Uit de Heilige Schrift.
KERK.
Belijdenis en School.
VRIJDAG 22 APRIL 1898.
N*. 16.
Ds. J. IIULSEBOS, en Ds. A. LJTTOOIJ.
76 Jaargang.
EEKBLAD GEWIJD AAN DE ^ELANGEN DER pEREFORMEER DE f^ERKEN
pEELAND, ^OORD-BRABANT EN J-^IMBURG.
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze "Wetgever, de
HEERE is onze KoningHij zal ons
behouden.
Jesaja 33 22.
ONDER REDACTIE VAN
Doch Samuel zeideHeeft de HEERE
lust aan Brandofi'eren en Slachtofferen, als
aan het gehoorzamen van destem des Hee-
ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen.
1 Sam. 15 22.
Abonnement per 3 maanden f 0.85. Afzonderlijke nos,
8 cent. Advertentiën van 1 5 regel a 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LE CO INT RE
MIDDELBURG.
Berichten, Adverteutien enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den
Uitgever in te zenden.
DE BELIJDENIS VAN THOMAS.
En Thomas antwoordde en
zeide tót hem Mijn Heere en
mijn God!
Joh. 20 28.
Geheel overeenkomstig den eisch der omstan
digheden zijn zoowel 'sHeeren toespraken, als
de belijdenissen der jongeren in de dagen van
'sHeeren opstanding zeer kort. Het is de Heere
zoo riep Johannes op den verrassenden morgen
aan het Galil6esche meer. Rabbouniis het
enkele woord, waarin Maria Magdalena al haar
geloof, al hare onderwerping, al hare gehoor
zaamheid, maar ook al hare zaligheid samen
vat. De Heere is waarlijk opgestaan: ziedaar
de vreugdekreet, waarmede de Emmaüsgangers
in de opperzaal worden ontvangen, het heerlijk
accoord, waarin de harten samensmolten aan
den avond van den Opstandingsdag en dat ook
gewis voor den troon ie herhaald in het ge
jubel der Engelen.
Ook uitvoeriger belijdenissen heeft ons Gods
Woord bewaard en heeft de H. Geest als heer
lijke ontvouwing der ondoorgrondelijke wijsheid
Gods der Kerken geschonken. Hoe goed is het
vaak voor het heilbegeerig verstand daarin te
vertoeven en, als 'tware, 't plechtig maatge
klank van de geloofsbelijdenis, genaamd: der
Apostelenvan die der vaderen van Nisea en van
eenen Atthanatius, te genieten, waarin de diep
ten Gods, in het Woord geopenbaard, zoo heer
lijk worden weergeven, of ook het kloek en
klaar en eenvoudig belijden van onze gerefor
meerde martelaars-kerken, bij monde van eenen
iuido de Brés te beluisteren in onze 37 artikelen.
Maar hier hebben wij belijdenissen in één
of in enkele woorden, fonkelende edelgesteenten
gelijk, die bundels van lichtstralen in zich
samentrekken en ook weder rondom zich heen
uitstralen.
Zoo is het dan ook met dat heerlijk getui
genis van Thomas, als de Heere Jezus de ver
rezen Heiland, zich aan zijne door twijfel en
aanvechting afgetobde ziel openbaarde, en zich
met datwees niet ongeloovig, maar geloovig, in
al zijne volheid bij vernieuwing aan hem gaf.
Mijn Heere en mijn God!
Zie, dat is niet te voren overlegd en over
dacht. Het is de taal, waarin de H. Geest de
ziele zich doet uitstorten, waar zich Christus,
als de gestorvene en weder levend geworden
Heiland in zijne almacht, genade, trouw en
ontferming aan Thomas openbaart en geeft.
Maar wij hebben hier niet alleen te bewonderen,
wij hebben hier veel te leeren,
Wij vinden hier als tot een kostbaar kleinood
te zamen gevoegd, al wat tot het ware geloof
behoort. Wy mogen er van zeggen, wat aan
het eind van het Athanasianum staatDit is
hot algemeen geloof hetwelkindien iemand het
zelve niet getrouw en vast gelooft, die zal niet
kunnen zalig worden.
Mijn God! Zie hier de erkenning, dat Jezus
Christus is waarachtig God, de Zoon des
Vaders, ontvangen van den H. Geest, geboren
uit de maagd Maria, het eeuwige woord, vleeach
geworden, gestorven en begraven, opgestaan
van de dooden, verheerlijkt! Die belijdt dat
Jezus Christus is Gods eeniggeboren Zoon, die
is uit God geboren. Hij erkent God als schep
per, zich zeiven als schepselGod als Rechter,
zich zeiven als zondaar maar ook het Midde-
laarswerk der verzoening door den Zoon, die
ons Gode heeft gekocht met zijn bloed. Mijn
GodDoor de genade van God, den H. Geest,
eigent Hy zich dien Christus toe, en geniet de
onfeilbare liefde des Vaders en des Zoons, on
wankelbaar en eeuwig
Mijn Heere! Zie hier de erkenning van zijn
beslist en volkomen eigendomsrecht over de
zieleVoortaan zijn eigendom in den vollen
zin des woords met hart en ziel en alle krach
ten en dat: gewilliglijken dat in de innigste
zielsverrukking
Neen, zij gelooven niet, die Christus niet
kennen als den Zone Gods, die niet vreezen
voor eenen God, die ten allen dage toornt, die
niet met God verzoend zich weten door den
dood des Zoons Gods
Neen, zij gelooven niet, die zich niet met
ziel en lichaam, en al wat zy hebben zijn
eigendom weten in hst levon en in den dood
Zalig dan het belijdenmijn Heere en mijn
GodEn dat werkt nu de uit den dood verre
zenen naar het welbehagen des Vaders, dat
werkte Hy toen en dat werkt Hy nu door Woord
en Geest en waar Hij zondaren bekeert, en
waar Hij zijn treurend volk opzoekt en onder-
wyst en troost en van hun ongeloovigheid ge
neest Hoe is het, lezerHebt gij eenigzins
kennis aan de barensweeën van het nieuwe
leven, aan den geloofskreet van eenen Thomas?
Hulsebos.
Uit de geschiedenis der Kerk.
DE REFORMATIE IN GELDERLAND.
II.
De reformatie had tot nu toe vooral in stilte
in Gelderland doorgewerkt. Doch toen na de
eerste helft van het jaar 1566 de tijding door
het land liep, dat in Vlaanderen, Brabant en
Utrecht „aver al bij die vrije praedicanten ge-
preeckt" werd, traden de hervormden aan vele
plaatsen moedig te voorschijn.
Te Harderwijk verlangde het volk van de
Overheid eenen predikant „dieidtwoordt Goidts
louter ind reijn preeckte". Weldra ontving Har
derwijk een bezoek van eenen leeraar, Johan
nes Lyndenius genaamd.
Deze leeraar, afkomstig uit de omgeving van
Embden, had reeds Elburg bezocht en vertrok
later naar Nykerk.
Later kwam niemand minder dan de wel be
kende Jan Arendsz., Alkmaarsche korfmaker
en eerste hage prediker in Noord-Holland. Op
zijne prediking in het monnikenklooster volgde
eene verbreking van de beelden, die niet te
stuiten was, hoezeer de stads secretaris ook
riep „halt, halt, borgers, men salt or denlick doen
afnemenNog andere predikers kwamen Har
derwijk bezoeken, waaronder ook de bekende
Johannes Vduanus, predikant te Garderen,
schrijver van der leken weghwijser.
Ook in Elburg en vele andere plaatsen op de
Veluwe brak de reformatie met kracht door.
Door de hooge Overheid werd bevolen, dat
men den huisluyden zou aanzeggen als sij
die preedicanten en beéldstormers doodsloegen of
wonden toebrachten, hun dit niet tot boeten of
breuken, maar ter contraire tot lof en genade
wezen zou.
Ook Arnhem lag zeer onder de verdenking
van kettery. Te Nymegen werd in de open
lucht op het Valkenhof gepredikt. Het bleef
niet onopgemerkt, dat velen van het gehoor,
„oer vierroer8 onder die lappen hadden
In Venlo werd steeds dichter onder de stad
voor eene steeds grooter wordende schare ge
predikt.
Te Roermond namen de Hervormden de
kerk in bezit efi maakten nieuwe sloten op de
deuren.
In Kuilenburg en Zalt-Bommel ging het al
eveneens. Ook op dit gewest deed de wreede
Alva zijne vonnissen regenen, maar hij vond
weinig medewerking. De meeste ingedaagden
en veroordeelden konden veilig ontvluchten of
zich verbergen.
En toen men onder Alva's opvolger nog wat
ruimer ademde, was het verbazend om aan te
zien, met welken hauffen das volck sich du sem
wahren Gottesdienst verdrong. Weldra hadden
bijkans alle steden en voorname dorpen das
reine ministerium (de reine bediening des Woords).
In sommige plaatsen, vooral in Arnhem en
Nymegen, kwamen ongeregeldheden voor tus-
schen de roomschen en de Gereformeerden. Te
Arnhem begonnen de Catholyken zooveel ge
schalte maken onder de prediking en het
gebed van ds. Fontanus, dat een strijd tusschen
de roomschen en de soldaten onstond. Door
tusschenkomst der burgemeester is bewerkt, dat
niemandt todt gebleven sij, ofschoon de room
schen bijlen, korte roers en poignaarts onder
hune kleederen hadden. De gereformeerden
namen het zeer kwaiyk, dat de roomschen
zich zoo aanstelden umb der stommen Götren
willen."
Grooten steun vonden de Geldersche Gere
formeerden in hunnen stadhouder: Jan van
Nassau. Deze graaf, doortastend van aard, be
vorderde de hervorming op 't krachtigst „we-
sende hij van dezelve Religie". Getrouw woonde
de graaf de godsdienstoefeningen der Gerefor
meerden by op Zondagen en in de week, zoo
wel in schuren, als zalen en bij het toenemen
der hoorders) in de open lucht.
Vele roomschen waren deswegens zeer op
hem gebeten, en voor sommige gereformeerden
was hij niet streng genoeg. Het was toen
wel een schorre tijd om te regeer en". (1) Groot
gebrek was in die dagen aan Bedienaren des
Woords. Eerst in het begin der zeventiende
eeuw kon allerwegen de dienst des Woords ge
regeld worden. Hulsebos.
(1). Hooft.
„De Amsterdamsche courant zag gaarne, dat
de heer Donner zyne interpellatie introk. Ieder
toch, zoo oordeelt zij, zegt De Standaard, „kan
weten dat dit Kabinet niet doen kan, wat hy
vraagt. De gezindheden uitnoodigen tot een
gebed om zegen op de regeering van onze
Koningin." Waarom kan dit Kabinet dat niet
doen