Uit de Heilige Schrift.
Belijdenis en School.
YR1JDAG 15 APRIL 1898.
^Veekblad gewijd aan de ^Belangen der Pereformeerde JKerken
in ^eeland, j^oord-jbrabant en j^imburg.
Ds. J. HULSEBOS, en Ds. A. LITTOOIJ.
Wy komen daarenboven indien al niet ter
stond dan in ieder geval na korten tijd door
dit voorstel aan te nemen van den hoofdeiy-
ken omslag af, die nu aan de kerken wordt
opgelegd. En de emeriti-predikanten, predikants
weduwen en weezen worden er door verlost
van al het pijneiyke en smadeiyke dat er zoo
menigmaal en reeds zoolang in hunne verzor
ging lag.
VARIA,
7e Jaargang.
No. 15.
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE ia onze KoningHy zal ons
behouden.
Jeaaja 33 22.
ONDER REDACTIE VAN
Doch Samuel zeideHeeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als
aan het gehoorzamen van de stem des Hee-
ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen.
1 Sam. 15 22.
Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos.
3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LE COINTRE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentien enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den
Uitgever in te zenden.
ONGELOOVIGE VERKLARING
VAN GODS WOORD.
En hy zeide tot henOnver-
standigen en tragen van hart,
om te gelooven al hetgeen de
propheten gesproken hebben.
Lucas 24 26.
Ziehier eene liefderijke en zachte, maar toch
zoo diep ernstige vermaning en bestraffing van
den Heere aan de wandelaars naar Emmaüs.
Uit alles, wat daar door hen geantwoord
was op de vragen van den hier nog onbekende,
sprak een gemis aan het rechte inzicht in de
Godsopenbaring en de ongeschiktheid van het
vleeschelijk harte, om te gelooven.
Wat was er van hen, wat was er van aide
jongeren geworden, indien de Heere niet ware
opgestaan, indien de verrezen Heiland hun als
profeet, priester en koning niet ware te hulpe
gekomen
De Emmaüsgangers kennen de Schriften wel,
maar voor het tegenwoordige was er geene
geloofsoefening, zy zagen dus niet met het oog
des geloofs. Opmerkelijk, dat alles zóó door
hen wordt uitgelegd, dat het niet tot vertroos-
i ting, maar tot droefheid en hopeloosheid leidt.
Aan het weten der dingen, die daar geschied
zijn, ontbreekt het hun niet zij maken er
zelfs den vreemdeling, die hun voorkomt deze
dingen niet te weten, een verwijt van, dat hy
I ze niet weet. Diepe twijfel heeft zich van hen
meester gemaakt. Wij hoopten, dat hij was
degenedie Israël verlossen zoude. Niet alleen
- hebben zij geen oog voor de diepe en heerlijke
beteekenis der profetieën, en toonen zy nog
aardschgezinde gedachten aangaande 'sHeeren
X Koninkrijk te hebben gekoesterd, maar ook
's Heeren woorden en beloften (zy toonen ze
X te kennen) verstaan zij niet.
Zelfs de boodschap der vrouwen en de tijding
van het ledige graf hebben hen des tetrooste-
loozer gemaakt. Ziehier eene verkeerde, den
Heere niet verheerlijkende, de ziele niet ver-
troostende uitlegging des ongeloofs. Maar dit
1 wordt nog veel in de Gemeente aangetroffen,
jja, welk kind Gods moet niet van die kwale
genezen worden Waar de Heere wil vertroos
ten, keert 't kind Gods eenvoudig de beteekenis
om en wordt door het troostwoord nog maar
meer gedrukt. Daarom moeten wy den Heere
gedurig bidden, dat wij Zijn Woord recht mo-
gen verstaan. De zielevyand is er ook vaak
op uit, om alzoo aan Gods kind de rechte be
teekenis, de kracht, den troost van Gods Woord
te doen missen. Denk eens aan de valsche
4 lijdelijkheid en haar misverstand van Gods
Woord, aan het verkeerd gebruik van deleer
der uitverkiezing, aan de niet rechte opvatting
van de leer des Sacraments.
Maar ook in onbekeerden staat misbruikt
men het woord tot eigen verderf. Hoe volleerd
is daarin de wereldZij vervormt Gods Woord
naar eigen meening, lederen onbekeerde roepen
wij toeWordt behouden van dit verkeerd ge
slacht.
Maar de Heere laat zijn volk niet in 't duis
ter en redt ze van de strikken van Satan. Hy
geeft eene ernstige vermaning. En daarna laat
hij het geesteslicht stralen over het Woord,
over 't profetisch getuigenis. En nu worden
hunne harten brandende in hen, als Hij hun
de Schriften opent, brandende van blijdschap en
verrukking, brandende van het zalig bewust
zijn, dat de Heere is opgestaan en het liefelijk
voorgevoel, hem weldra te zifclen aanschouwen.
En zoo komt Hy nog.
Moest de Christus niet deze dingen lijden en
alzoo in zijne heerlijkheid ingaanDe lydende
en verheerlijkte Christusde alfa en de omega
van het Evangelie van Mozes en de profeten
Geen Mozes, geen Abraham, waren hetgeen zy
waren, zonder ChristusIs voor u, lieve le
zer dit geesteslicht reeds opgegaan over Gods
Woord Zoo stemt ook gy in met den jubel
zang der gemeente aan den avond van dien
blyden dagDe Heere is waarlijk opgestaan.
Hulsebos.
Zooals gezegd is, komen wy nog even terug
op het voorloopige voorstel van de Classis
's Gravenhage, inzake de verzorging der eme
riti-predikanten, predikantsweduwen en wee
zen. Wij veroorloven ons dit voorstel zeer aan
te bevelen. Wanneer de kerken het aannemen
geraken wy uit het labyrint, waarin wij in
betrekking tot deze verzorging als rond ge
wandeld hebben. Volgens dit voorstel neemt
iedere kerk vry willig, overeenkomstig hare roe
ping, deze zaak op zichzy doet dat in over
leg en in overeenstemming met andere kerken
zy helpt andere kerken, zoo zy geen emeritus
predikant, predikants-weduwe of weezen heeft,
of zy wordt door andere kerken geholpen,
wanneer zy die wel heeftze doet dit op wei
nig bezwarende wijze, door ieder jaar wat te
geven en zoo, gelijk de mieren, het brood in
den zomer voor den winter te vergaderen
zij kan de collecten er voor biy ven houden en
het bedrag er van er voor bestemmen. In ieder
geval houdt ze ieder jaar rekening ook met deze
uitgave, die, volgens 's Heeren woord en de
kerkenordeningen, bij hetgeen men den diena
ren des Woords schuldig is, behoortdaar hy,
die het leven geeft, op onderhoud van het
leven voor zich en zyne on verzorgden aanspraak
heeft.
Van ganscher harte beveel ik dan opk het
voorloopige voorstel van 's Gravenhage by dezen
der kerken aan.
Dat doe ik, hoewel het my niet duideiyk is,
of het alleen voor de toekomst bedoeld is en
werken moet, of ook en tegeiyk in de tegen
woordige uitkeeringen wil en meent te kunnen
voorzien. Daaromtrent zullen eenige inlichtingen
my aangenaam zyn.
Willen de broederen de tegenwoordige ver
zorging laten uitsterven en het voor de toe
komst aldus geregeld zien, dan is het my dui-
deiyk, maar willen zy de tegenwoordige wyze
van verzorging aanstonds er door opheffen en
alzoo deze verzorging voor hare rekening nemen,
dan begryp ik niet hoe zy er met eene geringe
percentage komen kunnen.
Ik ging eerst van de veronderstelling uit, dat
dit niet in de bedoeling der broederen ligt, maar
dat zy iets nieuws, iets goeds voor de toekomst
willen. Daarom schreef ik voor een paar weken
dat het nu werkend stelsel gecompleteerd en
verbeterd moet worden, en ook dat het uit- en
wegsterven moet. Indien echter myne veronder
stelling juist is, hoe denkt de classis dan over
de verzorging van de emeriti-predikanten, predi-
kants-weduwen en weezen, die er thans zyn
Moet die blyven, geiyk ze thans geschiedt?
Is echter het tegendeel waar, d. i. ligt het
wel in de bedoeling om de tegenwoordige ver
zorging er in op te nemen zoo dat de kerken,
die tot haar voorstel toetreden ook deze ver
zorging voor hare rekening en op zich nemen,
dan heb ik andere vragen. Dan vraag ikhoe
stelt de classis het zich dan voor, in betrekking
tot de kerken die niet toetreden, en geene
emeriti, weduwen of weezen hebben Worden
die dan, omdat zij niet toetreden, door haar
ontslagen van de tot dusver betoonde offervaar
digheid? En de kerken, die wel emeriti, we
duwen of weezen hebben, maar niet met haar
meedoen, wordt aan haar steun ontzegd,
dewijl zy niet wilden toetreden Voorts vragen
wij is de percentage voor alle kerken geiyk,
dus alléén naar verhouding van de trakte
menten, die genoten worden Wordt geen reke
ning gehouden, met hetgeen vele kerken thans
moeten uitkeeren voor hare emeriti, weduwen
en weezen
Is dit zoo, dan zullen de kerken, die hiervoor
jaarlijks veel moeten opbrengen, dankbaar zyn
en natuuriyk gemeenschappelijk toetreden. Of
wil men dat zou dunkt mij, om het plan
geen schipbreuk te doen lyden het beste zijn
dat iedere kerk daarvoor extra blyft uitkeeren,
hetgeen thans daarvoor gegeven wordt, en zoo
ook iedere classisterwij] hetgeen dan nog te
kort komt, voor rekening komt van de gemeen
schappelijke kas der kerkenindien namelijk
alle of bijna alle kerken toetreden.
Geschiedt dit en kan het als zoo even be
sproken is, geregeld worden, dan zou van meet-
afaan de geheele verzorging op orde kunnen
komen. Doch laten wij de nadere uiteenzetting,
door de classis 's Gravenhage beloofd, afwachten.
Is deze er, dan bespreken wij haar, en bevelen
haar, zoo mogelyk, by u aan.
Littooij.
De prediking van Ds. W. HAZENBERG van
Apeldoorn over: de genezing der kranken
op het gebed.
Daar het schynt, dat ds- H. Zeeland geregeld
wenscht te bewerken, is het wellicht niet on
dienstig iets van zyn optreden mede te deelen.
Dinsdag 5 April, sprak hy ook wederom te
Vlissingen.
Spreker begon met te resumeeren denamen
der plaatsen, waar hy in de afgeloopen maand
al had gesproken en gaf zijne ergernis te ken
nen, dat er in de Hervormde Kerk nog men-