Uit de Heilige Schrift.
KERK.
YR1JDAG 8 APRIL 1898.
No. 14.
Ds. J. HULSEBOS, en Ds. A. LITTOOIJ.
7e Jaargang.
^VeEKBLAD GEWIJD AAN DE j^ELANGEN DER pEREFORMEERDE JCeRKEN
IN ZEELAND, pOORD-BRABANT EN j^IMBURG.
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze "Wetgever, de
HEERE is onze KoningHjj zal ons
behouden.
Jeeaja 33 22.
ONDER REDACTIE VAN
Doch Samuel zeideHeeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als
aan het gehoorzamen van de stem des Hee-
ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen.
1 Sam. 15 22.
Abonnement per 8 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos.
3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels
50 cenr. iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
k. le cointre
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentien enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, by den
Uitgever in te zenden.
DE KWAADDOENER BEGENADIGD.
En hij zeide tot hem Heere
gedenk mijner, als gij in uw
Koninkrijk zult gekomen zijn.
En Jezus zeide tot hem .-voor
waar zeg ik u Heden zult gij
met mij in het paradijs zijn
Lucas 23 41, 42.
Ook aan het kruis worden de gedachten uit
veler harten openbaarde ruwheid der krijgs
lieden, dobbelende om Jezus gewaad, de doo-
delijke haat dër Joden, die den grooten Lyder
op 't grievendst bespotten en smaden, de ver
harding van den moordenaar, die in het aan
gezicht van dood en oordeel nog medespot en
lastert, maar ook de diepe verootmoediging
en het zaligmakend geloof van den anderen
kwaaddoener, door goddelijke almacht en vrij
macht nog aan het Kruis bekeerd.
Maar ook onder de discipelen, onder de vry-
gekochten met 's Heeren bloed, wat eene ryke
•verscheidenheid, als tot prijs van de veelvul
dige wijsheid en genade Gods. Wat schare
is daar vereend om den troon en smelt samen
in het eeuwig Hallelujah
Naast eenen Nikodemus, den leeraar in Is
raël, een Levi de tollenaarmet een Maria van
Bethanië die zat aan de voeten van Jezus, eene
Magdalena, uit wie de Heere zeven duivelen
had uitgeworpennevens eenen Johannes, die
aanlag aan de borst van Jezus een kwaad
doener, ter elfder ure, aan het kruis tot dis
cipel des Heeren geroepen
De macht der hel viert schijnbaar haren
volkomensten triomf op Golgotha. Daar hangt
Jezus aan het vloekhout, machteloos, te midden
der kwaaddoeners, een aan Zijne rechterhand,
een aan Zijne linker- en Jezus in het midden.
Rondom de triomfeerende en spottende vijan
den. Immers, nu is de overwinning volkomen.
Indien God Hem wel wil, dat Hij nu afkome
van het kruis. Maar Hij komt niet af. Gedaan
is het met Zijne zaak. En wat zou de zwakke
discipelschaar, waarvan zich nog een enkele op
eene distantie vertoont. De nood klimt hoog.
Ook een der mede kruiselingen deelt openlijk
in de spotternyen der hel.
Maar ziede genade zou ook hier doorbre
ken. Te vroeg jubelt de hel. De kracht der
genade zou op het heerlijkst schitteren op dit
heeriyk tooneel.
De andere kwaaddoener opent den mond tot
beiydenis van zonden, tot belydenis van Chris
tus, waarachtig God, waarachtig rechtvaardig
mensch, tot een inroepen van Zyne genade.
Enwoorden van troost en zegen stroomen
van de lippen van den lijdenden Koning.
Hoe treffend is ook deze bekeeringHier is
een snoode misdadiger, die met den dood voor
oogen wordt békeerd. Zie de kenmerken. Be
kentenis van zonden bestraffing van den mede-
kruiseling, geloof, dat Jezus in 2yne kruisge-
stalte de Heiland is, die het Koninkrijk voor
de grootste zondaren kan ontsluiten en dat hij
van dit kruis zal ingaan in heeriykheid. Geene
vrees voor de vijanden houdt hem terug in zyn
belpden. Maar, hoe onuitsprekelijk is ook de
liefde des Heeren voor de Zijnen, hoe vol er
barming over hen in hunne ellende. Gevraagd
wordt, dat de Heere den moordenaar gedenke,
wanneer hy in Zyn Koninkrijk zal zyn geko
men. Veel meer overvloedig spreekt de genade.
Heden zult gij met mij in het paradijs zyn.
Hier staat het verstand by stil.
Aangrypend is het onderscheid. Dezen is
het Evangelie een reuke des levens ten leven,
genen eene reuke des doods ten doode. Beide
kwaaddoeners verkeeren in dezelfde omstan
digheden en toch welk een verschil. Te ver
geefs is de vermaningVreest ook gij God niet,
daar gij in hetzelfde oordeel zjt Naast het
toonbeeld van genade, zien wy de ontzettende
kracht der zonde. De eene goddelooze wilde
zich niet bekeeren, de goddelijke almachtige
genade deed het hart des anderen smelten.
Ernstige vermaning, die uit den mond des
boetvaardigen kruiselings komt tot iederen on
bekeerde Vreest gij ook God nietIndien dit
aan het groene hout gesehiedt, wat zal aan
het dorre geschieden 's Heilands smarten
prediken uw oordeel
Bekeering is het werk des H. Geestes. Zie
eens by den onboetvaardige, hoe zelfs het ge
zicht van den dood in de vreeselykste vormen
niet verteedert.
De bekeering uit te stellen, met het voor
beeld van den bekeerden kruiseling tot voor
wendsel, is groote zonde en zelfbedrog, mis
bruik van de genade. Waarlyk dit voorbeeld
te verstaan is heden het harte niet te verharden
en tot de ontfermingen Gods en Christus de toe
vlucht te nemen. Zoover wij weten, is dit de
eenige sterfbedbekeering, waarvan de Schrift
gewaagt, als men dit kruis een sterfbed noe
men mag.
Tot vertroosting worde dit voorbeeld gebruikt,
als een zondaar nog op zijn sterfbed om ge
nade leert roepen. Tot vertroosting is het voor
al Gods volk. Zie welk eene groote liefde
En die liefde was en is niet minder voor u,
kind GodsZoo zij u dan ook deze genade
des Heeren tot verkwikking bij het gezicht van
uwe zonde, by aanvechting en stryd, in nood
en doodLigt Gods gekende in doodsnood ter
neder, verschrikt hem nog de aanblik zyner
zonden, overvallen hem zyne smarten en zwak
heden, zoo wentele hij het op den Heere, Die
hem gekocht heeftHeere, gedenk mijnerEn
nog zal het troostwoord de ziele bemoedigen
en verblijden Heden zult gij met mij in het
paradijs zijn!
Zware stryd, dien de Zoon des menschen had
te doorworstelen. Maar groot is Zyne over
winning. Wat machten zich tegen hem stellen,
genade zal triomfeeren
Stryden wy dan onder zyne Banier den goeden
stryd des geloofsEenmaal zullen wij met
Hem heerschen. Hulsebos.
Uit de geschiedenis der Kerk.
DE REFORMATIE IN GELDERLAND.
I.
Reeds vóór de Hervorming, in de vyftiende
eeuw was er ook in Gelderland opwekking op
godsdienstig gebied.
Geert Groote vertoefde in het Karthuizei kloos
ter Munnikenhuizen by Arnhem en ging van
daar uit om boete en bekeering te prediken.
Johannes Brugman woonde in het minder- broer
der- klooster te Nijmegen, als hij uitrustte van
de reizen, die hy met het zelfde doel als Geert
Groote ondernam. In Zutfen hebben mannen
als Zerbolt en Johannes Busch het verlangen
naar meerdere kennis der Waarheid opgewekt
en de broeders des gemeenen levensdie edele
voorbereiders der hervorming, verspreidden zich
door de provincie en hadden reeds vroeg hunne
fraterhuizen en bloeiende scholen in Nijmegen,
in Doesburg en in het schatryke Harderwijk.
Toen de hervorming in Saksen was doorge
broken, had Gelderland goede gelegenheid om
met de leer der Hervormers van uit Embden
te worden bekend gemaakt, alwaar Luthers ge
schriften reeds in 1519 openly k werden ver
kocht, en, hoe dicht was men tevens by Wezel,
de moeder der GeuzenDe kettersche boeken
vond men dan ook in 1523 te Harderwijk, in
1526 binnen het klooster Marienakker, by Ros
sumin 1529 te Zutfen. De geschriften van
Luther en Melanchthon, maar ook van Zwingli
en Calvijn, van Bulling er, Bugenhagen en d
Lasco werden van af 1544 in de nederige pas
torie van Garderen gelezen en ook in Venloo,
Kuilenburg en Harderwijk werden de boeken
der Hervormers op de scholen ingevoerd.
Hierbij voegde zich het woord der prediking,
als van den geleerden Geldenhaver te Tiel (1524,)
van den pastoor Koenraad Renckum te Har
derwijk (1543), van den kapelaan Kamerlinck te
Venloo (1549) en van den prior der predikhee-
ren Vermolanus te Nijmegen (1550). Opmerke
lijk, hoe vooral ook onder de roomsche gees-
telyken de hervorming ingang vond, een reden,
waarom zy zich ook zoo snel en zoo krachtig
onder het volk verbreidde.
De toenmalige landsheer, hertog Karei van
Gelder was een vervolger der geloovigen en
zyn dood, die in het midden van 1538 viel,
was den hervormden en Gelderland eene ware
verlichting. Zij ademden vryer onder zijn op
volger, Willem van der Marck, die door den
verlichten Hereébach was onderwezen, maar
geraakten op nieuw in nood, toen Karei V
heer van Gelderland werd.
Kareis scherpe plakaten deden evenwel in
Gelderland niet zooveel kwaad als men ver
wacht had. De hervorming was reeds te ver
zelfs by de overheden en aanzienlyken doorge
drongen. De kettermeester, Barend Gruwel, heeft
er dan ook niet veel kunnen uitrichten. Ook
schijnt Karei, die een eerste politicus was, het
pas verworven gewest niet te hard te hebben
durven aanpakken.
Intusschen ging de prediking der nieuwe leer
in stilte voort en vond veel by val niet alleen
in de steden, maar evenzeer op het platte land,
zoowel in den Tieler- en Bommelerioaard, als
vooral in de Betuwe en op de Veluwe.
Te Drumpt by Tiel werd in 1561 door ver
boden predikanten gepredikt „tot welcke verboe-
den sermonen grote mennichte van voUick, soe
burgers en de burgersters wter deser stadt TieU
gaen te hoeren, en, dit was moeielijk te belet
ten „over mitz hom luiden groten getaü." (1)
De ambtman van den Bommeler en Tieler-
waard kon niet verzwygen „soe, Godt betert, in
allen plaetsen onder der gemejnten, als oick nu
ten tijt hier to Boemel, durch den ketterschen
predicanten mit ketterij seer ontsteken sijn, en de
alle dagen woe langer woe arger (1)
(1) Afkomstig uit oude bescheiden.