's HEEREN L00. Ofïïciëcle Berichten. INGEZONDEN STUKKEN. VARIA. Onze Kerkelijke Tucht. III. Zagen wy in een vorig artikel, wat onze Nederlandsche Geloofsbelijdenis uitspreekt om trent de kerkelyke tucht, heden willen we een overzicht nemen van hetgeen de Catechismus ons in deze gewichtige en heilige zaak leert. Ze komt ter sprake in vragen 82 tot 85. Zal uien d. i. de kerkeraad ook diege- tien tot dit Avondmaal laten komen, die zich met hunne belijdenis - (het verouderd woord bekente nis moet men niet meer gebruiken) die zich met hunne belijdenis en hun leven als ongeloo- vige en goddelooze menschen aanstellen En zooals te verwachten viel, luide het antwoord ontkennend. En de eerste grond ▼oor deze weigering isNeen tcant alzoo wordt het Verbond Gods ontheiligd. Heilighouding van het karakter der Gemeente als Verbondskring, als de kudde Christ als het lichaam des Heeren staat dan ook in den Catechismus weer op den voorgrond by de oèfening der kerkelyke tucht. En de Catechismus vervolgt „en Zijn toorn over de gamclie gemeente ver wekt. Hier ziet ons leerboek op het waarschuwend geval in 1 Cor. XI 20 34. Daar te Corinthe hield men lïefdemaaltyden, die aanleiding gaven tot ontheiliging. Op zeer ommardige wijze werd het heilig Sacrament door sommigen gebruikt. Doch waar allen dit duldden bracht het Gods toom over de gemeente en zij kwamen „oordeelen Gods" bestaande in krankheden en haastige sterfgevallen. Doch dit deed de Heere uit liefde, opdat zyn geloo- vige kinderen, die zich misgingen tot inkeer zouden komen en de Kerk niet verwereldiyken en verliederlijken zou. Doch als iloel der tucht wordt dus ook hier eenig en alleen gesteld de heilighouding van 't karakter der Kerk. Zoo toch besluit antwoord 82. Daarom dus opdat 't Verbond niet onthei ligd worde, is de Christelijke Kerk schul dig zulken, totdat zij beterring huns levens bewijzen, door de sleutelen des hemelryjks uit te sluiten. Zeer merkwaardig is hier dat voegwoord totdat. Er staat niet opdat: betering als doel der tuchtiging. Neen heel eenvoudig totdat. Ze blijven uitgesloten zoolang dit voor de heilighouding van 't Verbond noodig is. Hotief is dus eenig en alleen die heilighou ding, die afzondering der gemeente Gods van de wereld - het terrein van den duivel, dat in het booze ligt onder de zonde en in on geloof Nog handelt Zondag 31 over de tucht. En wel over den Christel ij ken ban. Art. 85 eischt, dat, allen die in eene Geref. Kerk den toegang tot de Sacramenten ontvin gen, doch „onder den Christel jken naam onchris telijke leer of levenJ voeren en na ettelijke malen broederlijk d. i. particulierlijk door een broeder vermaand te zijn van hunne dwa lingen of hun schandelijk leven niet tcillen af laten - aangebracht worden aan den kerkeraad. Storen zij zich ook aan de verma ning van den kerkeraad niet, dan zullen de opzieners, die van de gemeente hiertoe veror dineerd zyn, hun de Sacramenten verbieden. Ze zullen echter weer worden aangenomen als o. i. erkend voor lidmaten Christi, als ze waar achtige bekeering beloven en bewijzen. Art. 85 is dus de nadere uitwerking van 82. Alleen schemert door, dat 't vermanen dat aan het verbod voorafgaat, dient om hen tot afla ting van dwaling en schandeiyk leven te be wegen. Dat dit verbod zelf ook geneesmiddel der liefde is, blijkt ook in den Catechismus nog niet. Waar vinden we die opvatting dan wel? Dat leere een volgend artikel. W. De macht van 't vergeven. Een soldaat had zich schuldig gemaakt aan een vergrijp dat hem een gevoelige straf zou kosten. Toen den bevel voerenden overste den naam van den schuldige gemeld werd, beraad slaagde hij met zyne officieren over de straf, die in dit geval moest worden uitgesproken. „Wat moeten wy met dezen ellendeling doen Reeds aoo dikwijls heeft hij zich moeten verantwoor den, vele straffen heeft hij reeds ondergaan, meer dan eens heeft hy in de gevangenis ge zeten, zyne eer is reeds meer dan geschand vlekt. spreektwat zullen wij met hem begin nen?" De sergeant, die bij de beraadslaging aanwezig was, zeide min of meer verlegen „Eén middel hebt gy misschien nog niet be proefd, oversteen waarvan ik mij toch een goeden uitslag durf belovenDe overste vroeg, wat hy bedoelde. .Schenk hem vergif fenis antwoordde de sergeant kortaf. De zen ellendeling vergiffenis schenken vroeg de officier verbaasd. „Maar stil!" ik wil er toch eens over denken. Weinige oogenblikken later werd de soldaat binnengebracht. Het rapport omtrent zyn misdrijf werd door den overste voorgelezen, en hierna werd den soldaat ge vraagd, wat hy erop had aan te merken. „Niets! ik heb het gedaan, maar ik heb be rouw over mijne daad", antwoordde de beschul digde met gebogen hoofd. De overste sprak het vonnis uit, dat luidde„Ik vergeef het u Gij kunt gaan„Is my vergifienis ge schonken? Heb ik goed gehoord?" vroeg de man verbaasd. „Ja", antwoordde zijn rech ter, „ik herhaal hetu is vergiffenis geschon ken De soldaat was zóó aangedaan, dat hij in tranen uitbarstte en zijn superieur niet genoeg kon danken voor diens goedheid. Van dat oogenblik af, zoo verklaarde de overste, was er op het gedrag van dezen man niets meer aan te merkenja wat meer zegt, hij won het vertrouwen zijner meerderen en kon al spoedig tot een hoogeren rang bevorderd worden. Beroepen te Gameren, ds. J. W. A. Notten te Yelp; te Meliskerke dhr. H. Meulink cand. te Dussente Strijen ds. G. Wisse te Goudate Blokzijl H. W. Laman cand. te Leiden.. Bedankt voor Herwynen door ds. G. J. D. Aalders te Elburg; voor Oud Beijerland door ds. J. C. C. Voigt te Raamsdonkvoor Leek door ds. G. Meijer te Borger. Aangenomen naar Leeuwarden door ds. v. d. Munnik te Barendrecht. Men schrijft aan Gideon Vrijdag 8 December werd het stoffeiyk over schot van Ds. G. Lampen, emeritus-predikant te Smilde, ten grave gebracht. By het graf herinnerde Ds. Smitt van Assen er aan, dat de overledene in dagen van strijd had geleefd en God hem tot de bediening des Woords had geleid, waarin hy zoovele jaren mocht werkzaam zijn. De familie wilde ZE W. het woord der engelen tot de vrouwen toeroepen: „Hy is hier niet". In het graf niet, maar in de zaljge gewesten des levens en des lichts moet hy gezocht wor den. Hij steunde immers alleen op de kruis- verdienste van Christus. De schoonzoon van den overledene dhr. J. de Koning van Krabbendyko, zei, dat hy daar alleen stond. De andere schoonzoon werd juist voor het heengaan door een plotseling opkomend ongeval met zijn vrouw verhinderd met haar het ïyk te volgen. Hoe gaarne zouden de beide zonen daar gestaan hebben. Maar zy wisten hier nog niets van en waren in den stryd voor vrijheid en recht tegen onderdrukking en ge weld. Hy herinnerde er echter aan, dat God alle dingen bestuurt en altyd dezelfde trouwe God is Op verzoek van een ouderling der Kerk van Kruiningen werd daarop Ps. 68 2 Maar 't vrome volk, in U verheugd, enz. aangegeven, waarna deze akker der dooden werd verlaten. Ds. Lampen was nu 2 jaar ruim emeritus en werd ruim 71 jaar. Als predikant stond ZEw. achtereenvolgens te Herwijnen, Zegwaard, Sleeuwyk en de laatste 20 jaar te Kruiningen. Het Bestuur van 's Heeren Loo schreef in haar laatste kroniek „Aller oogen zyn thans op Zuid-Afrika geves tigd. Groot en klein ziet dagelyks met verklaar bare belangstelling uit naar nieuws van het oorlogsterrein. Men zou het echter niet ver wachten, dat zelfs velen onzer patientjes de worsteling van onze stamverwanten met het machtige Engeland, met belangstelling volgen. Hetgeen b. v. te Nicholsonsnek voorviel, ver vulde hen met blijdschap en het heugiyk nieuws ging van mond tot mond. De vader van één onzer jongens vertoeft thans in Zuid-Afrika en neemt naar alle waarschynlijkheid aan den stryd deel. Geen wonder dus, dat deze jongen zich met den stand van zaken tracht op de hoogte te houden en als er goed nieuws is, het spoedig in wijderen kring onder zijn makkers bekend maakt. Waarschijnlijk zullen de gevolgen van den oorlog echter ook voor onze verpleegden merk baar zyn. Heel het land door, wordt vooral den laatsten tyd met geestdrift geofferd voor Transvaal en Oranje-Vrystaat. Tot dusver kwam bij de Ned. Zuid-Afr. Vereen, een bedrag in van tusschen de 7 en 8 tonnen gouds. Flink zoo! Hot is te hopen, dat de offervaardigheid voor eerst nog niet afneemt. Maar niet te verwon deren is het, dat andere belangen daaronder reeds meer of minder lijden. Welnu, het zij zoo. Laat ieder zich met biy moedigheid iets ontzeggen en het afzonderen voor onze ver wonde en verminkte broederen in Zuid-Afrika of voor hunne weduwen en weezen, die straks tevergeefs naar de terugkomst van echtgenooten en vaders zullen uitzien. Eén ding zou ons echter leed doen. Het zou zijn, als de Kerst feestvreugde onzer arme idi ootjes er onder moest lyden. Zy hebben zich reeds zoo biy gemaakt met hetgeen dat Kerst feest, zulk een heeriyk lichtpunt in hun een tonig leven, zal brengen. En al zouden velen hunner zelfs bereid zijn, voor Transvaal en Oranje-Vrijstaat hun Kerstcadeautje te missen, ons dunkt, dit mogen wy toch niet van hen vergen, 't Behoeft o.i. ook niet. Een kinder hand is zoo licht gevuld. Wy vertrouwen dat vele belangstellende broeders en zusters nog wel een middel zullen weten te bedenken, om de vreugde onzer verpleegden op Kerstfeest te helpen verhoogen." Gaarne zal ondergeteekende gaven voor dit doel in ontvangst nemen. K. le Coixtre, Diak.-corr. Raamsdonk, 13 Dec. 1899. Zondagmorgen jl. na de godsdienstoefening mocht de gemeente met dankbare blydschap aan den Heere, uit den mond van haren Her der en Leeraar Ds. J. C. C. Voigt hooren, dat ZijnEerw. met volle vrijmoedigheid had kunnen bedanken voor de roeping van de Geref. Kerk te Oud-Beijerland. Daar ZijnEerw. ook mocht gelooven, dit zwakke deel op het arbeidsveld des Heeren nog niet te mogen verlaten, zoo werd Leeraar en gemeente opnieuw en inniger aan elkander verbonden. Aan die blydschap werd reeds openbaring gegeven doordat op verzoek van een Broeder-ouderling werd gezongen Ps. 95 vs. 1 en 4. Dat de Heere deze verbintenis achtervolge met zijnen onmisbaren zegen voor Leeraar en gemeente is de wensch en bede van den ker keraad. Namens dezelve, G. J. Ver donk, Scriba. De Kerkeraad van Gapinge verzoekt alle stukken, den kerkeraad betreffende, voortaan te adresseeren aan hun scriba J. K. VerhuijST te Gapinge. D. V. hoopt Dinsdag a. s. Diaconaal Hulpbe toon met den Zusterkring haar jaarvergadering te houden. De kleedingstukken liggen Dinsdag tusschen 2 en 4 uur ter bezichtiging bij Mej. Verhage, die met hartelyken dank ontvangen heeft van Mej. de Wagemaker-van Puffelen 5 gld. Indien iemand voor dit doel nog iets wenscht te schenken, zal het door de zusters met liefde ontvangen werden, gaarne vóór Woensdag a. s. Diaconaal Hulpbetoon. Verantwoording van Liefdegaven. Met vriendelyken dank ontvangen van de familie de M. 6 lakens en 2 paar vrouwen kousen en ook harteiyk dank aan allen die ons in dit jaar weer met hunne gaven steunden. Zusterkring. Vlissingen B. in dank ontvangenvoor de nieuwe kerk f 2.50, voor de zendingpostzegels van P. B., opbrengst der stuiversvereeniging op 1 December f33.60. Namens den Kerkeraad: C. P. I. Dommisse, Scriba. Aan de Redactie van de Zuider-Kerkbodv Geachte Redactie! Wil mij toestaan myn dank te betuigen

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1899 | | pagina 2