YR1JDAG 16 SEPTEMBER 1898. Db. J. HULSEBÜS, en Ds. A. LITTOOIJ. Uit de Heilige Schrift. Belijdenis en School. 7e Jaargang. )VEEKELAD GEWIJD AAN DE j^ELANGEN DER pEREFORMEERDE J^ERKEN IN pEELAND, j^OORD-j?RABANT EN piMBURG. Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning; Hij zal ons behouden. Jesaja 33 22. ONDER REDACTIE VAN Doch Samuel zeideHeeft de HEERE lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als aan het gehoorzamen van destem des Hee- ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen. 1 Sam. 15 22. Abonnement per 3 maanden l' 0.35. Afzonderlijke nos. 8 cent. Advcrtentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uitgever: K. LE COINTRE MIDDELBURG. Berichten, Advertentien enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den Uitgever in te zenden. ONZE ROEPING. Vreest God, eert den Koning. 1 Pktri 2 176. Reeds ligt de feestviering bij gelegenheid van de meerderjarig-wording en de inhuldiging van onze geëerbiedigde Koningin weder achter ons, de feestviering met al haar goeds en liefelijks, de feestviering met al het zondige, dat haar aankleefde. Een iegelijk zal rekenschap hebben te gevenhoe hij er onder heeft verkeerd. Wij hopen, dat deze feestdagen nog veel goeds mogen achterlaten, en wij zien maar op ons zeiven, dat bizonder ons gereformeerde volk leering hebbe moge ontvangen. Dat ons Nederlandsche volk nog zoo weinig het rechte feestvieren verstaat, en er zich zooveel onheiligs en zondigs in deze anders alleszins gewettigde volksvreugde mengde, is mede eene aanklacht tegen ons. Zeker is het waar, dat wij het volk niet kunnen btjkeeren, maar het volk. had meer, dan thans nog geschiedde, aan ons de kracht onzer beginselen moeten kunnen zien, ik be doel niet op dit feest, maar gedurende de laatste jaren en tyden. Worde dit algemeen ingezien, maar ook vestigen wij er bizonder de aandacht op, dat ons als in een levend beeld getoond is, hoe de vreeze Gods ook de ernstige behar tiging van de belangen van vorst en volk mede brengt. En dat is voor ons gereformeerd leven van zooveel belang. Niets schaadt der kerke en het geestelijk welzijn harer leden meer, dan dat de geloovigen zich in eene beschouwing der waarheid terugtrekken en geen oog en hart schijnen te hebben, om ook op het gebied van het maatschappelijk en openbaar leven te ijveren voor de eere Gods en het ware welzijn van land en volk, koning en overheid. En, daarom, waar zoo ongedwongen door het ge reformeerde volk is feestgevierd, (wij hopen overal zonder de wereld gelijkvormig te worden) daar blyke het nu ook verder dat de doopersche zuurdeesem, die nog zoo veelszins het leven ongezond maakt, meer en meer wordt uitge zuiverd. Schoon vinden wij deze roeping uitgedrukt in deze woorden der Schrift: Vreest God, eert den Koning! Ziehier twee vermaningen, die tot elkander in een onverbrekelijk verband staan, en welker betrachting de eenige weg des geluks is met het oog op de toekomst. De eerste vermaning is: Vreest God. Vreezen, dat komt alleen Gode toe. Het is: zich in alles voor Hem buigen, Hem in alles de eere toebrengen. Daartoe moet Hij gekend worden in Christus door zyn Woord en Geest I Het kan aan het hof alleen goed gaan, wanneer daar de vreeze Gods het eerste en het hoogste is. Maar hoe staat het met ons? woont de vreeze Gods in de harten? Doch ook de tweede vermaning is de eisch van Gods Woordeert den Koning. Merkt wel op, dat dit hetzelfde woord etren is, als in het vijfde gebod. Eeren niet alleen met vlagge- vertoon en jubelklank maar ook door gewillig de belastingen op te brengen, die de moeder des lands behoeft, om wel te regeeren. Hiertoe behoort ook het gebed (1 Tim. 2 1) maar ook het belijden van de ware beginselen van volks geluk, ook het belijden voor Overheid en Vorst, dat de vreeze Gods het beginsel is der wisheid. En die twee nu ten nauwste samen verbon den. Uit de ware, zuivere vreeze Gods vloeit het eeren des Konings vooirt. Levende belang stelling en behartiging van al wat land en volk betreft en dat vereenigd met de vreeze Gods. En dit nauwe verband moet gekend en beoefend worden in de binnenkamer, maar ook uitkomen in het huisgezin en het openbaar leven, het moet de grondslag zijn van de opvoeding der kinderen in huis en school. God de Heere doe ook onze beminde Konin gin dit verband gevoelen. En dat ook de Overheid bij al de woelingen dezer dagen, hierin hare vastheid moge zien. De toekomst is in 'sHeeren hand. Donkere tijden kunnen komen, ook om des volks zonden. Maar Gods beloften zijn onwankelbaar voor dat volk, dat door zijne genade oprechtelijk in zijne wegen gaat. Vreest God, eert den Koning. Wie aldus leeft, heeft niet te vreezen. ,s Hulsebos. Op de Centrale Diaconale conferentie, 14 Juli jl. te Amersfoort gehouden, kwamen in be handeling de vier volgende vragen Wat kan gedaan worden om de vrijheid der Diaconiën tegen nog meerdere inbreuk van bui ten te beschermenAmersfoort A, en: Welke houding moet worden aangenomen tegenover het verzoek der Regeering om meerdere statistieke opgaaf Hoe te handelen met opgave voor de Kiezerslijst, wanneer een overigens eerzame broe dtr voor eene tijdelijke verlegenheid geplaatst, door de broederen geholpen wordt door bemid deling der DiaconieAlkmaar". Ze worden te samen zoo schrijft „de Roe per" als zijnde èèn van strekking behandeld en bij monde van de broeders E. J. van Om men van Amersfoort en G. Terhaak van Alk maar wordt aangegeven waarom hun Diaco niën gemeend hebben die punten op het Agen dum te moeten brengen. Amersfoort zegt in zijne toelichting„Het is bekend, dat reeds veel inbreuk is gemaakt op de vrijheid der Diaco niën en daarmede op de vrijheid en zelfstan digheid der Kerken geheel tegen het beginsel der Diaconiën in, welk beginsel niets anders bedoeld dan onderlinge broederlijke ondersteu ning van wat tot één lichaam behoort. Zijn de Diaconiën door de Regeering op de ljjst ge plaatst van officieele instellingen van welda digheid in Art. 10 en 12 van de Wet van 1854. Volgens die Wet zijn ook de besturen van ker kelijke instellingen van weldadigheid desge vraagd verplicht aan de burgerlijke besturen op te geven of een arme, die zich bij het bur gerlijk bestuur heeft aangemeld, van hen al dan niet onderstand kan erlangen. Zoo die opgaaf niet binnen 14 dagen wordt versterkt dan wordt men getroffen met eene geldboete van 10 tot 25 gulden. Het is ook bekend dat in de nieuwe kieswet aan de Diaconiën de last is opgelegd om mede te deelen of met name genoemde personen al dan niet- bedeeld worden of waren tegen het niet nakomen van deze verplichting worden zware boeten bedreigd. Nu kwam onlangs in De Standaard van 2 Juni het bericht voor dat vanwege het Ministerie van Binnenlandsche Zaken een schrijven naar de Diaconiën is gegaan met verzoek om, naar tabellen door den Burgemeester toe te zenden haar armwezen te regelen en in te deelen en van de ingevulde tabellen inzage te geven. De Hooggeachte Redacteur opperde onder zijn drie star geen bezwaar gul on open te zjjn aan alle Vereen iging die mededeeling vraagt voor een wetenschappelflk doel, maar maant tot be dachtzaamheid, waar de vraag om openlegging der boeken van de zijde der Regeering uitgaat. Blijkbaar wil men komen tot Centralisatie van het armwezen en daarin dan ook opnemen de kerkelijke armverzorging. Om niet onheusch te zijn, zou genoemde Redacteur aan de Re geering in het gegeven geval liefst willen ant woorden, dat men bepaalde vragen om inlich* tingen in overweging zal nemen om daarop naar bevind van zaken te antwoorden. De Diaconie van Amersfoort A vraagt evenwel is dat genoeg ter bescherming van onze vrijheid als Diaconiën, als Kerken? Moeten er geen pogingen worden aangewend om voor goed een dam op te werpen tegen al dien inbreuk op de rechten der Diaconiën? De dienst der barmhartigheid wordt op die wijze geheel van zijn karakter beroofd en het Diaconaat, als Goddelijke instelling den kerken gegeven, gaat zoodoende onder. Indien nu dat al meer inbreuk maken op de vrijheid der Diaconiën, wat ten slotte de vrijheid der Kerken geldt, door al de Diaco niën op de Kerkeraden, Classis, Provincie en Synode gebracht wordt om door Deputaten der Synode bij de Regeering die zaak der vrijheid te bepleiten. Zou daar succes van te wachten zijn. Of indien eens alle Diaconiën (gedachtig aan het „eendracht maakt macht") onzer Geref. Kerken, pertinent weigerden nog meer open baarmaking van haar zaken bij de Regeering te geven dan zy tot nu toe gedaan hebben, wat zou van Hooger hand daartegen worden gedaan Gaarne verneemt Amersfoort A in dezen het gevoelen der Vergadering. Alkmaar zegt kort in zijn toelichting te kunnen zijn. Het verzoek van Regeeringswege wordt naar Alkmaars meening, beschouwd als een toe komstige wijziging der armenwet en het is te bezien dat men by die wijziging de vrijheid der Diaconiën nog meer zal te na komen, en op nieuw haar karakter zal aantasten. In de kerk van Christus is de sociale tegenstelling van rijken en armen eenvoudig buiten gesloten, en waar nu het meerdere goed van den meer der en gezegenden broeder ten goede komt, namelijk door middel van haar wettig orgaan, de Diaconie, daar mag dit allerminst een be deeling genoemd worden, noch in dien zin worden opgevat. Het is dan ook beslist tegen Alkmaars beginsel om te voldoen aan meerdere verzoeken als daar zijn, nadere splitsing in leeftijden, den tijd van bedeeling, den aard der bedeeling, 'tzij in geld of in natura, met of zonder geneeskundige hulp, oorzaken waarom bedeeld wordt enz. Is dit verzoek eenmaal tot wet verheven, dan natuurlijk rust op ons de verplichting te gehoorzamen, doch nu het thans nog een verzoek geldt, komt het Alkmaar als zeer gewenscht voor dat alle Geref. Diaconiën

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1898 | | pagina 1