Uit de Heilige Schrift.
Belijdenis en School.
7e Jaargang.
VRIJDAG 7 OCTOBER 1898.
No. 39.
Ds. J. HULSEBOS, en Ds. A. LITTOOIJ.
EEKBLAD GEWIJD AAN DE j~)ELANGEN DER pEREFORMEERDE JCERKEN
IN ^EELAND, OORD-BRABANT EN J-.IMBURG.
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze KoningHij zal ons
behouden.
Jesaja 33 22.
ONDER REDACTIE VAN
Doch Samuel zeideHeeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als
aan het gehoorzamen van de stem des Hee-
ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen.
1 Sam. 15 22.
Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos.
3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LE COINTRE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentien enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den
Uitgever in te zenden.
MUREN ZONDER VASTHEID.
En ik trok uit bij nacht door de
Dalpoort en voorbij de Drakenfon-
tein, en naar de mistpoort, en ik
brak aan de muren vau Jeruzalem,
dewelke verscheurd waren, en hare
poorten met vuur verteerd.
Nehemia 2 13.
De terugkeer van Juda en Benjamin uit de
ballingschap van Babel is een leerrijk beeld
voor iedere Reformatie in Gods kerk. En dat
niet alleen in den voorspoed, in den goddelijken
zegen, die dezen terugkeer kenmerkten, maar
ook in den tegenspoed en in den tegenstand,
die werden ondervonden, ook in het gebrekkige
en zondige, dat het teruggekeerde volk nog
aankleefde en waartegen de dienaren en leids
lieden in 'sHeeren naam met heiligen ijver
streden.
Tegen zondige vermenging met het heiden
dom moest worden getoornd, diepe onkunde van
Gods Heilig Woord moest worden gebeterd en
Jeruzalem lag met zyn afgebrokkelde en ver
scheurde muren, benevens zijn door vuur ver
teerde poorten machteloos en tot een versmading
voor den willekeur der vijanden van allerlei
soort.
En is Gods Heilig Woord ook hierin niet een
getrouw beeld van de geschiedenis der Refor
mation, door Gods ontferming aan zijne kerk
geschonken? Gij liept wélwie heeft u ver
hinderd, zoo mag de vraag luiden, wanneer
de eertijds zoo krachtige handen slap schijnen
te hangen, men zich bij 't verkregen resultaat
nederlegt in plaats van te stryden tot dat
Amalek geheel gekrenkt is.
Het is een opmerkelijk en waarschuwend
teeken, dat haast bij iedere reformatie na eenigen
tijd de moed verflauwt en het vele, dat nog
te doen was, blijft rusten. Maar dat vele mag
niet blijven rusten. Daarom zendt de Heere
onder zijn wedergekeerd volk zijne dienaren,
die het verkeerde en de zonde ontdekken en
het volk bestraffen en ook weder vertroosten,
maar ook niet ophouden, vóór de verbetering
wederom is ter hand genomen, en de misstan
den worden verholpen. Achhoe menigmaal
zijn de handen des volks slap geworden, zoo
dat hun het stempel van aëmachtige Joden werd
afgedrukt, maar hoe menigmaal zyn die handen
ook weder gesterkt en geschiedden er won
deren van liefde en toewijding, tot beschaming
en verwondering der vijandenDat was
de trouwe Gods Hem kwam de eere der
Reformatie toe.
En zoo werd dan nu ook op 's Heeren tijd
een Nehemia verwekt en gezonden, een man,
die hooge positie verliet, om wat goeds te zoeken
wor de kinderen Israels, evenals Mozes in
zijnen tijd. Ieder dier mannen, door den Heere
*er reformatie aan zijn volk geschonken, had
bizondere gaven en een bizondere taak. Ook was
de Reformatie op eens en in de eerste jaren
gansch niet voltooid. Neen, telkens op nieuw,
moet 't verkeerde onder de oogen worden ge
zien Nehemia is in het hart gegrepen door
de machteloosheid des volks. De vijand hoont
Jeruzalem en ontkent eenvoudig, dat hier eene
kerk, eene Godsstad is, de omtuiningen betee-
kenen niets, men kan het erf betreden en ver
treden, zooals men wil.
Nehemia gaat zich zelf op de hoogte stellen.
Als rechte Overheidspersoon wil hij zoo min
mogelijk door anderer oogen zien. OHoe
juist en hoe aandoenlijk teekent het ons ver
haal, onze tekst, 's Nachts rydt hij uit en in
den nachtelyken schemer, onopgemerkt en on
gehinderd onderzoekt hij de muren der stad.
Jammerlyk is de bevinding, ja, 't wordt hoe
langer hoe minder, eindelek kan het lastdier,
dat hem draagt, niet meer voort door al het
puin. Maar hij wil zich nog meer op de hoogte
stellen. Wat is de oorzaak van het verval
Is er een goed verband tusschen de steenen?
Herhaalde malen vat hij den muur aan en
ziet de steenen laten op de eerste aanra
king los. Er was geen specie, of zij was ver
teerd. Nu kent Nehemia den stand der zaken
en hy heeft den in vretend en kanker opgemerkt.
Dat was hem wel de opodbring van zijn nacht
rust waard. En nu worden in de mogendheid
des Heeren de maatregelen genomen tot het
herstel. Muren zonder vastheid Is het nog
niet veelszins ook het beeld onzer gerefor
meerde kerken. Zijn de steenen vast aaneen-
gehecht door het geestelyk cement der broe
derlijke gemeenschap en der liefde Wij zien
het nog slag op slag, hoe gemakkelyk sommi
gen zich van de kerken losmaken, vooral wan
neer de oprechte tucht, die broeders te meer
moest verbinden, zich ook maar eenigzins laat
gevoelenEn nu past men daar nog al eens
op toe het woord der Schrift, nZij zijn van ons
uitgegaan, want zij waren van ons niet". En
dit kan in veel gevallen ook wel zoo zijn. Maar
zouden deze verschijnselen en andere ons niet
wijzen op het diepgaand gebrek aan den onder-
lingen band, aan de gemeenschap der heiligen,
aan den band der liefde. Het loopen van een
ieder voor zich zeiven, voor zijn eigen huis,
het wonen in gewelfde huizen en het laterf
woest liggen van 'sHeeren huis (nu niet in
letterlijken zin,) het zich niet bekommeren om
den machteloozen toestand van Jeruzalem, om
de verbreking zijner muren, zietdaar eene der
vele kwalen, waaraan wij lyden. Men mist de
gemeenschap, men mist geestelyke opwekking
en verkwikking, het is in de kerken zoo koud,
men staat zoo als individuen {het individualisme
is van Kaïn) naast elkaar. In Babel (nog onder
de synode) werd dit zoo niet gevoeld, toen had
men door den nood gedreven, zyn gezelschapjes.
Maar nu in de zuivere stroomen des kerkelij-
ken levens gekomen behoeft men ook den ker-
kelijken, geestelijken band.
O Dat het gemis worde gevoeld, met een
Nehemia's hart worde gepeild en mocht er ook
door 'sHeeren genade een Nehemia's ijver
ontstaan, om te beteren. O Wat heerlyk
woord des geloefs en der diepe afhankelijkheid
tegenover de vijandenGod van den hemel, die
zal het ons doen gelukken, en wij, zijne knechten,
zullen ons opmaken en bouwen.
Neen dan zal de vijand niet meer den spot
drijven met onze zwakheid (de ziele vijand aan
het hoofd,) niet meer spotten met de a en b
kerken, niet meer ons een groep, een vereeni-
ging, een sekte kunnen heeten, maar dan zal
de heerlijkhéid des Heeren over ons gezien
worden
Ziet eens na, wat zorg er is besteed in het
boek Nehemia, om in alle bizonderheden dien
bouw ons mede te deelen. Het is eene zaak
van 't grootste belang. Hoe hachelijk en moeie-
lijk het ook ging, de bouw van muren en
hoogten werd ondernomen. Met krachtige
specie werden de losse steenen samengevoegd
en weldra konden de poorten weder worden
opgericht en leefde Gods volk innerlijk ver-
eenigd, afgescheiden van de wereld
fin allen die Zion liefhadden, arbeidden mede,
ook vele vrouwen. De namen der leiders zyn
ons allen nog bewaard
Lezers zullen ook onze namen voor Gods
aangezicht bekend staan, als die in zijne mo
gendheid door verloochening van ons zeiven
het goede voor Jeruzalem hebben gezocht
Hulsebos.
Bij de laatste en voor-laatste algemeene ver
kiezing voor leden van de Tweede Kamer en
der Prov. Staten speelde de Middelburgsche
Courant telkens en bij voorkeur dr. Bronsveld
tegen de anti-revolutionairen uit. dr. Bronsveld
was haar man. Met hem kon men opschieten
en verder komen. Doch de anti-revolutionai
ren zijn schij«vrome menschen op wie men
niet vertrouwen kan, schreef ze menigmaal.
Hun, die meeleven en haar nagaan verwon
dert dit niet. Immers ze leeft voor hare par
tijbelangen. Wat daarvoor dienen kan wordt
gebruikt. Jaar in jaar uit wordt hetgeen de
anti-revolutionairen bij hare lezers in discrediet
kan brengen overgenomen en geschreven, ter
wijl daarentegen hare partij :ÏÏs de belangelooze,
vrijgevige, verlichte en eerlijke wordt voorge
steld.
^•'Degenen dus die niet anders lezen dan de
Riddelburgsche Courant en op haar afgaan, die
zijn er nog al eenigen moeten wel een aller on-
gunstigsten indruk hebben van de onoprechtheid
en onheiligheid der anti-revolutionairen en
slechts van de liberale party de gouden eeuw
verwachten.
Dit heeft men dan ook gedaan. Velen zyn
evenwel teleurgesteld en schreden haar daarom
voorby. De radicalen en socialisten lazen niet
zelden haar zonderegister. Dr. Bronsveld daar
entegen kreeg van de liberalen betere verwach
tingen hij toch keerde zich naar hen toe en
stelde zich met hen tegenover zijne vroegere
partijgenooten, de anti-revolutionairenja hy
bezorgde de liberalen de zetels in Kamers en
Staten.
Toen dr. Bronsveld voor- of achteruitmoest,
koos hij het laatste. Hij zeidehet gemoderni
seerde Kerkgenootschap verlaat men niet, maar
tracht men te reformeeren, en nu moet men,
zich zei ven gelijk blyvende, ook geen vrye
scholen bouwen, maar de staatsscholen chris-
teiyk maken, en om dat te doen moet men zich
niet van de liberale party scheiden, maar ook
haar veranderen en verbeteren. Dat is conse
quent.
En een mensch, die zonder idealen niet leven
kan, heeft hier zeer grootsche.
Doch dat de Heilige Schrift en de geschiede
nis deze idealen geeft, zouden wy niet durven