Qfficiëele Berichten.
Advertentiën.
Electromotorische Tandhalsbandjes.
Doch ook het G. W. ziet daarin geen reden
om zulk een „Kerk" te verlaten. .Streven
naar eene algeheele hervorming van het tegen
woordig régime" is noodig.
Zou het G. W. ook kunnen en willen zeggen,
hot naar die hervorming" moet worden ge
streefd, en wat zy van plan zijn tot dat einde
te doen?
Op zichzelf is zulk een troostmiddel wel reden
van bevreemding. Dat zulke vroede mannen,
die de Geref. leer belijden, zóó kunnen spreken
en raden, is o. i. meer bevreemdend en meer
reden van ontroering dan zelfs het besluit van
de Synode.
"in 't licht der geschiedenis echter is het zeer
wel verklaarbaar. Tachtig jaren lang hebben de
geloovigen in de N. H. Kerk in 't wezen der
zaak precies zoo geredeneerd. Wat er ook ge
beurde, men moest de Kerk in de Kerk trach
ten te herstellen. Vóór vele jaren weigerde
de Synode den doop met de woorden van Matth.
28 19 verplicht te verklaren. De Synode
plaatste daardoor de Kerk op heidensch stand
punt zoo lieten toen mannen als Dr. Vos,
Ds. Felix e. a. zich hooren. Dr. van Ronkel
dreigde heen te gaan, als de Synode zoo iets
zou durven doen En spoedig schikte
men zich in het onvermijdelijke.
Van de zyde der „Scheiding" is dan ook
meermalen gezegdals de broeders nu nog
vrijheid hebben om te blijven, dan zal er wel
niets kunnen gebeuren, dat hen tot uittreden
kan verplichten.
De uitweg, door het G. W. aanbevolen, be-
westigt ons in deze meening.
Indien verwerping der H. Schrift, de ver
loochening van God Drieëenig, de loslating van
den Doop enz. geen reden is om aan zulk een
gemengd gezelschap den naam van „Kerk van
Christus" te ontzeggenindien telkens van
voren aan allerlei redeneeringen en hervor
mingsplannen de consciëntie tot rust kunnen
brengen, dan, ja dan kan er niets gebeuren, dat
uittreden tot plicht maken zou.
Alleen dit kan de broeders redden uit dien
zondigen cirkelhet inzicht, dat de Heere on
voorwaardelijke gehoorzaamheid eischt van Zyne
knechten, en dat alle vrome en wijsgeerige
redeneeringen, alle overleggingen en gedachten
des harten daarvoor moeten wijken.
Moge het Gode behagen, den blinddoek van
de oogen te nemen en het deksel van de har
ten, de oogen te verlichten, en Zjjn volk in
de N. H. Kerk „zeer gewillig" te maken „op
den dag zijner heirkracht
Dan zullen al die broederen ziendat „ge
hoorzaamheid beter is dan offerande, en op
merken dan het vette der rammen"; en dat
medeschuldig worden aan de ontheiliging van
Gods Naam allen, die kerkelijke gemeenschap
blyven houden met dezulken die, naar Jezus'
instelling, als heidenen en tollenaren en als
kettersche menschen moeten verworpen wor
den. Zoolang ze echter dat niet inzien, blijven
de broederenhetzy op de manier van de
Geref. Kerkhetzy op die van het Geref. Week
blad, of op nog tien, twintig andere manieren
zich dekkend, volharden in de gemeenschap
met degenen „die niet van de Kerk zijn"; in
strijd met Gods Woord, en met de Geref. Be
lijdenis, die uitdrukkelijk zegt, zóó dat een
kind het begrijpen kandat alle geloovigen
schuldig zijn zich van dezulken af te scheiden.
Tergeten wy daarom, bij het woord van
broederlijk vermaan, niet het gebed. Alleen
de Geest des Heeren kan die broederen uit den
doolhof verlossen. En ook wij hebben groote
behoefte aan meer licht en kracht des Geestes,
om in alles waarlijk één te zijn en te worden,
en waarlijk Gereformeerd te spreken en te
leven.
Och, Heere, ontferm U onzer. Wyk niet van
Neêrlands Kerk en volk, om onze vele zonden
bind ons aan Uw Woord, vervul ons met Uwen
GeestZóó bidde ons hart dag aan dag, zon
der ophouden.
L. L.
Bovenstaand stuk uit „De Roeper" nemen
wij volgaarne over. Slechts met de kleine
denking, dat de schryver, wien het (ten on
rechte) ergerde, toen schrijver dezes by de uit
gave eener in 1888 gesproken Leerrede on
langs zuiver de taal der „doleantie" sprak en
niet van de „scheiding" gewaagde, omdat (ge
heel afgezien van alle verschil van inzicht)
dat toen werkelyk niet anders gebeurd was,
dat deze schryver nu (nïc^-reproduceerend) zoo
ten eenenmale vergeet, aan het standpunt der
doleantie recht te doen. Wat toch is de dole
antie anders dan het welgeslaagd streven naar
€ene algeheele hervorming, dat Dr. de Lind van
Wyngaarden en de zynen begeeren!
Inmiddels verbiydt het ons, dat zij toch er
kennen, dat het zóó niet blijven mag in hun
kringen. God geve hun ernst om metterdaad
trouw te biyken. Is het hun oprechte ernst,
dan zal Hij hun ook het licht doen opgaan.
En middelerwyl wordt te meer openbaar, hoe
zeer het „Synodaal" Genootschap de Kerken
verderft. Een ieder wachte zich voor schade,
en strijde voor de eer van onzen Koning,
Jezus Christus
Feringa.
Zaandam, 29 Oct. '97.
Een kleine vergissing.
Met zekere verwondering zagen wij in het
laatste Kerkbode-nummer een artikel getiteld
„Napleiten". Nog eenmaal daarom nu (hoe ook
onzes ondanks) een enkel woord. Hier is toch
een kleine vergissing in het spel. De Synode
van 1896 heeft niet alles afgedaan inzake de
Zending. Zy heeft slechts voorloopig geregeld.
En heeft het ontwerpen eener definitieve rege
ling opgedragen aan Deputaten over wier arbeid
de Synode van 1899 zou hebben te beslissen.
Wie nu weet, hoever de besluiten ten deze in
1896 zijn afgeweken van die in 1893, kan niet
onmogelyk achten, dat die in 1899 weêr even
ver zouden afwyken van 1896. In elk geval,
tot 1899 is de zaak onbeslist. Van napleiten kan
hier dus geen sprake zijn. Wèl echter van
pleiten. Pleiten voor Java en Soemba met een
beroep op de leerrijke geschiedenis van het
laatste jaaropdat men in 1899 tot een goede
regeling kome.
Over het overgenomen stuk zelf spreken wij
niet, onzes inziens zou daartegen met goed recht
veel in te brengen zijn. Maar dat ligt op den
weg van „De Heidenbode"; niet van ons blad.
Slechts willen wy ons het recht niet ontzegd
zien, om door ernstig waarschuwen onze ziel
te bevrydenwaar het geldt de vraag of men
den arbeid van de Gereformeerde Zendingsver-
eeniging afgenomen heeft of overgenomen.
16 Nov. 1897. Ferimga.
Ter toelichting merken wij hierbij op dat
Napleiten op herhaald verzoek is opgenomen.
Wij hadden hier te minder bezwaar tegen
omdat ook wy van oordeel zijn dat het telkens
veroordeelend geschryf in de Volksbladen, min
der gewenscht is. Waarom dat niet gedaan in
de theol. tydschriften als Geref. bijdragen, Vryg.
Kerk, e. a.
Ook gelooven wy dat sommige brs. veel te
scherp en zonder bewys de Zendings-besluiten
veroordeelen. O. i. gaat het niet aan te schrijven
dat „de Gen. Syn. van Middelburg onze Zending
zoo bedroevend veel schade heeft berokkend en nog
bezig is haar te schadenzonder dit aan te toonen
met de feiten.
Voorts meenen wij dat in 1899 niet kan
worden afgeweken als in 1896.
In 1896 zyn de beginselen aangegeven, de
lynen gelegd, waarop moet worden voortge-
arbeid. De benoemde Depp, hebben hiermede te
rekenen.
Wy willen nu niet aantoonen hoe sedert jaren
lang onze Zending getobt heeft, maar zyn over
tuigd dat al de ellende en moeite ons over
komen, geen gevolg is der Synodale besluiten
van 1896.
Moge gemeente en pers biddend werkzaam
zijn om de genomen'besluiten te helpen uit
voeren, daar zal onze arme Zending het best
by opleven.
De Kerkeraad der Geref. Kerk te Middelburg
C maakt aan de Zusterkerken in deze classis
bekend, dat het afscheid van zijnen Herderen
Leeraar Ds. J. D. v. d. Velden, D. V. zal plaats
hebben op Zondag 28 Nov., des avonds ten 6
ure. Mochten er Kerkeraadsleden van gena-
buurde kerken worden afgevaardigd voor deze
gelegenheid, zoo is het vriendelijk verzoek tydig
opgave te doen, opdat voor plaats gezorgd kan
worden. Namens den Kerkeraad,
Middelburg, C. Verhage,
19 Nov. '97. Scriba.
Kort verslag der werkzaamheden der Jonge-
dochtersvereeniging Dorkaste Vlissingen
in het afgeloopen vereenigingsjaar.
Uitgedeelde goederen
Aan een behoeftig gezin te A.
2 meisjessehortjes, 2 doekjes, 1 vrouwenschort,
2 jongenshemden, 4 meisjeshemden, 1 vrouwen-
borstrok en 2 paar kinderkousjes.
Aan de armen der Geref. Kerk te Z.
2 kindernachtjaponnen, 2 meisjesbroeken, 2
jongensbroeken, 8 meisjeshemden, 4 jongens
hemden, 1 vrouwenborstrok en 1 paar kinder
kousen.
Aan onze weezen
2 flanellenhemden, 3 baaie borstrokken, 1
sporthemd, 2 onderbroeken en 2 paar kousen.
Aan een behoeftig gezin alhier
1 meisjesbroek, 1 vrouwenhemd, 1 manshemd,
2 paar kousen 1 vrouwenborstrok en 2 jongens
hemden.
Gedurende het afgeloopen vereenigingsjaar
zyn vervaardigd
2 flanellen hemden, 4 jongenshemden, 5
vrouwenborstrokken, 8 meisjesschortjes, 4 baaie
borstrokken, 2 meisjesbroeken, 1 sporthemd,
2 onderbroeken, 4 vrouwenschorten en 7 paar
kousen. De Secretaresse
M. Kokelaar.
Regeling der vacatuurbeurten in de
Classe Klundert.
Moerdijk
November Ds. Ouendag.
December Schouten.
Januari Kapteyn.
Februari Voigt.
Fijnaart
November Ds. Kapteyn.
December Voigt.
Januari Ouendag.
Februari Schouten.
Antwerpen
December Ds. Kapteijn.
Februari Voigt.
Namens de Glosse
M. Ouendag, Scriba.
Classe Klundert.
De Kerken worden herinnerd aan het besluit
der Classe, waarby is bepaald dat in December
zal worden gecollecteerd voor de Hulpbehoe
vende Kerken buiten de Classe èn voor de Theol.
School. Vriendelyk verzoekt ondergeteekende,
dat hem vóór 15 Januari 1898 het bedrag dier
collecten worde toegezonden, opdat hij een
volledig rapport over het boekjaar 1897 kan
gereedmaken.
Raamsdonk, J. C. C. Voigt,
Nov. 1897. Quaestor.
Verantwoording van Liefdegaven.
Door den boekh. der K. Kas in dank ont
vangen uit de collecte 14 Nov. f5.00 voor de
plaats, voor de plaats f 2.50 (half jaar.) Door
br. I. de Wolff van mej. N. N. f5.00 voor de
plaats, van N. N. f2.50 voor de Kerk.
i. de Wolff.
Ontvangen door ondergeteekende als Deputaat
tot opwekking van den Zendingsijver in de
Zuidelijke Provinciën een groot pak postzegels
van Ds. Ruys te Serooskerke.
En uit Klundert uit het busje van V. P. f 1.36.
16 Nov. '97. J. H. Feringa.
Vlissingen B. In dank ontvangen voor de
Zendingdrie contributiën van één gulden 25
ets. voor de Heidenpenningvan S. v. d. B.
twee en vijftig halve centen, van „Dorkas" voor
de Kerk twee gulden, de armen twee gulden,
de weezen een gulden. De collecte voor de kas
Emeriti bedroeg f 12 68.
Namens den Kerkeraad,
P. G. Laernoes Jr., Scriba.
Idioteng est icht 9 a Heeren Loo.
In dank ontvangen van de Chr. Jongelv. te
Oostkapelle, collecte Jaarverg. 16 Nov. f2.80.
K. le Cointre, Diak.-Corr.
Wettig Gedeponeerd.
By het gebruik daarvan geschiedt
het tanden krijgen der Kinderen
zonder de minste pijn.
10,000 Gulden
wordt betaald aan hem, die bewij
zen kan dat de bij mij ter inzage
liggende getuigschriften, verkregen
over de uitstekende resultaten van de
Electromotorische TandJialsbandjes
niet echt zyn. Men lette op den naam
van den Fabrikant ROBERT HOLTZ.
Wordt franco toegezonden alleen
na ontvangst van postwissel ad 95
cent door
ROBERT HOLTZ, Nijmegen.