja aan zijne gansche
kerk, om bij haar te blijven, haar te troosten
en haar in alle waarheid te leideD.
Gaat alles uit van God den Vader, hoe dui
delijk treedt hier ook weder de Middelaar op
den voorgrond, die de Mededeeler is van het
geen de Vader aan zondaren wil schenken en
nu de kroon zijner gaven, den Heiligen Geest,
zendt, opdat de zaligste gemeenschap worde
gesmaakt door den Middelaar met God, den
Vader. Van nu aan wordt dan ook in vollen
rijkdom de zegen op de gemeente gelegdde
genade van onzen Heere Jezus Christus, de liefde
Gods (des Vaders) en de gemeenschap des Heili
gen Geestes.
En bij dit mededeelen van den Heiligen Geest
aan de Gemeente houdt de Heere rekening
met de ambten, die in zyne kerk zijn en altijd
zullen wezen, de buitengewone gezanten, de
apostelen, en na hen de leeraars en opzieners.
De apostelen ontvangen gaven naar hun ambt
en roeping, de dienaren, die Christus in zijne
kerk verwekt, geeft Hij daartoe gaven des Gees
tes, maar heel zijne gemeente smaakt op den
Pinksterdag en daarna de genade en de ge
meenschap van den Heiligen Geest, die alle
deze dingen werkt, gelijkerwys Hy wil.
Niettegenstaande alle zonde en moeite, waar
mede Gods kerk heeft te strijden, ook in don
kere tijden die herinneren aan Achabs dagen,
heeft de Gemeente, die er altijd zijn zal, al is
ze vaak verborgen, de zalving van den Heiligen
Geest, want Christus is aan de rechterhand
Gods verhoogd en heeft de belofte des Heiligen
Geestes ontvangen van den Vader en het is
gehoord en gezien, dat de Heilige Geest is uit
gestort. Hoe rijzen hier voor onzen geest leer
aren, mannen, helden des geloofs alsAthana-
8iUs en Augustinus, Ambrosius en Chrysosthomus,
martelaren als Polycarpus en Cyprianus, ge
loofsheldinnen als Perpetua en Blandina, moe-
??rs, .?"s tonica en Nonnd. En sluiten zich
hierbij niet ook de latere eeuwen aan? Ja,
waar ook in de nieuwere tijden de Heidenen
ïi*nï+ I? W0I1el Davids leeren vragen, daar
piykt: hoe Hij, die aan de rechterhand Gods
is verhoogd, de belofte des Heiligen Geestes
van den Vader heeft ontvangen en den Trooster
zendt. Daarom zegt Petrus en zegt ook elk van
Christus gezonden leeraar tot de verslagenen
van harteBekeert u en gelooft, en gy zult
de gaven des Geestes ontvangen. Genieten ook
wij van deze stroomen des levenden waters
Niet voor den verharde, maar voor den versla-
gene is vertroosting. Maar mocht Gods volk,
Gods kerk, in waarheid vervuld worden met
den Heiligen GeestOntwaak Naordewind en
kom, gij Zuidewind! doorwaai mijnen hof, dat
zijne specerijen uitvloeien.
Gods drieëenheid openbaart zich in de schep
pingLaat ons menschen maken naar ons beeld
en naar onze gelijkenis, zoo luidde het raads
besluit Gods.
Gods drieëenheid openbaart zich zoo oneindig
heerlijk en dierbaar in Herschepping en Ver
lossing.
Toen Jezus door Johannes gedoopt werd in
den Jordaan, sprak God de Vader uit den
hemel en getuigde van den Zoon, en de Heilige
Geest daalde neder gelijk eelie duive, en werd
Hem geschonken, niet met mate.
Op den Pinksterdag wederom de Drieëenheid
Christus aan de rechterhand Gods. De Vader
gevende de belofte des Heiligen GeestesChris
tus, den Geest, den Trooster, zendendeZoo
geeft God Drieëenig zich aan zijn arm volk.
Die God is ons een God van volkomen zaligheid
Hulsebos.
Zooals pas weer uit verschillende bladen
bleek is het nog niet in orde met de kas voor
Emeriti-predikanten, predikantsweduwen en wee
zen. Van boven opleggenen zeggen hoeveel iedere
provincie ten behoeve van andere provinciën
geven moet, is wel wat moeilijk en wat vrij.
Dat is vooral waar, wanneer men in eigen pro
vincie voor deze behoefte zeer veel heeft
af te zonderen. Immers treedt hierbij de vraag
onwillekeurig op den voorgrond of de provin
ciën die den meesten steun vragen, zei ven doen
wat zij kunnen en moeten.
Doch het is zeker diep treurig wanneer de
Emeriti, hunne weduwen en weezen daaronder
zouden moeten lyden.
Het zou, dunkt mij jammer zyn, met het
oog op ons kerkverband en ook daarop, dat al
de predikanten die in dat kerkverband leven
beroepbaar zyn in al de Kerken, indien ten
gevolge van de bij vernieuwing gerezen moei
lijkheden, deze zaak provinciaal moest gemaakt
worden.
Eene oplossing in den geest van het voorstel,
vóór eenige jaren door Ds. Sikkel gedaan,
komt mij nog altyd het meest wenschelijk voor.
Onze provinciale Synode zal deze zaak ook
wel eens onder de oogen mogen zien en zich
afvragen of ze nog niet iets meer kan doen
dan ze dusver deed, bijv. ook voor de alge-
meene kas.
Een CommisBie voor deze zaak door de prov.
Synode van Groningen benoemd, bracht haar
rapport uit.
Het zegt onder meer:
„In de H. Schrift worden geen rechtstreek-
sche, bepaalde ordinantiën Gods gevonden, dat
de emeriti-dienaren des Woords, predikants
weduwen en weezen moeten worden onderhou
den krachtens het ambt. Toch biedt ze ons
wel gegevens, waaruit het by gevolgtrekking
is af te leiden.
Allen, die van Godswege wettig geroepen zijn
om werkzaam te wezen in de bediening van
het Genadeverbond, staan in den dienst des
Heeren tot waarachtig heil van menschen en
volbrenging van Gods Raad. Ze zijn gezanten
van Hem. Num. 18 1 v.v., 2 Cor. 520, Ef.
4 11, 2 Cor. 3 6.
Wie in dezen dienst werkzaam zijn, worden
door den Heere verzorgd, niet onmiddeliik.
maar middeltfk. Vandaar de last aan Israël
opgelegd, om de tienden voor den stam van
Levi af te zonderen, en de opdracht van Jezus
en de Apostelen om in het onderhoud van de
dienaren des Woords te voorzien. Num 18
8> 9> Neh. 10 37, 13 10, Matth. 1010,' Luk.'
i p q i' i 1 Tim*517,18, en vooral
i L-or. y 4 14.
Wat tot onderhoud dier ambtsdragers door
de Gemeente wordt afgezonderd, is zij jegens
den Heere verplicht. Hij moet een offer der
dankbaarheid hebben voor de geestelijke wel
daden der gemeente verleend. En tot dat of
fer behoort ook de verzorging Zijner knechten.
De Heere had Levi kunnen laten meeërven
met de andere stammen, maar dat heeft Hij
met gedaan. Hijzelf was Levi's deel. Hem
moesten de Israëlieten het Zijne brengen als
dankofferen wat ze naar Zijne inzetting den
?oeenLbrachten' deelde Deze met Levi. Num
18 20—24, Deut. 10 9.
En hoe nu in het N. T. ook de vorm gewij
zigd en de toestanden en verhoudingen veran
derd mogen zijn - dat evenals de kinderen
van Levi en krachtens hetzelfde beginsel ook
de dienaren des Woords in het N. T. moeten
worden onderhouden, heeft Paulus onweerleg
baar vastgesteld reeds alleen door dit woord
dat hy juist met het oog op laatstgenoemden
v! ,.»^eet met, dat degenen, die de
heilige dingen bedienen, van het heilige eten
en die steeds bij het altaar zijn, met het altaar
deelen Alzoo heeft ook de Heere geordineerd
degenen die het Evangelie verkondigen, dat zij
van het Evangelie leven." 1 Cor. 9 13-14.
Trouwens, ook de dienaren des Woords zijn in
het werk des Heeren. Hij is daarom hun loon
en van Zijnentwege hebben ze recht en macht
van de gemeente te eischen wat voor hun on
derhoud noodig is. Vs. 11 14.
Hetgeen voor het werk der bediening wordt
afgezonderd, is voor God een dankoffer, voor
dei ambtsdragers een loon, geen aalmoes of
willekeurige gave. Want tot Aaron wordt
gezegd, Num. 18 21„Aan de kinderen van
Levi heb Ik alle tienden in Israël ter erfenis
gegeven, voor hunnen dienst dien zij bedienen
en verder vs. 31 „en g(j zult dat eten in alle
plaatsen, gy en uw huiswant het is ulieden
een loon voor uwen dienst in de tent der
samenkomst." En Jezus zegt„een arbeider
is ztfn loon waardig," Matth. 10 10, terwhl
Paulus het beeld van een dorschenden os, dien
men niet muilbanden mag, juist op de arbei
ders in s Heeren wijngaard toepast. 1 Cor 9
y—ïo.
De Heere wil, dat Zijne knechten niet karig,
maar mild worden verzorgd. Levieten enprieï
ters hadden 48 steden met omstreken, dus
vrije woning met gelegenheid voor bouw en
veeteelt, Num. 35 1-8, en daarbij hunn«