Uit de Heilige Schrift. Belijdenis en School. YRIJDAG 15 DECEMBER 1S99. No. 50. y/eekblad gewijd aan de j^elangen der pereformeerde k.erken in ^Zeeland, JJooRD-j^rabant en J_,imburg. De. J. HULSEBOS, Ds. A. LITTOOIJ, Dr. L. H. WAGENAAR. Se Jaargang. Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de EEERE is onze KoningHij zal ons hehonden. .Tesaja 33 22. ONDER REDACTIE VAN Doch Samuel zeideHeeft de HEERE lust aan Brandofferen en Slachtofferen.als het gehoorzamen van destem desHee- ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen 1 Sam. 15 22. Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos. 3 cent. Advertentiën van 1—5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uitgever: K. LE CO INT RE MIDDELBURG. Berichten, Advertentien enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den Uitgever in te zenden. DE VOORBEDE. I. Voorts broeders! bidt voor ons, opdat het Woord des Hee- ren zynen loop hebbe, en ver heerlijkt worde. 2 Thess. 3 1. De voorbede is in Gods Woord uitdrukkelijk genoemd en bevolen. Een enkele maal in het oude en ook het nieuwe testament wordt in een bizonuer aangewezen geval de voorbede beslist verboden. Rome heeft de voorbede te veel uitgebreid en uit haar verband gerukt, zoodat het het Middelaarschap en de voorbede van den éénigen Hoogepriester Jezus Christus te na komt. Onder de tegenwoordige Gerefor meerden wordt de voorbede vaak te weinig gewaardeerd en gezocht. Jezus Christus is de eenige voorspraak en geene voorbede dan die pleit op zyn éénig offer alléén, kan G'ode aangenaam zijn. En toch wil de Heere de voorbede der geloovigen voor elkander, ja, voor de Overheden. Bizonder heeft de Middelaar die voorbeden aan zyne ambts dragers opgedragen. De Heere wil, dat door de voorbede de band der onderlinge gemeenschap en der zorge voor elkander worde gevoeld, worde gesterkt, zjjne vrjjmacht in het zalig- maken, van wie nu nog buiten zijn, worde ge- eerd, en zijne lankmoedigheid en gemeene gratie worden erkend en verheerlijkt, waarin en waar mede Hy de schuldige wereld nog is dragende. Hier, in onzen tekst, wordt de voorbede der geloovigen te Thessalonika, in deze nog zoo jeugdige en veel beproefde gemeente, gevraagd voor den apostel des Heeren en zijne medear beiders, in den zoo moeieiyken en zwaren stryd voor het Evangelie te Corinthe, de ryke, weel derige, goddelooze koopstad. Het is hier dus bepaaldelijk de voorbede voor de ambtsdragers, die wordt gevraagd van de gemeente, van de geloovigen in hunne samenkomsten, maar ook in hunne huisgezinnen en in hunne binnen- kameren. Als dit nu in kinderiyke oprechtheid, een voud en getrouwheid mocht geschieden, wat zegen zou dit reeds voor den bidder zeiven afwerpen. Hy moet toch bidden, dat leeraar en ouderling getrouw zijn in het waarnemen van de wacht des Heeren. En zal en kan hij dan verstoord zyn, wanneer hij en de zijnen in getrouwheid worden vermaand Zal en kan hij, die zich aan deze uitspraak van Gods Woord leert onderwerpen, ook met zijn aandeel, zyn band aan de gemeente en zyne verantwoorde- lykheid te haren opzichte gevoelen? Hy bidt, om getrouwheid voor de armverzorgers. En zal hem dit dan niet een prikkel zijn, om zyne gaven te brengen voor de armen, de armen der gemeente, Zyne armen, ter plaatse, waar God dit gebiedt, (Zondag 38), om daar ook met de gemeente den toegezegden zegen van den Heere te ontvangen Zal hy zich laten terug houden door een weinig te veel hitte of te veel koude, of zal hy, die in de week met prysely- ken ijver des morgens vroeg stiptelyk op het bepaalde uur op zijn werk aanwezig is, niet met nog gansch anderen ijver tydig in den morgenstond met de zynen, wel toebereid, in de plaatse der aanbidding zich laten vinden? Geliefde lezerIs de voorbede, deze bepaalde voorbede niet reeds een ryke zegen des Heeren voor den bidder zeiven en de zynen De apostel vraagt eene voorbede, opdat het woord zynen loop hebbe en verheerlykt worde. Hierover zoo de Heere wil later. Hulsebos. „Uit de verkiezing werkzaam zijn De Drieëenige God heeft in den Zoon, die als de Middelaar Gods en der menschen zich vrywillig en volkomen gaf, om tot zonde te worden gemaakt, gansch verloren, doem- en vloekwaardige zondaren tot eeuwige zaligheid uitverkoren. Zy, die door de genade Gods en het licht des Heiligen déestes dit mogen inzien en verstaan, zyn diep in- en door geleid. Zy weten, dat ze in zich zeiven gansch verloren zyn, dat Jezus. Christus de weg, de waarheid en het leven is, dat ze door het geloof in Zyn zoendood vrede met God hebben gemaakt, en Hy hen alzoo een verzoend God en Vader is gewordenzij weten, dat Hij hen uit de duis ternis getrokken en in het licht des levens overgebracht heeft, en dat dit alleenlyk ge schiedde uit kracht van Zyn ondoorgrondelyk welbehagen en Zyne vrije, eeuwige liefde. Alle roem in zich zeiven is alzoo uitgesloten. Zy, die metterdaad uit de verkiezing werk zaam zijn, roemen alleen in den Heere. Zy weten, dat zy zich zeiven niet onderscheiden in eenig opzicht. Het is alles uit en door den Heere, hun God. De geloofsgenade en de ge loofskennis, die ons uit de verkiezing werk zaam doet zijn, maakt ons echt kinderlijk en diep afhankeïyk, zeer ootmoedig en recht dank baar ze geeft ons een zacht gemoed, een goe dertieren hart en een milde handze bewerkt ons zóó, dat wy in wederliefde alles en altijd voor den Drieëenigen God willen zyn, duur ge kocht als wy zijn, willen wij Hem verheeriy- ken in lichaam en ziel, in den tijd en in de eeuwigheid ze bant daarenboven alle stugheid, hardheid, onvriendelijkheid en den geest van uitsluiting; ze bewaart ons, om wijs te zijn boven hetgeen wij behooren wijs te zijnja ze maakt gehoorzaam en doet ons alzoo de verborgene dingen voor den Heere onzen God laten, ze bindt ons hart, ons leven en onze handelingen in eenvoud des harten aan de ge openbaarde dingen, aan hetgeen de Heere ons tot regel en richtsnoer gaf. Het rechte inzicht in de verkiezinge Gods brengt ons tot het be sef, dat de grootste der zondaren kunnen za lig worden immers het grift in ons bewust zijn diep in, dat het alleenlijk uit genade is. Dit inzicht doet ons dan ook echt evangelisch worden. Zy, die stug, hard, onvriendelijk en met een geest van uitsluiting bezield en niet evangelisch zijn, staan, leven en werken niet recht uit de verkiezinge Gods. Zij zyn er door de genade Gods niet in door gedrongen, ze leven niet met hunne geheele ziel in haar in, ze hebben haar ook niet be grepen, zooals God ze ons leert, in verband met het verbond en de bediening des Evange lies. Vry gemaakte, bly moedige, dankbare Christenen vindt men dan ook zelden onder hen, die stug, hard, onvriendelyk en in plaats van evangelisch met een geest van uitsluiting bezield en niet waarlyk en recht uit de ver kiezing werkzaam zyn. In plaats van de blijmoedigheid des geloofs en der liefde is er schier het geheele leven door zwaarmoedigheid, gedruktheid en soms bange naargeestigheid. Als men op verkeerde wyze uit en met de verkiezing werkzaam is, brengt men de blijde boodschap van het Evangelie der zaligheid, die wy naar luid der Schriften brengen moeten,, schier niet. En toch, deze blijde boodschap vloeit uit de verkiezing voort. Ze is er de vrucht van. Ware er geen verkiezing tot zaligheid, de Heere zou terstond na den val en de eeuwen door niet met de blyde boodschap tot de door de zonde verlorenen zfjn gekomen maar omdat er eene verkiezing der genade is, kon, wilde en moest Hy, naar het plan Zijner toebrenging, er mee komen. Immers, door de dwaasheid van de prediking dier boodschap wil Hij zalig maken, die Hy heeft uitverkoren en dientengevolge gelooven doet. Zij nu die naar Gods Woord en wil uit de verkiezing werkzaam zijn, gaan hier niet aan het redeneeren en vragen hoe de persoonlijke verkiezing en de aanbieding door het Evangelie te rymen zynevenmin laten ze, hetzy dan zonder te redeneeren, de boodschap des heils by het bearbeiden van zondaren stilletjes ach terwege, alleen den hemel voor de uitverkore nen en de verdoemenis voor de goddeloozen predikendemaar in kinderiyke gehoorzaamheid geven zy hunne gedachte gevangen onder de gehoorzaamheid des geloofs; meer nog, het staat by hen vast, dat wij hier maar ten deele begrijpen, doch dat God aan gindsche zijde ons alles zal doen verstaan, en in dat geloof doen zy, niet hetgeen waarvoor zy „iets" hebben, ge voel of begrip, maar alles wat de Heere voor- schryft in Zyn Woord. Uit gehoorzaamheid, gedrongen en bewogen door de vrije, groote en eeuwige liefde Gods verkondigen zij luide, dat Jezus Christus in de wereld gekomen is, om de zondaren zalig te maken. En dat goede en groote woord wenschen zij gebracht te zien aan alle volken dezer wereld. Voor den arbeid onder de Heidenen hebben zy een oog en een hart en een milde hand. Zy daarentegen die verkeerdeiyk uit en met de verkiezing werk zaam zyn, doen in den regel - gaat het maar na niets voor de uitbreiding van het ko ninkrijk Gods onder de Heidenen, Joden en n aam-Christenen. Het verkeerd werkzaam zijn met de verkie zing maakt hen, gelijk het wel genoemd wordt, ïydelijk, d. i. werkeloos. Het besproken, ware inzicht in de verkiezing daarentegen maakt ons waarlyk lijdelyk, d. i. zooals dit woord eigenlijk zeggen wil, het doet ons zonder ver zet, in casu dus, ijverig werkzaam zijnwerk zaam zijn in diepe afhankelijkheid en met alles wat in ons is. Het is hierhoe afhan kelijker hoe vryer en hoe meer wij werkzaam zyn voor- en met den Heere ten behoeve van de uitbreiding Zyns Ryks. Littooij. Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1899 | | pagina 1