Belijdenis en School.
VARIA.
Dr. Scheurer's Hospitaal.
Een middel tegen Gierigheid.
Vereeniging voor II. 0. op Geref. Grondslag.
Jhr. Petrus de Rijcke, rechtsgeleerde van
Gent, al vroeg gebannen en na de verlossing
van het Spaansche jukbaljuw te Missingen.
Hij was een wakker man, groot in den bur
gerstaat en van gezegende gedachtenis in de
Kerk van Nederland.
Jhr. Philippus van Mamix, heer van St. Al-
degonde, een man, uitmuntende in zijne amb
ten, door zijne kunde, door zijne geschriften,
beroemd door zijne toewijding aan den prins
van Oranje, aan wien hij belangrijke diensten
bewees, beroemd door zijne toewijding aan de
zaak der vryheid, die hij met volharding ver
dedigde, beroemd door zijne toewijding aan den
gereformeerden godsdienst, aan welks handha
ving hij zich wijdde met eenen voorzichtigen
en verstandigen ijver.
Hermanus van der Meere, een voornaam in
gezetene van Antwerpen, vriend van den prins,
in 1567 door Alva gedaagd voor den bloedraad.
Hulsebos.
Door mij kan na lezing en herlezing van het
stuk in „De Heraut" van verledene week, niet
worden ingezien, dat er tusschen den hoogge-
achten Redacteur van dit blad en mij verschil
is in betrekking tot de wedergeboorte èn in
verband hiermede met de prediking des Woords
mitsdien zie ik in noch geloof ik, dat ik
„eene schrede terugging in het tweede artikel
door my hierover geschreven.
Er zou verschil zyn, indien Dr. Kuyper in
zijne aanmerkingen op mijn schrijven, de stel
ling had uitgesprokendat ook buiten het
Verbond en de bediening des Woords om, dus
in de totaal van God vervreemdde heiden
wereld, de genade der wedergeboorte wordt
verheerlykt.
Zooals wij weten is dit in de laatste jaren
in één of meer onzer Gereformeerde Kerken
uitgesproken. (Maar niet bewezen).
Daartegen ben ik, zooals een ieder nog zien
kan, in mijn eerste stuk opgekomen; ja daar
heb ik tegenover geplaatst de wedergeboorte
onder „en in zooverdoor en krachtens het
verbond, de beloften en de bediening des
Woords. Dat heb ik toen nader verklaard en
doen uitkomen, dat God in dien weg en door
die middelen de wedergeboorte, als begin des
nieuwen levens, door Zijn scheppend Woord,
onmiddelijk schenkt.
Voorts is door mij gezegdde Heere doet
het, naar luid der Schriften, door Paulus, die
zegt„Ik heb u door het Evangelie geteelden
ook, onder en door de prediking des Woords, vol
gens Jac. 118 en 1 Petr. 123maar zoomin
als Mozes zelfs de wonderen verrichtte, Paulus
de wedergeborenen teelde, wederbaart het
Woord, veel minder de prediking des Woords
de menschendat doet God en God alleen, en
niet instrumenteel door het Verbond, de
belofte, het Woord en deszelfs bediening, maar
onmiddelijkdoch weer niet buiten het ver
bond en de bediening des Woords om.
Ook niet alleen vóór, onder „en in zoover"
door den doop, maar ook op ryper leeftyd, op
verschillende plaatsen, maar vooral onder „en
inzoover(gelyk ik in mijn eerste stuk reeds
zeide) door de bediening des Woords.
Er is m. i. tweeërlei foutieve voorstelling ge
weest.
De éénedat God de Heere ook buiten de
bediening van het Verbond en de prediking
des Evangelies om, in de Heidenwereld dus,
menschen het beginsel des nieuwen levens
schenkten de anderedat de wedergeboorte
altijd door het Woord, mitsdien middel ijk
en niet onmiddelijk plaats heeft.
Toen ik nog een jongen was, heb ik de vro
men daarover in het ouderlijke huis al hooren
spreken. Ze waren het daarbij eens, dat de
wedergeboorte op verschillenden leeftijd en op
verschillende plaatsen ons kan worden geschon
ken. Ook wel in een herberg, zeiden ze.
Doch dan stelden zij zich dat verder zóó
voor, dat er toch altijd een vroeger gehoord
woord der Schrift was, waardoor God de Heere
het wedergeboren leven in het hart deed gaan.
Ziedaar de middelijke wedergeboorte.
Sinds vele jaren was ik van het foutieve
dezer voorstelling overtuigd. Maar evenzeer
geloof ik dat ze plaats heeft onder en inzoo
ver door de bediening van het Verbond en
het Woord.
Wat nu 1 Petr. 123 aangaat vergist zich
mijn hooggeschatte opponent, te eenen male,
waar hij zegt, dat door my deze schriftplaats
w<eenvoudig wordt opgevat, als ware het „onver
gankelijk zaad" niets anders dan de gepre
dikte waarheid?'.
Met geen enkel woord, Hooggel. Broeder
is door mij deze opvatting aangegeven of ver
dedigd. Toen ik dien tekst aanhaalde, en eene
week vroeger op den kansel even besprak,
stond het bij en voor mij reeds vast, dat het
„onvergankelijk zaadwel terdege moet onder
scheiden worden van „de gepredikte waarheid".
Trouwens, gelijk gij zult gezien hebben,
plaatste ik ter verdediging van mijn gevoelen,
vóór ik van Uwe hooggewaardeerde critiek
kennis kon hebben, de exegeze van Staring
over dezen tekst in de Zuiderkerkbode. In
deze exegeze nu wordt het duidelyk gezegd,
ook in die van Van Alphen insgelijks afge
drukt dat het „onvergankelijk zaaden „het
levende en eeuwige blijvende Woord Godsniet
hetzelfde is, maar moet onderscheiden worden.
„De apostel^wyst aan het zaad waaruit, en
het middel, waar door dat geschied was," schrijft
de een, en de ander zegt„Dat het levend en
eeuwigblijvend woord niet is aan te merken als
het onvergankelijk zaad, waaruit de mensch
wordt wedergeboren, zooals het doorgaans door
de uitleggers begrepen wordt. Maar als het mid-
del waar door de mensch wordt wedergeboren."
Tegelijk liet ik de randteekenaren hooren,
die hier zeggen„Alzoo wordt het woord des
Evangelies genoemd, omdat het met de onbe rou
we] yke werking des Geestes gevoegd is."
Deze exegeten had ik nagezien vóór ik mijn
tweede stuk schreef, dientengevolge schreef ik
dan ook in mijn eerste artikel, dat ik hoogge
achte schriftuitleggers citeeren zou.
Maar genoeg, dunkt mij, ter verzekering dat
Gij U over mijne exegeze van 1 Petr. 123
vergist hebt.
Aangenaam zal het my dan ook zijn, indien
Gij ook dit schrijven onder de oogen uwer
lezers wilt brengen.
Ik voeg er alleen bij dat ik steeds geloofde,
dat door ons, „naar het oordeel liefdede Ge
meente Gods als een geloovige en geheiligde
in Christus Jezus moet worden aangezien.
Dat doet de Schrift zelve, en dat deden de
Gereformeerde vaderen in symbool, in litur
gisch geschrift en boekwerk.
Maar dat als regel de wedergeboorte vóór den
doop plaats heeft en de kinderen dan dus
wedergeboren zijn, en mitsdien, de wederbaring
na den doop uitzondering is, heb ik uit de
Heilige Schriften nog niet bewezen gezien.
Als dit in en door het nagelaten geschrift
van onzen, helaas, zoo Yroeg ontslapen broe
der Kramer geschiedt, zal hy mij reeds hier
om, nog na zijn dood, aan zich verplichten.
Littooij.
In de Heidenbode van Juni deelen Dep. v.
d. Medische Zending van de Geref. Kerken een
en ander mede omtrent de Vereeniging „Dr.
Scheurer's Hospitaal
Reeds vroeger hebben wij onze lezers en
lezerressen hierover ingelicht en zullen dat
thans niet herhalen.
Dep. zeggen van den arbeid der zusters o. m.
"Met dank aan God mag thans reeds worden
geconstateerd, dat dit werk der dienende liefde
een krachtige steun belooft te worden voor den
arbeid van onzen broeder, waardoor met meer
moed en minder zorg deze hoogst gewichtige,
maar ook zeer kostbare zaak kan worden ter
hand genomen en doorgezet.
Het gewicht der zaak en de noodzakelijkheid
ervan werd niet alleen terecht door deze Zus
ters gevoeld, maar ook in vele kringen onzer
Gereformeerde Kerken, over het gansche land
verspreid. De eerste circulaire, waarin helpers
en helpsters gevraagd werden, die de taak op
zich wilden nemen, weêr anderen te vinden,
werd met gretigheid ontvangen en alras kwa
men aanvragen van alle kanten om meê de
behulpzame hand te mogen bieden.
Door de eigenaardige organisatie werden ve
len aan het werk gezet (wat altijd meer prik
kelt dan alleen het voldoen eener geldelijke
bijdrage).
Toen voldoende gebleken was, dat de roep
stem, van deze Zusters uitgegaan, weerklank
had mogen vinden in de onderscheidene Ker
ken, en dit liefdewerk alzoo levensvatbaarheid
had, werd al zeer spoedig behoefte gevoeld aan
eene regeling, langs ordelijken weg. Daarom
hebben de bestuurderessen zich schriftelijk ge
richt tot de Deputaten Synodi, aan wie meer
bepaaldelijk de behartiging der medische Zen
ding was opgedragen, om hen te verzoeken in
hunne handen rekenschap te mogen afleggen
van haar rentmeesterschap, en tevens die re
gelingen te treffen, welke ook voor het vervolg
zouden blijken dienstig te zijn.
Deputaten hebben zeer gaarne aan dat ver
zoek gevolg gegeven, en alle boeken en be
scheiden, op de zaak betrekking hebbende,
nauwkeurig nagegaanterwijl zy het kas-saldo
van het eerste kwartaal hebben in ontvangst
genomen, en de rekening met hunne handtee-
kening voor conform hebben geteekend.
Het aanzienlijk bedrag van f 1616.53 was
reeds tot 1 April geïncasseerd. Slechts f76.25
moest worden afgeboekt voor onvermijdelijke
oprichtings- en correspondentiekosten, zoodat
f 1540.28 rentegevendkon worden belegd; oui
echter althans voor een deel niet lang
rentegevend te blijven (tenminste niet in den
gewonen zin des woords), daar de Zusters een
sommetje verzochten ter aanschaffing van
grondstoffen, die zij wenschten te verwerken
ten dienste van het Hospitaal, en van een
ander deel de gedeeltelijke inventaris vooreen
Apotheek werd gekocht, die reeds onderweg
naar Java is, alles in overleg met Deputaten,
en met den Quaestor der Zending.
Hiermede is tevens de verhouding aangege
ven, in welke deze jeugdige Vereeniging tot de
Kerkelijke Zending zal staan. Zy wil niet an
ders dan dienen. Worde zij in de hand des
Heere eene „Febé", eene dienares der Ge
meente en moge de Gemeente tegenover haar
de apostolische vermaning betrachten„dat
gij haar ontvange in den Heere, gelijk het den
heiligen betaamt, en haar bijstaat in wat zaak
zij U zou mogen van doen hebben."
In een stad in het Oostelijk deel van Ame
rika leefde een man, die zeer door gierigheid
geplaagd werd. Eens vroeg hem een arme
vrouw om een aalmoes, en hij reikte haar 25
cents (60 Holl. centen toe. Dadelijk sprak een
stem binnen in hem„Gij hebt te veel gege
ven, als ge iedere arme zooveel geven wilt
wordt gij zelf een bedelaar." Terstond keerde
hij zich om en vroeg het geld terugde vrouw
gaf het hem, en nu gaf hy haar een biljet van
5 dollars (12 */2 gulden) bij het heengaan zeide
hij tot zich zelf„Zoo Oude, dat was een
moeilijke pil, maar zoo krijgt ge ze in 'tver
volg totdat ge U stil houdt." Na eenigen tijd
gaf hy een biljet van 5 dollars voor een lief
dadig doeldat gebeurde in de kerk. Nadat
hy zijn gift in het kerkzakje gedaan had, be
gon hij er veel spyt van tè krijgendadelijk
na afloop van de godsdienstoefening ging hij
naar de consistoriekamer en vroeg zijn biljet
terug, zeggende: dat hy zich vergist had.
Men gaf het hem, hij bezag het een oogenblik
en deed het daarna weder in het zakje er on
gemerkt een tweede bijvoegende terwijl hij tot
zich zelf zeide„Nu is het er maar om te
doen wie de sterkste zal zijn".
Sedert dien tijd heeft de man nog meerdere
aanvallen gehad maar hij is er nu geheel van
genezen en dankt er God voor. Het kan in
ieder geval niet schaden hetzelfde geneesmid
del te probeeren.
De 17e jaarlyksche Samenkomst van boven
genoemde Vereeniging zal dit jaar te Rotter
dam gehouden worden op 7 en 8 Juli a. s.
Woensdag 7 Juli des avonds ten 7 ure zal
eene ure des gebeds worden gehouden in de
Nieuwe Westerkerk (Ammanstraat), waarin
als Voorganger zal optreden Dr. H. H. Kuyper
predikant te Leeuwarden.
Donderdag 8 Juli zal de Algem. Verg. ge
houden worden om 9 ure des voorm. in de
Sociëteit de Harmonie (Haagsche Veer) onder
leiding van den Hoogleeraar Mr. D. P. D. Fabius.
Behalve de gewone huishoudelijke werkzaam
heden zal Prof. Dr. A. Kuyper inleidenIs de op
richting van een leerstoel voor de Homoeopathie
aan te bevelen.
Des namiddags om 2 ure zal een Openbare
Meeting met debat gehouden worden over „het
rechtstreeks belang dat de Vrije Universiteit
heeft bij de thans aanhangige quaestien over
Art. 36 van de Ned. Geloofsbelijdenis"in te
leiden door den Hoogleeraar Dr. F. L. Rutgers.
Beroepen: te Pietersburen H. T. Hoeksema,
te Rijswijk A. H. Gezelle Meerburg, te Hantum
c. a. O de Rooste Veere O. J. Geerlingte
Montvoort J. H. Koers.
Bedanktvoor Staphorst door J. Meijervoor
'sHage door D. Ringnalda; voor Wiasumdoor
D. P. de Grootvoor Almkerk door L. Bouma.