YARIA. INGEZONDEN STUKKEN. Dat geeft ryker kennis en bewaart eer voor eenzijdigheid. Men wordt rijker en behoedza mer als men weet. dat er dingen zijn, die, aan de hand der Heilige Schrift, van twee zijden, van Gods kant en van 'smenschen kant kun nen beschouwd wordenals men weet, dat al de eeuwen door de eene godgeleerde ze weieens meer van deze en de andere meer van gene zijde beziet. Dat te weten, en dientengevolge behoedza mer te zijn, is geen ramp, maar een zegen. Want de Heere God gaf nooit één alles; maar deelde, om wijze en heilige reden, de gaven, 't Is daarom, dat men noch van Paulus noch van Céphas, maar van Christus, van den eenigen Meester zijn moet, van Hem, Die zich in al den rijkdom van Zijne Goddelijke wetenschap en liefde in Zijn Woord aan ons geopenbaard heeft. En dit is ons voorrecht, dat wy allen dat wenschen te zg'n, niet het minst de broe ders, professoren, die voor den dienst des "Woords onze jeugdige Nazireërs opleiden. Bij eenheid was er altijd eenige verscheiden heid, of wilt gij, eenig verschil van inzicht, en dat zal zoo blijven, tot aan het einde. De Chr. Ger. Kerken spraken zich vóór de vereeniging, en de vereenigde Kerken bij en na de vereeniging uit, over de opleiding tot den dienst des Woords. Voor zoover wij weten, deed dat de vereeni ging voor Hooger Onderwijs, op Gereformeer den grondslag neg niet; nog niet namelijk, over een voorstel in den geest van dat van professor Bavinck. Een zoodanig voorstel is haar, naar wij weten, nooit gedaan. Doch wanneer de Kerken hebben, wat zy, ook volgens Dr. Bavinck, hebben en houden moeten, dan is de tweespalt weg en kunnen wy ons als een eenig man rondom de Univer siteit scharen, en haar naar den eisch des tyds en der behoefte, sterken en alzoo krachtiger maken dat is noodig, op juridisch, op medisch en letterkundig gebied. Nogeens, dat is eisch des tijds, en ook eisch der toekomst. Of dit voorstel in wezen gelijk is aan het voorstel in Dordt gedaan, wil schrijver dezes wei in het midden laten, dus daarover thans niet van gedachte wisselen, maar het vroegere beschouwen als tot het verleden te behooren. Is het zoo, dan hebben wij elkander toen niet goed begrepen. Met dat voorstel gingen Dr. Kuyper c. s. destgds geheel mee; welnu, dan zullen ze het ook nu doen, en wanneer ook zij, die het dan toen niet goed begrepen dit ook doen, dan komen wy wellicht waar wij moeten zyn en wenschen te komen. Om daartoe te geraken is het noodig Dr. Bavinek's brochure te lezen en te overdenken. Daartoe wekken wy by dezen, inzonderheid de broederen op. En wy hopen de volgende week er een en ander uit mede te deelen. Littooij. Amstelveen. Ds. H. Buurman van Meliskerke tot ons overgekomen, werd door onzen geachten Consulent Ds. Sluyter van Overtoom tot zijn dienstwerk alhier ingeleid. ZEerw. sprak naar aanleiding van Spr. 18 17b. Des avonds ver bond onze leeraar zich aan de gemeente en sprak voor een zeer groote schare, die het kerkgebouw nauwelyks kon bevatten, over het laatste gedeelte van I Cor. 15 28. De Heere die ons verblyd heeft door zyne daden, zy verder met leeraar en gemeente, en schenke een ryken zegen op den arbeid van Zijnen dienstknecht, dien hij in het midden van ons wenscht te verrichten. De commissie uit de Gereformeerde Zieken verpleging te Amsterdam en de Vereeniging voor Gereform. Ziekenverzorging in Nederland hield 20 December jl het eerste examen voor verpleegsters te Amsterdam. Geëxamineerd en toegelaten werdenMej. T. Hofstra, mej. A. H. Y. Gerritsen, mej. A. A. Zwagers (alle drie leerling-pleegzusters in de Gereform. Ziekenverpleging) en Mejuffr. H. M. Fros (leerling-verpleegster van Salem, Erme- loo.)Bethesda. Arnemuidtn. De kerkeraad alhier ontving be richt van Ds. W. Verhoeff dat Z.Eerw. moest bedanken voor het beroep naar deze kerk. Verantwoording van^ Liefdegaven. Vli83ingen B. In dank ontvangenvoor de Zendingvan B., L. en K. G. te Gr. 1466 post zegels, voor de nieuwe kerk f0.25, voor diako- naal hulpbetoon f5.—. Namens den kerkeraad C. P. I. Dommisse, Scriba. Door den boekh. der K. Kas in dank ontvan gen uit de collecte 19 Febr. f5.—, f 1.—voor de Kerk. i. de Wolff. ZENDING. In dank ontvangen van N. N. f 0.50, uit het busje van Johs. Cevaal f2.17, uit de catechisa tiebus f5.50. Collecte Zendingschool Januari f 0.26, idem Februari f 0 59. Bezorgd by br. Ie Cointre postwissel .uit Middelburg C. A. fl,— en uit het busje van K. L. C. f 1.90, van A. van Dyk f 8.50 en uit het busje van A. W f3.635. Namens gecommitt. J. v. Aartsen Jz., Penningm. Idtotengesticht 's Heer en Loo. Met vriendelyken dank ontvangen van de Meisjesvereeniging Dorcas te Vlissingen een mand inhoudende 31 diverse netjes afgewerkte klee- dingstukken als jurkjes, broekjes, hemdjes, kou sjes, enz. Wij danken de zusters voor dit geschenk, dat naar de stichting is opgezonden, en dat door de geachte Directrice voor haar ruim 150 patiënten, zeker met genoegen zal worden aan vaard. K. le Cointre, Diak. Corr. ANTWERPEN. Met hartelyken dank ontvangen Gevonden in de collecte te Grypskerke f 0,50. Gift van Ds. L. v. d. K. te M. 1,50. Nagift uit Charlois0,50. Collecte te Axel A en B by eene pre- dicatie van Ds. W. Kapteyn 41,40. Van eenige jongedochters te Middelb. 4, Gevonden in de collecte te Vlissingen B 2,50. Gift van het zoontje van Ds. H. K. te P. 1,— Het is voorzeker moedgevend te bemerken, dat ook jongelieden bydragen voor den bouw van eene kerk te Antwerpen. Moge de offer vaardigheid meer en meer toenemen, opdat de kerk van Antwerpen toch niet lang meer op een bovenkamertje behoeve te vergaderen. De Penningmeester: J. C. C. VOIGT. Raamsdonk, 18 Febr. '99. VERGADERING van den ring „Wal cheren" van Ger. Jongel. Ver. op Don derdag 2 Maart a. s. des avonds ten 6 ure te Middelburg locaal Concordia. AGENDA. 1. Opening. 2. Lezing der notulen. 3. Het Socialisme. Inl. J. Gilde van St. Lau rens. 4. Vraag van Vlissingen. 5. Mag de overheid als zynde Gods diena resse, gratie verleenen? Inl. Maas van Koudekerke. 6. Het Socialisme. Inl. W. L. J. B. Dekker van Middelburg. 7. Tydsbepaling volgende vergadering. 8. Sluiting. De vereenigingen worden nogmaals herin nerd aan 't voorstel van Middelburg, omtrent den Bonds boekhandel. De Secretaris Veere, Febr. '99. J. A. Luijk. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie). DE MOEDER BIJ DEN DOOP. Wy vragen met opoffering van een paar artikelen van onze hand, heden de aandacht onzer lezers voor onderstaand zaakrijk schry ven. „Na lang aarzelen, wyi ik zeer goed besef, dat mijn onderstaand schry ven door mannen, die de Theologische studieën doorloopen hebben, wel als gebrekkig zal beschouwd worden, is het my toch onmogelijk langer het zwygente bewaren, en wel in zake den doop onzer jonge kinderen in onze gereformeerde kerken. Ik noem het treurig, dat in deze dagen, nu men algemeen spreekt van ineensmelting, het stuk aangaande de spoedige bediening van den Heiligen doop zoo publiekelyk wordt ontwricht. Het komt my zoo voor, alsof Ds. Littooy alleen maar de moeders op het oog heeft, en zelfs vermeent, dat onze voorvaderen die goed en bloed, ja zelfs hun leven veil hadden voor het welzijn der kerk, dat onze zoo zeldzaam rijk begenadigde vaderen zeg ik het ge heel mis hadden. En dat in het byzonder ook in Zeeland onze vaderen eeuwen aaneen hunne kinderen zee vroeg ten doop brachten, bewyze dat J. L. de Troye, geboren te Gapinge den 10 Augustus 1769, 3 dagen daarna, op Zondag, den 13 Au gustus, gedoopt werd. Het zeer jong doopen is dus volstrekt niet nieuw in de gereformeerde kerk. Wat nu is* het ten doop bieden onzer jonge kinderen? Is het niet een stuk der dankbaar heid? En wat doen sommigen nu? In plaats van in dat stuk der dankbaarheid in te leven en onzen jongen kinderen zoo spoedig doenlijk het teeken en zegel der belofte te doen ont vangen leeft men tegenwoordig liever op het gevoel, en men vindt het toch zoo heerlijk dat de moeder er ook by iswant men vermeent, die moet toch ook op de vragen in het formu lier gedaan plechtig in de gemeente den Heere zweren, dat ook zij die gelofte gestand zal hou den alsof de moeder niet door den band van het huwelyk in deze belofte van den man moet inleven. Ook houde ik my overtuigd, dat eene moeder, die den Heere vreest, en in Zyne kerk inleeft, biddend den Heere zal smeeken, dat de gele genheid zoo spoedig doenlijk aanbreke, dat aan haar kind het zegel der belofte door de kerk zal worden toegedienden zy het niet gaarne zal uitstellen, tot zy hersteld is om zelve daar by tegenwoordig te zyn. maar by het zien van haar kind na den doop met haar man den Heere zal danken, voor zijn onuitsprekelijke ge nadegave aan dat kind verzegeld. Ook durft men zich wel beroepen op de Mozaïsche wet, waar toch de kinderen eerst op den achtsten dag werden besneden, maar eilieve, weet men dan niet, dat de besnijdenis onder het Oude Verbond eerst den achtsten dag kon geschieden, overmits die jonge kinde ren eerst op den achtsten dag rein geacht werden, en aan den anderen kant was die eisch door den Heere aan Abraham en zijn zaad opge legd, zoo streng, dat diegene, die zyn zoon op den achtsten dag niet lier ^snijden, gedood moest worden, volgens Gen. 17 vers 14, vergeleken met Exodus 4 24 en 25 en Exodus 31 14. Doch het is de Heere zij geloofd onder de nieuwe bedeeling met den doop onzer jonge kinderen geenszins het geval, dat die behoeft te worden uitgesteld tot den achtsten dag. Deze weldaad mag hun zoodra mogelijk worden geschonken. En daar het nu een natuuriyke regel is, dat de moeder in de eerste dagen na de bevalling onmogelyk zelf haar kind den Heere ten doop kan aanbieden, zoo hebben onze vaders zeer wys gedaan, om in het formulier van den Heiligen doop alleen de vragen te richten tot den vader (of den getuige) opdat ze begrypen zouden en gevoelen, dat de Heere het van de vaders eischt, dat hunne kinderen zoo spoedig mogeiyk uit dankbaarheid het teeken en zegel der belofte ontvangen zullen. Laat ons toch niet wyzer willen zyn dan onze vaderen, die de Heere zoo kennelyk met Zijn Geest heeft geleid, en laat ons liever aan hunne voeten gaan zitten, dan hen in dezen zoo maar ter>4inks op zy te zetten. Of waren ze het soms niet eens in het stuk van den Heiligen Xloop?^ Drongen zy er niet allen 'ernstig op.j^an/^dat in de eerste samenkomst der gemeente, wa£r de Dienaar optrad om het .Woord te bediènen, ook de doop aan de jonge kin- Ideren werd bediend, en zoo zulks op den dag des ÏJeeren niet kon*dat dan een extra bediening des Woords in de week plaats greep, opdat toch de doop aan onze jonge kinderen niet te lang werd Uitgesteld Neen, voor 300 jaren leefden onze vaderen niet op %et gevoel, en vroegen zy niet allereerst naar hun^enotwy kuhnen 4»t het best zien uit hetgehé zy hebben besloten in hunne Sy noden aangaande dea- kinderdoop Men leest daar in art. 57 van de Synode, gehouden te Dordrecht 157^ dat het volstrekt geen wette- lyke oorzaak re, om den doop uit te stellen tot de moeder daarbij tegenwoordig kan zyn, en in de Synode terzelfder plaatse, gehouden in 1578 leest men in art. 59, dat men den doop zoo spoedig mogeiyk zal bedienen, en niet zal uitstellen, dan om gewichtige oorzaak, over welke de Dienaars met de ouderlingen oordee- len zullen. Ook in de Acta der Synode, ge houden te Middelburg in 1581, leest men in art. 40, dat de vader zyn kind ten doop zal presenteeren, en eindeiyk in de Dorische kerkenorde van 1619, een kerkenorde die voor de zichtbare kerk des Heeren hier in oas Vaderland een vaste steunpilaar bleek tot in 1834, 1886 en 1892 toe, zegt ons art. 56 dat 't Verbond Gods aan de kinderen der chris tenen met den doop, zoo haast als men da

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1899 | | pagina 2