Uit de Heilige Schrift.
Belijdenis en School.
VRIJDAG 28 OCTOBER 1S98.
No. 42.
Ds. J. HULSEBOS, en Ds. A. LITTOOIJ.
7e Jaargang.
EEKBLAD GEWIJD AAN DE ^BELANGEN DER pEREFORMEERDE J^ERKEN
IN ZEELAND, pOORD-BRABANT EN J^IMBURG.
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze KoningHij zal ons
behouden.
Jesaja 33 22.
ONDER REDACTIE YAN
Doch Samuel zeideHeeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als
aan het gehoorzamen van de stem des Hee-
ren Zie, gehoorzamen is heter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen.
1 Sam. 15 22.
Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos.
3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LE CO INT RE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentien enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, by den
Uitgever in te zenden.
BOEZEM-ZONDE.
Zie, ik ben in ongerechtig
heid geboren, en in zonde
heeft mij mijne moeder ont
vangen.
Zie, Gij hebt lust aan waar
heid in het binnenste, en in
het verborgene maakt Gij mij
wijsheid bekend.
Psalm 51 7, 8.
Ons farizeeuwsch hart schuwt psalmen als
den een en vijftigsten. Neen zoo denkt het
deze zijn voor gevallenen als David, toen hij
tot zoo zware zonde kwam. En reeds is het
„Ik dank li Heeredat ik niet ben een dief of
een hoereerderop de lippen.
Maar worden wy waariyk ontdekt, dan vin
den wij ook in Psalm 51 ons beeld. En,
afgedacht van Davids val, vinden wy daar eene
diepe ontdekking aan ons zondaars bestaan. Ja,
deze Psalm peilt den bodem van onze kwaal.
In onze geboorte en ontvangenis ligt onze
levensaanvang en de eigenaardigheid, van wat
men noemt ons karakter. Het karakter is de
eigenaardige vorming, het graveersel, het ge
laat onzer ziel. En door onzen afval in Adam
zijn wij in ons karakter, in de gelaatsplooien
onzer ziel, zondig.
En dit leert Gods kind by Geesteslicht meer
en meer verstaan en belijden in zijn gebed,
in zijn stryd, in zyn behoefte aan voldoening
en verzoening. Aan die belijdenis, aan die
waarheid in het binnenste heeft de Heere lust,
Hy, Die deze ontdekking in het verborgen doet,
maar ook de hyzop tot reiniging der ziel doet
kennen en alzoo wijsheid bekend maakt.
In de wedergeboorte vernieuwt God *den
mensch van den grond op. Hy reinigt en
herstelt en heiligt het karakter, de ziel in hare
graveerselen. Hij wordt vernieuwd in Christus
naar zijn beeldMaar nu ligt ook het diepste
van den strijd op den bodem der ziel, daar
worstelen de oude en de nieuwe mensch.
En zoo duurt ook de strijd 't langst, ja tot den
jongsten snik.
En nu juist in datgene, waarin zich 't nieuwe
leven 't meest openbaart, daar zien wij ook
vaak de schaduw, het overblijfsel der verdor
venheid, der karakter zonde.
Vergete Gods volk het toch nooit, dat zij
zulke worstelaars zyn, en zien zy toch ook
steeds zulke worstelaars in elkander
En zijn er nu geene zonden, die 't kind Gods
bitterder kwellen dan de boezem-zonden. Chris
tus heeft ook voor die zonden voldaan en het
welbehagen Gods is, u te reinigen door Zijnen
Geest geheel en al, opdat gij in onverderfeiyk-
heid Hem verheeriyken moogt.
Hulsebos.
„Daar is een weg, die iemand
recht schijntmaar het laatste
van dien rijn wegen des doods."
Spreuken 14 12.
De weg des doods, die recht schynt, valt in
vele wegen uiteen daarom luidt het„Het
laatste van dien zyn wegen des doods."
De wegen des doods zijn dus vele, en helaas,
ze worden al de eeuwen door velen bewandeld.
Kain en zijne nakomelingen, ach ja, zelfs vele
van de nazaten van Seth en Enos kozen en
bewandelden den weg, die recht schyntdoch
de zondvloed bewees en deed hun ervaren, dat
het laatste van dien wegen des doods zyn.
Toen het, na den zondvloed, den menschen
niet goed dacht, God in erkentenis te houden,
en zij zich aan de zonde der afgoderij over
gaven, kwamen zij hoe langer hoe meer in een
staat van verblinding, verharding, bestialiteit
en inzinking, zoo zelfs dat zij in de schaduwen
des doods neder zaten. Zij waren, geiyk vóór
den zondvloed, aan hun einde gekomen, het kon
zoo niet langerhet licht, de kracht en het
leven der algemeene gratie was verzondigd, ja
de wereld der heidenen was aan Sodom en Go-
morra geiyk geworden. Het laatste van den
weg, die recht scheen, werden weder wegen des
doods bevonden. Doch toen de volkeren zoo
af- en uitgeleefd fh ,tot aan den dood gekomen
waren, verscheen Hij, die het licht der heide
nen heette, en door het j licht, dat van Hem
uit- en ook over deze volkeren opging, trad de
dood terug en werd nieuw leven als over hen
uitgestort.
Liep hun weg, d. i. de weg, die recht schynt,
ten slotte by vernieuwing uit op de wegen des
doods, het was de ontferming Gods, in den
Beloofde, die thans redding bood.
Benevens de volkeren der wereld ervoer
ook het door God uitverkoren volk, het volk
uit Abraham gesproten, dat de zelfgekozen weg,
de weg die recht schynt en alles belooft, in
wegen des doods eindigt. Eerst toch ging het
ryk der tien stammen verloren, en ruim een
eeuw later moest het ryk van Juda het afleg
gen en in ballingschap gaan. En indien de
God der vaderen niet zyns verbonds ware ge
dachtig geweest, zou èn het godsdienstige èn
het staatkundige leven der beide ryken verlo
ren en in het leven van de volkeren der wereld
voor altoos op zyn gegaan.
Ach, ook na de verlossing en wederkeering
uit Babel, toen het heldengeslacht der Macca-
beën uitgestorven en vergeten was, koos het
zoo rykbeweldadigde volk nog eens den weg,
die recht schyntimmers in eigen gerechtig
heid, ongeloof en wereldzin verliep het zich
maar het was ook dientengevolge aan het einde
van de paden des doods genaderd, in de ure,
waarin van het welbehagen Gods in menschen
door de engelen des hemels gezongen werd.
Als Lucas den jammerlijken toestand be-
schryft, luidt het: „Om te verschynen den
genen, die gezeten zyn in duisternis en scha-
duwe des doods."
Zóó verblind en verhard was het volk ge
worden, dat het mogeiyk bleek, dat de Hooge-
priester, die zeide „Het is nut, dat één voor
het volk sterftopdat niet het geheele volk
verloren ga", byna allen aan zyne zyde kreeg,
en dat zij riepen met luider stem „Zyn bloed
kome over ons en onze kinderen." Doch dat
het laatste van dien weg wegen des doods zyn,
zien wy in de ontzettende oordeelen Gods, die
sinds en al deze eeuwen door over deze eigen
wijze nakomelingen van Abraham zyn gekomen.
Niet anders leert het ons de geschiedenis der
Kerken des Nieuwen Verbonds.
De Kerken toch, die niet bleven by de ge
hoorzaamheid des geloofs, maar den weg in
sloegen die recht schijnt, werden eerst krach
teloos en hielden ten slotte op alszoodanig te
bestaan.
Zoo was, naar de Schrift en de geschiedenis
ons leeren, het historisch verloop van de zeven
gemeenten in Klein-Azië.
En wat is er van Rome's kerken geworden,
sinds zij Christus niet in alles als Koning heb
ben geëerd Gelijken zij niet op witgepleisterde
graven? Ja, sterft ze niet weg, maakt onge
loof en wereldzin zich niet van haar meester,
daar, waar zy het eerst, het langst en het meest
algemeen is aangehangen, d. i., bij de Latynsche
volken Zijn, trots haar leer en leven en alles
wat er recht schijnt, de volken harer belydenis
niet ontzield en op de paden des doods gekomen
Hoe diep moet men beklagen en zich tegelijk
verbazen over den heer Ds Bruna, die, in weer
wil van dit alles, in Rome's kerk de kerk naar
den Woorde Gods, dus de kerk van Christus
ziet.
Dat God te dienen, naar Zijn Woord, de eenige
weg des levens is, dat is gezien in Schotland en
in Engeland, en in onze eeuw in Nederland,
sinds de kerken en, als deze niet wilden, de
personen, volgens het ambt der geloovigen, met
het ongoddelijk genootschap en zijne besturen
hebben gebroken ja, sinds zy met de organisatie
gebroken en de besturen de gehoorzaamheid
opgezegd hebben, teneinde alles te kunnen
doen, wat de Heere ons voorgeschreven heeft.
Ach, hoe vele jaren scheen de weg recht,
meende men te moeten blijven en onder pro
test te moeten gehoorzamen, teneinde, zooals
het heette, de kerk in de kerk te herstellen.
Doch men liep vast, „het laatste van dien",
bleken „wegen des doods" te zijn. Gelukkig,
als dat ons biykt vóór het te laat isals dat
blykt, wanneer wij, door Gods genade, den strik
nog breken en ontkomen kunnen.
Maar hoe diep ongelukkig, indien zy, die ont
komen waren, zooals Ds. Wiersma, Ds. Postma,
Ds. Bos, Ds. Vethake, Ds. Boonstra en Dr.
Hoedemaker, by vernieuwing tot dezen weg,
die recht schynt, wederkeeren
Ten slotte moeten zij, gelyk Dr. Hoedema
ker vóór etteiyke weken deed, weer tot de er
kentenis komen, dat er geen herstellen aan is,
dewyi de organisatie niet deugt. Is men daar
van overtuigd geworden, dan vervalt men
allicht, vermits de kracht verspeeld is en zel
den weder ontvangen wordt, tot lydelijk wachj
ten en tot het systeem van uitzieken. Zoo gaan
de jaren voorby, en leeft en sterft men, althans
in dezen in ongehoorzaamheid.
Met de conservatieven en liberalen was het
en is het, byv. ten opzichte van het onderwys,
insgelijks een kiezen en voorstaan van een
weg, die recht schyntdoch waarvan ook kan
en moet gezegd worden: „Het laatste van dien
zijn wegen des doods". Ryk in en opgetogen
over den weg, dien zy gevonden hadden, schre
ven zy er boven Christendom boven geloofs
verdeeldheid.
En dezen weg scheen hun zóó recht, dat zy
meenden indirect ieder te mogen dwingen, hem
te kiezen, althans te gaan. Op en door dezen
weg toch zou er verbroedering, eenheid en
vrede, gezonde ontwikkeling, veredeling en wel
vaart komen, de gevangenissen zouden dien-