Uit de Heilige Schrift.
Belijdenis en School.
VRIJDAG 11 NOVEMBER 1898.
Ds. J. HULSEBOS, en Ds. A. LITTOOIJ.
Ie Jaargang.
No. 44.
^VeEKBLAD GEWIJD AAN DE |3eLANGEN DER pEREFORMEERDE [(ERKEN
IN ^EELAND, J^OORD-j^RABANT EN J^IMBURG.
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze Koning; Hij zal ons
behouden.
Jesaja 33 22.
ONDER REDACTIE YAN
Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos.
3 cent. Advertentiën van 1—5 regels 30 cent, Iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent
Doch Samuel zeideHeeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als
aan het gehoorzamen van destem desHee-
ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen.
1 Sam. 15 22.
Uitgever:
k. le cointre
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentien enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den
Uitgever in te zenden.
HOOGTEN.
Evenwel werden de hoogten
niet weggenomen want het volk
had nog zijn hart niet geschikt
tot den God zijner vaderen.
2 Kronieken 20 33.
In Israels eeredienst stond de eenheid hoog,
en vooral in dien tijd der ceremoniën en der
verwachting kwam het niet achten dier eenheid
als groote zonde, en ris hebbende schromelijke
gevolgen, uit.
In de woestijn vertoonde Israël, rondom den
tabernakel gelegerd, zyn ware eenheid. In
Kanaan gekomen werd bij den gedurigen afval
de eenheid al meer en meer geloochend.
Dan vinden wy den tabernakel te Silo, dan
weder te Nob en te Gibeon, droeve jaren wer
den doorgebracht, toen om de zonden des volks,
om de zonden van Eli's huis ark en taberna
kel gescheiden waren.
David treedt op in ijver voor Gods huis. De
ark wordt opgebracht naar Zlon. Salomo bouwt
het huis, den tempel en ziet daar nu, naar Gods
bevel, het heerlijk, zichtbaar middenpunt van
Israëls eenheid, waarom het zich in den ge-
loove moest scharen.
Toch wordt het offeren op eigenwillig geko
zen hoogten voortgezet, maar treedt nu ook
in al deszelfs zondigheid aan het licht. Want,
wel werd er aan den Heere geofferd en wist
men veel van die hoogten, als ook reeds door
de vaderen bezocht, te verhalen, maar de Heere
toornde over het weerstaan van zyn heilig be
stel en in de volgende geslachten openbaarde
zich tweespalt, beeldendienst, afgodery en ver
banning uit het land der vaderen.
Israëls godsvruchtige koningen waren ook
reformatoren. Maar het gelukte hun niet ook
dien hoogtedienst te doen ophouden. Joaaphat
had wel de heidensche hoogten en bosschen
weggenomen (2 Kronieken 17 6), maar zoo
staat hier van de hoogten van Gods volk
Evenwél werden de hoogten niet weggenomen.
De eigenwilligheden bleven. Het volk had nog
zijn hart niet geschikt tot den God zijner vaderen.
Het was wederom Hervormingsdag. Hoe-
vele zulke dagen zyn er niet al geweest. Ook
in onze dagen gaf de Heerereformatie. Wy
klagen over gemis aan geestelyk leven. Zou
het niet zy'd, omdat de eenigheid des waren
geloofs zoo weinig wordt gesmaakt en geoe
fend Zouden er aan die rechte eenheid ook
niet nog hoogten van eigenwilligheid in den dienst
des Heeren in den weg staan En wat heb
ben die hoogten eenen nasleepBeproeven wij
ons nauwEn worden onder ons door Gods
genade de hoogten weggenomen
Hulsebos.
Ds. van Melle, predikant te Sluis, schrijft
naar aanleiding van het voorstel van Dr. Wa
genaar zeer sympathetisch, maar maakt de
opmerking, die hier volgt
„Er is belangryk verschil in de waardeering
van die vaststaande uitdrukkinghet goddelijk
gezag der Heilige Schrift.
„Indien gy my veroorlooft mijne waardee
ring er van te behouden zonder daarom de
oprechtheid te verdenken van myn hartelyke
instemming met het tweede deel der formulee
ring de beiydenis van Jezus Christus als den
Zone Gods, dan heb ik geen bezwaar.
„Maar indien my die vryheid niet gelaten
kan worden, dan zou ik aan de oprechtheid te
kort doen, indien ik den schijn aannam van
het eens te zijn met de populaire opvatting van
bedoelden term.
„Daarom zou ik u in overweging willen
geven: ruim deze moeiiykheid uit den weg
door enkel te vragen de belijdenis van Jezus
Christus als de Zone Gods, door wien wy allen
kunnen behouden worden. Hij is het middel
punt van ons gemeenschappeïyk geloof, onze
hope, onze liefde."
De Nieuwe Sprokkelaar(een blad, dat door
onze herv. vrienden te Rotterdam uitgegeven
wordt), zegt hierop:
„Wy wezen er reeifa op hoe het kerkeiyk
liberalisme van 1834 tot heftig kerkeiyk soci
alisme op den kansel in 1898 is gedaald, con
sequent doorgaande.
„By het bezwaar van ds. v. Melle meenen
wy dezelfde herinnering te mogen brengen.
By den stryd tusschen de rechtzinnigen en de
Groninger school waren het de beiydenisschrif-
ten, die het by de laatsten ontgelden moesten.
Later kwamen onder de rechtzinnigen ook de
ethisch-irenischen in verzet tegen hetconfessi-
oneele standpuntthans is het zoover gekomen
onder de rechtzinnigen, dat de H. Schrift geen
onvoorwaardelyk vereenigingspunt voor hen
meer wezen kan. Het schrijven van ds. v.
Melle maakt dit met beslistheid duideiyk.
„De H. Schrift geen vereenigingspunt meer,
daar sommigen (geloovigen haar geen godde-
lijk gezag toekennenWat de Hervormers
hierby zouden zeggen
„De belydenis van Jezus Christus als den
Zone Gods moet de grondslag der samenwer
king zijn. 't Hangt er maar van af waarin
deze belydenis zich grondt: in een absoluut
gezaghebbende Godsopenbaring of in een vrome
mystiek die zelf de waarde der openbaring be
paalt.
„Biyft men bedoelen den Christus der Schrif
ten, zooals deze Hem in zyn persoon en werk
openbarenook van die des Ouden Verbonds,
geiyk Hy daar reeds optreedt in de Messiaansche
(geen legendarische maar historische) profetiën
to beginnen met Genesis 3 Of bedoelt men
den Christus losgemaakt van de H. S., daaruit
gelicht en dan geplaatst in het licht van het
geen een onbestand inwendig getuigenis aan de
hand der wetenschap als Godsopenbaring meent
te mogen erkennen Met andere woorden, er
kent men die Schriften als objectief waar, als
waar in zichzelven, of slechts als subjectief
waar, waar voorzoover eigen wetenschappelyk
inzicht en vroom gemoed de waarheid er in
aanwyzen
„De historische waarheid aangaande perso
nen of zaken die wy slechts uit het geschied
verhaal kennen, wordt bepaald door de mindere
of meerdere echtheid der bronnen, en nu be
staat er voor de geschiedenis van den Christus
maar ééne bronDe H. Schrift.
De By bel, ons nagelaten door het vrome voor
geslacht, dat goddeiyk gezag hem toekende, dus
geen grondslag van samenwerking meer voor
de geloovigen van dezen tijd Ons dunkt de
mannen die zich nog altyd tot de rechtzinnigen
gerekend willen zien, maar wier wetenschap-
pelyke kennis hen belet, om aan de H. Schrift
goddelijk gezag toe te kennen, moeten wel
medelydend de schouders ophalen by de onnoo-
zelheid van het voorgeslacht.
„En hoe komen de orthodoxen van de be
kende jongere Bybelcritiek te staan tegenover
de schryvers van het N. Testament?
En hoe tegenover Jezus Christus den Zone
Godsmet Zyn woorden o. a. in Joh. 5 39,
en Lukas 25 25—27. Geloofde Jezus toen
zelf niet aan het goddeiyk gezag der Schriften
waar hij toen naar verwees?
„De H. Schrift geen goddeiyk gezagWaaraan
zal dan de gemeente moeten toetsten hetgeen
de prediker verkondigt Protestanten behooren
nu eenmaal niet roomsch te wezen en alles
waar te noemen omdat heerom het zegt. Helaas,
dat sommige protestanten hetzelfde doen. Maar
weet gy dan niet, zal de een of andere „recht
zinnige" doctor theol. ons toeroepen, dat wy
den norm (toetssteen) der waarheid in onszel-
ven omdragen Dit is nu wel geruststellend
voor degenen die, als onlangs een wysgeerig
gevormd onderwyzer eener christeiyke school
deed, kunnen verklaren: „dat is ons uit het
harte gesproken", maar hoe nu diegenen die,
als de Bereeërs niet zoo wetenschappelyk ont
wikkeld zyn en daarom altijd nog biyven heen
zien naar den troostbybel van hun vader, die
biymoedig op dat Godsgetuigenis, gelijk dat
Boek voor hem was, het hoofd tot sterven
neerlegdenaar dien troostbijbel hunner moe
der, die met de gevouwen handen op dat Boek
rustende, voor hen bad Wy voor ons zou
den zeggenlaat al die wijsgeerig gevormde
(dominé's) praten en doe als de Bereeërslaat
de Bybel van uw vader, van uwe moeder ook
u de eenig betrouwbare, de echte toetssteen
zyn. Gy mocht eens gevaar loopen den echten
diamaDt in te ruilen voor den valschen.
„De Heilige Schrift geen goddelyk gezag
hebbende, is men het eenige wapen kwyt waar
door Rome te treffen is Is het wonder
dat by een Schriftbeschouwing als de hier be
sprokene en welke thans schynt gepopulari
seerd te worden, de Bybelkennis in de Ge
meente hoe langer hoe oppervlakkiger en ge
ringer wordt? Is het wonder dat volgens
het getuigenis van een bekend hoogleeraar
studenten by het examen in de kennis der
bybelsche geschiedenis zeer onbeholpen kunnen
zyn
Wat de Sprokkelaar hier zegt, beamen wy
van ganscher harte. Littooij.
De Volksvriend, een Amerikaanech blad, be
richt ons den dood van den missionnairen die
naar des Woords, P. J. Zwemer, zoon vanDs.
A. Zwemer. Deze A. Zwemer vertrok in de
kracht zyns levens van Oostkapelle (Walcheren)
naar Amerika, werd daar predikant en was er
op verschillende plaatsen zeer gezegend werk
zaam, ja nog is hy er in de bediening des Woords
met yver bezig.
Meer dan één zyner kinderen gaf zich voor
den dienst des Heeren onder de Heidenen en