Belijdenis en School. VARIA. Officiëele berichten. Geref. Kerk van Middelburg (C.) „Zoo nemen wij dan alleen aan" vervolgt de Belijdenis: „hetgene dienstelpk is om eendrach tigheid en eenigheid te voeden en te bewaren, en alles te onderhouden in de gehoorzaamheid Gods." En nu volgt er nog, hetgeen noodig en onmisbaar is, om die gehoorzaamheid te handhaven. Waartoe geëischt wordt de excom municatie, of de ban, die daar geschiedt naar den Woorde Gods, met hetgeen daaraan hangt. Hier wordt nog weder en nu opzettelijk de discipline of tucht der Kerk ter sprake ge bracht. Onder de merkteekenen der ware Kerk in art. XXIX is zy ook reeds vermeld. „Zoo de kerkelijke tucht gebruikt wordt, om de zonden te straffen." Maar hier wordt duidelijk te verstaan gegeven, dat verzet tegen de goede orde in God3 Kerk zonde is en behandeld moet worden met de kerkelijke discipline, de ex communicatie met hetgeen daaraan hangt, dat wil zeggen het liefderijk, geduldig en getrouw vermaan en het eerst na voortgezet en hard nekkig verzet komen tot de ban of uitsluiting. Verwondert dit wellicht den aandachtigen lezer en minnaar van ons kerkrecht, vindt hij dit te gestreng, zoo bedenke hij, dat het hier betreftweerstreven van de orde als zoodanig, van de orde, die naar Gods Woord in de Kerken zijn moet, en dat hier niet wordt bedoeld de vertreding van den broeder, die op grond van Gods Woord bezwaar heeft tegen een of andere regeling of artikel der kerkenorde. Verstoorders van orde en rust", zoo schold ons de hiërarchie, toen wij van haar revolu tionair systeem ons afkeerden om tot de ware orde onzer gereformeerde Kerken weder te keeren en hierop grondde zy hare banvonnis sen (de ban of excommunicatie, die daar ge schiedt naar den Woorde Gods kent zij niet, noch ook wat daaraan hangt), doch dit oordeel der valsche Kerk kon ons niet deeren, dan in de goederen, zooveel de Heere toeliet. Ware verstoring van orde en rust in Gods Kerk, is eene zonde, waarvoor ons de Heere beware, en waartegen de kerkelijke discipline, met alle liefde en trouw wake Hulsebos. Na de samenkomst in het Volkspaleis te Ara sterdam hadden wij de vergadering van de Deputaten der anti-revolutionaire kiesvereni gingen in Tivoli te Utrecht. Beide samenkom sten waren zeer druk bezocht, slaagden naar wensch, verhoogden en sterkten het onderlinge leven, en het leven voor de eere Gods op het publieke en staatkundige terrein. Dat wij het leven voor de eere Gods niet mogen en niet moeten laten terugdringen, ge lijk de liberalisten willen, naar het bidvertrek, naar de huiskamer en de Kerk is voor ons eene uitgemaakte zaak. Dat is hetomdat met de eere Gods zoowel op het eene als op het andere terrein van het leven moet gere kend worden; immers moeten wij den Heere altijd en overal dienen overeenkomstig Zyn heilig Woorden ookomdat de liberalisten op het meest algemeene, dat is, op het pu blieke terrein van het leven dat zij bij voor keur voor zich opeischen het volk gods dienstloos maken. Het liberalisme bederft op dat terrein het huisgezin en de kerk, en het doet het bidvertrek uitsterven. Immers, als de kinderen onzes volks door het hooger-, middelbaar- en lager onderwijs, in één woord door de beschouwingen en het leven der liberalisten van God en Zynen dienst zyn vervreemd geworden, dan is er weldra geen Kerk van Jezus Christus, geen huisgezin dat God naar Zijn Woord dient en geen binnenka mer, waar de Heere aangebeden wordt, meer te vinden. Het publieke leven, overeenkomstig hunne vurige begeerte, aan hen over te laten, is zonde tegenover al de geboden Gods. Zonde tegen de eerste en de tweede tafel van Gods heilige wet. Ons van dat terrein terugtrekken en het hun overlaten is plichtverzaking, is, in zijn gevolgen, verraad te plegen aan de heilige zaak van onzen Heere Jezus Christus, het is het innemen van het alle leven doodende, dies verraderlijke doopersche standpunt. Om een voor velen tastbaar voorbeeld te nemen, wijs ik op de Middelburgsche courant; deze dringt er gedurig op aan, neen, niet dat de moderneen ethische predikanten die het oude libera lisme in de hand werken maar wèl, dat de orthodoxe leeraren zullen zwijgen, wanneer geloof en ongeloof den strijd aanbinden, op het publieke erf. Zij verbergt het dan waarom het in den grond en in de gevolgen gaat, en zij cegt, dat het daarenboven misleiding is, wanneer door ons luide verkondigd wordt, dat het niet om de personen, maar om de levens beginselen gaat. Natuurlijk laten wij haar praten, wanneer zij ons wil doen zwijgen. Zelfs heeft haar schrijven nog altyd eene tegenovergestelde uit werking op ons gehad. Het deed ons gelooven, dat het ontegenzeggelijk in het belang van de partij zou zijn, die zy zoo vurig voorstaat, doch niet in het belang van de partij der Christe- i ïyk-historische beginselen. Wanneer zy haar zin krijgt en haar huma- j nisme triomfeert, dan is het, zooals een ieder die meeleeft, weten kan, met het waarlijk bij- belsch godsdienstig leven spoedig gedaanja dan komt concert en bal in plaats van de be- diening des Woords. Oók om dat onheil met al zijne ontzettende gevolgen te weren, moeten wij ons geroepen en gedrongen gevoelen, om mee te spreken en te arbeiden op het terrein van het meer publieke leven. Jezus zette in Zijn leven op deze aarde Zijne heilige voeten ook op sociaal en staatkundig 1 gebied. Hy kwam op, byname in Zijne gelijkenissen, voor de rechten der onderdruktenHij hielp, redde en zegende in het bijzonder de armen I en Hij geeselde de hooghartige farizeën, die als de redders des volks optraden, de mug I uitzogenen den kemel inzwelgden. Hij stelde Zich tegen de farizeën en sadduceën, ja tegen j allen, die het volk van God en van den waren godsdienst vervreemdden, en het dientenge- j volge naar den afgrond voerden. Ook leerde i Hij door Woord en daad dat de Kerk vrij en niet gebonden moet zijnmaar ook, dat wij de Overheid moeten eeren en gehoorzamen, voor zoover zulks met de geboden Gods be staanbaar isalsmede, dat Hem alle macht niet almacht, deze had Hij ook in Zijne diepste vernedering, maar alle gezag, het bestuur en de regeering in den hemel en op de aarde gegeven is, door den Vader. Deze heerschappij en dit recht van onzen Heere Jezus Christus i hebben de apostelen beleden, daarvoor zyn zij opgekomen, en dat moeten wy ook doen. Dat I moeten wij doen zoo dikwijls wij daartoe in de gelegenheid zijn en daartoe geroepen worden. Wij moeten de liberalisten weerstaanom- dat zij met de eer, met de rechten en den 1 dienst Gods geen rekening houden, dientenge- j volge het volk vervreemden van den Heere, van Zijn Woord en wil en wegen. Hen te weerstaan zijn wy aan den Heere, aan ons j volk, aan hen en aan ons zeiven verschuldigd, i Ja ook aan henwant zij weten niet wat zij j doen. Zij wanen dat zij het volk veredelen, j verrijken en gelukkig maken. Zooals nog uit de critiek van de Nieuwe Rotterdamsche cou- rant, op de rede door Dr. Kuyper de verledene I week in Tivoli uitgesproken, blijkt, zien zij er niets van in, dat zy in de jaren, waarin zy den I toon aangaven en den baas in Nederland speel- den, het volk meer schade dan voordeel hebben bezorgd. Zoomin als de farizeën en sadduceën het in Jezus' dagen inzagen, dat zy het volk geestelijk armer maakten, ontzenuwden en naar de revolutie voerden, zien het de gods- dienstige, de halve en de geheel© ongeloovige j liberalisten onzer dagen in, dat zij aan het- zelfde onzalige bedrijf zich schuldig maken. Natuurlijk zou ons niets liever zijn, dan dat hunne oogen hiervoor opengingen. Met allen 1 één, mits den Christus belijdende, naar de Schriften, ziedaar het ideaal van ons hart en leven. Littooij. De mededelingen, die ik heden bij een bezoek van Ds. Ruys ontving en die hij my verzocht ter kennis te brengen van de lezers onzer Kerkbode geven stof tot blijdschap en tot dank aan God. Ze betreffen blijde gevol gen van de samensmelting der Kerken A en B te Serooskerke. Zondag vóór een week sprak ZynEerw. (in ieder geval thans) voor de laatste maal in het Kerkgebouw, waarin de Kerk uit de reformatie van 1886 sinds eenige jaren de bediening des Woords genoot. Tien jaren was het geleden, dat deze Kerk de kerkgenootscbap- pelijke kluisters verbrak en God naar Zijn Woord ging dienen. Dit werd herdacht oy de overdenking der bedeUw koninkrijkkome" I daarenboven werd de gemeente er bij bepaald, dat ook in de ineensmelting der Kerken verhoo ring van deze bede opgesloten lag, en dat diens volgens het verlaten van dit kerkgebouw geene smarte, maar vreugde en blijdschap bood. Door de goedheid Gods toch was thans het kerkge bouw gereed en van genoegzame zitplaatsen voorzien, waarin zij op den volgenden rustdag als ééne Kerk hoopten saam te komen, om Gods Woord te hooren en den naam desHee- ren aan te roepen. Alzoo geschiedde het ook laatstleden Zondag morgen trad Ds de Jager-' voor de saam ver gaderde gemeente op. ZijnEerw. bediende het Woord aan de hand van eenen voor deze ure inderdaad toepasselijken tekstwij lezen hem in Ezech. 37, en hy luidt„Wijders geschiedde het Woord des Heeren tot mij, zeggendeGij nu menschenkind neem u een hout en schrijf daarop: voor Juda en voor de kinderen Israels, zijne medgezellenen neem een ander hout, en schrijf daarop Voor Jozef, het hout van Ephraïm, en van het gansche huis Israëls, zyne medgezellen. Deo gij ze dan naderen, het een tot hot ander, tot een eenig houten zy zullen tot één worden in uwe hand." Ds. Ruys hield 'smiddags eene voorbereidings- predicatie, over Ps 130 2 en 3. Hij wees op hunne gemeenschappelijke zonde, ook wel tegenover elkander bedreven, maar ook op de vergeving, die er bij God was en is, en op het gemeenschapsleven dat de kinderen Gods in dien weg ontvangen. Dat gemeenschapsleven genoten ze nu, en zouden ze, zoo de Heere wil, op den a. s rustdag genieten aan 's Heeren tafel. Beide malen was de gemeente bijzonder tal rijk opgekomen. Het gebouw was vol, vooral, als naar gewoonte, 'smiddags. Op het dorp van 1200 zielen behooren er ongeveer 700 zielen tot ds Gereformeerde Kerk, en een h 00 waren er Zondag opgekomen. Van deze 500 behooren echter nogal eenigen te Oostkapelle en enkelen te Vrouwenpolder en te Gapingenatuurlijk zullen deze broeders en zusters iiunne attes- tatiën nu opvragen, en bij de Gereformeerde Kerk te Oostkapelle, te Vrouwenpolder en te Gapinge brengen. De reden om te Serooskerke te blijven is nu geheel vervallen. „De Gemeente te Serooskerke kan niet bestaan als wij, die te Oostkapelle, te Vrouwenpolder of te Gapinge hooren, onze attestatiën opvragen", kan nü niemand meer zeggen. Zelfs bestaat de Ge meente A niet meer. i en zijn gelukkig weg. Ze zijn geworden de Gereformeerde Kerk te Serooskerke. God zij lof! De Sabbatsreizen zijn nu zeker zonder recht en zonder reden. Ieder kan en moet nu, in de even genoemde plaatsen, met de Kerk van zijn dorp opgaan. Zoo kunnen ook de drie even genoemde plaatsen gebouwd, gesterkt, getroost en machtig genoeg worden, om een eigen leeraar te beroepen. Tenminste kunnen dat dan nu reeds de twee eerstgenoemde. Jezus leeft voor den bloei Zijner duur gekochte Kerken op aarde, en Hij zal met ons zijn als wij dat ook doen. Zijn wil te doen, Zijn weg te gaan, Zijn werk te erkennen en te schragen is onze roeping en onze zaligheid. Eigenzinnig te zijn en onzen eigen weg te gaan is zonde. Serooskerke gaf na Grijpskerke een lofwaar dig voorbeeld. Mogen Middelburg en Vlissingen weldra dat voorbeeld volgen Littooij. De heer M. Keulemans, pred. by de geref. Kerk te Schoonhoven, hoopt den 21 Mei den dag te herdenken, dat hij voor 40 jaren te Woerden in de evangeliebediening werd be vestigd. De heer Keulemans was achtereen volgens nog als predikant werkzaam te Zwart sluis, Middelburg, Zierikzee, en sedert 11 Aug. 1896 te Schoonhoven. Aan de Theol. School te Kampen hebben de heeren S. J. Vogelaar en R. v. d. Kamp met goed gevolg het Candidaatsexamen in de Theol. afgelegd. Beroepen te Heem se (A) A. S. Schaafsma te Boornbergum te Tiel R. P. Haan, cand. te Scheemda; te Hantum M. Meindertsma te Oldekerk -te Oostkapelle C. Oranje, cand. V. U. Aangenomen naar Ambt Vollen hove (B) Z. Hoek te Zuidland. Bedankt voor Haamstede door J. Halsema Nyeveenvoor Baarland door J. H. Spoel te Alblasserdam v6or Vijfhuizen door E. J. Koppe te Idskenhuize voor Veere H. Kuik te Putten. „Doch laat ons goeddoende niet ver tragen, want te zijner tijd zullen wy maaien zoo wij niet verslappen." Galaten 6 9. Brs. Diakenen van de geref. kerk te Middel burg (c) berichten door dezen aan de gemeente,

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1897 | | pagina 2