H.H. ïtookers! BOERENSTAND. 1. KLUIJFHOUT, TE KOOP Een Vonnis. Correspondentie Advertentiën. Aanbevelend. zijne kinderen niet onderwees overeenkomstig des Heeren eisch. Daardoor zoudt ge een vloek bereiden voor volk en land. Laat Eli u tot waarschuwend voorbeeld zijn. Indien we ech ter overeenkomstig onze heilige beloften han delen, kunnen we een zegen zijn voor ons kind voor de Kerk, voor het Vaderland en voor de Maatschappij. Deze roeping en taak zijn zwaar en het ligt voor de hand dat we ons niet bij machte ge voelen dezen arbeid alleen te volbrengen, daar om hebben we noodig de school, waar de on derwijzer ons helpt, om tucht en wetenschap te oefenen en onze kinderen te vormen tot Chris tenburgers in Nederland, waar ieder ook in het natuurlijk leven zijn taak en roeping te ver vullen heeft. Indien we spreken van tucht en wetenschap voor de vorming onzer kinderen, moeten we daarvoor natuurlijk hebben een Gereformeerde school; een school, die, gezuiverd van al wat is naar het vleeesch aan welke daar te geven onderwijs, we ons voor onze kinderen hebben te houden. We kunnen onze kinderen niet nu eens dit en dan weder zulk onderwijs geven of doen geven. Stel U voor een boer, die vandaag iets in zijnen akker zaait en morgen zegt: het bevalt mij niet; en de daad bij het woord voegende, dien akker omploegt en iets anders daarin zaait om, eiken daarop volgenden dag weder dezelfde dwaasheden te herhalen van omploe gen en opnieuw bezaaien op dienzelfden akker. Hoe zal men nu dat onderwijs verkrijgen Men kan zelf een school bouwen en voor eigene rekening een onderwijzer aanstellen. Dit moet natuurlijk veel geld kosten, want men heeft die onderwijzer geheel voor zijne rekening en men behoorde hem alzoo te betalen, dat hij geen gebrek hebbe, opdat hij niet al zuchtende zijnen arbeid behoeve te verrichten. Men kan ook samen doen. Eenige geestverwanten kun nen zeggen, die zaak komt voor mij alleen te duurlaat ons de handen in één slaan en sa men in dezen arbeiden en elkaóder z|jn tot hulp. Ook kan het z|jn dat een onderwijzer, die roeping gevoelt en bekwaamheden heeft, zegt: Ik wil onderwijzen en gij vaders, hebt kinderen die onderwezen moeten worden laat mij dus U hierin van dienst zijn en geef uwe kinderen m|j over. Nu, slaat men dezen weg in, die naar des sprekers meening, de beste is dan moet elk vader betalen naar gelang hij kinderen ter school heeft, en dat wel tot den kostenden prijs. En dit kan. Zoo gaat het ook in het maatschappelijk leven. Slager, bakker, kruidenier, kleermaker en ieder ander moet men betalen voor de waren, die ze ons leveren, of de diensten, die ze ons bewijzen. Niemand werkt voor ons om niet of om den halven pr|jsen waar we nu gewoon z|jn alles te moeten, maar ook alles te willen betalen, laat ons ook niet het onderwijs voor onze kin deren half voor niet willen hebben. Als een vader rekent naar Gods Woord, dan maakt hij zuiver zijne rekening op, van al wat hjj van noode heeft voor eten, drinken, onderwijs, Kerkedienst en zoo meer; ja, hij vergeet ook niet dat h|j burger van Middelburg en burger van Nederland is, omdat daaruit voortvloeit, dat hij ook daarvoor schatting en lasten te betalen heeft; al hetwelk op de be grooting moet worden uitgetrokken. Kan hij nu met eene geruste consciëntie voor God ge tuigen, dat hij, volgens die door hem opge maakte lijst der uitgaven te kort komt, zoo maakt hij dit zijn bezwaar den broederen be kend, die alsdan geroepen zijn, hem de hel pende hand te bieden, gedenkende aan het Woord des Heeren„de rijke moet niet over hebben en de arme zal geen gebrek lijden, opdat er gelijkheid zij." Daartoe heeft God de bloedverwanten in de eerste plaats aangewezen om het gebrek van den armen broeder te ver vuilen. Gebrek moet men vervullen. Men mag niet bedeelendat is uit den duivel. Komen nu bloedverwanten te kort dan komt daarna de geestelijke broederschap en eindelijk de natie en moet alzoo gezorgd dat geen ge brek of te kort bij eenigen broeder gevonden worde. De vrucht nu van zoodanige opvoedingen van zulk onderwijs is onder meer dat men komen mag tot de openbaring van wat levend en wat dood is dat we op dien arbeid vernemen mogen uit de mond onzer kinderenVader ik heb Jezus gevondenMoederik heb Jezus lief. Bn dit kan, omdat in het opvolgen van het bevel des Heeren zegen is voor huis, kerk, maatschappij en vaderland. Lees wat we vin den in Deut. 1121 28 waar de Heere uiter lijke en tijdelijke zegeningen belooft aan zijn volk. Lees Psalm 78:7—8 en Spreuken 22: 6 8 en 17. Zie hier de vaste toezegging van Gods zegen, zoo we opvoeden en onderwijzen naar Zijn Woord. Dan zal de raad der godde- loozen worden verbroken, Psalm 88 5—0 en 11. Zoo ook zegt onze Catechismus, dat onze Jezus niet alleen is de zaligheid voor de ziel maar ook voor het leven. Elkeen zal dan getrouw dienen bevonden te worden in dezen zijnen arbeid, want te ver geefs predikt de dom ine of regeert de ouder ling zoo vader zich in het stuk van onder wijzen en opvoeden niet onderwerpt aan Gods Woord. Indien we dan van God ontvangen, getrouwe dienaren en opzieners in de Kerk getrouwe meesters op de school, getrouwe vaders en moeders in huis, dan voorzeker moet het voor onze kinderen uitloopen tot een heerlijke vrucht. V. S. d. W. Een woord, dat ook in het Zuiden moet gelezen worden nemen we hier over. 'tIs het volgende: De Gereformeerde Kerk te Oud-Beierland (A) heeft aan haar vroegeren predikant en haar vroegere leden, die zich nu van haar hebben afgescheiden', een proces aangedaan over de goederen der kerk. Deze predikant met enkele ouderlingen en diakenen en eenige gemeenteleden hebben saam zich geconstitueerd tot eene afdeeling van het Kerkgenootschap genaamd „de Chris telijk Gereformeerde Kerk", dat voor enkele jaien door de Heeren Ds. v. Lingen, en Ds. Wisse c. a. is opgericht. De zich afscheidenden meenden het kerke- goed te mogen en te moeten behouden, en deden dan ook alzoo. De Gereformeerde Kerk (A) oordeelt natuur lijk anders en is van gevoelen, dat het goed bij de Kerk bl|jft. Nu loopt het dan ook over de vraag: wie van deze beide partijen nu de historische, de formeele en wezenlijke, de in rechten geldende voortzetting der vroegere „Christelijke Gerefor meerde Gemeente" te Oud-Beierland is. Want aan die behoort dan het goed. Dat stemmen beide partijen toe. Alleen maar elk hunner beweert van zich zelf, die wezenlijke én formeele, wettige voortzetting te zijn. De Gereformeerde Kerk (A) heeft nu ge meend, de zaak ter beslissing aan den Rechter te moeten voorleggen. Zoo in 't algemeen genomen, moet men zeg gen, dat dit de goede weg was. De rechter is van God met bindende macht bekleed en gesteld, om het recht uit te wijzen, het ïecht te spreken, het recht te handhaven tusschen den man en z|jn naaste of tusschen partijen, zooals in dit geval. Ook is het kerkegoed, als noodig tot den kerkedienst, den Heere dienstbaar gesteld en is het niet particulier, persoonlijk eigendom, maar het goed der Gemeente. Er afstand of niet afstand van te doen kan dus niet naar persoonlijken wenseh of gevoelen worden beslist. En de partij die er zoo maar afstand van doet, laadt wel een weinig den sch|jn op zich, alsof z|j niet op goeden en af- doenden grond overtuigd is en kan staande houden, dat zij de Gereformeerde Kerk en dus de rechthebbende is. Beziet men echter deze zaak of liever dit geding op zich zelf, dan verandert het alles wel wat. Dan is er alle reden, om te vragenen als dan de rechter heeft uitspraak gedaan, is het dan ook waarlijk beslist Is dan metterdaad naar recht uitgemaakt, wie van de beide par tijen de Gereformeerde Kerk van Oud-Beierland is Kan dan waarlijk de winnende zeggen 't is gebleken, dat naar recht mij het goed toe komt? De processen sinds 1886 door en tegen ver schillende Gereformeerde Kerken gevoerd z|jn leerzaam en manend tot voorzichtigheid. Het is daarbij overduidelijk gebleken, dat de meerderheid onzer rechtsgeleerden van een 9kerk" weinig begrip heeft en dat in 't bijzon der een gereformeerde Kerk" voor hen een moeilijk te vatten probleem is. Van kerkrecht is de kennis almede uiterst klein gebleken, terwgl genoeg is uitgekomen, gelijk 'took weer uit de nu pas gehouden pleidooien blijkt, - dat men zich eenvoudig de moeite niet gaf, om de studiën en geschrif ten van zeer bekwame juristen en van in kerk geschiedenis en kerkrecht doorkneede gerefor meerde mannen te bestudeeren. Bovendien is gebleken, dat in onze wetgeving op kerkenniet gerekend is. De plaats, de rechten van een kerk in het publieke leven van staat, en maatschappij zijn eenvoudig niet aangegeven, noch omschreven. Zoodat wat in opkomende geschillen als recht zal gelden en zal gewezen worden afhangt, van het persoonlijk inzicht, de persoonlijke denk beelden onzer rechtsgeleerden. W|j hebben deze wetenschap, deze ervaring duur betaald. Onder deze omstandigheden komt 't ons voor, dat het geraden is, om zulke processen, als nu door de Kerk van Oud-Beierland er een wordt gevoerd, niet meer te voeren. Een vonnis beslist in deze wel, maar bevre digt toch niet. Ja 'tkomt ons voor, dat een kerk, die op zulke gronden als nu Oud-Beierland (A) haar zaak wint, haar eigenlijk verloren heeft. Is men nu tevreden, als mea maar een be slissing heeft en dan wel eene waardoor men in 't bezit blijft of komt, nu dan is men klaar en behoeft men de gronden zoo nauw niet te nemen. Dan is 'took aeker handig gedaan, om een advocaat als Mr. Knottenbelt te nemen, om voor zich te pleitende man, die het genoot schap zijn processen hielp winnen tegen de betrokken gereformeerde kerken, toen „genoot schap" en kerk in geding lagen over het kerk goed. Nu men toch wilde procedeeren, waarom dan niet liever een man als Mr. Heemskerk verzocht het pleidooi op zich to nemen. Men had dan kunnen eischen en verwachten, dat de zaak zóó voor den rechter ware gebracht, als een gereformeerde kerk dit moet wenschen. Het was een belangrijk en beteekenisvol proces geworden. Doch veel beter zou ons dunken, om als in zulke gevallen als dit, den weg van minnelijke schikking of van een scheidsgerecht onmogelijk bleek, dan maar liever het ongel|jk en de schade te l|jden tegenover broederen. Wij wenschen enkele opmerkingen op het gevoerde pleidooi te maken, waardoor, dunkt ons, het bovengezegde nader bevestigd wordt. Klaarhamer. Aan de Theol. School te Kampen hebben met goed gevolg het Theol. examen A afgelegd de heeren J. C. Dage vos, G. Wisse en H. Reiners. Dóór de Theol. faculteit der Vrije Universi teit is vergunning verleend aan dhr. C. Oranje, Theol. Cand. te Middelburg, om op uitnoodiging van de kerkeraden in de gemeenten een stich telijk woord te spreken. Wegens plaatsgebrek moesten Liefdegaven enz. tot een volgend no. blijven liggen. Zoo de Heere wil en zij leven hopen heden onze geliefde ouders PIETER WOUTERSE ex JOHANNA DE KEIZER hun 30-jarUje Echt vereen ig huj te ge denken. Hunne dankbare kinderen. MIDDELBURG, 10 APRIL '97. Hoe dikwijls wordt ge niet beetgenomen door lieden die zich uitgeven voor Horloge- en Klokkenmaker. Wacht u daarvoor! Het beste adres is VERMAAS, Langeviele. Handel in alle Uurwerken en tevens gelegen heid om ze goed te laten repareeren. Let wel op de naam YERmaas! Vraagt deze merken per honderd. MINERVA fl.OO, ELMARINO, MARO fl.20 H. UPMANN, EL PURO, MAATSCHAPPIJ f 1.40, POENIX f 1.75, JULIA fl.80, PEDRO, ALLO- NEO f2.20 b|j Oost-Souburg. EEN PIJPORGEL voor billijken prijs, met spre kend front, geschikt voor zaal of kleine kerk. Te bevragen b|j den Boekh. F. P. D'HUIJ.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1897 | | pagina 3