VARIA
Belijdenis en School.
„EFFATH A".
geteekende op de schrifturen, die aan onze
kerken toebehooren, doch waarvan vele in
handen van private personen zijn, zoo spoedig
mogelijk te verzamelen en in het Archief te
deponeeren (Acta Art.. 162). Op mtjn verzoek
in het Kerkblad en andere bladen, zond my
Prof. Dr. Bavinck het Archief der vroegere Chr.
Ger. kerkenvan ©enige andere personen ont
ving ik nog enkele stukken, maar, zelfs na
pogingen aangewend te hebben bij voormalige
Scribae van Synode's, mocht liet my niet ge
lukken alles te verzamelen. Allen, die stukken
of. bericht zonden, breng ik bij dezen nogmaals
mijnen dank. Doch om hen, bij wie nog stuk
ken aanwezig zyn, aan te sporen tot spoedige
zending, volge nu een kort overzicht van het
ontbrekende, om aan te toonen, hoe schraal
ons Archief nog is.
Het begint in 1836 met eenige adressen van
adhaesie, alleen uit sommige plaatsen in Fries
land. Van de Synode, in dat jaar te Amster
dam gehouden, is alleen een concept-verklaring
aanwezig betreffende een genomen besluit. Van
1837 (Utrecht) hebben wij alleen ingezonden
stukken, lastbrieven en copieën van brieven
namens de Synode geschreven. De notulen
ontbreken. (Uit de lastbrieven is gelukkig
eenigermate op te maken, waarover de Synode
gedelibereerd heeft). Van 1840 (Amsterdam)
hebben we alleen de notulen. 1843 (Amster
dam) is vrij compleet. 1849 (Amsterdam) is
goed in orde. Evenzoo 1851 (Amsterdam), 1854
(Zwolle), 1857 (Leiden) en 1860 (Hoogeveen).
Merkwaardig is bij dit laatste jaar de v/yze,
waarop de brieven van Ds. Postma uit Trans
vaal behandeld of liever mishandeld zyn. Som
mige vellen hieruit zijn met een scherp voor
werp in stukjes gesneden. Met veel moeite
slaagde ik er in, die weder bij elkaar te zoe
ken, ofschoon ik nog 2 stukjes niet terecht
kan brengen. De lastbrieven, die maar zelden
missen, ontbreken in 1862 (Franeker). 1866
(Amsterdam) is vry goed in orde. Van 1869
(Middelburg) ontbreekt allesGelukkig gewerd
my een exemplaar der gedrukte Acta. Maar
dit kan natuuriyk niet volstaan. Waar is het
overige?? Van 1872 missen we eveneens de
notulen (Groningen). Bij 1877 (Utrecht) ont
breken weer de lastbrieven. 1879 (Dordrecht)
heeft noch gedrukte, noch geschreven notulen.
1882 (Zwolle) alleen de notulen der vergadering
in comité-generaal. Het overige is gelukkig
wel aanwezig, zooalslastbrieven, rapporten,
ingekomen stukken enz. 1885 (Rotterdam) is
wel zoo schraal mogelijk. Het eenige wat we
daarvan bezitten, isnotulen der vergaderin
gen van 22 en 28 Augustus in comité-generaal.
Deze Synode is toch waarlijk niet zoo langge
leden, dat dé stukken reeds verdwenen kunnen
zyn. 1888 (Assen en Utrecht), 1890 (Leeuwar
den), 1891 ('s Gravenhage) zyn vrij goed. Van
1891 (Leeuwarden Chr. Ger. kerk) ont
breken weer de notulen. 1892 (Amsterdam
Chr. Ger. kerk) mist weer de notulen. 1892
(Amsterdam, Ned. Ger. kerk) is, evenals 1893
(Dordrecht), [1896 Middelburg, ontvingen we
nog niet,] een voorbeeld van nauwkeurigheid.
Wanneer alle stukken zoo precies aanwezigen
gecatalogiseerd waren, als de Scribae van die
jaren 't bezorgd hebben, welk een schoon Ar
chief zouden onze kerken dan bezittenDeze
accurate broeders verdienen den lof en den
dank der kerken. (De stukken betreffende de
Geuzenkerbte Brielle zijn ook goed in orde).
Men zietuit het bovenstaande, hoe 't ge
steld is met ons Archief. Laten zy die nog
stukken hebben, ze nu spoedig zenden bij 't
zien van den desolaten toestand. En voorts
wie helpt ons, bij gebrek aan beter, aan de ge
drukte Acta (zoo ze bestaan, wat we van alle
nu te noemen jaren niet weten) van 1836,
1837, 1872, 1879, 1882, 1885, 1888 (Chr. Ger.
kerk Assen), 1891 (Chr. Ger. kerk, Leeuwarden),
1892 (Chr. Ger. kerk, Amsterdam), en ook aan
de notulen enz. van het Synodaal Convent van
de Nederduitsche Gereformeerde kerken (Do-
leerende) in Nederland, gehouden te Rotterdam
in Juni en Juli 1887? (Hiervan is ook niets
aanwezig).
Voor belanghebbende bericht ik nog. dat wie
gobruik wil maken van 't Archief, zich te wen
den heeft aan 't adres van den ondergeteekende,
aan wien ook alle stukken voor het Archief
moeten geadresseerd worden.
Amsterdam, H. W. van Loon.
Jacob van Lennepkade 27.
De laatste tyden is er nog aleens geschreven,
vooral door Ds. Bos en door Dr. Kuyper, over
de wedergeboorte en de bediening des Woords
bij name gold het de vraag of de wederge
boorte geschiedt door of zonder het Woord.
Meer dan eens schreef ik dat het by my vast
stond dat er, vooral vóór eenigen tijd, misver
stand in het spel was; ja, dat de broederen
hierin en in meer andere quaestiën die aan de
orde waren, veel nader bij eikander stonden
dan het geleek en velen dientengevolge meen
den. Naar het my voorkomt, is dit reeds uit
gekomen. Gewis, tot onze en anderen biyd-
schap. Immers Ds. Bos heeft duidelyk uitge
sproken en erkend, dat ook kinderen worden
wedergeborenalsinedo, dat dit niet plaats
heeft onder of door de bediening des Woords;
maar onmiddelyk. En gerustelijk durf ik hier
bij te voegen, dat Ds. Bos, dien ik zoo vele ja
ren ken en over veel en velerlei sprak, dit nü
niet pas gelooft; maar dat dit, zoolang hy
meeleefde, bij hem, zoowel als bij mij en bij
ieder gereformeerd beiyder vast stond.
Vanwege het misverstand gingen voor eeni
gen tijd de broederen in deze en in andere
dingen slechts wat te veel ieder aan éénen kant
staan. Gelukkig naderen zij nu elkander weer.
Wederzijds was er voor de vraag13 dat wel
zuiver? daarenboven aanleiding gegeven.
Van de eene zijde was uitgesproken (maar
niet bewezen) dat heidenen, die het Woord
hadden noch hoorden, wedergeboren en bekeerd
werden; en van de andere zijde ging een
broeder zóóver dat door hem, wel niet stellig
uitgesproken, maar toch in overweging gegeven
werd, of bijv. by Johannes, den dooper, zelfs
vóór zijne geboorte, geene middelijke oorzaken
hebben kunnen inwerken op de vernieuwing
en de vreugde zyns harten. Voor het eerst
genoemde nu is, m. i. geen bewijs in de
Heilige Schriften. Wél voor het tegendeel. En
voor het daarna genoemde is evenmin bewys.
Daarenboven hebben wij by Johannes met iets
geheel eenigs te doen.
Doch het gevolg van deze uitersten was, dat,
met het oog op de eerste bewering, de gedachte
en de vraag reesof nu niet alles te önmid-
delijk werd gesteldm. a. w., of de Schrift
plaatsen wel tot haar recht kwamen, die ons
leeren, dat de heidenen zonder God in de we
reld zyn, en dat het geloof uit het gehoor, en
het gehoor, door het Woord Gods isja, dat
zij niet gelooven kunnen, zonder de bediening
des Woords. Terwijl het tweede en hetgeen
daarna nog werd geschreven, althans bij som
migen, (ik zeg niet bij Dr. Kuyper) tot het
vermoeden leidde, dat Ds. Bos en anderen al
leen en uitsluitend aan eene middelijke weder
geboorte geloofden.
Zooals gezegd is, bleek reeds dat dit niet
zoo is.
Zelfs vlei ik mij, dat Ds. Bos met Dr. Kuy
per gelooft, dat de wedergeboorte, het nieuwe
leven dus, den dooden zondaren zonder onder
scheid, oud of jong alzoo, onmiddelyk door den
Heiligen Geest wordt gegeven.
Dat wil zeggenniet door het Woord henen
gaat dat leven. Eerst als wij levend gemaakt
zijn, hooren wij het Woord, hooren wij God
in Christus, die door het Woord tot ons spreekt.
Als van den eenen kant toegestemd wordt,
dat de wedergeboorte eene weldaad van het
genadeverbond is, en dat de Heidenen vreem
delingen zijn van de verbonden en de beloften,
en zonder God in de wereld zynen dat daar
in eerst verandering komt, wanneer hun het
Evangelie gebracht wordtalsmede, dat de
wedergehoorte niet alleen in de allerprilste
jeugd, maar ook op den lateren leeftyd, zelfs
in den ouderdom plaats hééft; zie, als dit en
nu dit voor een deel reeds toegestemd wordt,
zal de vrees gebannen worden, die er was
ontstaan dat het middel, d. i. het Woord, waardoor
God werkt, té veel op zijde gezet werd.
Voorts zal dan, meen ik, van den anderen
kant, te gereeder worden toegestemd, dat de
wedergeboorte niet uit het Woord, gelijk het
nieuwe leven uit den graankorrel of uit het
zaad, door den Heiligen Geest wordt voortge
bracht. Want hierover loopt, als ik het goed
bezie, nog de quaestie.
Indien het Woord door Gods Geest in het
hart gelegd wordt en daaruit, als uit het zaad
het leven ontspruit, dan geschiedt de wederge
boorte middeiyk
Maar het is de vraagof dat dan ook by de
kinderen, die wedergeboren worden, niet plaats
hebben moet.
Is in dezen zoo even besproken zin het
Woord het zaad der wedergeboorte, dan dunkt
my ligt het voor de hand, dat het alzoo wezen
moet.
Doch dat God de kinderen, die hy weder-
baart, een woord uit de Heilige Schrift in het
hart legt, en door de bewerking des Heiligen
Geestes daaruit het nieuwe, Goddelijke leven
voortkomen doet, gelooft, denk ik, niemand.
Maar dat de Heilige Geest, buiten het Ver
bond, de belofte en de bediening des Woords
om het wedergeboren leven niet uitstort in
het hart, zie dat gelooven zeer velen, of.alle
gereformeerden met schrijver dezes.
De bediening van het Verbond en van het
Woord Gods is het middel waardoor en be
paalt den kring, waarin God, naar ik meen,
werkt.
In dien verbondskring en ook onder en door (1
de bediening van het Sacrament en van het
Woord, maakt de Heere door Zyn Geest de
dooden levend. En stort Hij in het hart het
leven uit, dan maakt Hy het vatbaar en ont
vangbaar voor het Woord, en dan nemen wij,
die geene kinderen meer zijn, acht, zooals
nooit te voren, op hetgeen ons van Gods wege
verkondigd wordt.
Littoou.
(1) P. S. Dat met de bediening van het "Woord re
kening wordt gehouden door voorname godgeleerden,
die over de wedergeboorte schrijven, wensch ik de
volgende week aan te toonen.
Onder den arbeid van Christelijke barmhar
tigheid, die bij voortduur den steun van
ons Christenvolk mag biyven vragen, mogen
we zeker noemen het werk der Vereeniging
„Effatha". Zal het wel zyn dan moet ieder ge
doopt kind in huis en op school onderwezen
worden naar de beginselen van Gods Woord.
Wij meenen echter niet te stout te spreken als
wij aeggen, dat de doofstommen nog eerder be
hoefte hebben aan Christelijk onderwijs dan de
hoorenden. Geheel hunne vorming, voor zoover
die in de hand van een mensch is, hangt af
van de onderwijzers, die hen onderrichten.
Brengen deze hun verkeerde begrippen aan, dan
is het zeer moeilijk, ja bijna ondoenlijk, die van
hen te nemen en daarvoor de rechte begrippen
aan te brengen. De doofstommen zonder on
der wys te laten zou onverantwoordelijk zyn.
Al zouden ze zich dan met behulp der familie
door dit leven kunnen redden, wie zal hen in
kennis stellen met het leven hier namaals?
Hoe zullen ze den weg des heils leeren kennen
Waar „Effatha" zich dan ten doel stelt om
de doofstommen niet alleen te bekwamen voor
de maatschappij, maar hen ook te onderwijzen
van den weg der zaligheid, daar kunnen we
zeker ook verwachten, dat de Christenen hunne
hand niet zullen terugtrekken. Wij willen bij
dezen den ouders, die Cnristelyk onderwys
voor hunne doofstomme kinderen begeeren,
herinneren, dat thans de gelegenheid weder
openstaat hunne kinderen als leerlingen te doen
inschrijven. Kunt gy alleen de kosten niet
dragen, blyft daarom niet stilzitten, maar ziet
uit om hulp bij familie en vrienden. Gij be
hoeft het ook volstrekt niet als een schande
te rekenen, wanneer gij aanklopt bij de diaconie
uwer gemeente. Verstaat dan uwe roeping ook
in de opvoeding en het onderwijs uwer onge
lukkige kinderen en wees getrouw.
Wat de financiëele steun aanbelangt, behoe
ven we door 's Heeren goedheid niet te klagen.
Na de laatste mededeeling van giften kwam
by my het navolgende in
Van de Jonged. vereen. „Dient den Heere
met blijdschap" te Maassluis zes lakens en zes
kussensloopenvan een dameskransje te Voor
burg f 15.09; van N. N. te Terneuzen f2.50;
*1, coll. Geref. Kerk te Wolvega f 3.575door
Ds. J. H. Donner van N. N. te Pretoria f 60
uit het busje van M. J. Contant te Colijnsplaat
f 4.79coll. jaarfeest Ger. Jongel. vereen, te
Goes f3.92; door Ds. J. H. Donner van C. de
Haan te Rotterdam f 1van de hulpzend. ver
een. „Uw Koninkryk kome" te Leiden f9;
colk jaarfeest jongel. vereen. „Obadja" te idem
fl.25; van J. Th. Overdijk te idem f 0.50 van
N. N. te idem f 2van N. N. postmerk Melis-
kerke f150; ged. coll. der Ger. Kerk teVlaar-
dingen A f9.42; van de Ger. Zendingver. „Uw
koninkryk kome" te Breda f 2.475van P. Bak
ker to Zuidhorn fl; gev. in de coll. te Wilder-
vank fl; coll. Geref. Kerk te Katwijk ajc! Riju
f 11.85 gev. coll. Ger. Kerk te Dordrecht A13
coll. van de vereen. „Het rysje wordt een boom"
en Bybelbond te Ten Boer f 3.65 coll. jaarfeest
jongelieden vereen. „Timotheus" te Leiden f 1.29
coll. -Ger. Kerk te Reeuwyk-Sluipwyk f 1.25
door J. Heslinga coll. feest Chr. zang- en jonged.
vereen, te Pingjum f6.85; van de diaconie der