Officiëcle Berichten.
Verantwoording van Liefdegaven.
I Het bevat een tweetal referaten gehouden
loor de predikanten van Proosdy en Renkema
I? de jaarvergaderingen van 's Heeren Loo en
te geheel belangeloos zijn afgestaan ten voor-
leele van deze stichting.
Advertentiën.
MARIA HUBRECHTA TAN HOORN,
jaar gevierd, waar by ook de Commissaris der
Koningin aan de bestuurstafel aanzat.
Wagenborgen telt thans een 150 verpleegden,
waaronder 9 uit Zeeland. De jaariyksche uitga
ten beloopen dertigduizend gulden, dus f200
per verpleegde. 20 mille verpleeggelden worden
ontvangen. 10 mille strooit de offervaardig
heid in.
Correspondenten voor Wagenborgen zyn M.
Harthoorn te Middelburg en Ds. J. Hulsebos
te Vlissingen.
Wone ook in dit Bethesda de barmhartige
Hoogepriester. Dr. W.
Aan de Theol. School te Kampen zijn ge
slaagd voor het candidaats-examen T. H. Boers-
ma en A. van Dflk.
Tot curator van het Stedelyk Gymnasium te
Gorinchem is benoemd ds. J. van Andel, pred.
bij de Geref. Kerk aldaar, die deze benoeming
heeft aangenomen.
Velp. Door wyien T. Stooter zijn aan de
Geref. kerk en aan de diaconie der Geref. kerk
A alhier twee legaten besproken, resp. groot
f500 en f 1.000.
Vrije Universiteit. Het Prop. Ex. voor de Litt.
Fac. aan de Vrije Universiteit is afgelegd door
baron Van Heemstra Jr.het Cand.-examen in
de Litt. Fac. afgelegd door den heer G. W. van
Bleek.
Buitenpost. Aan de Geref. kerk alhier is
door twee leden dier kerk een gift van f 3.000
geschonken.
ZENDINGSSCHOOL.
In de Noorderkerk op Woensdagmiddag van
3-4 uur en van 5—6 uur.
Namens de Diaconieën der Gereformeerde
kerken te Vlissingen en te Koudekerke heeft de
•ondergeteekende de eer langs dezen weg mede
te deelen, dat de Classicale Diaconale Confe
rentie zal worden gehouden op Dinsdag 9 Mei
fen niet op 2 Mei, zoo als eerst was bepaald.
I Punten en vragen voor het Agendum worden
ingewacht vóór of op 15 April a. s.
Vlissingen April 1899. J. BOS.
Vlissingen B. In dank ontvangenvan den
broederkring, voor de nieuwe kerk f 4.00, voor
het tekort der school f 2.50. Voorts ontvangen
bij het huisbezoek voor de nieuwe kerk f2.50
kn fl.OO. Eindelyk nog voor de nieuwe kerk
E2.50, en voor het kerkschip fl.OO.
Namens den kerkeraad:
C. P. I. Dommisse, Scriba.
SUPPLETIEFONDS
Draagt elkanders la&ten."
I In dank ontvangen van N. N. f0.50 en ge-
ronden in de collecte Noorderkerk fl.OO, voor
p Chr. School 's Gravenstraat.
K. le Cointre, Pennr.
Idiotengesticht 's Heeren Loo.
I In dank ontvangen uit het busje van de
pref. Kerk te Arnemuiden f 3 25.
I Dezer dagen verscheen een werkelijk nuttig
joekje getiteld Bloesems op den Stam der Barm-
1artigheid.
I Wie het voorrecht heeft zich op het gebied
Ier Chr. Barmhartigheid te mogen bewegen,
teet hoeveel tegenstand nog moet overwonnen
lm dit werk op de rechte wijze zijn voortgang
|e doen hebben en op hoe voor God onverant
woordelijke wijze men er zich van af- en los-
paakt.
I Afgezien dus van het goede doel, waarvoor
I- finantieele opbrengst zal worden bestemd
Pvelen wij gaarne dit boekske om zijn
■hoon en inhoud aan.
IDs- C. v. Proosdij handelt over het verheven
wzl der ChrBarmhartigheid en toont aan dat
Pt moet bestaan in
|le. De verheerlijking Gods.
12e. Het helpen van den ellendige.
3e. Om de rijke winst voor ons zeiven.
Het 2e referaat van Ds. W. B. Renkema is
Ptiteld„Iets over het Boek van Job in zijne
W-Qkenis voor het werk der barmhartigheid"
en geeft een kort overzicht der geschiedenis van
Job, wijst op het doel waartoe deze geschiede
nis is te boek gesteld en besluit met aan te
toonen dat het Boek van Job van gezegende
beteekenis voor het werk der barmhartigheid
moet worden geacht.
't Zal zeker welonnoodig zyn dit net uitge
voerde boekske, dat slechts 20 centen kost en
ten voordeele der stichting wordt uitgegeven,
belangstellenden aan te bevelen. Alle ambts
dragers in de kerk des Heeren en in 't bijzon
der de vertegenwoordigers van het Diaconaat
zullen weldoen zich deze „bloesems" aan te
schaffen en te onderzoeken.
De inteekening is by de Correspondenten'en
ook by den boekh. Fanoy opengesteld en na
ontvangst van f0.23 wordt 1 Ex. franco p.p.
toegezonden.
K. le Cointre, Diak.-Corr.
INGEZONDEN STUKKEN.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie).
Mijnheer de Redacteur!
Mag ik u, M. de Redacteur, voor het inge
zonden stuk aan „de Zondagsbode" ook een
plaatsje vragen in uw blad.
Het luidde als volgt:
Mijnheer de Redacteur.
Mag ik u, Mynheer de Redacteur, naar aan
leiding van het schryven over Antwerpen,
voorkomende in uw blad van 21 Januari, voor
onderstaande een plaatsje vragen in het e. v.
nummer.
Ten eerste zij opgemerkt, dat ik over het
persoonlijke liefst niet wil schryven. Of ik een
ontevreden mensch en tegen allen en alles
ben, laat ik voor rekening van den schryver.
De Heere oordeelt. Ook of de geheele kerke
raad met vreugde aanzag dat myn persoon
heenging, laat ik aan den kerkeraad over te
beoordeelen. Ook wensch ik in dit schryven,
de Zendingskerk buiten kwestie te laten, daar
duideiyk uit het schryven blykt, dat de hoofd
zaak is de Staatskerk (in het schryven betiteld
als Herv. Kerk, ofschoon alhier onder dien
naam niet bekend) en de Gereformeerden.
Het wordt in het schryven van „H." voor
gesteld alsof de Gereformeerden hier wille
keurig te werk gingen. Dit is ten eenemale
onjuist De geachte schryver zegt, dat de
Christus alhier verkondigd wordt, als de eenige
Zaligmaker der wereld. Zoo ver mij bekend
is, heb ik nooit gezegd, dat in de Staatskerk
geen Christus verkondigd wordt.
Gelukkig, zoo diep is het nog niet gezonken,
doch of de Christies der Schriftn. 1. als Pro
feet, Priester en Koning verkondigd en er
kerkeiyk naar geleefd wordt, dit is geheel wat
anders; dat heb ik hier dan ook te vergeefs
gezocht, en toch niet waar? niemand heeft
het recht een anderen Christus te verkondigen,
dan in de Schrift ons geopenbaard is. Altyd
een van twee, öf geen Christus, óf zoo als in
de Sohrift geleerd.
Geloof my, M. de R. het is niet om personen
te kwetsen, het gaat hier om de Eere Gods,
daarom moet het ook beleden wordenin de
Staatskerk wordt er niet gevraagd, hoe wil
Christus Zyn kerk geregeerd hebben, maar er
wordt naar willekeur gehandeld.
Byv. of de kinderen welke ten doop aange
boden worden, kinderen der geloovigen zyn,
ja, of de ouders wel beiydenis afgelegd hebben,
daar wordt niet naar gevraagd, alles is welkom.
„Zelfs kinderen van Roomsche ouders worden
aan huis gedoopt, en daar wordt dan van ge
zegd „het kan voor later goed zyn", dus ge
heel tegen het bevel des Heeren in. Met het
avondmaal wordt eveneens onbybelsch gehan
deld, en nu vraag ik, welk Christen, die Christus
als zyn Heere en Koning erkent, kan het
biyven toezien, dat de Eere van zyn Koning
zoo vertrapt wordt, en daarmede de kerk des
Heeren geheel ontaard in een genootschap.
Het is toch niet genoeg dat er geroepen wordt
HeereHeeremaar des Heeren bevel moet
worden opgevolgd. Doch hierover genoeg, of
schoon er nog veel over te schrijven zou zijn
maar ik wenschte nog meer zaken voorko
mende in het schryven van „H" aan te halen
en daarom moet ik kort zijn.
Doch ééne zaak moet ik nog mededeelen.
Toen ondergeteekende nog als diaken fungeerde
in de Staatskerk en ter gelegenheid van het
stellen van candidaten voor een gedeelte van
den kerkeraad, verzocht even voor te lezen uit
den bybel, wat de Heere beveelt, en wie Hy
roept tot de ambten, werd my gevraagd, of ik
zulke personen kon vinden in de gemeente
het werd my wonderiyk te moede en ik kan
niet gelooven, dat de Heere een gemeente zou
hebben van ongeveer 6000 zielen, en niet de
gaven zou geven noodig tot het vervullen der
ambteü. Toen werd my dan ook duidelijk dat
zulk een gemeente geen gemeente des Heeren
kon zijn.
Nu wordt ons kwalijk genomen, dat wij, als
er een predikant het Woord komt bedienen,
zulks bekend maken door middel van kaarten,
doch daar wy geen kerkelijk blad hebben, en
de Eere Gods het eischt, en de liefde tot den
naaste dringt, om bekendheid er aan te geven
dat de Heere Antwerpen nog genadig is en
er weer een begin is van een kerkeiyk leven
naar den Woord e Gods, moeten wy zulks wel
op deze wyze doen. Nu wordt in dat schry
ven die leer, welke toch is de aloude beproefde
waarheid, waarvoor onze vaders alles opgeof
ferd hebben, met smaad een „doleerende" ge
noemd. Welk Christen, ja welk Protestant,
die, zij het slechts een klein weinig weet van
den stryd voor die waarheid, perst zulk een
taal niet de zucht uit het hart, „och wat zyn
wij toch diep gezonken."
Is het dan niet hoog noodig, dat ook hier
te Antwerpen een geroep kome, om weer terug
te keeren Ja waarlijk wat wy doen is maar
een klein gedeelte van onze en ieder christen
roeping en wat wij in de Staatskerk niet ver-
mogten, n. 1. het volk weer bekend te maken
met den vollen raad Gods, wenschen wij als
Gereformeerden te doen.
Of wy afkeerig zijn van alles wat op Her
vormd gebied gedaan wordt, dit is onjuist;
ik wenschte niets liever, dan dat de Staats
kerk zoo spoedig mogelyk terugkeerde tot de
oude beproefde paden, opdat wy de handen
konden ineen slaan op bevel en tot Eere onzes
Gods.
Wat het collecteeren betreft, waartegen ge
waarschuwd wordt, diene het volgende tot be
tere inlichting. Geen geschikte plaats van sa
menkomst hebbende, zooals zelts uit het schry
ven van „H." blykt (iets waar de tegenwer
king der Staatskerk niet vreemd aan is) vragen
wij aan de geloovigen in Nederland, hier voor
flnantiëelen steunde collectant is voorzien
van een boekje, waar duidelijk alles in voor
komt, en 'twelk tevens voorzien is van een
aanbeveling van een of meer predikanten der
Ger. Kerk van de plaats waar gecollecteerd
wordt, dus vergissing kan hier niet plaats
hebben, daar het boekje aan een ieder, bij wien
wy aankloppen ter hand gesteld wordt.
Mag men zulks met den naam van bedelen
bestempelen Of luidt het bevel des Heeren
aan zyn volk niet „draagt elkanders lasten?"
Ten slotte vraagt „H." in zyn schrijven, of
het niet treurig is, dat in het Roomsche Ant
werpen. de Protestanten niet samen optrekken
tegen het by geloof. Maar waarom ook niet
tegen het ongeloof?
Want juist de ongeloovigheid van vele Pro
testanten werkt het bijgeloof in de hand.
Wat toch zijn ongeloovigen waard, in den
stryd tegen bygeloof. Neen, in de kracht Gods
door het geloof moet on- en bijgeloof bestreden
worden. Hoe droevig het hier gesteld is, weet
diegene, die hier wat vertoeft en zoo gaarne
de toestanden anders zag, omdat de Heere
zulks wil; de gedachte daaraan kan soms wel
eens een traan uit het oog persen, vooral dan
als de personen welke moeten stryden voor
de Eere Gods, of niets doen, of wel diegenen
tegenwerken, welke pogen verbetering aan te
brengen. Nog eene vraag, M. de R. en ik zal
eindigen voor dezen keer, zou de inzender, of
zoo inzender en schrijver van dien brief twee
personen zyn, hunne namen niet willen open
baren Myns inziens zou dit mannelijk wezen.
U, M. de R., dankzeggend voor de plaats
ruimte.
Hoogachtend,
Uw die. dr.,
J. Mulder.
Antwerpen, 18 Febr. 1899.
Heden overleed onverwacht ten onzen
huize, in haren Heer en Heiland, onze
geliefde tante
weduwe van den Heer N. P. MEERTENS,
in den ouderdom van 74 jaar en 7 maan
den.
J. H. KERSTEN,
A. F. KERSTEN-Passieux.
Bergjambacht, 31 Maart 1899.