Uit de Heilige Schrift. Belijdenis en School. 7e Jftanrang. VRIJDAG 3 JUNI 1898. No. 22. Weekelad gewijd aan de "(Belangen der Pereformeerde ^Cerken ^eeland, NOORD-brabant en j_^imburg. Ds. J. HULSEBOS, en Ps. A. LITTOOIJ. IN Want de HEERE is on/.e Rechter. <ie HEERE is onze "Wetgever, de HEERE is onze KoningHy zal ons behouden. Jesaja 33 22. ONDER REDACTIE VAN Doch Samuel zeideHeeft de HEERE lust aan Brandofleren en Slachtofferen, als aan het gehoorzamen van de stem des Hee- ren Zie, gehoorzamen is beter danslacht- offer, opmerken dan bet vette der rammen. 1 Sam. 15 g. Abonnement per 3 maanden f 0.85. Afzonderlijke nos. 8 cent. Advertentien van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uitgever: K. LE CO INT RE MIDDELBURG. Berichten, Advertentien enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, by den Uitgever in te zenden. DE PREDICATIE DES EVANGELIES. En het zal zijn, dat een ie gelijk, die den naam des Hee ren zal aanroepen, zalig zal worden. Hand. 2 21 Het ontbrak op den Pinksterdag aan niets, ook niet aan de aanwijzing en het eeren van het eenige en groote middel, dat God, de Heere, dat God, de Heilige Geest zoude gebruiken, om het koninkryk uit te breiden. Zegenrijk zoude Koning Jezus rijden op het "Woord der waar heid Majestueus en heeriyk zijn de teekenen, die de uitstorting des H. Geestes vergezellen, maar vooral moet de aandacht vallen op de predi king, die in het verhaal de ruimste plaats in neemt. Dat eenvoudige, in het oog der wereld zoo zwak, ja zoo onbestaanbaar woord, door in zich zeiven zoo zwakken en onwaardigen gesproken, zal doen, alwat God behaagt, zal het groote middel zyn ter uitbreiding van het koninkrijk. Letten wij op de bescheidenheid en zacht moedigheid, waarmede de prediking zich aan dient in de wereld. De vurige Petrus, door Gods Geest vervuld, spreekt met alle zacht moedigheid, als hy den spotter weerlegt. En die zachtmoedigheid wordtde innigste tee- derheid voor den verlegenen en verslagenen zondaar Maar ook de diepste ernst vervult het woord de zachtmoedigheid is geen ontzien van den zondaar, geen tekort doen aan de Waarheid HoortDezen door den raad en voorkennis Gods overgegeven zijndehebt gij genomen en door de handen der onrechtvaardigen aan het kruis ge hecht en gedood. De schuld wordt niet verheeld, zij mag niet afgewenteld op de uitvoerders van 'sHeeren kruisdood, geen verschuilen achter Gods Raad en voorkennis wordt toegelaten, de schuld wordt in al haar uitgestrektheid ge noemd, zoowel tegen de eerste als tegen de tweede tafel der wet. En wat is nu de inhoud van de biyde bood schap. Geen ander Woord onder den nieuwen als onder den ouden dag, maar nu in al zyne ontwikkeling, in al zijn klaarheid. De profetie, bepaaldeiyk van Joël, verklaart, wat deze dag is, welke zijn beteekenis zy. Te midden van de teekenen in natuur en geschiedenis, die de voorboden zijn van den oordeelsdagde zending des H. Geestes, zijne ruime en rijke werkingen in het hart van Gods kinderen, maar bovenal de verkondiging van dat heerlijk woord: En het zal zijn, dat een iegelijkdie den naam des Heeren zal aanroepen, zalig zal worden. Een ontkomen aan het oordeel, niet door de werken, maar door een aanroepen van den naam des Heeren. En wie nu die naam is, die naam des Heeren, Petrus verkondigt het als hij spreekt van God den Vader en den raad der behoudenis, van Jezus Christus als den gehoorzamen Borg en Middelaar, van den Heiligen Geest en Zyne genadewerkingen in de ziele. En geen ander Evangelie laat God nog verkondigen. Niets mag aan dien inhoud ontbreken, maar die inhoud is ook genoeg. En zie dan ook een iegelyk toe deze prediking niet te verachten, maar haar te ontvangen tot zaligheid. Woord en verbond gaan samen. Ook tot de heidenen komt de Heere met Zijn verbond en verbondsbeloften. Waar het Woord ingaat in de zielen, heet het ookU komt de belofte toe en uwen kinderen. Zoo is er een heeriyke sa menhang tusschen de uitverkorenen in Chris tus en door het verbond. En wat ryke zegen I Drieduizend toegedaanZoo zal op de verkon diging des Woords het Godsrijk komen Hulsebos. Leerplicht, volgens het ontwerp van den Mi nister, is leeiduxing. Immers men móet, indien dit ontwerp onverhoopt wet wordt, zyn kinde ren tot hurf dertiende levensjaar naar de school zenden of tehuis onderwys geven. Daarbij komt, dat de radicalen het nu al tot het veertiende jaar verlangen. En van de vrijstellingen, die in het ontwerp van Borgesius verleend worden, heeft de Middelburgsche courant en hebben andere, zoogenaamde liberale couranten ge zegd, dat zy te veelvuldig zyn en niet blijven kunnendoch dat ze, om deze wet aangeno men te krijgen thans wel moeten gegeven worden. Het is dus hiermee nog niet uit. Trouwens, dat kan ook niet. Heeft men het beginsel aangenomen, dat niet de ouders, maar de Overheid het eerste en hoogste recht inzake de opvoeding en het onderwys der kinderen heeft, dan moet en zal men krachtens dat beginsel verder en verder gaan. Immers men kan dan ook zeggen, waarvoor gy ze met het oog op hun aanleg en op het heil der gemeen schap bestemmen en opleiden, en waarom ook niet, hoe gy ze, opdat ze krachtig en gezond zijn, kleeden en voeden moet. In den grond is de maatregel, neergelegd in het ontwerp van Borgesius, socialistisch. De gemeenschap, of volgens de liberalen de Staat, heeft het hoogste recht, en daarvoor moet alles wyken en daar aan alles ondergeschikt worden gemaakt. Onze principieele tegenstanders gaan niet van God, van het huwelyk en het huisgezin uit, maar van de gemeenschap of van den zoogenaamden Staat. Met God rekenen zy helaas, sinds lang in het geheel niet meer, en voor het huwelyk willen velen van hen de vrije liefde, en hoe over den particulieren eigendom door honder den gedacht wordt en geschreven is, weten wy ook. De Heere beware er ons voor, dat wij van Kreta zouden afvaren, en een nu nog vergulde pil slikken. 't Is waar, tot de wellicht zeer tydeiyke, verleende vrystellingen behoort ook, dat de ouders of voogden de kinderen huisonderwys kunnen doen geven. Doch daarby mag niet worden vergeten, dat de schoolopziener het recht heeft gedurig uw huis binnen te treden en uwe kinderen examineerenteneinde te onderzoeken of zy wel in alle vakken, goed en genoegzaam onderwys ontvangen. Is dat niet het geval, dan worden de ouders of voogden een en ander maal vermaand, en baten, blij kens voortgezet onderzoek de vermaningen niet, dan komen de dwangmaatregelen, en by verzet, ja by het staan op uwe van God ver- kregene rechten boete en gevangenis. Deze volgen ten slotte, ook als gy en uw huisonderwyzer of onderwyzeres heiliglijk over tuigd zyn, dat uw kind tegenover die vreemde heeren niet op zyn gemak is, en het alleen daarom tegenover hen niet weet. Zij oordee- len en niet gijwant zy hebben het eerste en hoogste recht, dewyl zij namens de gemeen schap of den Staat der liberalisten optreden. Natuurlyk behooren tot de vrystellingen ook dat uwe kinderen, wanneer zy zwak, ziekeiyk of krank zyn, thuis mogen blijven. Maar niet vader of moeder, die het 't beste weten, omdat zij er dagelyks mee omgaan en hen, vooral in dat geval, met zorge gadeslaan, mo gen daarover oordeelenneen, zy mogen niet zeggen wat, met het oog op zwakte of zieke iyk "gestel, het beste is; daarover moet de geneesheer oordeelen. Aan zyne genade of ongenade zyn de kinderen, die God u gaf, overgeleverd. Is hy een vurig schoolman en wat onattent dat kunnen ook geneesheeren zyn dan verschilt hy allicht van vader en moeder; doch dan geldt desalniettemin zijn oordeel. Het gevolg daarvan is, dat uw kind, inweer- wil van uwe bekommernissen, naar school moet. Verzet gij u daartegen en laat gy het niet gaan, welnu, dan hebt gy u voor de gevolgen te wachtenwant niet gij, maar de geneesheer, die, namens de gemeenschap of den Staat der liberalisten komt, beslistimmers zyn advies geldt. Vraagt gij my, wie den geneesheer voor zyn advies betalen moet, dan zal wel myn antwoord moeten zynwel gy, die hem ont biedt gij, die immers weten wilt, of gy uw kind thuis houden moogt of niet. En als dan zulk een advies, dat wy, ouders, eigenlijk niet noodig hebben, omdat wy zeiven wel weten ot ons kind naar school of thuis blyven moet, als dan zulk een advies 2 of 3 gulden kost, omreden de dokter zoover van ons woont, moeten wy het dan toch betalen? Ongetwyfeld loopt het daarop uit. Maar dan loopen wij gevaar om, teneinde dat geld te sparen, de kinderen er aan te wagen, door ze door weer en wind heen te zenden, wanneer wy meenen dat het veel beter was, indien ze thuis bleven. Gewis zal dat, tengevolge van den schooldwang, meer dan eenmaal het geval zyn. Doch er zyn ook ouders, die gevaar loopen, hunne kinderen in die gevallen zonder advies van den geneesheer thuis te houden. Doen zy dat, dan komt de verzuimlyst van het hoofd der school hen verraden en ten slotte boete bezorgen. En zooals wy weten is by het wei geren van het betalen der boeten de gevange nis het einde van de zoo ongehoorde geschie denis. Misschien vraagt de boer en de arbeider ons, of er anders geen vrystellingen in het aan hangige ontwerp op den leerplicht gegeven worden, dan by zwakheid en krankheid. En deze vraag doen zy met het oog op kinderen, die sommige tyden van het jaar ook iets ver dienen, door boonen in te leggen, door anderen arbeid, of door op de kleine kinderen te passen, omdat moeder ook wat verdienen kan en moet. Immers als moeder en de kinderen van 11 tot 18 of 14 jaren niets meer kunnen verdie nen, omdat de kinderen naar school moeten, dan zullen verscheidene huisgezinnen, zoowel

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1898 | | pagina 1