JSarnaöas Officiëele Berichten. Nood te Antwerpen, „PATRIMONIUM." Chr. philantr. Scheurkalender voor 1899 is verschenen. Advertenticn. Classis Klundert. Vriendelijk verzoekt de Quaestor der Classe Klundert, dat hem de 6-December-collecte voor de Theol. School vóór 1 Januari 1899 worde toe gezonden, opdat de rekening over 1898 kan worden afgesloten. J. C. C. Voigt, Quaestor. Raamsdonk, 28 Nov. 1898. Verantwoording van Liefdegaven. Diakenen der Geref. Kerk te Middelburg be richten dat door hen van de commissie tot apijs- uitdeeling aan minvermogenden in hartelyken dank ontvangen zyn, 13 stel en 27 porties soep- kaarten. Namens Diakenen voornoemd J. A. v. Nederveen, Voorz. J. J. Fanoy, Secr. Vlissingen B. In dank ontvangen voor de zendingskas de navolgende contributiën eene van een gulden, drie van een gulden vijfen twintig ct. en éene van een gulden vijftig ct. Namens den Kerkeraad, C. P. I. Dommisse, Scriba. Met hartelyken dank ontvangen sedert de vorige opgave: Gevonden i/'d coll. te Koudekerke (Z.) f0.50. Gift van de Jongedochtersver. „Dorkas" te Vlissingen f2.50. Ook deze gaven toonen ons de belangstelling in den arbeid te Antwerpen. Gebiede den Heere zijn zegen en mogen deputaten met meerdere bijdragen verblijd worden. De Penningmeester J. C. C. Voigt. Raamsdonk, 28 Nov. '98. INGEZONDEN STUKKEN. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie). Mijnheer de Redacteur! Maar zelden ben ik in de gelegenheid, om eens een anderen spreker, die voor het publiek optreedt, te hooren, als mijzelf. Onlangs viel my echter het voorrecht te beurt om er twee in ééne week te hooren. De eerste was Ds. H. op den 21 Nov. en de andere Dr. van Gheel Gildemeester, die Vrijdagavond den 25 Nov. alhier voor Patrimonium optrad. Dit laatste was voor mij een genotvolle avond. Mijne liefde voor het huis van Oranje is er door ver meerderd. Zoo eene lezing dacht ik, is voor „Vaderlijk erfdeel" goud waard. Jammer, dat die nijvere bijen der maatschappij dikwijls over zoo weinig goudstukken hebben te be schikken. Mij dunkt die vereeniging moest veel meer gesteund worden door de meer ge goede burgers. Het wil my voorkomen, dat Patrimonium een uitnemende dam is tegen de wassenden stroom der revolutie. Maar, waar dwaal ik heen mijn plan was, om U te zeggen, welke indrukken het gespro kene van Vrijdagavond op mij heeft gemaakt, of liever bij mij heeft achtergelaten. Eerst dacht ikdie Hagenaar, zooals hij zich noemde, is een Oranjeman, die een warm hart -heeft voor onze Koningin. Verder dacht ik mochten allen, die gewoon zijn, om lezingen woor het volk te houden, dat meer doen over onderwerpen uit onze Vaderlandsche geschie denis, die zoo rijk is aan wonderen Gods. Eindelijk, als ik my niet vergis, dan heeft -de geachte spreker ons bepaald bij de vroomheid, vrijheid en verdraagzaamheid voor het huis van Oranje, inzonderheid voor den eersten Prins. Om eerlijk te zyn, moet ik zeggen, dat het laatste mij niets helder is geworden. Natuurlijk kan dat geheel aan mij liggen en als de een of ander mij hier wat terecht wil helpen, daar voor hoop ik dankbaar te zijn. Onder anderen vroeg ik my zelf af: „Zou dat eene verdraagzaamheid geweest zyn, die Oranje voorstond, waarby men allen duldt en met voorkomendheid behandelt behalve hen, die God willen dienen naar zijn Woord? Ik voor my, heb altyd eene betere gedachte gehad van het huis van Oranje. Maar dan vraag ik mij zelf af, hoe komt het dan toch, dat eene halve eeuw geleden (wy noemen maar een rond ge tal), die menschen in ons Vaderland onder de regeering van eenen Oranjetelg zoo wreed ver volgd werden? Of heeft wellicht Oranje daar geen schuld aan, dit zou kunnen gebeuren. Men heeft my wel eens ingefluisterd, dat ker- kelyke mannen niet van de Roomschen, maar van de grootste protestantsche Kerk in ons Vaderland, de Regeering eenen wenk hebben gegeven, hoe men die menschen kon treffen. En ziet, toen ging men menschen, die bij el kander waren, om te bidden, te zingen, eene preek te lezen, enz. met de bajonet uiteenja gen men hakte er met den sabel op in, stopte ze in de gevangenissen, liet hun duizende guldens aan boeten betalen. Nu zou ik dit niet ophalen, als my gebleken was, dat men hierover tot eenige schuldbelydenis, al was het nog zoo gering, gekomen was, maar, als dat zoo is, dan is het my onbekend. Vrydagavond heeft de spreker ons op vele onverdraagzame personen gewezen, die Oranje niet begrepen, maar die van voor eene halve eeuw, het moet my ontgaan zyn, maar anders zyn ze niet genoemd. Dat de edele prins zyn tijd ver vooruit was en de menschen hem niet volgden, is te verkla ren, maar dat men eeuwen daarna nog zoo weinig van den geest van den Vader des Va derlands doortrokken was, is by na onverklaar baar. Is dat nu verdraagzaamheid, dat men hen, die dorsten naar Gods Woord, op zoo on barmhartige wijze vervolgt. Terwyi ik dit schrijf is het mij, of er eene stem van eene vrouw, die als moeder Rachel het hoofd wee- nende uit het graf opsteekt, in mijne ooren klinkt„Mijn zoono men heeft ons zoo ge plaagd en verdrukt, ook ik was een geplaagde veldhoen op de bergen gelyk. Wij waren uit vaagsels en het scheen of niemand zich aan ons kon bezondigen". Ziet M. de R. dat moest mij van het hart en nu ga ik eindigen met het bekendeDank baar voor het gehoorde van Vrijdagavond, maar niet voldaan. Ook myn hartelyke dank voor de plaatsing. Vlissingen. B. Veenstra. Mijnheer de Redacteur, beleefd verzoek ik u onderstaande regelen in de Zuider Kerkbode te willen plaatsen. Bij de laatste verhuring der zitplaatsen in de Ger. Kerk is by de algemeene voorwaarden ook nog deze gevoegdniemand mag meer eene stoof medebrengen of laten zetten, om dat die verwarmd worden door turfkool, maar voortaan zal vanwege de kerk eene stoof wor den verstrekt, verwarmd met zaagseldop a f 1.25 voor de geheele winter en a 3 centen voor eene kerktijd. Dit moet dan dienen als voorbehoed middel tegen de walm, welke de turfkool van zich geeft. Nu zijn er van die dingen, welke als ze zoo voor ons liggen waarlijk zeer schoon schijnen, maar bij nauwkeurig onderzoek worden er dikwyls vele schaduwzijden aan ontdekt, en zoo is het m i. ook hiermede. 1. Iets, dat jarenlang de gewoonte is ge weest en van ouders op kinderen is overge gaan, zoo maar in eens om te wenden, dat gaat altyd zoo maar niet aan, men moge dat moed noemen, de vraag zou zich wel eens kun nen opdoen mag dit alles door enkele perso nen worden veranderd? 2. Hoeveel kerkgangers, hoe vele weduwen zyn er niet die de geheele week werken om in het onderhoud van hun gezin te voorzien, die alreeds groote offers hebben gegeven aan de kerk door twee of drie dure zitplaatsen te huren, die geen collecte laten voorbijgaan (voor welk doel ook) en nu nog een dure stoof te betalen dat kan onmogelijk. De liberalen zijn er op uit om het maatschappelyk leven van den werkman zoo aangenaam mogelyk tema ken laat men dan toch van Ger. zyde hen geen lasten opleggen te zwaar om te dragen. 3. En dat is wel het ergste van alles, dat onze gemeente zeer uitgestrekt ismenigeen woont ruim een uur ver van de kerk, vaak ziet men dan ook die menschen in de kerk ko men als het Psalmgezang en het voorlezen is geëindigd en de predikant gereed staat met gebed te beginnen. Warm zyn ze dan geloopen, dikwyls nat aan de voeten, eene stoof nemen, dat kan er by menig arme niet meer af, en, mogelyk (zeker is het niet) zetten zy zich neder met de stille verwachting in het hart, dat zij door de prediking zullen verwarmd worden, maar er zyn er ook die wel eene stoof kunnen betalen en die dan ook van hun recht gebruik maken. De koster wordt geroepen, eene stoof wordt gebracht, men zal betalen, maar men heeft niets dan zilvergeld, nu ja, als er toch betaald moet worden, dan kan men ook wel geld teruggeven en dat alles geschiedt dan als de Godsdienst reeds is aangevangen. By welke calvinist of calviniste verryst niet terstond de tempel van Jeruzalem voor de geest, waarin de Heiland de tafel der wisse laren omkeerde en sprak„Mijn huis zal een huis des gebeds genaamd worden." Moge deze weinige opmerkingen die uit werking hebben, dat het nieuwe stovensysteem niet in practijk worde gebracht. Voor de plaatsing dezer regelen zegt u dank Een eenvoudig Werkman. Oudemolen, gemeente Fijnaart. Om den schrijver niet te leur te stellen, ruimen wij voor zijn stukje eene plaats in maar het zal beter zijn in het vervolg met dergeiyke klachten rechtstreeks tot den kerkeraad te gaan. Wij moeten hem nu ook wel opmerken, dat naar ons oordeel de maatregel, om geen turf kool meer in de kerk toe te laten, maar de verwarming uitsluitend met zaagsel te doen plaats hebben, allen lof verdient. Wij en velen met ons weten, wat zware hoofdpijnen enz. het gevolg z(jn van den giftigen damp, soms aan kolen en briketten eigen. Schrijver klaagt over de finantieelen druk, daar nu voor de warme stoof f 1.25 moet wor den betaald voor den geheelen winter. Maar de kooltjes, die men zelf medebrengt, heeft men toch ook niet voor niemendal. Doch, waarom dan niet voorgesteld, dat de kosten der verwarming door de kerkekas worde ge dragen, waaraan immers ieder naar vermogen moet bijdragen. Dan vervalt ook van zelf het laatste bezwaar van het betalen en geldwisse- len in de kerk ter verkryging van eene stoof voor een enkele maal. En overigens, zoolang Gods kerke strijdende en in deze gebrekkige wereld is, zal er zich telkens wel eens wat opdoen, dat terecht of te onrechte ergernis wekt, maar dat met broe derlijk overleg ook is weg te nemen. Er zyn overigens nog wel andere bezwaren, die meer van belang zijn en meer moeielijkheid veroor zaken dan de genoemde. Red. By dezen zeggen wij dank voor de blyken van belangstelling ons 27 Nov. bewezen. A. LITTOOIJ. Middelburg, 1 Dec. Ledenvergadering Dinsdag 6 December 's avonds ten 8 ure lokaal Concordia. HET BESTUUR. Prijs 50 cent; niet premieboek- werk 75 cent. Deze scheurkalender met fijn bewerkt schild en degelijken inhoud is een sieraad yoor de huiskamer. De inteekening is alom opengesteld. Aan vragen om inteekeniysten met conditiën en bestellingen worden ingewacht by den uitgever K. LE COINTRE, Middelburg. Heden verbiyde ons de Heere door de zeer voorspoedige geboorte van een welgeschapen Zoon. H. BUURMAN. G. E. BUURMAN-Mizée. Meliskerke, 24 Nov. 1898. Eenige kennisgeving. (Te laat ontvangen voor het vorige No.) Heden overleed, tot onze diepe droef heid mijne dierbare echtgenoot, Vader, Be huwd en Grootvader JANUS VERSLUIJS, in den ouderdom van ruim 65 jaar. Uit aller Naam Wed. J. VERSLUIJS geb. Meijers. St. Laurens, 27 November '98. Heden overleed na een langdurig lijden onze geliefde echtgenoote, moeder, be huwd- en grootmoeder JOHANNA WILHELMINA CENSE, in den ouderdom van byna 69 jaren. Gapinge, 26 November 1898. Uit aller naam: N. VERHULST JKz.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1898 | | pagina 3