beweren, maar wèl tegenspreken. Immers, met verloochening van de gehoorzaamheid aan Ko ning Jezus verschuldigd, geeft de Heere ons geen idealen. De idealen nu die wy niet van Hem hebben, maar die wy zeiven hebben ge creëerd worden niet verwezenlijkt. De Kerk in 't Genootschap te herstellen, de Staatsschool christeiyk te maken en de libe rale party tot de christelyke historische begin selen te bekeeren hoe vele jaren was het reeds het ideaal, of wilt gy de illusie. Zoodra het echter zóó geworden is in 't Ge nootschap, in de School en in de party, dat men er God niet meer belijden en dienen kan over eenkomstig zyn Woord moet men er uitmoet men er uit, omdat men met de geboden Gods niet transigeeren of ze ter zijde stellen mag, ter verwezenlijking van ons ideaal. Daarenboven is het sinds jaren gebleken en blykt het nog dat het illusiën zynimmers in het Genootschap ('t creatuur van Willem I) werd de bestuursmacht steeds hemeltergender, de afwykingen meerder en het ongeloof dries ter bij leervrijheid kwam belijdenisvryheid, en daarby in onzen tyd, geheel consequent, de vrij heid om slechts zoogenaamd te doopen, dat is eigenlyk, om niet te doopen. Dat de Staatsschool christeiyk te maken ins- geiyks tot de illusiën behoort, zullen, zoo niet de liberalen, dan hunne kleinkinderen, de socia listen, die haar hier en daar reeds in beslag namen, wel zeggen. En dat de liberale party wel van dr. Bronsveld c. s. gediend wil zijn, maar er niet aan denkt, om de christelijke his torische beginselen tot de hare te maken komt telkens uit, 'als de verkiezingen voorbij zijn en zij niet behoeft te vleien maar zich ridderlijk uitspreken kan. Lees bijv. slechts wat de Middelburgsche Courant in haar nummer van 17 September aan het adres van dr. Bronsveld schryft. Het luidt „Dr. Bronsveld en velen met hem worden verontrust door het afnemen van het plicht besef, van de bereidwilligheid om te dienen, van den eerbied voor het menschenleven, van de vreeze Gods. Duizenden omhelzen een materialistische wereldbeschouwing, welke de dood is van alle poëzie, van alle geestdrift, van alle zelfverloo chening. In hoe veel gezinnen, door hoe vele jonge menschen wordt niet meer gebeden, niet meer geloofd aan de eeuwige dingen Utiliteit wordt meer en meer de drijfveer van veler han delen." Dr. Bronsveld is in deze vrij eenzydig, mee- nen wy. Hy maakt zich schuldig aan de tegenwoor dig in de mode komende zucht om allen, die niet meegaan met de kerkelijke menschen, en in 'tbyzonder met hem en de zynen, o ver een kam te scheren en hun alle poëzie te ont zeggen. Onder hen die wél bidden, die wèl gelooven, vinden wy duizenden, wier daden ook niet ge tuigen van zelfverloochening, poëzie, geestdrift, maar die slechts voor eigen materieele belan gen oog en oor hebben. Voordeel te behalen of hun eigen belang te bevorderen, is hun streveneen goed en ge makkelijk leven te hebben hun eenig doel. En dat geschiedt dan onder het masker der z.-g. vroomheid. Daar schuilt de ware poëzie stellig niet. En juist het toenemen van dien geest van schijnheiligheid oefent een verderfelijken in vloed op ons maatschappelyk leven uitdaarin ligt het groote gevaar voor de samenleving. Hierop mochten dr. Bronsveld en vele van zijn ambtgenooten wat meer letten. Wij begrijpen niet waarom, zooals hy beweert, de troon onzer Koningin niet vast zou staan als zy alleen steunen moest op de trouw der door hem bij voorkeur gestempelde „materia listen." Bij hen vindt men evengoed poëtische, brave, goede menschenmet een hart voor hun medeschepselen; bezield met liefde voor het algemeen, met warmte voor het goede. Als dr. Bronsveld en de zijnen eens minder eenzydig warende eenheid, by verschil van gevoelen, trachtten te bevorderen, het zou er vrij wat beter in de wereld uitzien. Van zelf zouden dan de goed-gezinden, die nog gevoel hebben voor algemeene menschen- liefde, hetzy zy bidden of niet bidden, óf zy gelooven of niet gelooven aan andere dan we- reldsche diDgen, elkaar meer en meer vinden en leeren waardeeren. En dit zou het algemeen zeker ten goede komen. Die geest dringt trouwens al, zij het ook langzaam, meer en meer door. Wy zien daarom de toekomst niet zoo somber in als dr. Bronsveld van zijn eenzydig stand punt." Inderdaad dr. Bronsveld heeft zich vergist. Hij zaaide wind, en oogst storm. Voor hen, die niet gelooven, niet bidden, niet ter kerk gaan, maai- zich, naar Jezus voorzegging, gelijk in Noach's dagen materialisten betoonen, neemt de redactie van de Middelburgsche Courant het op, en bestrijdt dr. Bronsveld. Zij ziet, het ongeloof in bescherming nemende, de toekomst niet zoo donker in. Welnu, bij gelegenheid der verkiezingen is door ons altyd beweerd, dat het onderscheid tusschen ons en de liberalen juist daarin was gelegen. Met dr. Bronsveld toch zien wij de toekomst donker in, naarmate het ongeloof de overhand verkrygt. 'tls daarom, dat wij het zoo onbe- grypelyk en onverantwoordelyk vinden, deze mannen in de hand te werken en met hen saam te gaan. Wij kunnen en mogen het niet om des beginsels wille. Destryd gaat niet om byzaken, maar om hoofdzaken. Met God, den God der Schriften, voor Neder land en Vorstenhuis is en blijft onze leuze. Littooij. VARIA, Naar wij vernemen heeft de Chr. Jongel.-Ver. Spr. 23 23a te Middelburg besloten om ge durende de a. s. wintermaanden eenige lezingen te houden over belangrijke onderwerpen door bekende en geliefde sprekers. De eerste lezing zal D. V. plaats hebben op 26 October a. s., waarbij als spreker zal op treden Dr. L. H. Wagenaar van Middelburg die tot onderwerp koos: WILLEM DE CLERCQ. Zeer hopen wij dat ons volk zal toonen de goede bedoeling der Jongel.-Ver. te waardeeren. Dergelijke lezingen toch verschaffen dikwijls genotvolle en aangename avonden. Worde er een ruim gebruik van gemaakt. Wolf aartsdijk. Den 19 October a. hoopt onze geachte leeraar zyn 25-jarige evangeliebediening te herdenken. Ds. Elffers werd den 19 Oct. 1873 bevestigd (te Herwynen, vertrok in 1876 naar Hillegom, en werd den 4 Oct 1885 te Wolfertsdijk bevestigd. Tweetal te Axel ds. C. Oranje te Berkel en ds. J. E. Vonkenberg te Voorthuizen, Be)'oepen te Sneek A. ds. J. H. Donner te Nieuwdorpte Tienhoven S. Vos cand. te Am sterdam te Nieuw Loosdrecht ds. W. Mulder te Giessen Oud-kerkte Zuidland ds. M. W. C. Plet te Wezep by Zwolle Aangenomen naar Ryswijk door N. Diemer cand. te'Apeldoorn naar St. Anna Parochie door ds. G. Boekenoogen te Rozenburgnaar Emli- cheim door ds. P. D. de Groot te Meppel. Bedankt voor Staphorst door ds. C. J. Bos te Opeindevoor Oosterland door ds. A. Voogel te Goudavoor Rotterdam A door ds C. Oranje te Berkel. Ds. Bruna roomsch. Vorige week werd hier allerwege het gerucht verteld, dat Ds. Bruna die vroeger te Buurse stond en thans te Enter staat tot de roomsche Kerk zou zyn overgegaan. Zooals dat gewoonlijk gaat worden er dan allerlei verhalen by gedaan, die soms wel een kern van waarheid bevatten maar die later steeds blyken zeer overdreven geweest te zyn. Dat de papenhaters hier echter munt uit slaan is te begrijpen. Zie je wel daar heb je de macht „van Rome al!" Maar ze vergeten er by te zeggen dat voor één Ds. Bruna minstens even- zooveel roomsche priesters protestant worden, en ook zeggen ze niet dat de roomsche bevol king van ons vaderland niet in dezelfde mate aanwast als de protestantsche, zoodat Rome hier te lande slinkt. Het is voor hen echter een weinig olie om de vlam van papenhaat weer wat te doen opflikkeren en ons straks des te beter aan de mannen der revolutie, ze mogen liberalen of socialisten^heeten te kunnen verkoopen en leveren. Bezien we echter de zaak wat nuchter. Een Hervormd predikant wordt Roomsch. Welk een stap doet hij dan eigenlyk? Hij gaat over tot een kerkgenootschap, waarvan hy den H. Doop als Christelijken Doop steeds heeft moeten er kennen. Hij zou zich wel gewacht hebben een Roomsch gedoopt kind als ongedoopt over te doopen. Tot een kerkgenootschap dat steeds met hem de twaalf artikelen des geloofs beleden heeft en belijdtdat Jezus Christus erkent als de Zoon des levenden Gods, wiens bloed vergoten is tot verzoening van zonde, al zegt het ook dat er voor sommige zonden op andere wyze kan vol daan worden. Kortom tot een genootschap aan welks leer hij krachlens de beiydenis zyner Kerk veel nader stond dan aan de leer der modernen of van prof. Ritschl. Men vergelyke slechts onbevooroordeeld. En wat de kerkin richting betreft, leeft elk Hervormd predikant on der dezelfde kerkinrichting als Rome nl. de hiër archische. Art 61 van het Algemeen Reglement voor de Hervormde Kerk luidtBij de Synode berust de hoogste wetgevende rechtsprekende en besturende macht enz. Of daar nu Synode of Paus staat, levert toch geen groot verschil op. Christus wordt niet erkend die macht zelf uit te oefenen. Het verschil is dat bij Rome één persoon het voor Hem doet, in het Her vormd genootschap een college, de Synode. Werkelijk de stap van Hervormd predikant naar Rome is zoo groot niet en dat niet meerderen Ds. Bruna volgen, ligt waarlijk niet aan hun grondige kennis van de Roomsche Theologie. Wat echter het vreemde er van is Men laat het nu het volk voorkomen alsof er niets schrikkelykers ware dan zulk een overgang wat toch feiteiyk niet anders is dan een over gang naar een ander deel van de Christelijke Kerk welker doop men als Christelijken Doop erkent en waarmee men wat de voornaamste hoofdpunten der Christelijke religie betreft overeenstemt, terwijl in den overgang van kin deren uit geloovige gezinnen tot het ongeloof geen been meer wordt gezien. Een gedoopt kind naar een openbare school té zenden, mag wel. Het straks naar een heidensch gymnasium te sturen kan er ook bij door. Daarna het opeen Staats-Universiteit het in de moderne Schrift- critiek te laten onderwijzen, hoort zoo. En als dat kind dan eindelijk aan vader en moeder komt verklarenDie bybel waaruit ge me van mijn prilste jeugd onderwezen hebt is historisch onbetrouwbaar. Jezus heeft zóó niet bestaan, dat Hij Gods eeniggeboren Zoon zou zyn kan ik eenvoudig niet meer gelooven, dan kan moeder soms een traan wegpinken en vader hoofdschuddend zijn jongen vermanen, maar daar biyft het dan ook bij. Dat begint men in onze dagen zoo gewoon te worden, dat er niet meer op wordt gelet. Maar zie als iemand over gaat tot de Roomsche Kerk, die nog de waar heid onder een deksel prediktdat vindt men schrikkelijk erg. Hoe anders leert het ons de Heilige Schrift. Wie is de leugenaar, dan die loochent dat Jezus is de Christus Deze is de antichrist die den Vader en den Zoon loochent. Een iegelyk die den Zoon loochent heeft ook den Vader niet. (1 Joh. 2 22 en 23.) Een Hervormd predikant die den Zoon publiekelyk loochent, dat is niet erg. Een Hervormd predikant die den Zoon eerend, daarby nog voor een Mariabeeld zyn rozenkrans bidt, dat is vreeselijk, zoo roepen de menschen. Maar aan den bruiloftsdisch des Lams zullen Roomschen, die den Zoon beleden hebben met ons mee aanzitten en Hervormden die den Zoon geloochend hebben er te vergeefs worden gezocht. Zijge men dan toch niet de mug uit om den kemel door te zwelgen. Roepe men niet ach en wee over een predikant die Roomsch wordt, terwyi men ze by tientallen op den kansel toelaat om openlyk den Christus te loochenen. Van Ds. Bruna is er in de Room sche Kerk nog zaligheid, voor die loochenaars van den Christus nergens. Toch meene men niet dat deze stap van Ds. Bruna ons niet diep in de ziele wondt, maar op gansch andere wijze. Ds. Bruna had de waarheid lief. Ds. Bruna zocht naar waarheid. De Gereformeerde Kerken hebben de waarheid heeriyker, zuiverder dan ééne openbaring van Christus Kerk op aarde de waarheid bezit. Hebben de Gereformeerde Kerken met heur rijken schat de dolende ziel van Ds. Bruna gezegend? Ging de liefde van de Gereformeerden naar hem uit? Is zyne ziele er door verkwikt? Heeft hij ze als broeders ervaren En denke nu niemand dat hier ande ren geoordeeld worden. Tydens het verblyf van Ds. Bruna te Buurse was er geen Gereformeerd predikant dichter in zyne nabijheid dan schry- ver dezes. We ontmoetten eikaar op de ver gadering van de kiesvereeniging. Toch zou een tocht naar B. een ganschen dag in beslag ge nomen hebben en 's winters uren door de modder baggeren hebben gekost. Het bleef steeds by het plan, waarvan door nog andere omstandigheden de uitvoering belemmerd werd. Wat de Gereformeerde predikanten niet deden, deed Enters pastoor. Hy zegende de ziel van Ds. Bruna met wat hy uit zijn kerk haar aan lafenis bieden kon. Hy was getrouw in zyn

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1898 | | pagina 2