Advertentiën, M. J TIMMERM ANS HULDEBLIJK JOZINA CLARISSE aan Dr. A. K U Y P E R. meente toekwamen heeft ondergeteekende vele maanden lang gewoond en gepredikt. Niet door gunst, maar naar recht. En niet uit verdraag zaamheid, want de pastorie is hem tweemaal bij deurwaardersbezoek binnen 2 X 34 uur opgezegd, en over de Kerk was een proces. Ook is gedreigd met Kerksluiting; maar men miste daartoe niet den wil maar den moed. Ook is niet gewacht, totdat de nieuwe pas torie en Kerk klaar waren. Maar zyn (toen beide nog lang niet klaar waren) aanstonds de oude pastorie en Kerk ontruimd, zoodra het (ter besparing van processen aan de zuster kerken ook in hooger beroep gevoerd) proces verloren was. Dat onder de ongeveer 1500 aanhoudend ge sarde, beschimpte, en geprikkelde, „doleerenden" wel eens door enkelen een niet-zachtmoedig woord zal gesproken zyn, is natuurlijk. Maar weet de Heer Ds. Buiskool ook hoeveel moeite gedaan is om dit te keeren? En tevens hoe veel smaad èn de onzen èn wijzelven in die dagen van sommigen zijner partygenooten hebbeD te dragen gehad? „Van hun eigen Kerkgebouw en pastorie be roofd" zyn zyn partijgenooten niet geweest. By wettige stemming van,de daartoe, volgens het vóór de doleantie van kracht zijDd Reglement op de kerkelijke goederen, bevoegde Gemeente leden is met overgroote meerderheid het ge bruik der kerkelyke goederen aan den geschor sten Kerkeraad toegekend. Verdreven is nie mand. Zelfs zijn maandenlang de plaatsen der niet medegaanden voor dezen beschikbaar ge houden. Dreiging en (zoover mogelyk) ver drukking zijn steeds van hun kant geoefend. Wy gingen op deze dingen in, opdat uit de hier weersproken voorstellingen geen smet zou gaan kleven aan de Gemeente, die ons zoo onvergelykelyk dierbaar is en wier schoon ver leden in een heiligen strijd zoodanigen smet niet verdient. Dewijl dit echter inde beginsel- quaestie geen verandering brengt, komen wij hierop na het gezegde niet meer terug. „Toch heeft God de Herv. Kerk ook te Klun- dert, trots de verklaring die bij de laatste sa menkomst der doleerenden in het kerkgebouw der Hervormden werd afgelegd, dat de dienst des Woords hier nu als geëindigd kon worden beschouwd, in stand gehouden." De geachte schrijver heeft vergeten te den ken om het hem natuuriyk genoeg bekende onderscheid tusschen ambtelijke bediening des Goddelijken Woords door den prediker als van God gezonden Minister des Hemelschen Ko- nings; (en tusschen kostelyke en misschien soms zelfs met verbly denden uitslag bekroonde) toe spraken op Godsdienstig terrein zonder zooda nige zending van Christus wege. Wij Rebben in 1889 er uitdrukkelijk bijgezegd, dat dit laatste er wil in gebeuren konen alleen voor ambtelijken dienst des Woords gesloten ver klaard het gebouw, dat aan Gods Kerk ontno men werd door het particulier (tot ambtelijken dienst onbekwaam) Genootschap „De Neder- landsche Hervormde Kerk." „Voor de afgescheidenen is dit eene ergernis. Voor de afgescheidenen zeg ik. Onbegrijpelijk is het, dat het den heer Feringa nog niet duidelijk is geworden dat hij niet tot reformatie maar tot afscheiding is ge komen. Te Klundert heeft hij dit, dunkt mij, toch wel nadrukkelijk kunnen ondervinden Er zijn er die, meenende tot reformatie te komen, later tot de ontdekking kwamen, dat zij zich hadden afgescheiden van de Ned. Herv. Kerk. (O, wat is er met het woord kerk een bedrog gepleegd Handelen die menschen, die toonen dat zij tot die ontdekking kwamen, karakterloos? Wie heeft karakter? Heeft hij karakter, die, ziende gedwaald te hebben, in de dwaling volhardt Of veeleer hij, die, bemerkende gedwaald te hebben, zich van de dwaling zijns wegs be keert Wie handelt karakterloos? Doet hij het die, twijfelende of de dienst des Woords in de Herv. Kerk wel geëindigd is, zich eens gaat overtuigen? Doet hij het niet veeleer die, eveneens twij felende, zyn twyfel op zij zet, of liever, of schoon hij twijfelt, toch maar voortgaat te doen alsof hy niet twijfelt? Van iemand, in de doleerende wereld wel bekend, wordt verteld dat hij eens tot iemand zou gezegd hebben: gij moet nooit openlijk erkennen, dat gij het mis hebt gehad, want dan verliest gij het vertrouwen"! Is dit karakter Of is het karakterloos Karakter hebben de heiligen Gods getoond, die voor God in de schuld vielen, als zij zagen gedwaald, gezondigd te hebben. Karakterloos handelen die doleerenden, die om by oogmerken naar de Herv. Kerk gaan, maar karakter toonen zij te hebben, die, ziende dat zij gedwaald hebben, trots de pressie, die van den kant der doleerenden op hen wordt uitgeoefend, opgaan naar de kerk hunner vaderen, en, vernemende dat de dienst des Woords nog even als voorheen in die kerk aanwezig is, met schuldbelijdenis tot die kerk terugkeeren. Velen in de doleerende kerk gevoelen zich daar niet langer op hun gemak. Velen zien in dat zij misleid zijn geworden. Mocht Hy, die de harten in Zyne hand heeft, velen door den Heiligen Geest licht, moed en geloof schenken om terug te keeren, om te toonen dat zy karakter bezitten Voor hen die de illusie vasthouden, dat zy tot reformatie kwamen, is dit gaan van som migen naar de Herv. Kerk hinderlyk. Mochten ook zij door dit heengaan van sommigen, gedron gen worden, om zich nog eens ernstig voor het aangezichte Gods te onderzoeken en te vragen of ook zy misschien eenen zondigen weg bewandeld hebben, door zich af te scheiden van de kerk hunner vaderen. Dan zou dit heengaan ook nog voor hen tot zegen kunnen zyn. Hoe dit echter ook zij, wij betwisten aan den heer Feringa het recht om de doleerenden, die in de Herv. Kerk gaan luisteren of tot die kerk terugkeeren, karakterloos te noemen." Wat hier voorafgaat, deed ons leed om des schryvers wil. De geachte schrijver moest weten, dat er van een tot afscheiding komen der doleerenden even weinig sprake kan zyn als van een tot doleantie komen der afgeschei denen. De Acte van vereeniging in 1891 aan-, vaard en in 1892 voltooid, bevat de waarborgen voor beide partijen, dat zij geheel zullen biy- ven, wat zy geweest zijn En na dien tyd is in de Generale Synoden daarvoor zorgvuldig gewaakt. Zoo het anders geweest ware, zou ondergeteekende zijn naam niet geplaatst heb ben (ook zelfs niet maar officieel als Scriba der Generale Synoden van 1890, 1891, en 1892) onder de op deze zaak ziende stukken. Dat de schryver zich vergist heeft, bewijst trouwens hetzelfde nummer van hetzelfde blad, waarin hij schryft. Onmiddelijk op het stuk, waarin hij aantoonen wil, dat de doleerenden afgescheiden zijn geworden, volgt een stuk waarin „X" (mee instemming van de Redactie) tracht aan te toonen, dat de afgescheidenen doleerend geworden zijn. Wanneer u tegelijk verweten wordt; „Gy loopt te veel links" en„Gy loopt te veel rechts" blijkt dan niet reeds daaruit, dat Gij zuiver in het midden loopt? Zoowel uit de officieele stukken als uit den indruk op onze tegenpartyders gemaakt blykt dus, dat wy wèl vereenigdmaar niet (wat God verhoedemet beginselverzaking, van welken kant ook, tot elkander overgeloopen zyn. Wij hebben ieder een ander pad achter ons, dat wij alleen goed achten en verre te verkiezen boven het andere; maar van het punt, waar die beide paden naast elkander zyn gaan loopen, loopen wij op één weg voort. "Voorzeker zou ik het niet karakterloos ach ten, zoo een afgescheidene (overtuigd, dat alleen afscheiding de rechte weg is) de gemeenschap met onze Kerk brak, wanneer hij bewijzen kon (wat niet kandat de doleantie er de af scheiding dwong tot beginselverzaking. Dat zou ik,, ook al zage ik het anders in, eeren en pry- zen. En evenzoo omgekeerdWanneer ie mand bij machte ware mij te bewijzen, dat de afscheiding de doleantie tot beginselverza king noodzaakte (wat even onmogelijk te be wijzen is) zou ik geen oogenblik aarzelen om te breken met die van karakter veranderde Kerk. Overigens zal de Gereformeerde Kerk van Klundert; wèl doen met (nu zij op deze wijze aangevallen is) toe te zien, dat zij in de eerste maanden ook zelfs den schijn des kwaads in dezen my de. Meer dan schijn is in deze niet te mijden. Want de bedoelde beschuldiging (zoowel die van den Heer Ds. Buiskool als de jui9t omge keerde van X) is niet bewezen. En is niet bewysbaar. Want het is zoo niet. En zoolang dit bewys niet is geleverd is een gaan luisteren, waar men weet, in stryd met eigen beginsel te komen, toch niet te hard bestempeld. Veeleer zou aan ons het recht zyn, over be- leedigd zyn te klagen. Maar het volgend arti kel van Ds. Buiskool is tot onze biydschap in meer hoffelijken toon gesteld. (Slot volgt.) Verantwoording van Liefdegaven. Door den boekh. der K. Kas. in dank ont vangen uit de collecte van 4 April van Mej. J. M. R. f 2.00, voor de plaats. Van V. H. f 2 50, idem. Door tusschenkomst van Br. C Verhage van P. V. fS voor de plaats, f5,00 voor de Kerk. Van O. O. f 2.50 voor de Kerk. 2.50 voor de armen. Door tusschenkomst van Br. J. A. v. Nederveen f4,00 voor de plaats N. N. i. dl wolff. In hartelyken dank ontvangen van M. J. N.N. 60 cent als contributie. De Zustirkring. ZENDING. In dank ontvangen voor de Zending drie- maandelijksche gift C. J. f0,52, uit het busje van Mej. T. V. f 6,385 en collecte Zendingschool f 0,79. Namens gecommitt. J. v. Aartsen. Jr. Penningm. Vlimngen. (B.) In dank ontvangen Voorde Zending eene partij postzegels van J. H. H. De collecte voor Theol. Sch. en Vrye Uni versiteit bedroeg: f 16,87. Voorts voor de weezen f 3.00, voor de Kerk f 1,00, voor de armen f 1.00 Namens den Kerkeraad, P. G. Lakrnoes, Jr. Scriba. In dank ontvangen als Deputaat tot opwek king van den ijver voor de Zending in de Zui delijke Provinciën, een pak gebruikte postzegels verzameld door Jan van der Poel te Klundert. J. H. Feringa. Idiotengesticht 's Jf eer en Loo. In dank ontvangen uit het busje van Mina de Bokx f 9.291(2- Uit het busje van Mej. V. te Vlissingen f3.10. Postw. van Corr. Harinck te Aieluit het zondagschoolbusje t 2.50. k. le cointre. Diak Corr. Zoo de Heere wil en zy leven hopen onze geliefde Ouders APRIAAN JONGEPIER en JOHANNA MARINISSEN den 19en April s. linnne g»5- jarige Echt- vereenig ing te gedenken. Hunne dankbare Kinderen. Middelburg, 16 April 1897. Onzen hartelyken dank aan Vrienden en Be- konden voor de vele bewijzen van deelneming ontvangen gedurende de ziekte en by liet over ly den van onze geliefde Echtgenoote, Moeder en Grootmoeder CATHARINA IN 't ANKER. TJit aller naam, ABR. MALJAARS Sr. Oostkapelle, April 1897. Heden overleed na een langdurig doch geduldig ïyden onze geliefde Zuster en Behuwdzuster in den ouderdom van ruim 31 jaren. Vit aller naam, C. CLARISSE, 't Zand. A. CLARISSE, Souburg. Souburg, 16 April 1897. Voorhanden prachtig PILOW, Zwart Merinos voor JAKKEN, SCHORTEN en ROKKEN, Zwart HEMDROKKENGOED, gemaakte blauwe ON DERBROEKEN, BOEZEROENEN, REISZAKKEN, STAATSEN en ongebleekte Mans- en Vrouwen- HEMDEN. EAU DE COLOGNE en MEIKLOK JES by de maat. Pottenmarkt. In den Boekh. van K. LE COINTRE te Middelburg is verkrijgbaar een PliOTOGR. AFBEELDING van het Pr\js 30 Cents. Franco toezending p. post 35 Cent. De „Standaard" zegt van deze Photogr.: „ze zien er zeer goed uit."

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1897 | | pagina 3