VARIA, De Roorasche missie in Neerlands Indie. niet toevertrouwen aan het opzicht eener kerk, als de Ned. Hervormde, welke feitelijk zonder beiydenis was. De Universiteit stond dus ge heel op zichzelve en diende alleen, om weten schappelijke mannen te kweeken met Gerefor meerde overtuiging, zonder ook maar eenigs- zins uitzicht te openen, waar zy straks een practischen werkkring zouden kunnen vinden." „Na 1886 is er in dit karakter van de Ver eeniging voor Hooger Onderwys en van hare Universiteit in het wezen der zaak geen ver andering gekomen. Zonder vooraf eenige wij ziging in Statuten of Reglementen te vragen, hebben eerst de doleerende, daarna de vereenigde Gereformeerde Kerken zich verbonden, om studenten, die aan de Vrije Universiteit den graad van candidaat in de Theologie hadden behaald, tot de kerkelijke examina in de classes toe te laten. Deze toenadering van de Geref. kerken tot de Yereeniging voor Hooger Onder wijs en hare School was wel eene vrucht der historie, maar had overigens geen anderen grond dan het goed vertrouwen in de personen der Directeuren, Curatoren en Hoogleeraren. Tot op den huidigen dag is zy dat in hoofdzaak gebleven, niet omdat de Vereeniging tegen een ander en nauwer verband bezwaar had, inte gendeel, maar tengevolge van een samenloop van omstandighedennog altijd ODtbreekt er een welomschreven verband tusschen de Geref. kerken en de Vereeniging voor Hooger Onder wijs." „Dit wordt duidelijk", zegt Dr. B., „als wij het volgende overwegen „1. Volgens art 2 der Statuten staat de Ver eeniging voor alle onderwys, dat in hare scholen gegeven wordt, geheel en uitsluitend op den grondslag der Geref. beginselen, en er kent mitsdien als grondslag voor het onder wijs in de Godgel. de drie Form, van Eenig- heid. Hoeveel zorg en moeite aan de redactie van dit fundamenteele artikel is besteed, het laat toch ruimte open voor bedenkingen. Im mers maakt het niet alleen onderscheidt tus schen Geref. beginselen en Geref. belijdenis schriften, maar het omschrijft deze beginselen met geen enkel woordhet doet het onderwys in al de faculteiten behalve die der Godgeleerd heid op niets anders dan op die onomschreven en voor velerlei misverstand vatbare Geref. be ginselen rusten; en leidt krachtens het woor- deke „mitsdien" de verbindende kracht der Formulieren van Eenigheid voor de Godgeleerd heid uit die Geref. beginselen als uit een hooger liggend principe af. De bedoeling der redactie van dit artikel moge daarom nog zoo juist en zuiver zijn, n. 1. om voor de niet-theologische wetenschappen alleen die Geref. beginselenten grondslag te leggen, welke daarvoor in aan merking kunnen komen en misschien in de Formulieren in het geheel niet of niet volledig zijn uitgedruktde redactie zelve laat aan dui- deiykheid te wenschen over, zy snijdt misver stand niet af maar baant er den weg toe en is in elk geval niet juister, dan de gewone formule: grondslag is de H. Schrift naar de verklaring der Geref. belijdenisschriften." „2. De redactie van dit tweede artikel der Statuten beheerscht heel de Vereeniging en de scholen, die van haar uitgaan. Volgens art. 4 derzelfde Statuten zijn leden der Vereeniging „allen, die hare Statuten onderteekenen en eene jaarljjksche contributie van minstens 25 gl. of eene som ineens van 500 gl. in de kas der Vereeüiging inbrengen." Er ligt hierin, dat de leden niet persoonlijk voor zichzelf de Geref. beginselen of belijdenisschriften behoeven te aanvaarden, maar alleen, dat zij deze moeten erkennen als grondslag voor het onderwys aan de scholen, die van de Vereeniging uitgaan ook is er van hun kerkeiyk standpunt geen sprake; in het afgetrokkene is het dus zeer goed mogelyk, dat de groote meerderheid van de leden der Vereeniging tot de Hervormde, Luthersche of andere kerken behoort „3. Aan de leden der Vereeniging is over eenkomstig art 5 der Statuten eene vrij groote macht toegekend. Minstens eenmaal 'sjaars en voorts zoo dikwyis als het Bestuur of een tiende gedeelte der leden dit verlangt, wordt er eene Algemeene Vergadering gehouden." „Voorts is aan deze Vergaderingen van de leden der Vereeniging de macht toegekend, om de Directeuren te benoemen, en wel uit, maar, des verkiezende, ook buiten eene voordracht van het Bestuur; om toezicht te houden op het geldeiyk beheerom verandering te brengen in de Statuten of de Vereeniging te ontbinden." „4. Het Bestuur der Vereeniging bestaat uit vyf Directeuren, die leden der Vereeniging moeten zyn (dat is: de Geref. beginselen als grondslag voor het onderwys moeten aanvaar den en 25 gulden bijdragen) en ook persoon- ïyk, voor zichzelven op het in art 2 der Sta tuten omschreven standpunt moeten staan en dit ten allen tyde, inzonderheid by de benoe ming van Hoogleeraren, hebben te handhaven 1). De eisch voor het Bestuur is dus veel strenger dan voor de leden der Vereenigingmaar toch is er ook by directeuren geen sprake van on- derteekening der belijdenisschriften of lidmaat schap van eene der Gereformeerde kerken. Naar de Statuten ware het zeer goed mogelijk, dat zij allen tot de Ned. Herv. kerk behoorden." „5. Voor de Hoogleeraren bevatten de Sta tuten geen andere bepaling, dan die in art. 2 is vervat en voorschrijft, dat alle onderwys in de scholen der Vereeniging rusten moet op den grondslag der Geref. beginselen en mitsdien in de faculteit der Godgeleerdheid op den grondslag der Formulieren van Eenigheid." „6. Ten laatste verdient het nog de aan dacht, dat voor de toelating van studenten aan de Vrye Universiteit geen enkele eisch is gesteld van kerkelijken en confessioneelen, zelfs ook niet van godsdienstigen en zedelyken aard." „De Vrye Universiteit erkent tot op den hui digen dag alleen de diploma's van openbare gymnasia en van het staatsexamenwie van een Gereformeerd gymnasium komt, heeft zich aan een admissie-examen te onderwerpen." Op pag. 22 zegt de Hooggel. schrijver„Het verband tusschen de Geref. kerken en de Ver eeniging voor Hooger Onderwys en hare School bleef na alle pogingen tot verbetering ten slotte wat het was en is alzoo tot op den huidigen dag geheel voorloopig en gansch onvoldoende geregeld. Dat mag niet langer zoo duren. De Geref. kerken, die bij de Vrye Universiteit zoo groot belang hebben, mogen in zulk een toe stand niet langer ïydeiyk berusten." Nu de tyden en de toestanden veranderd zijn, wil Dr. B., uit liefde tot de Kerken en de Vrye Universiteit, de bakens verzetten en meer vastheid verkrijgen. Trouwens, dit is wederzyds van den beginne der vereeniging der kerken besproken, en noo- dig en goed geoordeeld. Verliest men dit uit het oog en schryft men onverhoopt den hoog- geachten schry ver een ander oogmerk toe, dan doet men hem onrecht aan. Littooij. 1). Artikel 8 der Statuten. Wat doet Rome in den Zendingsarbeid in onze Oost? En hoe dryft Rome zending? In het ryke boekwerk: Nederlandsch Indië onder het regentschap van Koningin Emma, dat Dr. J. F. van Bemmelen uitgaf, schreef B. G. Schweitz, pastoor te Batavia, een welgesteld hoofdstuk over „de Katholieke missie." Volgens pastoor Schweitz bloeit - wat hij noemt de Katholieke Kerk in Nederlandsch Indië. Toch is ze een missie en heetApo stolisch Vicariaat van Batavia. Van de 32 millioen bewoners van Insulinde behooren er 50 duizend tot Rome. 't Hoofd der missie is een bisschop. De Vi caris van Batavia. Zyn leger bestaat uit 't is om jaloersch te worden vijftig priesters, die over 24 standplaatsen zyn verdeeld, en uit 30 zusters, die zich wijden aan 't onderwijs der Europeesche en Inlandsche jeugd. Te Batavia is natuuriyk een R. K. kerk. Hier werd door pastoor Voogel, toen deze met 't overwinnend leger uit Lombok terugkwam, een dankdienst geleid en een plechtig Te Deum laudamus gezongen, terwijl een paar dagen later een wydsche pontificale misse voor de zielen der gesneuvelden werd opgedragen, waarbij alle burgerlyke en militaire overheidspersonen tegenwoordig waren 't Gaat er wonderiyk toe in Batavia. Doch Rome is er zeker zeer in eere. Ook de Koning en de Koningin van Siam woonden in 1890 een kerkeiyke plechtigheid bij. Zyn die dan ook Roomsch? Het kerkgebouw te Batavia is een noodkerk van hout, doch er zyn twee prachtige jonge- damesscholen, eene met 600 en eene met bijna 700 leerlingen. De Ursula-zusters bewerken 't gemoed van al de Europeesche meisjes. Welk een vruchtbare propaganda Overigens vond ook de R. K. missie te Bata via slechts ingang onder de Chineezen. Te Buitenzorg is een groot Roomsch weeshuis, dat regeerings8ubsidie geniet, en in 'tPreanger gebergte weer een kerk om de op deze gezonde plaats gevestigde Europeanen te dienen. Voor Europeanen zorgt Rome op vele plaatsen. Aan den Inlander schynt weinig arbeid besteed te worden. De zusterscholen te Semarang b. v. tellen 800 leerlingen. Doch een school in nuttige handwerken voor Javaatische meisjes heeft er slechts 22. Alleen in de protestantschc Menahassa sloop Rome binnen om onder 't volk te werken en houdt er 15 scholen, die door een 700 inlandsche kinderen worden bezocht. Op Borneo is een beginseltje van zending onder de Dajaks. Op Flores is een flinke zending. Op een der scholen gaan 185 zonen van inboorlingen, die eerst 't lager onderwys doorloopen en dan van broeders-werklieden een ambacht leeren. De zusters hebben er internaten van 189 en 118 meisjes, die er tot hun huweiyk worden opge voed. De invloed is hier groot. De arbeid op Soemba wordt aldus vermeld: Laora (West Soemba). „Op het feest van de Verryzenis Onzes Heeren 1889 kwam de eerste missionaris te Laora, een landschap op het westelijk gedeelte van het Sandelhout-eiland aan, om den Soendaneezen, onder wie nog nie mand het Christendom had omhelsdde christe- lyke leer te prediken." Onze lezers zullen weten, dat hier te Laora broeder en zuster van Alphen zich gevestigd hadden, doch na den jammerlyken dood dei- laatste was Van Alphen heengegaan. Hy schynt dus niemand tot den H. Doop te hebben ge bracht. Pastoor Schweitz vervolgt: „Den 29sten Maart 1891 werd de school voor kinderen van vorsten en hoofden geopend, welke thans 27 leerlingen telt. die allen op het erf der missie wonen. De godsdienstoefeningen werden in het school- locaal gehouden tot aan het voltooien der kerk, welke op het Paaschfeest van 1892 werd ingewijd." Binnen een jaar had Rome hier dus ingang gevonden. En omtrent Java vernemen wij „In den loop van het jaar 1894 begon de R. K. missie, die sinds 1860 alleen onder de inboorlingen der Buitenbezittingen gewerkt had, zich ook tot die van Java te wenden. 'tPlan was tot rijpheid gekomen door de overweging, dat van de 26 millioen Javanen slechts weinigen met de Mohamedaansche gods dienstleer bekend zijn en de overgroote menigte nog met hart en ziel gehecht bleef aan de afgodische gebruiken, in overoude tijden van de Hindoes overgenomen. Ruim 600 Mohamedaansche Javanen omhels den tot op heden den R. K. godsdienst. Ze werden door geestelijken te Semarang onder wezen. Eenige R. K. geestelyken leggen zich toe op de grondige en wetenschappelyke kennis der moeilijke Javaansche taal. Een hunner heeft zich reeds te Mountilan, in 't hart van Java gevestigd De verwachting is niet ongegrond, dat de R. K. godsdienst, die door versiering der kerk, door levendige voorstellingen en plechtigheden duidelijk tot 'tvolk spreekt, by de Javanen ingang zal vinden." Tot zoover deze priester. Zou het recht zijn, als de Geref. kerken zich uit „'t hart van Java" terugtrokken en 't arme volk overlieten aan den vormendienst van Rome Immers, het zou onverantwoordelijk zijn. Maar dan ook u opgemaakt en aangevat. God van den Hemel zal 't ons doen gelukken en wy, Zijne knechten, zullen ons opmaken en bouwen. DR- W. Wagenborgen. Een der kostelykste inrichtingen „tot Chris telijke liefdadigheid" is in weinige jaren te Wagenborgen in Groningerland uit een zeer primitief Huis van Barmhartigheid, een Wit- teveenskind, uitgegroeid. 't Vyftiende jaarverslag - zooeven versche nen toont flinke pavilloens, op den omslag afgebeeld, en een opgewekt leven. Hier is een hartverkwikkende samenwerking van broeders en zusters uit zeer verschillenden kerkelijken hoek en de beslist Gereformeerde geest hindert niet, maar is aanbeveling voor allen en by alles. De wakkere, begaafde en wel sprekende directeur, onze vriend Magendans biykt het door God verkoren, toebereid en ge zegend middel te wezen om de stichtingen te Wagenborgen te maken tot een eere voor 't Christelyk Nederland en tot een liefelijken ze gen voor velen der diepst-ellendigen. 't Verslag beschrijft 't zilveren jubilé, verleden

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1899 | | pagina 2