WOENSDAG 29 JUNI 1898 J. BOS A.J.Z. De Centrale Antirevolutionaire Kiesvereeniging op Walcheren, beveelt bij de herstemming op voor Lid der Provinciale Staten van Zeeland, in het district Vlissingen, dringend aan, den beer INGEZONDEN STUKKEN. kerkvisitatie. I Mocht eenige Kerkeraad dit bericht mverhoopt niet hebben ontvangen, oo wende deze zich nog ten spoedigste m inlichting tot ds. Veenstra te Ylis ingen Diaconaal Hulpbetoon. Ondergeteekende herinnert de leden van 't )iaconaal hulpbetoon, dat hare eerstvolgende ergadering D. V. zal plaats hebben, Dinsdag s. 28 Juni ten huize van Mej. de Wed. Schijf. Mej. Vkrhage. Verantwoording van Liefdegaven. Door gecomm. voor de Zending van de Geref. erk te Middelburg (C> is met hartelijken dank ntvangenvan het Bestuur van de Geref. ondagsschoolver. alhiercollecte gehouden op et Pinksterfeest f 4,01, van de zusterkring al- ier uit het busje 7,14. Namens gecomm. J. van AartsenJz., Penn. Vlissingen B. In dank ontvangenvoor het uppletiefonds een gulden, voor 's Heeren Loo 0 ct, voor de Zending 50 ct. en van J. 10 ct. Namens den kerkeraad C. P. L Dommisse, scriba. Idiot eng esticht 's Heeren Loo. Met hartelijken dank ontvangen door de Jon- reiingsvereeniging een gulden, en het gevonden [wartje. Corns. J. Goedbloed. Serooskerke. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie). Waarde Redactie Mag ik voor het onderstaande een klein daatsje in Uw blad vragen? In de N. Zondagsbode bericht Ds. Voorhoeve iran Vlissingen, dat hij zich uit de redactie van genoemd blad terugtrekt, omdat hy zich liet vereenigen kan met de wijze, waarop de ïeer Wielemaker uit Biggekerke door Ds. Hjj- nans van Koudekerke beantwoord is. Op dit aatste had ook myn schrijven betrekking. (Zie kerkbode 27 Mei). In stee nu, dat Ds. Poort, ïoofdredacteur van de N. Zondagbode, alle po gingen in het werk stelt om Ds. V. in de re dactie te behouden laat hij hem stillekens heen- jaanja handhaaft hetgeen Ds. H. schreef, en ïoemt dit de waarheid. „Wat Ds. H. schreef, zoo zegt hij, is eenvoudig de waarheid door de Hervormden te Koudekerke en te Middelburg opgedaan." Zeker kan het niemand onzer lezers bevreem den. dat waar de Geref. kerk te K. op zoo grove en onbillijke wyze werd aangevallen, ondergeteekende het volgend stukje aan de re dactie van de N. Z. verzond Hooggeachte Redacteur! Nu er in Uw blad (zie no. 149) een aanval gericht wordt tegen de Geref. kerk van Koude- kerke, wier predikant ondergeteekende is, meen j ik eenig recht te hebben voor het onderstaande een klein plaatsje in Uw blad te vragen. Ie Spreek ik myne blijdschap uit, dat het schrijven van den heer Ds. Hijmans, zie N. Zondagsbode 7 Mei, neerkomt op persoonlijke ervaring door ZEerw. te Koudekerke en te Middelburg opgedaan. Hiermede is zoo goed als alle kracht en beteekenis aan dat schrijven ontnomen. Wat toch baat eene persoonlijke ervaring Tegenover de ervaring van A., staat de ervaring van B., die weer anders over de dingen denkt, etc VraagWas het niet nobel geweest, dat Ds. H. duidelijk had uitgesproken, dat alles, wat htj neerschreef rustte op eene persoonlijke er varing door hem te K. opgedaan 2e. Spijt het mij, dat U die persoonlijke er varing van Ds. H. als de waarheid onderschrijft temeer omdat uit ZEerw. schrijven de geprik keldheid en bitterheid van toon zoo duidelijk spreekt. Ik behoef slechts te wijzen op zijn laatste woorden: Deze dingen hinderen, prik kelen Mag ik daarom zoo vrij zijn U te vragen „Met welk recht U het schrijven van Ds. H. als de waarheid betitelt?" 3e Wil ik langs dezen weg uitspreken, dat mijne persoonlijke ervaring eene gansch andere is dan die van Ds. H. en dat ik daarom ern stig protesteer tegen de onjuiste voorstellin gen, die in uw blad gegeven zijn. Laat ik nog mogen opmerken, dat alle be spreking, die op persoonlijke ervaring berust, al zeer onvruchtbaar is voor het lezend pu bliek, en over 't algemeen weinig of niets zal bijdragen om de eere van onzen God te ver- hoogen, die wil, dat alle strijders voor de zui vere waarheid schouder aan schouder zullen optrekken tegen de vijanden van het kruis. Tot eenig twistgeschrijf over persoonlijke ervaring zal ik my daarom niet laten vinden, tenzij ik genoodzaakt word. Wat echter de beginselen van kerk, leer, etc. betreft, steeds zult ge mij bereid vinden om met u van gedachte te wisselen. U dankend voor de opname dezer regelen, Hoogachtend en heilbiddend uw d\v. dr. J. ZIJP. Koudekerke 7 Juni 1898. Ook dit schrijven ontving ik na enkele dagen terug. De redactie weigert dit op te nemen. Waarom Zij zegt het niet. En daarom wil ik eene poging wagen om op deze vraag een ant woord te geven. Heb ik het mis, welnu dan zal Ds. Poort wel de vriendelijkheid hebben om my in dit blad eens even terecht te zetten, en anders zal ik maar denken: Wie zwijgt stemt toe" Naar het m(j voor komt wil de redactie van de N. Z. alle twistgeschrijf stelselmatig ver mijden. Zeer goed weet zij, dat er onder hare lezers vele eenvoudige menschen gevonden wor den, die met de schromelijke misstanden in de Nederl. Herv. kerk nog weinig of in het geheel niet bekend zijn. Indien zij nu voor onderge teekende of voor iemand anders, die met haar van kerkelijke richting verschilt, de kolommen van haar blad ppenzet, dan zullen als vanzelf de kerkelijke toestanden ter sprake komen. Daaruit laat het zich dan ook gemakkelijk verklaren, dat de heeren Ds. P. en Ds. H. niet eens den officieelen term van de Gereformeerde Kerkendurven (1) gebruiken. Dit zou menig eenvoudige Zeeuw doen vragenMaar zijn wij Hervormden de Geref. Kerk dan niet En dan zou na schrijven en nog eens schryven open baar worden, hoe de Ned. Herv. Kerk sinds 1816 het Geref. standpunt heeft prijsgegeven. Voorts zou het blijken, hoe zij noch in 1834 noch in 1886 gehoor heeft willen geven aan de roepstem van velen in haar midden om de Kerk tot reformatie te brengen. En eindelijk zou te duidelyk aan het licht komen, hoe al leen de Geref. Kerk, sinds 1892 ook door de regeering als zoodanig wettig erkend, de voort zetting is van de Kerk onzer vrome vaderen. Dit alles zou tengevolge hebben, dat de Herv. Kerk velen harer leden verloor. En tegen dit laatste nu, het koste wat het koste, moet met inspanning van alle krachten gewaakt. De menschen moeten dom gehouden worden. De blinddoek moet voortdurend voor het oog ge bonden blijven, en zoo eenigszins mogelijk blijve iedere lichtstraal geweerd. Zulk eene handeling nu, ik behoef het nauwelijks te zeg gen, is zónde voor God, kan voor Zyn heilig oog niet bestaan. Ten slotte nog een 3tal opmerkingen. Ie. Wys ik op het afkeurenswaardige feit, dat de heeren Ds. P. c. s. in hun blad degenen, die met hen van kerkelijke richting verschillen, wel aanvallen, en dat wel op zeer onrechtvaar dige en onbillijke wijze, terwijl ze den aange vallenen niet eens de gelegenheid willen of niet durven bieden om zich te verdedigen. Dit nu noemt men op zijn zachtst uitgedrukt „Onedeie praktijken." Zulk een doodzwijgers methode gaat de perken der beleefdheid ver te buiten. Tot 2 maal toe bleek echter, dat Ds. P. c. s. hiervoor niet terugdeinzen. 2e. Wijs ik op de groote zwakheid van hun kerkelijk standpunt, die uit al deze dingen spreekt. Iemand, die er diep van doordrongen is, dat hij de waarheid aan z(jn zyde heeft, kruipt niet aanstonds in zyn schuilhoek terug, als hij een klein wolkje van verzet ziet opko men. Integendeel, moedig biedt hij het hoofd aan eiken tegenstander met de gedachte ver vuld „De waarheid zal, hoe 'took ga, steeds over de leugen zegevieren En eindelijk betreur ik de houding der heeren Ds. P. en Ds. H., die al het mogelijke doen om het kwaad dat in de Ned. Herv. Kerk in veel- voudigen zin hand overhand toeneemt, öfvoor hun lezers te verbergen (2) óf goed te praten. (3) Den splinter in het oog van hun broeder zien zij duidelyk, maar van den balk in eigen oog bemerken zij niets of althans ze doen zich in publieken geschrifte voor alsof ze ei niets van bemerken, ja, die splinter, en hier komt de onedele practijk weer helder aan het licht, moet dienen om den balk in eigen oog te verbergen. Of wilt ge het anders hebben uitgedrukt: Achter enkele persoonlijke grieven of quaesties moeten de beginselen verborgen wordenterwijl het toch om de beginselen te doen is. Onge vraagd heeft Ds P. in zyn schrijven tegen Ds. Voorhoeve deze stelling duidelyk bewezen. Dit laatste nu kan nooit welgevallig zyn in de oogen des Heeren. Hij eischt waarheid en oprechtheid in al ons denken en in al ons han delen, zeker ook niet het minst als w(j geroe pen worden om anderen te leiden en voor te lichten. Alleen als we dit laatste betrachten, zullen we staande in Godes kracht en smeekend om Zyne hulp ook eenigermate verstaan, waartoe God de Heere eenmaal Zijn schepsel uit het stof der aarde boetseerde, en gaarne medewer ken om de glorie van Z(jn heiligen Naam op elk terrein des levens waarop Hij ons belieft te plaatsen te handhaven en te bevorderen. U, zeer geachte Redactiedankend voor de opname dezer regelen, heb ik de eer te zijn Uw dw. Br. in Chr. J. ZIJP. (1) In dit geval mogen Da. P. c. s. het goede voor beeld wel eens navolgen, dat Prof. Gunning geeft in rijn brochure Waardeering van tegenstander Z.H.Gel. spreekt altijd van „de Gereformeerden", nooit van „Afgescheidenen of Doleerenden". Of is Prof. G. misschien ook al half afvallig? (2) Wanneer spreekt de N. Z. b. v. over het voort woekeren van de moderne richting in de Ned. Herv. Kerk? Wanneer stelt ze haar lezers eens in kennis met de schrikkelijke besluiten, die de Haagsche Synode, die in meerderheid modern is, van tijd tot tyd neemt? (3) Ik denk hier aan de zaak van Dr. L. Biihler, die door het provinciaal kerkbestuur van Groningen gehandhaafd is, en waarvan Ds. P. schreef, dat zij in Zeeland dat nieuwe licht niet behoefden. Is dit niet de schijn aannemen, alsof de Herv. Kerk in Zeeland los stond van de Herv.Kerk in Groningen Wordt zoo het kerkverband niet verzwegen? Adyertciitiën. HET BESTUUR A. LITTOOIJ, Voorzitter. H. J. VAN DER MEER, Secretaris l. 8.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1898 | | pagina 3