OfnciiH'le Heriehteri.
waarvan zij altoos en voor vast zitting hebben
in den kerkeraad, over alle tuchtzaken mee
delibereeren en mee beslissen en ook nu en
dan als de ouderlingen moeilijk kunnen
gaan, in de classe verschijnen, waar hun keur
stem wordt toegekend.
Dit nu geschiedt niet alleen in vacante ker
ken, die slechts 2 of 3 ouderlingen hebben,
maar ook waar een Dienaar is en aan 4 of
meer ouderlingen de regeering der kerk en de
uitoefening der discipline is opgedragen.
Het lust ons eens historisch te onderzoeken
of dit in de lijn der gereformeerde kerkenorde is.
Gehandeld over het ambt der diakenen weid
er reeds in 1568 op het Convent te Wezel.
Daar wordt als grondslag gelegd, dat „de
Schriftuur ons leert, dat het ambt der diakenen
bestaat in de bediening der tafelen", d. i. „dat
zij de armen in hun nood zullen te hulp komen
en aalmoezen vergaderen en hetgeen noodza
kelijk is, uitreiken."
Diakenen zijn dus geroepen noch bevoegd
om de kerk te regeeren en op de leer te zitten
en tucht te oefenen.
Dat alles is hun ambt zeker niet.
Wat nevens de armen-verzorging nog wèl?
Volgens 't oordeel der Wezelsche broederen
nog dit„Zij moeten ook naarstiglijk de lieden,
die God met rijkdommen gezegend heeft, ver
manen om de Kerk en de armen te onderhouden."
Nu zijn wij er niet heelemaal zeker van of
dit vermanen roeping van leeraar en ouderlin
gen dan wel van de diakenen is. Ook is de
bijeenvoeging van Kerk- en armen aan beden
king onderhevig.
Doch dit is zeker deze arbeid om de in
komsten te vermeerderen ligt heel wat nader
aan 't diakenambt, dan 't meé kerkeraad houden
en tucht oefenen en ter classe gaan om te
regeeren.
Daar spreekt ook't formulier van bevestiging
met geen enkel woordje van, doch 't naarstig
toezien, dat de inkomsten vloeien, wordt hierin
wèl aangeprezen.
In alle geval is er aanleiding tot de vraag
doen onze diakenen ooit één stap in deze rich
ting?
Bezoeken ze ooit een gegoede en vragen ze
ooit om een bijdrage
Ze gaan in een enkele kerk (naar of tegen
den goeden vorm) met 't zakje rond. In de
meeste kerken staan ze met een buidel of
schaal bij den uitgang.
Doen ze ook nog iets anders om de inkom
sten te verhoogen, waar dit noodig is?
Ik weet het niet.
Persoonlijk heb ik de ervaring, dat allerlei
commissies voor een zaak of punt van welda
digheid mij heel best kunnen vinden, doch ik
herinner me niet buiten Leeuwarden, dat ooit
een diaken in zijn ambt my iets gevraagd
heeft. En of ze rijke menschen, die de hand
op den zak houden, ooit vermanen om de ar
men bijstand te doen
Ik vermoed, dat bijna al onze diakenen zul
len zeggen: de gedachte daaraan is nog niet
by mij opgekomen.
„Dominee moet de collecten aanbevelen en
er maar eens goed optimmeren
Ja, dat hoort men wel eens zoo zeggen.
Doch dat diakenen wegen en middelen zoe
ken en vinden tot vermeerdering van inkom
sten dat hoort men, om het zacht te zeg
gen, te zelden. Dr. W.
Vlissingen B. Aan het geheel gereedmaken
van de Nieuwe Middelkerk wordt nu de laatste
hand gelegd. De onlangs opgerichte Stuivers-
vereeniging, die onder Gods zegen een krach
tige steun belooft te worden voor de kerkeiyke
behoeften, heeft reeds op eene onbekrompene
en practische wyze voorzien in menig deel van
het meubilair. O. a. wordt de Consistoriekamer
door haar voorzien van eene schoone tafel, uit
nemende stoelen en banken, alsmede van keu
rige gordynen. En met nog meer, o. a. met
linnen voor de Avondmaalstafel hoopt zy de
kerk te dienen.
Wij zien hieruit, wat de liefde en de een
dracht vermogen.
Reeds heeft de kerkeraad zyne vergaderingen
in de nieuwe Consistoriekamer aangevangen.
Aangenaam werd hy daar verrast door de aan
bieding van twee artistiek bewerkte psalmbor
den ten gebruike by de godsdienstoefeningen.
Hulsebos.
Generale Synode van de Gereformeerde
Kerken in Nederland.
Vervolg Dinsdag 29 Augustus 1899.
(Slot.)
Prof. Beuker neemt op harteiyke wyze af
scheid van de Synode, welk afscheidswoord door
den Praeses welsprekend wordt beantwoord.
De praeses deelt nog mede dat de hoogleer
aren Biesterveld en Geesink berichtten, dat
hunne Hooggel. verhinderd zijn de Synode ver
der bij te wonen en dat Ds. Van Haeringen
van Katendrecht als adviseerend lid der Synode
verschenen is.
Op verzoek worden nog meegedeeld de vast
gestelde overgangsbepalingen in zake „de Zen
ding"
Blo. Deputaten voor Soemba worden voor-
loopig gecontinueerd totdat deze Zending door
ééne of meer kerken wordt overgenomen
2o. De zorg voor Midden-Java ten Noorden
wordt opgedragen aan de kerk, dieBanjoemas
tot arbeidsveld verkrygt, doch deze die zorg op
te dragen als gedeputeerd door de Generale
Synode.
3o. Deputaten voor de hulp diensten worden
gecontinueerd totdat deze onder de leiding en
het toezicht der daartoe aangewezen kerken
overgaan
4o. Deputaten Synodi voor de Zending zullen
zitting behouden, ook wanneer zy in dienst der
kerken naar eene andere provincie overgaan.
Eventueele vacaturen worden vervuld door de
Synode der Provincie waar de Deputaat tijdens
zyne benoeming gevestigd is.
5o. De opbrengst van de beide organen
(Mostaardzaad en Heidenbode) wordt in de Al-
gemeene kas voor de Zending gestort. In die
kas komt bovendien elke collecte, gift enz. ten
behoeve der Zending verzameld in kerken, die,
'tzij alleen 'tzy in samenwerking met andere
kerken, nog tot geene eigene Zending kwamen.
Van alle ontvangsten ten behoeve der Zending
in kerken, die reeds, 'tzy alleen 'tzij in ver-
eeniging met andere kerken tot eigen Zending
kwamen, wordt jaarlijks 10 pCt. in de Alge-
meene kas gestort.
6o. Deputaten Synodi voor de Zending wor
den gemachtigd tot het doen van alle uitgaven,
voortvloeiende uit besluiten, genomen door deze
Generale Synode of uit nog van kracht zynde
besluiten van vroegere Generale Synoden. Zy
worden tevens gemachtigd om te voldoen de
kosten van overtocht en uitrusting van diena
ren des Woords voor die kerken, welke aan-
toonen de gewone kosten voor den missionairen
dienst, als daar zyn predikantstractementen,
helpers, onderwijzers, gebouwen enz., hetzy
alleen hetzij in samenwerking met andere
kerken, geheel te kunnen voldoen.
7. Tot quaestores missionis worden benoemd
de heeren B. de Moen te Doesburg, L. G. Weisz
en T. D. J. Theijse, te Amsterdam.
8o. In eene eventueele vacature als quaestor
wordt door Deputaten Synodi voorzien.
Ds. Hessels rapporteert over 't rapport van De
putaten voor de Zending onder de Joden. Depu
taten hebben aangesteld tot arbeider onder
de Joden broeder Smit te Zwolle, die met op
gewektheid zyn moeilyk werk verricht. Zy
hebben steun geboden aan sommige Zondag
scholen, die door kinderen van Joden worden
bezocht, en aan het Institutum Delitzschianum
te Leipzig, waar arbeiders onder de Joden wor
den opgeleid. De Deputataten gaven uit:
„'t Leven van Daniël Landsman," en een trac-
taat, getiteld„Wat leeren de Rabbyneu aan
gaande den Messias." De commissie van prae-
advies stelt voor
le deputaten dank te zeggen voor hun be
langrijken arbeid
2e deputaten voor de Zending onder de Joden
te machtigen een quaestor missionis, geen de
putaat zynde, te benoemen
3e te besluiten dat byaldien een deputaat
voor de Zending zyn mandaat niet langer kan
uitvoeren, de classe waartoe hy behoort een
ander in zyne plaats zal benoemen.
Ds. Donner rapporteert over de handelingen
van deputaten voor de Zending op Midden
Java ten Zuiden. Deze deputaten deelen o. a.
mededat Ds. Adriaanse een goed deel van
zijn tyd besteedde aan de studie van de taal
en aan het paganisme, gelyk 't aldaar optreedt
dat Ds. Adriaanse geregeld de desa's bezocht
en al spoedig tot de conclusie kwam dat de
zoogenaamde Christengemeenten alle vrucht
zyn van den arbeid van mevrouw Philipsdat
Ds. Adriaanse in den helper Moesa een goede
hulp vond, zoodat ZEerw. hem dan ook als
onderwyzer aan de school te Temou heeft aan
gesteld dat Ds. Adriaanse aan de beste leer
lingen van de Keucheniusachool eenig onder
wijs heeft gegeven tydens de afwezigheid van
br. Zuidema; dat de kerkeraad van Utrecht
Ds. Adriaanse als Dienaar Missionair beriep
dat deze roeping werd opgevolgd en alzoo Ds.
Adriaanse 1 Oct. 1897 dienaar des Woords by
de kerk te Utrecht werd.
De Kerkeraad van Utrecht voegt aan dit
rapport, 't welk natuurlijk slechts tot 1 Oct.
1897 liep, 't volgende toe. Ds. Adriaanse heeft
na 1 Oct. 1897 zyne bovengenoemde studiën
en zyn bezoek aan de dessa's getrouw en met
ijver voortgezet; enkele scholen zijn door ZE W.
geopend, o. a. te Djenar, waaraan als hoofd
helper Samuel is verbondenzonder Sadrach
af te stooten werkt Ds. A. toch onafhankeiyk
van hem voortRoomsche propaganda is soms
met materieele wapenen opgetreden op ons
terreineen kerkgebouw te Poerworedjo, zoo
dringend noodig, kon uit geldgebrek nog niet
gebouwdten laatste is 't gewenscht, dat aan
de helpers een positie worde gegeven tegen
over de regeering die meer overeenkomstig is
met hun eigenlyken status.
Prof. Wielenga, dank brengende aan de kerk
van Utrecht voor de betoonde toewijding, vraagt
enkele inlichtingen. Eveneens Ds. Bos, Ds. Don
ner, Ds. Noordewier, Dr. Wagenaar en Dr. Van
Goor. Deze worden dooi Ds. Fernhout ver
strekt.
De conclusie's van de commissie van praead-
vieslo. Deputaten hartelijk dank te zeggen
voor den tot 1 Oct. 1897 verrichten arbeid en
hunne handelingen goed te keuren 2o. goed
te keuren de handelingen van den kerkeraad
te Utrecht3o. de kerk van Utrecht als depu
taat van de Generale Synode te continueeren
4o. aan de kerk van Utrecht een crediet toe
te staan van hoogstens f4000 per jaar in het
vertrouwen, dat de kerk te Utrecht zoo spoedig
mogelijk samenwerking met andere kerken en
classen zal zoeken en alzoo de algemeene kas
van deze uitgave ontlasten.
Al deze conclusie's worden goedgekeurd.
Dr. Wagenaar rapporteert over de handelin
gen van Deputaten voor de Zending op Mi dden-
Java ten Noorden. Deze Deputaten hebben
tot hun leed op zijn verzoek aan een arbeider
ontslag moeten verleenen. Zij hebben beproefd
om degenen, die op Midden-Java ten Noorden
tot 't Christendom overgingen, van geesteiyke
leiding te voorzien. Maar helaas nam 't aantal
inlandsche helpers af, terwijl 't Deputaten nog
niet mocht gelukken een Dienaar des Woords
voor dezen arbeid te vinden. De commissie ad
viseert deze Deputaten te danken voor hunne
bemoeiingen en hen te continueeren, totdat de
kerk te Rotterdam dit deel van het Zendings
terrein overneemt. Alzoo besloten.
Eveneens rapporteert Dr. Wagenaar over de
handelingen van Deputaten voor de Keuchenius-
School. Deze deputaten deelen mede dat zij be
raadslaagd hebben over de wijze waarop de
Keuchenius-School 't best aan hare bestemming
zou kunnen beantwoorden en dienen enkele
gewichtige voorstellen bij de Synode in. De
commissie van praeadvies stelt voor: le. in
zake de Keuchenius-school nog geen definitieve
beslissing te nemen2e. den heer Zuidema te
verbinden aan een school voor lager onderwys
en aan Deputaten voor de Zending in overwe
ging te geven Z.Ed. te verplaatsen naarDjocja
of naar Soerabaja of naar Batavia3e. Deputa
ten zullen omzien naar een onderwyzer met
aanleg voor taalstudie om dien te benoemen
tot directeur van de Keuchenius-school4e. op
de volgende Synode de plaats en de inrichting
van de Keuchenius-school definitief vast te stel
len 5e. deputaten voor de Keuchenius school
te danken voor hunne besognes en hen te con
tinueeren. Over dit rapport ontspint zich eene
breede gedachten wisseling, waaraan deelnemen
Dr. Wagenaar, Prof. Lindeboom, Prof. Wielenga
en Dr. Honig. Daarna worden al deze voorstel
len aangenomen.
Middagzitting.
Dr. Wagenaar rapporteert over de handelin
gen van Deputaten voor den medischen dienst.
Dep. rapporteerendat zij Dr. Scheurer mach
tigden om een polikliniek te openen te Djocja,
dat ze later besloten een hospitaal te bouwen
en als plaats voor vestiging na het inwinnen
van advies van de arbeiders in Indië, Djocja
kozen dat een voorloopige regeling door Depu
taten bedoeld in art 23 van de Acta Syn. Mid
delburg is ontworpen. De Vereenig. „Dr. Scheu-
rers's hospitaal" steunde krachtig den arbeid
voor de stichting van het hospitaal, waarvoor
bereids een schoon terrein door den Sultan van
Djocjacarta werd afgestaan, op voorwaarde
alleen dat het hospitaal 100 bedden moet be
schikbaar stellen, en dat f 1400 moet uitgekeerd
als schadeloosstelling voor de opwonenden. De
kosten van den bouw worden geraamd op
f 43000. Er zullen voor bouw en inrichting nog
duizenden noodig zyn. Men hoopt daarvoor nog
vele groote en kleine giften te ontvangen. De
commissie van praeadvies stelt voordeputaten