KERK. 7e Jaargang. YR1JDAG 2 DECEMBER 1S98. No. 47. Y/eekblad gewijd aan de ^Belangen der Pereformeerde JCerken in peeland, oord-brabant en j^imburg. Ds. J. HULSEBOS. en Ds. A. LITTOOIJ. Uit de Heilige Schrift. by de Kerken in Nederland zoo gunstig aan geschreven, dat hy, toen Gent aan Farma overging, te Middelburg beroepen en door de Zeeuwsche Kerken naar de Haagsche synode werd gedeputeerd, welke synode hem tot haren praeses verkoos. Korten tijd later werd hy hoogleeraar der godgeleerdheid te Heidelberg, alwaar hy in 1594 overleed. Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze KoningHij zal ons behouden. Jesaja 33 22. ONDER REDACTIE VAN Doch Samuel zeideHeeft de HEERE lust aan Brandofferen en Slachtofleren, als aan het gehoorzamen van destem desHee- ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen. 1 Sam. 15 22. Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos. 3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent.. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uitgever: K. LE CO INT RE MIDDELBURG. Berichten, Advertentien enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den Uitgever in te zenden. PSALM L. II. En al wie vrucht draagt, die reinigt Hij, opdat zij meer vrucht dragen. Joh. 15 26. De Heere zijn volk vermanende, bestraffende, maar ook vertroostende. Dat is de inhoud van het tweede deel des psalms van vers 7 tot vers 15. Ook kunnen wij dit noemen het oor deel, dat Hij, die de harten kent en de nieren proeft, doet gaan over het huis Gods tot nadere ontdekking en leering. De kinderen Gods leven steeds voor het oog van Hem, die tusschen de gouden kandelaren wandelt, de H. Geest leert hen rekening te houden m6t het oordeel Gods, dat nu is over kerk en wereld en eenmaal zal worden voltrokken. En dan vermaant de Heere hier zijne kerk tot de rechte en zuivere aanbidding in Geest en Waarheid. Zij moeten meer en meer ver staan, dat in het'uitwendige het wecen van den dienst en de aanbidding Gods niet ligt. En dit spreekt zich hier juist zoo krachtig uit, om dat de psalmen zijn gegeven in den tijd, dat Gods kerk nog in ceremoniën werd geleid en onderwezen. Hoort mijn volken Ik zal spre ken; zoo vangt het onderricht aan. Israël en Ik zal onder u betuigen, Ik God, ben uw God. Het is dus de Heere, die zijn gekend volk onder wijst. En nu had het volk zich ook gewisse- lijk voor den Heere te verootmoedigen om de onvolkomenheid en het gebrek in den uitwen- digen dienst, die toch altijd aan den innerlij- ken dienst des harten verbonden is. Maar de Heere komt hen aanstonds voor en zegt, dat dit uitwendige in zijn oog het minste is en Hij over hunne tekortkomingen daarin nu niet zal handelen, (hoewel daarover ook gewisselijk verzoening geschieden moet.) Zoo heet het dan Om uwe offeranden zal ik u niet straffenwant uwe brandofferen zijn steeds voor mij. De Heere erkent den ijver, die in het brengen van brand offer wordt getoond. Maar dit moest 's Heeren volk nog eens wederom hooren en steeds die per verstaan, dat het offer op zich zelf, al wat tot den uitwendigen dienst behoort als zoo danig, den Heere niet kan behagen. Daarom heet hetIk zal uit uw huis geen var nemen, noch bokken uit uwe kooienwant al het gedierte des wouds is mijne, de beesten op duizend ber gen. Ik ken al het gevogelte der bergen, en het wild des velds is bij mij. Zoo mij hongerde, Ik zou het u niet zeggen, want mijns is de wereld en hare volheid. Zou Ik stierenvleesch eten of bokkenbloed drinken? Hoe nederbuigend goed spreekt hier de Heere, om zijn volk iets van zijne grootheid en majesteit te doen verstaan. Om dit alles gaat het niet by den Heere. Het ceremonieel zoenoffer had alleen beteekenis, wanneer het in verootmoediging over de zonden en de ongehoorzaamheid des geloofs als zinne beeld, ziende op Christus, werd gebracht. En de dankofferen hadden slechts waarde als uiting van het met God verzoende en door Zjjnen Geest vernieuwde hart. Hierop kwam het dus aan, dit is de ware dienst, waartoe de Heere zijn volk roept en bekwaamt, dit is de aanbid ding in Geest en WaarheidOffert Gode dank. De offers Gods zijn een verbroken geest, een ver broken en verslagen hart zult Gij, o God! niet verachten, (ps. 61 19.) En zulk een verslagen hart wordt ook een dankend hart. Het is de rechte weg, om God te dienen, zooals het ook de Heilige Geest zegt by Hosea Neem deze woorden met u en bekeer u tot den Heerezeg tot HemNeem weg alle ongerechtigheid, en geef het goede, zoo zullen yyij betalen de varren onzer lippen, (Hosea 14 3), hetwelk in het Nieuwe Testament aldus wordt verklaard Laat ons dan door Hem (Christus) altijd Gode opofferen eene offerande des lofs, dat is de vrucht der lip pen, die zijnen naam belijden. (Hebreen 13 15.) En, volgt daar nu in onzen psalm, betaalt den Allerhoogste uwe geloften. Dit is nu het dankoffer op de rechte plaats. Gelijk het ook heet in psalm 51 21Dan zult Gij lust heb ben aan de offeranden der gerechtigheidaan brandofferen een offer, dat gansch verteerd wordt dan zullen zij varren offeren op uw altaar. En zalig nu het volk, welks God de Heere is. Hy is en blijft de Helper in den nood, die uit zoo grooten nood verlost, die van zijn volk het uitgelezen goud en het krachtig zilver wil zijn. B(j den rijkdom zijner genade over ons, valt, wat wij doen in zijnen dienst, gansch en al in het niet weg. Zalige dienst des Heeren Zalig wie zich geheel aan Hem toevertrouwt en Christus tot zijn deel heeft. Hoort, hoede Heilige Geest den ganschen dienst nog samen vat in deze woordenEn roept mij aan in den dag der benauwdheidIk zal er u uithelpenen Gij zidt mij eeren. Welk eene heerlijke belofteUit allen nood verlost, God eeuwiglijk te loven en te prijzen Hulsebos. Uit de geschiedenis der kerk. De nationale synode van 's Gravenhage. 1586. I Wij vinden nu gelegenheid, om onze schets jes uit de geschiedenis onzer Gereformeerde Kerken eens wederom voort te zetten. Wy meldden onzen lezers 't laatst de opening van voormelde synode op 20 Juni 1586. Laat ons nu eerst eens wat mededeelen van de leden dier synode. Het mag gezegd worden, dat deze synodale vergadering uit een aantal beroemde godgeleerden heeft bestaan. Zelfs nog vóór den praeses synodi staat Saravia ver meld. Niet weinigen waren uit de Zuidelijke provinciën afkomstig of hadden daar een tijd lang gearbeid en met vele bezwaren geworsteld, zooals Traxinus, Bastingius e. a. Enkelen, zoo als Modet, waren daar zelfs dicht bij de vlam men der brandstapels geweest. Hoewel ook een enkele naam onder de afgevaardigden of als getuigen opgeroepenen voorkomt, die aan de latere Remonstranten doet denken, zoo waren allen over 't geheel mannen van beproefde recht zinnigheid. Onder de uitmuntende leden mag vooral Jacobus Kimedonk worden genoemd. Hij was praeses der synode. Geboortig uit Brugge had hij gestudeerd onder Ursinus. Hy werd dienaar des Woords te Gent en was daar tevens professor aan de doorluchte school. Hy stond Het wekt verwondering, dat zoover men kan nagaan slechts twee ouderlingen onder al de afgevaardigden waren, Philippus Cornelis uit Amsterdam en een zekere Jasper (oflepe Ja- cobsen) van een Friesch dorp. De Middel burgsche synode had toch duidelijk bepaald, dat even veel ouderlingen als predikanten naar de synode zouden worden afgevaardigd. Ook de graaf van Leicester spreekt in zijnen oproepingsbrief zoo wel van ouderlingen als van predikanten, ja zelfs van diakenen. Verschillende oorzaken kun nen hiertoe hebben bestaan. Misschien waren de ouderlingen te veel op de hand der Staten, of niet standvastig genoeg in de leer. Misschien was er by hen zeiven opzien tegen de Verga dering. De Walsche synode te Amsterdam had ook twee ouderlingen afgevaardigd, die echter niet zyn verschenen. Voorts waren tegenwoordig: gedeputeerden van graaf Leicester, als landvoogd. Zij waren tegenwoordig als commissarissen politiek met adviseerende stem en met het recht om tus schen beiden te komen, indien de vergade ring andere dingen mocht willen gaan behan delen, dan tot hare bevoegdheid behoorde. Zij waren Adolf van Meelkerken, gewezen presi dent van Vlaanderen en Brabant, een man van veel ervaring en bekwaamheid, zeer bedreven in de Grieksche en Latijnsche talen, in oudhe den, rechtsgeleerdheid en staatkunde. Hy was met den praeses der synode bevriend en den landvoogd toegedaan met hart en zielAdriaan van der Mijle president van den hove van Hol land, om zyne groote geleerdheid en y'verige godsvrucht by allen geacht en bemind en Dr. James, die by de vereeniging der St. Jacobs- kerk met die der zoogenaamde consistorianten te Utrecht genoegzaam had getoond, dat hij aan de zijde der laatstgenoemden stond. Van wege de Staten generaal waren geene com missarissen aanwezig. De zittingen der Haagsche Synode hebben zeven weken geduurd en daarna is de opge stelde Kerkenordening aan den graaf van Lei- cester aangeboden. Zonder verwyl heeft de Landvoogd de hem overgeleverde Kerkenorde ning aan de algemeene Staten gezonden, die haar wederom aan de Staten der afzonderiyke provinciën hebben overgemaaktmaar om de behandeling en approbatie dier Kerkenordening- krachtiger aan te dringen en wenschende alles zoo spoedig mogelyk in de kerken op gelyken voet te brengen, heeft de landvoogd niet langer dan vier dagen na de verzending aan de gene rale Staten de Haagsche Kerkenordening al vast voorloopig goedgekeurd. De goedkeuring der Algemeene Staten liet zich wachten. Eenige predikanten verkondigden van den predikstoel, dat de graaf naar Engeland vertrok met groot miscontentement over de Staten. Toen er nu hier en daar oproer dreigde, wilden de Staten van Holland zich wat accor- deeren naar den tyd en hebben de Haagsche Kerkenordening, al was het dan tot wederseggens

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1898 | | pagina 1