VRIJDAG 16 DECEMBER 1898.
No. 49.
^VEEKBLAD GEWIJD AAN DE j^ELANGEN DER pERE FORMEER DE JCERKEN
IN ^EELAND, OORD-BRABANT EN J_^IMBURG.
Ds. J. HULSEBOkS en Ds. A. LITTOOIJ.
Uit de Heilige Schrift.
Belijdenis en School.
7e Jaargang.
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze Koning; Hij zal ons
behouden.
Jesaja 33 22.
ONDER REDACTIE VAN
Doch Samuel zeideHeeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als
aan het gehoorzamen van destem desHee-
ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen.
1 Sam. 15 22.
Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos.
3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LE COINTRE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentien enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den
Uitgever in te zenden.
DE KOMST ONZES HEEREN.
En gedachtig ware aan zijn heilig
verbond. Lucas 1 726.
I
Ook wij zijn wel verstaan in menig
opzicht, kinderen ODzes tijds. Wij deelen in
de zorgen en bekommernissen omtrent het
tijdelijk bestaanwjj leven onder de afwisse
ling van voorspoed en tegenspoed, van kranke
en gezonde dagenwjj deelen in het lief en
leed van het aardsche vaderland en ook het
lot der volken in dezen onzen leeftijd laat ons
niet onbewogen. En achals wij staren op
den breeden en verwoestenden stroom van on
geloof en revolutie, dan zijn wij neergedrukt
en voelen ons beangst en onze ziele is vaak
moede van al dat tegenstaan van Gods zaak
en eer. Maar daarbij komt ook nog de weife
ling en wankeling inwendig en het droevige en
teleurstellende, dat in Gods kerk hier op aarde
door onze onvolkomenheid en zonde voorkomt.
Doch ziet, daar naderen wederom de dagen,
waarin de blijde boodschap van den geboren
Koning en het gezang der engelen van den
vrede op aarde en het welbehagen Gods alles
overstemt en het „Ziet uw Koning komtdoet
ook de gemeente des Heeren het hoofd opheffen
uit al haar zorg en overspanning, en beslom
mering en leed en teleurstelling en strijd, uit
en inwendig.
Voor de wereld is dit nog eene roepstem
tot bekeering en zoo nietde aankondiging van
het oordeel. Hij komt, als wiens wan in zijne
hand is en Hij zal zijnen dorschvloer doorzui
veren. Voor de Gemeente des Heeren is deze
stemme eene vernieuwde heenwijzing naar de
onwankelbare trouw Gods, naar de zekere ver
vulling van al Zijne beloften, eene opwekking
om met verootmoediging den Heere te verbei
den, eene krachtige vertroosting voor allen, die
zitten in schaduwen des doods.
Zacharias juicht in heilige geestverrukking
over de trouw Gods, over de onwankelbaarheid
van zijn heilig (genade) verbond, het verbond,
dat nimmer kan verbroken worden, op de zui
verste grondslagen rust en op 't heerlijkst Gods
gerechtigheid en ondoorgrondelijke genade
openbaart, het verbond, dat den rijksten schat
van zegeningen voor het zondaarshart bevat.
De Heere toont klaarlijk zijn verbond te geden
ken, zijn verbond, aan de aartsvaders bekend
gemaakt, ja geopenbaard van het begin der
wereld (Gen. 3 15.) Maar wat is er dan ge
schied, dat zoozeer de trouwe Gods toont?
Het is een heerlijke lichtstraal der hope in
die bange en benauwde dagen in welke koning
Herodes met zijne veinzerij en gruwelen re
geerde en de zondedienst zoo overmachtig het
hoofd ophief als daar 't profetisch woord,
dat eeuw aan eeuw had gezwegen, op nieuw
weerklonk. Wat groote dingen deed de Heere,
toen een Gabriël, de engel vorst, die voor God
stond, aan Zacharias, den bejaarden zoon van
Aiiron in den tempel, aan de maagd Maria, de
dochter Davids, in het nederig Nazareth ver
scheen en hun bekend maakte, dat de Engel
des Yerbonds nu kwam en dat ook weldra de
Voorlooper zou geboren worden, die den weg
voor zyn aangezicht bereiden zoude. Wat groote
dingen, toen de Geest des Heeren èn de be
jaarde Elizabet èn de jeugdige Maria aantoog,
en in die dagen, voor haar in dubbelen zin
dagen der verwachting, blijde deed juichen over
de verlossing van s' Heeren volk, door dien Zoon,
die nu in menschelijk vleesch werd geopenbaard.
Waar was ooit zoo iets aanschouwd of gehoord
En ook nu, alles op den rechten tijd, op het
juiste oogenblik Johannes werd geboren. Yan
vreugde straalt het gelaat der bejaarde moeder.
Hoe groot is haar voorrecht, haar gelukDe
geburen en de betrekkingen zijn vol verwon
dering en blijdschap. Het ongeloof van Zacha
rias is bestraft, maar ook door Gods genade
weggenomen. Reeds is Zacharias weder een
belijder. Elizabet heeft in eenvoudige geloofs-
taal tot degenen, die bij het toedienen van het
teeken des verbonds het kind Zaoharias wilden
heeten, aldus gezegd Niet aXzoomaar hij zal
Johannes t) heetenDaal wordt ook des vaders
meening gevraagd. En het geloof belijdt, al
is het ook op een schrijftafeltje: Johannes is
zijn naam. En nu ontbindt de Heere ook in
Zijne ontferming de banden, die hem verhin
derden te spreken, en hij juicht en propheteert
tot Gods eere en heerlijkheid.
Uit al wat daar geschiedt en nog verwacht
wordt op 't woord des Engels, blijkt krachtig
voor het ontsloten geestesoog de vastheid van
Gods heilig Verbond. En van die vastheid
hangt voor Gods volk alles af. Voor dat volk
toch ontsluit de Heere de dierbaarheid, alge-
noegzaamheid en onmisbaarheid van dat Ver
bond en den Verbondsmiddelaar, en de Heere
heeft hen krachtdadig tot het deelgenootschap
aan dat verbond geroepen. En zoodra en zoo
vaak nu Gods volk van de vastheid des ver
bonds wordt verzekerd, is daar blijdschap en
zaligheid voor de ziele. Dit is de weg, o gij
allen, wien het waarlijk om den vrede Gods
voor uwe zielen te doen is. De zaligheid ligt
buiten u, in Christus, in Gods heilig verbond
en in de onwankelbare vastheid van dat ver
bond. Hulsebos.
f) Johannes beteekentde Heere is genadig.
Eene schrede vooruit.
Twee Ministers, waaronder ook de Minister
van binnenlandsche zaken, verklaarden, bij de
debatten over het Hooger Onderwijs, dat zij er
in beginsel niet tegen waren, dat de graden
door de Vrije Universiteit verleend ook door
de Regeering zouden erkend worden. Prak
tische bezwaren slechts verhinderden het, zei
den zij.
Met een weinig goeden wil waren die, dunkt
ons, wel uit den weg te ruimen. Getrouw
aan zijn verleden sprak bij vernieuwing ook
de heer Lohman over het erkennen dezer gra
den. Dit eert hem.
Maai- met het Ministerie is het, of het alle
partijen te gemoet wil treden, behalve de anti
revolutionaire partij. Toch gingen wij eene
schrede vooruit, en De Standaard nam er
terecht acta vanimmers dat deze Ministers
zich er in beginsel voor verklaard hebben, kan
nog weieens te pas komen. Ja dan reeds als
eene goedé praktische oplossing der quaestie
wordt aan de hand gedaan.
„De School, loaaraan de Natie gehecht is".
Dat de zoogenaamde neutrale school de een
heid niet bevorderd, de gevangenissen niet
overbodig gemaakt, en de tevredenheid niet
verhoogd heeft, kan ieder wetenen ook dat
z(j aan dorp en stad en land en dientenge
volge aan de belastingschuldigen verbazend
veel geld gekost heeft.
Daarenboven blijkt het hoe langer hoe meer
dat de Natie aan haar vast gehecht is, zonder
met haar te dweepen, of met haar op te heb
ben ja hoe langer hoe meer blijkt het, dat
zij het onderwijs op de Staatsscholen gegeven
een ramp acht voor onze toekomende geslach
ten. Eerst zijn de anti-revolutionairen tegen
het zoogenaamde onderwijs boven geloofsver
deeldheid in verzet gekomen, daarna ook de
roomsch-katholiekeü, en nu beginnen dat ook
de joden te doen.
Wat Groen van Prinsterer voorzag en voor
spelde, dat namelyk de Natie er door van allen
godsdienst zou vervreemd en al zoo ongeloovig
worden, ervaren, zien en erkennen thans de
anti revolutionairen, de roomschen en vele jo
den.
De godsdienstelooze en ongeloovige liberalen
en radicalen zien het ook wel, maar, zooals
voor de hand ligt, hindert het hun nieterger
nog, het is hen daar juist om te doende
school was en is, een door allen betaald, uit
nemend propaganda-middel tenbehoeve van
hunne richting en van hunne partij.
De onderwijzers der openbare lagere scholen,
de leeraren der scholen voor middelbaar en de
professoren der scholen voor hooger onderwijs
zijn dan ook voor verreweg het meerendeel
medestanders, zoo niet voormannen der libe
rale, radicale of socialistische partij. In ortho
doxe streken zelfs wordt het, naarmate de
ouden weggestorven zijn, hoe langer hoe meer
een witte raaf, wanneer één dier evengenoemde
heeren anti-revolutionair of christeiyk-histo-
risch is.
De opleiding, die zij hebben ontvangen, heeft
over 't algemeen hun geloof, indien en voorzoo
ver zij het nog hadden, verwoest.
En het is onmogelijk neutraal te zijn, indien
men zelf hetzij ongeloovig of geloovig is.
Al doet men nog zoo zijn best zal men vóór
en zonder men het schier weet, zijn geest nu
en dan uitlaten en op de kinderen en de leer
lingen of hoe ze ook heeten mogen overbren
gen.
Een denkend en willend wezen kan niet
neutraal zijn.
Naarmate er tegenwicht is in de ouderlijke
woning en op de catechisatien vermindert na
tuurlijk het gevaar doch weggenomen is het
daardoor niette meer niet, dewijl het zaad
des ongeloofs in onze harten woont.
Aan het gevaar aan dat onderwijs verbon
den, mogen wij onze kinderen niet bloot stel
len; dat mogen wij zeker niet doen, indien
van strijd der plichten geen sprake kan zijn,
d. w. z., wanneer wij hun Christelijk onderwijs
kunnen doen geven. Er moet eenheid en geen
strijd in de opvoeding wezen. School, huisge
zin en catechisatie moeten samengaan, dus in