VRIJDAG 28 JANUARI 1898.
No.-*r
Y/eekblad gewijd aan de ^Belangen der Pereformeerde |(erken
in jZeELAND. jMoORD-jPRABANT en llmburg.
Ds. J. HULSEBOS. Ds. J. H. FERIMA
en I)s. A. LITTOOIJ.
Uit de Heilige Schrift.
7© Jaargang.
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze KoningHij zal ons
behouden.
Jesaja 33 22.
ONDER REDACTIE VAN
Doch Samuel zeideHeeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als
aan het gehoorzamen van de stem des Hee-
ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen.
1 Sam. 15 22.
Abonnmeent per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos.
3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LE COINTRE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentien enz., gelieve men
tydig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den
Uitgever in te zenden.
EBEN-HAËZER.
„Hij voerde hen uit de duister
nis en de schaduwe des doods,
en Hij brak hunne banden. Laat
hen voor den Heere Zijne goe
dertierenheden loven, en Zyne
wonderwerken voor de kinderen
der menschen."
Psalm 107 14, 15.
Was aan het einde der bijna tachtig jaren
van den krijg Frederik Hendriks stem ten
gunste des vredes vernomen, die van zijn op
volger had zich met nadruk er tegen doen hoo-
ren, zoodat hij zelfs nog twee jaar later in
scherpe bewoordingen zijn ergernis er over
deed blijken. Inderdaad een zeer uiteenloopende
beoordeeling over den Munsterschen vredehan
del ten jare 1648.
In deze rubriek van onze Kerkbode is het
natuurlijk niet de plaats om over dit verschil
van meening uitspraak te doen, na onderzoek
der pleitgronden beiderzijds. Dat wij op heden
den Munsterschen vrede ter sprake brengen,
heeft een andere oorzaak. Het is, omdat elk,
die in de waereldgeschiedenis de leidingen Gods
waardeert, geroepen is den Heere dank te betalen
voor hetgeen op 30 Januari 1648 te Munster is
voltooid en gewaarborgd. „Laat hen voor den
Heere Zyne goedertierenheden loven en Zijne
wonderwerken voor de kinderen der menschen"
is een Schriftwoord, dat op 30 Januari 1898
in de herinnering aan den vrede van Munster
voortreffelijke toelichting vindt.
Voor dit doel is geen belang bij het onder
zoek of soms uitstel van de vredesonderhande
lingen tot nog beter uitkomsten kon hebben
gevoerd. Wanneer men eens in het geheel
niet let op de voorwaarden, waaronder de Vrede
van 1648 gesloten is, dan is toch reeds de
mogelijkheid van een opzettelijke vredesluiting
tusschen de toen strijd voerende partijen een
drang tot dank en aanbidding door alle geloo vigen
kinderen der Hervorming. „Hij voerde hen
uit de duisternis en de schaduwe des doods,
en Hij brak hunne banden." Ziehier het op
schrift op den Eben-Haëzer ter gedachtenis aan
30 Januari 1648 in de woorden door den Hei
ligen Geest voor herdenking van uitreddingen
gedicht.
„Zyne wonderwerken"
Inderdaad, geen minder krachtig woord zou
hier pas geven
„Zyne wonderwerken" dat zelfs
het woord vredesluiting niet als een onzinnig
droombeeld moet verworpen'èworden. Dat niet
galg en rad en kerkerhol het pleit beslechten
maar ambassadeurs in vredesonderhandeling
Dat er nog iemand is, met wien Spanje en
Oostenryk onderhandelen kunnen; hoelang Rome
ook aan het uitroeien was geweest
Met gewyzigde beteekenis mag ook in deze
ons wel het Schriftwoord voor den geest ko
men „Het zijn de goedertierenheden desHee-
ren, dat wij nog niet verteerd zijn
Door Spanje niet vertreden, door Oostenryk
niet verbroken, door Rome niet verdelgd, te
wezen, - - - de Kerken van Luther nog
niet verpletterd, de geestelijke kinderen van
Calvyn nog niet van de aarde verdelgd, te
weten,
„Laat hen voor den Heere Zijne goedertieren
heden loven
Het verleden zag er zoo hopeloos uit
Hoor het van een der schrijvers van „Vor-
stenhuuis en Vaderland." 1)
„Alva was nu tot de tanden gewapendhet
geheele land lag weerloos aan zijne voeten.
Antwerpen's citadel was reeds door Pacheco,
den beroemden Italiaanschen krygsbouwkun-
dige, voltooid. In 't gevoel zijner overmacht
velde de Bloedraad vonnissen bij honderden.
Het „heilig officie", de wreede Inquisitie, had
het geheele volk van ketterij besmet verklaard
en aan Alva's wraak en willekeur prysgege-
ven. De hertog had onzen genadigen heer,
den koning van Spanje beloofd, dat, terstond
na de heilige week, 800 hoofden zouden vallen.
Hoezeer ook door het gansche land kreten van
afschuw vernomen werden, aan tegenstand der
afzonderlyke burgeryen en edelen was niet te
denken."
Dacht men soms nog over uitkomst, dan
was het by na met huivering over de verme
telheid van eigen phantasie„In stilte 2) zag
menigeen uit naar Oranje als naar een Ver
losser en Bevryder, zich uitspreken dorst nie
mand, Alleen in 't diepst geheim kon Oranje
met sommige leden der stedelijke vroedschap
pen onderhandelen."
Verre van bemoedigend was dus de aanvang
van den grooten vrijheidsoorlog: Enkele kin
deren Gods omringd en als verpletterd door
duizende kinderen der waereld. De boschgeu
zen zijn uiteengejaagdhet verbond der Edelen
is ontbondendat der kooplieden verstikt door
de strop of ontbonden door het zwaard, de
strijdbare mannen zwalken rond op de zeeën
de Kerken vluchten naar Embden en naar
Londen. Hun tegenpartijders daarentegen zyn
de overwinnaars van drie werelddeelen, erva
ren in den kryg, gehard in ontberingen, en in
het bezit van alle sterke stellingen en gun
stige omstandigheden.
Nu schynt wel, bij het begin van den der
tigjarigen oorlog, omstreeks 1618, de toestand
der vervolgde Duitsche geloovigen aanmerke-
ïyk beter te wezen. Het is echter slechts
schijn. Een oogenblik moge de zaak der ge
loofsvrijheid schitterend zegepralen, weldra gaat
dat licht in bloed en vuur en rookdamp onder.
Het is alsof de keizerlijken zich bey veren om
Al va op zyde te streven alsof zij moeten inhalen,
wat Spanje hun in veelheid van onderdruk
king en onrecht en vervolging vooruit is. „Er
mogen in het Duitsche rijk niet minder ge
hangen lieden en verbrande dorpen, niet min
der plassen bloed en handenwringende rouw
dragers zijn" dat schijnt wel Tilly's leuze, Pap-
penheim's bevel, Wallenstein's besluit te zyn.
En Kroaten zoowel als het schuim van aller
lei natiën waken voor de uitvoering van dit
onuitgesproken bloededict.
„Doch roepende tot den Heere in de benauwd
heid, die zy hadden, verloste Hy hen uit hunne
1). Vorstenhuis en Vaderland. Gedenkboek bij
de a. 8. kroning van H. M. Koningin Wilhelmina
door R. Husen, A. A. Kleijn, P. J. Kloppers, H. B.
van Lummel, en G. Schutte, blz. 38.
2). Vorstenhuis en Vaderland blz. 39.
angsten." dit woord teekent de uitredding.
O, maar al te vaak schynt het woord des
Predikers van toepassing tranen der verdruk
ten macht bij de onderdrukkersen voor de
onderdrukten geen recht en geen vertroooster.
Maar, geloofd zij de Heere alleen schynbaar
en tydelyk is het zoo. Gelukkig, er is recht.
God doet recht: „De Heere vergeet het geroep
der ellendigen niet
Als redder en rechter zendt God in den der
tigjarigen oorlog den gezegenden bidder Gus-
taaf Adolf van Zweden juist wanneer de zaak
der Hervorming op het punt staat te gronde
gericht te zijn. En „roepende tot den Heere",
worstelt de Duitsche hervorming verder tot
dat de overwinning onmiskenbaar aan haar
kant is.
Als redders zendt de Heere aan Nederland
de Nederlandsche Makkabeën. 't Mag wel een
eigenaardige gedachte wezen voor onze aan
staande Koningin om juist in het jaar der
gedachtenis van den Munsterschen vrede den
troon te beklimmen in het land, dat in den
tachtigjarigen oorlog met Oranje's stam is sa
mengegroeid. Hoe hebben zich de Oranje's in
dien kryg met goed en leven als ten drank
offer gewijd ivoor 'sHeeren „ellendige hoop"
in deze gewestenGraaf Adolf moge zyn ge
bleven in Friesland in den slag, Lodewyk en
Hendrik gevallen op de Mookerheide, Graaf
Jan en Prins Willem ontledigd tot het verkoop
van hun cieraden toe, en straks de eerste ge
vallen door sluipmoord, het schrikt dit
trouwe heldengeslacht iniet af. En na hun
leven en ïyden komen Maurits krygsbeleid en
Frederik Hendriks stedendwingend talent hun
arbeid voortzetten. En Willem II betreurt,
wanneer de Munstersche vrede bijna bij zyn
optreden gesloten wordt, dat hy op deze lijn
niet meer voortgaan kan.
Zy allen zijn de instrumenten, waarvoor de
Heere moet geprezen worden, door welke Hij
Zyn belofte vervult„roepende tot den Heere
in de benauwdheid, die zy hadden
Hy brak hunne banden"
Naast de val van den winterkoning van
Bohemen, en naast het schavot van Egmond
en Hoorne de vrede van Munster.
Welk een in 1618 en 1568 ondenkbare tegen
stelling
Het Koninkryk der twee Kastiliën en het
Keizerryk der Habsburgers hygen naar adem
en smeeken om rust. De last, dien zy anderen
oplegden drukt nu hen zelf ter aarde. Hun
vernielzucht is voor een wyie bedwongen. Hun
dweepend vervolgen gestremd. Hun vervolgden
daarentegen hebben vastigheid. En den weër-
loozen schapen van Marnix' lied zyn de hoor
nen gewassen, waarmede zy hun vervolgers
hebben teruggedreven.
Het Pausdom is geknakt. Eeuwenlang zal
Rome's Priestervorst het verlies van Gregorius'
droombeeld betreuren. God heeft de Inquisitie
doorzocht en geoordeeld. En de ziele, die dorst
naar verkwikking, kan ongehinderd naar het
water des levens komen. Geen Priesterhaat,
verspert langer den weg. Geen Staatsmacht
verbrandt in deze gewesten meer Gods Woord
en wie het lezen.
Daar staan de afgezanten der eens vervolgde
en verdreven geloovigen rustig en fier. Niet