EFFATHA. winning wezen, aan de wanhoop zich overgeven heeft nooit een echte zoon van Calvyn gedaan. In de hacheiykste ure heeft de Calvinist moed gehouden. De vaderen zouden zich schamen in hun graf, als zy zien moesten, dat hunne nakomelingen zonder de hand uit te strekken, het kleine land waarop eertijds de wonderen des Allerhoogsten zich hebben vermenigvul digd, overgaven in de hand hunner vijanden. Ze zullen doen wat zy vermogen, daarom steken zy de trompet, verzamelen" wordt er geblazen en zie van den Dollart tot de Schelde komen uit hun verborgen plaatsen de Calvinisten weder te voorschijn en uit aller oog licht weer de oude gloed, die van strijdlust getuigt. Het duurt dan ook niet lang, of de storm steekt op. Op sommige voorposten knettert reeds het geweervuur. Eerst wisten de vijanden niet goed, wat zy er van te denken hadden, want zy oordeelden, dat geen Calvinist er meer op uit zou zijn om zich in den strijd te mengen. Maar spoedig begonnen zy te begrijpen wat het doel was, en nu stonden ook zij in het gelid om den moed van deze .achterlijken" te fnui ken. En zij waren van gedachte, dat een kleine inspanning hunner krachten voldoende zou zijn om heel deze opkomende actie te on derdrukken. Hunne berekening echter bleek niet juist te zijn, want de werking ging door; van jaar tot jaar vermeerderde het aantal kloeke strijders, zeifs zag men telkens ook in deze kringen mannen te voorschijn treden, die van de schouderen opwaarts hooger waren dan al het volk en zoo de dagelijksche eentonigheid van het leven verbraken. De strijd droeg aanvankelijk vrucht. Een gedeelte van het verloren terrein werd herwon nen. Fort na fort gebouwd, en overal vindt gij versterkte plaatsen, welke tot dusverre niet alleen gelukkig verdedigd worden, maar van waaruit ook menige voortreffelijk gelukte uit val gedaan is. De organisatie van de levende strijdkrachten is reeds tot stand gebracht. Doch waartoe de voordeelen opgeteld, welke wij door den strijd verkregen hebben? Ieder onzer kan het doen. Alleen wil ik nog noe men de geestdrift, welke de borst onzer jeugd doet gloeien, zoodat zij reeds in hun recruten- tijd dorsten naar den strijd. Bovendien gingen de beide partijen in vroe ger jaren dikwerf hand aan hand om het ons bang te maken, er is een keer ten goede ge komen immers er is tusschen de mannen van het „Eeuwige Rome" en van l^t „Nieuwe Heidendom" eene verwijdering ontstaan, zoodat bij menigen kamp de eersten met ons hunne bommen werpen op de sterkten onzer tegen standers. Velen verwachten, dat nog lang on ze vijand, ook de vijand van Rome zyn zal, tegen wien wij ons gezamentlyk keeren, en dien we waarschijnlijk overwinnen zullen. Ze stellen zich dan ook voor, d&t er nog zeldzaam schoone dagen voor ons zullen aan breken en verheugen zich reeds in de over winning, die voor ons weggelegd is. Zy zien als het ware reeds den dag, waarop „De man nen der Rede" het afgelegd hebben. Doch daar over wil ik my thans niet uit laten. Het ligt bui ten mijn bestekmaar wel wil ik myne blyd- schap te kennen geven over het feit, dat wy tegenwoordig medewerking ondervinden van een kamp, dat on9 menigmaal heeft tegenge staan Er is echter een stof tot blijdschap, die in mijn oog een veel hoogere waarde bezit. Hoe langer, zoo meer toch komt de Calvinis tische levensbeschouwing tot het bewustzyn en zoodoende kunnen wy ons al helderder re kenschap geven van hetgeen wij eigenlijk wil len. M. L. B. (Wordt vervolgd.) VARIA. Cla88icale Vergadering, gehouden te Middelburg Dinsdag9 Augustus j.l. Namens de roepende kerk (Vlissingen A en B) opent ds. Hulsebos de Vergadering. Gezongen Ps. 119 9, gelezen Jacobus 1 1 12. Alle kerken zyn vertegenwoordigd door hare primi afgevaardigden, in het geheel vier en dertig. Praeses is ds. Buurman, scriba ds. Zyp, as sessoren de predikanten Veenstra en v. d. Hoorn. De korte predikatie, te houden door Ds. de Jager, wordt uitgesteld tot de volgende verga dering. Het rapport over de kerkvisitatie en veie andere rapporten worden uitgebracht en besproken. Ook na September zullen de vacante kerken eenmaal in de maand eenen leeraar uit de classis hebben. De arbeid dezen zomer te Westkapelle aan gevangen, zal, zoo mogelyk, worden voortgezet. Verschillende gewichtige vragen en voorstel len worden behandeld, enkele ook als informeel niet tot het werk der classis behoorende, aan de kerkeraden teruggezonden. Enkele gewichtige zaken worden in comité behandeld. Roepende kerk voor de volgende classis zal zyn Vroutvepolder. Hulsebos. De tiende Algemeene Vergadering werd den 13den Juli j.l. te Leiden gehouden. Aan den avond van den voorgaanden dag trad Ds. A. H. van Minnen van 's-Gravenzande op, in de Pie terskerk, om in een ure des gebeds den zegen des Heeren te vragen over die vergadering en over den arbeid aan doofstommen en blinden. Hy koos tot tekst Klaagl. van Jeremia 2 19b „Hef uwe handen tot Hem op voor de ziel uwer kinderkens". Hij wees in heldere en duidelyke taal de roeping aan der Christenen jegens de kinderen, in het byzonder voor de ongelukkige. Hy toonde aan, dat de arbeid aan doofstommen en blinden moeiiyk, maar noodzakeiyk is en wekte allen op, dat werk te steunen door ook in dezen de spreuk in beoefening te brengen Bid en werk. De vergadering werd den volgenden morgen omstreeks 11 uur geopend in een der zalen van het Nutsgebouw. De voorzitter, prof. Lin deboom, verzoekt Ds. van Kasteel de vergade ring voor te gaan. Na het zingen van Ps. 72 7 en het lezen van 1 Kor. 15, sprak Ds. van Kasteel een woord van welkom tot de verga derde broeders en zusters, met opwekking om in de kracht des Heeren standvastig en ijverig te zyn in den arbeid voor zijn Naam en ryk, en droeg daarna in het gebed de vergadering Gode op. Nu was het woord aan den Secretaris. Uit het verslag sprak een toon van dank voor de vele zegeningen, die de Heere in het afgeloopen jaar aan „Effatha" had geschonken. Het werk in de Stichting kon geregeld voortgaan, want het geheele jaar werden zoowel de kinderen als allen, die aan hen arbeidden, bij het leven en de gezondheid gespaard. De Yereeniging ver kreeg meer bekendheid, en tengevolge daarvan breidde zy uit en ontving ook meer steun. Het Bestuur bleef onveranderd Ds. van Kas teel kon wegens ongesteldheid gedurende enkele maanden het secretariaat niet waarnemen, maar is thans weer in staat, die functie te aanvaarden. Het verslag van den Penningmeester getuigde evenzeer van vooruitgang, al was het ook, dat de gezamenlijke inkomsten van contributiën, collecten en giften niet veel was gestegen. De verplichte aflossing kon geschieden, en toch bleef er nog een batig saldo van f 60. Er werd echter op gewezen, dat vermeerdering van in komsten behoefte was, omdat nog een onder- wyzer was aangesteld, en met het oog op de noodzakelyke uitbreiding. Het Bestuur deed de mededeeling, dat het gebouw op de Lange brug te klein is. Er is be hoefte aan meer schoollokalen en meer slaap plaats. Aan de Vergadering wordt dan ook goed keuring gevraagd voor een voorstel des Bestuurs tot benoeming eener commissie, die verschil lende vragen in betrekking tot de toekomst van „Effatha" zal overwegen, om die daarna in eene Bestuursvergadering te bespreken. De voorstellen, die daaruit geboren worden, zullen aan Afdeelingen en Corporaties worden toege zonden om in eene Algemeene Vergadering de zen keer D. V. in Januari a.s. te houden, te behandelen. Dit voorstel werd gunstig ontvan gen, zoodat er uitvoering aan gegeven zal wor den. Het verslag over het onderwys enz. in het zevende schooljaar vermeldde, dat 20 leerlin gen in de Inrichting waren onderwezen en ver pleegd, en voor het onderwys in zes klassen waren verdeeld. Zeven leerlingen kwamen uit Zuid-Holland, 6 uit Zeeland, 4 uit Utrecht, 2 uit Gelderland en 1 uit iNeord-Holland. Tien behooren tot de Ned. Herv. Kerk, en tien by de Ger. Kerken. Verder getuigde ook dit verslag van den zegen Deputaten voor hulpbehoevende kerken zullen de volgende maal de classis met de noodige inlich tingen en voorstellen omtrent de hulpbehoevende kerken dienen. Aan eene kerk, die in drukkende omstandigheden verkeert, zal eene extra toelage dit jaar worden ver leend. des Heeren en de liefde van velen in het laat ste schooljaar ondervonden. Over de vorderingen in de verschillende klas sen konden alle aanwezigen in het laatste ge deelte der vergadering zich op de hoogte stel len, toen er eene openbare les met de doof stommen werd gehouden. Menig oog werd voch tig, toen men de kweekelingen van „Effatha" zag en hoorde, De proeven in lezen, schryven, rekenen, van buiten leeren enz. stemden de aanwezigen tot dank aan den Heere, die ook nu nog, in den weg der middelen, stommen doet spreken. Dat het onderwijzen van zulke kinderen veel inspanning en eigenaardige ga ven vereischt, zal wel allen bijwoners duide- lyk zyn geworden. Dringe dat besef dan ook tot gedurig gebed voor de onderwijzers en de kinderen Onder de punten op de Agenda, die het meest de aandacht trokken, was het voorstel van het Bestuur inzake den arbeid voor de blinden. Er werd dienaangaande besloten, dat de bestaande commissie, aangevuld met den heer J. van Golverdinge te 'sHage, hare voorbereidende werkzaamheden zou voortzetten maar ook, dat op de Centr. Diac. Conferentie, die den volgen den dag werd gehouden, deze zaak zou wor den ter sprake gebracht door D. D. Van Kas teel en Koftyberg. Later zal per circulaire aan de Kerkeraden en Diaconiën gevraagd worden, of ze het werk voor de blinden van „Effatha" willen overnemen en zelve een Instituut voor blinde kinderen en jongelieden in het leven roe pen en onderhouden. Ds. Koflfijberg van Bameveld sloot de verga dering met dankzegging, nadat nog Ps. 7211 was gezongen. Het Bestuur. SALEM. Ervnelo, 10 Aug. '98. Onder vele blyken van belangstelling had heden de opening plaats van „Salem", Ver pleegster-school en Rusthuis der Vereeniging voor Geref. Zieken-verzorging in Nederland. Ds. J. Hulsebos, voorzitter, heette de afge vaardigden ,welkom, na 't zingen van Ps. 100, vs. 1 en 3, en sprak na gebed, een schoon openingswoord naar 1 Petr. IV vs. 7 11, er op wijzende, hoe de Apostel vermaant nuchte- ren te zijn, en opmerkzaam op al wat de Heere voor zyn volk te doen heeft, ondanks den stryd tegen zyn ryk. Maar dan alleen kunnen wij recht stryden, als wy opwassen in de genade en kennis, en vurig zijn in de liefde. Juist door de krachtige openbaring der liefde, wordt de kracht der zonde gestuit, en de ge* deeldheid in haar opkomen gestuit, als elk biy ft in 'them aanbevolen werk. Elk moet zyn gave bedienen aan anderen en, geiyk in de natuur, moeten de menigerlei gaven Gods ont wikkeld worden. Zoowel in 't diaken-ambt als in 't ambt der geloovigen geldt het„zoo iemand dient, die diene als uit kracht die God verleent." Is er in onze taal geen schooner woord, er is ook geen schooner taak dan „dienen". God legde zyn schepsel aan om groot te zyn in 't dienen. Toen hy heerschen wilde zonder te dienen, verwierp de mensch zy'ne eere en viel. Daarom is het zaligheid te weten, hoe de Heere zelf kwam om te dienen en ons weer tot dienst begenadigt. Dit moet de eere en wellust zyn der zusters, om zichzelf te verloochenen en den Heere te dienen in de kranken. Wij treden met deze Verpleegster-school op tegen over de wereld. Zal, by de vele bezwaren de steun toenemen Laat onze hulpe in alles alléén zijn van den Heere, en blyke ook deze stichting een zegen van 's Heeren hand, en bouwe Hy zelf dit Salem tot zyne eere - op dat er gediend worde als uit kracht die God verleent tot hulpe der kranken. Na 't zingen van Ps. 84, vs. 3, ontvangt Prof. Lindeboom het woord, die uit Luk. X eene treffende teekening geeft van het merkbaar verschil en tevens de groote éénheid tusschen Martha en Maria. Ook in dit huis zullen gaven en karakters uitéénloopen, maar 't komt er op aan dat de verscheidenheid niet worde onder drukt, maar door den H. Geest dienstbaar ge maakt tot hoogere eenheid. Kostelyke wenken en lessen gaf spreker aan de jeugdige directrice en de zusters om met dezen wensch te eindi gen, dat allen, uit kracht van de liefde Christi. den Heere mochten dienen naar Zyn Woord, en dat in vreugde en smart de Heiland in dit huis gast mocht wezen, neen, Gastheer en Directeur van deze stichtingNa 't zingen van Ps. 133, sprak Generaal Yan Maxle een harteiyken gelukwensch namens de Vereeniging van Krank-

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1898 | | pagina 2