BIJVOEGSEL
ZUIDER KERKBODE.
INGEZONDEN STUKKEN.
By de eerste steenlegging der Gere
formeerde Kerk te Ylissingen (B).
behoorende bij de
VRIJDAG 24 MAART 1899.
Geachte Redactie.
Als getrouw lezer der Z. Kerkb. heb ik met
belangstelling kennis genomen van de artikelen
over „de moeder by den doop." Ik behoor tot
degenen die de door Ds. L. verdedigde gewoonte
als regel beschouwden eerst in de laatste ja
ren bleek my dat er verscheidene broeders zyn
die dit gebruik afkeuren.
Niet in de gelegenheid zyn de de punten,
waarover onder de broederen verschil van ge
voelen bestaat, zelve voldoende te bestudeeren,
i9 my de bespreking in de bladen en de ver
dediging van het verschillend standpunt steeds
zeer welkom, omdat my daardoor over ver
schillende zaken, die ik vroeger niet begreep,
een licht is opgegaanik heb tevens menig
maal geleerd een meening te waardeeren waar
voor ik vroeger door onbekendheid niets ge
voelde, terwyi het my ook wel is overkomen,
dat een te goeder trouw uit mijne omgeving
aangenomen opinie, niet houdbaar bleek te zyn.
Het eerste antwoord van Dr. W. op boven
bedoelde artikelen stelde my teleurik stel er
te veel belang in zyne eigene beschouwing in
deze zaak te vernemen, dan dat ik my zou te
vreden stellen met een niet te zake dienend
schryven van een broeder, te minder wanneer
dit schryyen niet vry is van animoziteit. Het
deed my dan ook genoegen uit de laatste Kerkb.
te zien, dat Dr. W. de bestrijding thans zelve
gaat ter hand nemenik geloof dat de broede
ren die in dezen ook meenden te moeten mee
spreken. thans gerust het woord kunnen laten
aan de twee Middelb. leeraren, zy kunnen zich
best zelf verdedigen!
Wat mij intusschen het meeste heeft teleur
gesteld is dit, dat menige broeder ook weer bij
deze gelegenheid biyken van onverdraagzaam
heid toonde; terwyi men zegt voor de ineen
smelting te zyn, is men bezig voet te geven
aan hetgeen die ineensmelting tegen staat.
Het moet ons hetzelfde zyn of Ds. L. of Dr.
W. het verliest, als maar de verschillen zoo
veel mogeiyk worden opgelost en de vrucht der
bespreking mag zyn, een praktyk die de eere
Gods en het heilig houden Zyner instellingen
bevordert.
Dat het daarom èn Ds. L. èn Dr. W. te doen
is, mag niemand betwyfelen; als we dat niet
betwyfelen dan zullen we geen reden hebben
om de meening van een van beiden hem ten
kwade te duiden, tevens zullen we er voor be
waard biyven om te kort te schieten in den
eerbied die we aan onze leeraren, allen zonder
onderscheid, verschuldigd zyn.
Beleefdeiyk dankend voor de plaatsing,
Uw dienstw.
H. 18 Maart. v. d. H.
By d' eersten steen, - een bede ryst uit 't harte,
Die opklimt tot des Heeren Troon.
„Geef dat de bouw der nieuwe kerk,"
„Ten spyt van Satan en zyn werk"
„Toch wel gelukke, op Uw geboön
By d' eersten steen, een bede welt uit 't harte,
Dat U als Koning Uwer Kerke eert;
„Geef dat toch binnen deze wanden,"
„Nooit iemand daar eens aan zou randen
„Uw waarheid, die Uw Woord ons leert.
By d' eersten steen, een bede klimt ten hooge
Naar boven tot Uw hoogen Hemeltroon
„Geef, dat één geest ons daar beziele,"
„En dat ook daar wy nederknielen
„Voor 't koningschap van Uwen Zoon".
Bij d' eersten steen, hoor onze stamelende
beden,]
Verhoor ons, zie van boven op ons neer,
En wil, die nog van verre biyven,
Uit 'tjammeriyke Babel dry ven
En voegen by Uw' kerke, Heer!
By d'eersten steen, een danktoon ryst ten
hooge]
Hy styge op, ver boven wolken door
„Heb dank, dat Gy Uw kerk wilt bouwen"
„En dat tot blijdschap Uw' getrouwen,
„Der kerke koning, dank hiervoor
(Zeelandus.)
Krabbendyke, 15 Maart 1899. Heden was het
voor de Geref. Kerk en haren leeraar een biyde
dag. Het vierde eener eeuw had zyn stonden
doorloopen, sedert Ds. J. de Koning, als bedie
naar des Woords alhier werd bevestigd. Reeds
in den vroegen morgen werd het in ons stille
dorp duidelijk, dat er iets buitengewoons aan
de hand was. Van verschillende huizen wap
perde de nationale driekleur, en toen er gang
en beweging onder de eenvoudige dorpsbewoners
kwam, werd het spoedig zichtbaar, wat allen
wisten, uit de huldeblyken van bouquetten en
anderszins, die gedragen werden naar de schoone
pastorie der Geref. Kerk, dat dit feest den zoo
algemeen geachten en geliefden Ds. J. de Koning
gold. De jubilaris werd letteriyk overstelpt met
biyken van belangstelling, zoowel uit andere
kerken, als uit Krabbendyke zelf.
Des avonds te 7 ure vereenigde zich de ge
meente in 't bedehuis. Onder het zingen van
Ps. 95 1 betradt de gryze dienaar, niet zonder
aandoening, maar met nog jeugdige kracht den
kansel. Het kerkgebouw kon de schare, die op
gekomen was, niet bevatten. Wie Ds. de Koning
daar staan zag, sprekende over 1 Sam. 7 12
zou niet zeggen, dat zyn Eerw. reeds by na 46
dienstjaren achter zich heeft. Eben Haëzer
Ja, een gedenksteen der hulpe Gods wilde ook
hij oprichten, want de Heere had hem bijge
staan en zyn werk gezegend.
Kortelijk werd ons de oorsprong en groei der
gemeente verhaald en hierby kwam gedurig
uit, wat Paulus zegt „Zoo God voor ons is,
wie zal tegen ons zyn
Na den jubilaris betradt Ds. W. T. van Dtyk
den kansel en sprak Als deputaat der classe
Tholen. Zyn Eerw. wees, na de harteiyice ge
luk wenschen der clases te hebben overgebracht,
op Ps. 4810. Niet vele kerken genieten het
voorrecht, gedurende 25 jaren denzelfden leeraar
te kunnen en te mogen hebben. Niet vele leeraren
kunnen en willen 25 jaren op dezelfde plaats
zyn. Het zyn de weldadigheden Gods, die in
*t midden zyns tempels moeten vermeld worden,
dat gedurende, en na 25 jaren, gemeente en
leeraar zich zoo innig aan elkaar verbonden
gevoelden, en nog niet gaarne zouden scheiden
Hierna sprak Ds. A. H. van der Kooi mede-
deputaat der classe Tholen, den jubilaris toe
als vriend en wees naar Spreuken 16 81 op
het sieraad des ouderdoms. Niets stoot meer af
dan een grys hoofd by een wandel in den weg
der goddeloosheid, maar ook niets is zoo sier-
lyk als zilverwitte haren by een wandel in
den weg der gerechtigheid. De grysheid is voor
de Vaders in de genade niet slechts een sieraad
maar ook een sterke bevestiging van hunne
onveranderlijke roeping en verkiezing en voor de
jongeren een spoorslag ter volharding in den
strijd, om ook dit sieraad te verwerven.
Na Ds. v. d. Kooi sprak Ds. B. van der Werff
van Kruiningen. In hartelyke bewoording
wenschte ook hij, mede namens zyn kerkeraad,
den jubilaris geluk met dezen dag,en waarde
kerkeraad van Krabbendyke ZynEerw. had op
gedragen de deputaten der classe, alsmede die
der naburige ^kerken te bedanken, zoo eindigde
Ds. v. d. Werft hiermede, om daarna met dank
zegging te sluiten.
Het was een goede ure, die wy doorleefden.
Getuige te mogen zijn van zooveel gehechtheid
en geestelyke banden, als daar gevonden worden,
tusschen den vriendelyken en biymoedigen
gryzen bedienaar des Woords en zyne gemeente
stemde tot dank en bracht onwillekeurig op
de lippen
SOLI DEO GLORIA.
Een Feestgenoot.
BOEKBEOORDEELING.
Een schatboek.
Ds. Los uit de Lier heeft onder aanbeveling
van Prof. Bavinck den arbeid aangevat om
Calvyn's beroemde uitlegging van Genesis uit
'tLatyn in 't Nederlandsch over te brengen en
onze stadgenoot, de heer le Cointre, had den
moed om deze vertaling uit te geven.
De eerste aflevering ziet er goed uit. Alleen
speelt op 't titelblad de naam des vertalers
byna schuilevinkje.
De eerste aflevering bevat met de woorden
van prof. B. de opdracht van Calvynaan Hen
drik IV, toen nog een protestantsche knaap.
Dan volgt een breede inhoudsopgave en eerst
op blz. 27 de vertaling van Calvyn van Gene
sis I.
Dit werk heeft natuuriyk zijne aanbeveling
in zich zei ven.
Voor predikanten en bybellievende, theolo
gisch goed ontwikkelde gemeenteleden is 't een
schatboek. De enkele Hebreeuwsche en Griek-
sche woordjes kunnen de niet classiek ge vorm
den gerust overslaan. Er biyft genoeg over
om geest en gemoed te verryken door zin en
meening des Geestes in de plaats, die men
naslaat, beter dan te voren te vatten.
Wy bevelen deze uitgave dus van heeler
harte aan.
Dr. W.
Een practisch boekske.
Ds. Plet uit Wezep verzamelde vele belang
rijke zaken voor school- en catechisatie-gebruik
in een lief boekje van een dubbeltje, 'tls
werkeiyk vollediger dan menig soortgeiyk.
Naarstige catechisanten mogen 't zich aanschaf
fen. Zij vinden er veel in, dat te pas komt.
Een merkwaardige vergissing komt echter voor
op blz. 14. Daar leert Ds. P., dat de Hemels-
vaartsdag 10 dagen na Pinksteren valt
't Woorden-lystje is zeer onvolledig. Reeds dade
lijk mist men Abram. Ook Melchi-zedek. Ook
Lo-ammi en Ruchama. Juist namen, wier be
teekenis gekend moet worden om de Schrift te
verstaan. Toch hebben wy véél met dit boekje
op en bevelen het aan de leergrage jeugd
dringend aan. Dr. W.
De bekende, ondernemende firma Ten Bokkel
Huinink heeft op touw gezet de uitgave van
een nieuw boekwerk, dat van beteekenis wezen
kan, als het ten einde toe zóó wordt uitge
voerd, dat ieder hulde zal brengen aan de
onpartijdigheid van den schry ver èn in de voor
stelling van 't leven en streven der meer sec-
tarische verschynselen op godsdienstig, kerke
lijk gebied, èn in 't schryven der histoire con
temporome.
De bedoeling der firma is in een breed boek
werk aan het Nederlandsche volk de geschie
denis te geven van zyn Godsdienstig kerkeiyk
verleden van de zevende tot de twintigste eeuw.
En de heer J. Kuiper, de verdiensteiyke
schrijver van de Geschiedenis van het Chr.
Lager Onderwys in Nederland, heeft op zich
genomen dezen omvangryken arbeid te ver
richten.
Niet dat hij beoogt een wetenschappeiyk werk
le leveren, dat uit de bronnen onbekende feiten
en verhoudingen opdiept en 't gevondene zóó
ineenzet dat de menscheiyke kennis omtrent
tydvakken en personen wordt verrykt; zyn
doel is de bekende wetenschappelijke gege
vens te verwerken tot een degel yk volksboek,
dat den lezer doet opmerken de leidingen des
H. Geestes met Gods volk in deze landen door
ryker verlichting van het vernieuwd bewust-
zyn en al fijner besnaring van de harpe des
gemoeds.
Het eerste stuk ziet er goed uit; goede let
ter, royaal formaat, fraaie platen, 't Leest
ook prettig. Geen omhaal van geleerdheid geen
vreemde woorden, maar goed Nederlandsch.
Wel had de schry ver hier en daar iets die
per op de zaak kunnen ingaan.
Zoo in het verhaal van de Wederdoopers en
Doopsgezinden.
Waar onze jongelui het Kort Begrip leeren
en daar b. v. de vraag ontmoetten„hééft Hy
zyn menschelyke natuur uit den Hemel ge
sterkt," daar had een „Geschiedenis van 't gods
dienstig en kerkeiyk leven van 't Nederlandsch
volk" over die vraag 't licht der historie moeten
werpen en de Auteur had voorts moeten aan-
toonen, hoe deze fundamenteels doopersche
dwaling heel 't godsdienstig leven der dooper-
schen krank heeft gemaakt en dat van hun
geesteskinderen nog altoos ziekeiyk doét zyn
tot op den huidigen dag.
Doch dit is zeker, 't is een boek vol wetens
waardige zaken en de lezing en bestudeering
zal zich niemand beklagen.
Dr. W.
De heer H. Bouwman, bedienaar des Woords
te Hattem, doctoreerde vóór etteiyke dagen aan
de Stadsuniversiteit te Amsterdam. Deze jeug
dige doctor in de godgeleerdheid studeerde aan
de Theol. School te Kampen, aan deVryeUni
versiteit en aan de Stads-Universiteit te Am
sterdam. Zyn academisch proefschrift getiteld
„Het begrip gerechtigheid ia het Oude Tes
tament" was hy zoo vriendeiyk my, door den
heer J. H. Bos te Kampen, te zenden. Met dank
voor de toezending wenschen wy ook dezen
doctor van harte geluk met den wetenschap -
pelyken graad dien hy verwerven mocht
Dat deze graad niet dan door dege en vol
hardende studie door hem verkregen is, zegt
ons zijn proefschrift, 'tls inderdaad geen ge-