Verslag van de Verg. der Classis Zicrikzee INGEZONDEN STUKKEN. Bijbelloterljen. Aciertentiën, 200 gulden verantwoord, thans mag worden gewezen op eene som van bijna f 400. Uit de hierbij overgelegde Rekening van on zen Penningmeester zal U blijken, dat, met inbegrip van het Saldo van .1895, een bedrag is ingekomen van 516,51. Daarvan is op aanwijzing Uwer vergadering aan den Queastor missionair voor de Zending onzer Kerken opgezonden een bedrag van f 325. Voor de Inw. Zending en Bijbelcolp. inN.Brab. en Limburg f25. Voor de Heiden bode f32. De Pinkstercoll. afgedragen aan de Classic, queastor ad f 48.885, terwijl aan lectuur enz een be drag van pl. m. f 15 werd besteed. Bij inzage der rekening zal het U duidelijk worden dat het door de gemeente geschonken bedrag ten volle aan zijn bestemming is toe gekomen. Slechts de hoognoodige portkosten zijn in rekening gebraciit voor het overmaken der gelden, Wij meenden ook hierop de aan dacht te moeten vestigen omdat wel eens be weerd wordt dat van de gegeven gelden zoo veel voor administratie enz., wordt zoek ge maakt. Uitzending van een Missionair Predikant. Wanneer wij nu letten op de nog zeer ge ringe persoonlijke belangstelling en daarmede vergelijken de geschonken gelden, dan komt het ons, Eerw. broeders, nog niet zoo wonder baarlijk voor dat Zeeland, ja dat zelfs de Classe Middelburg, nog eens een iMissionaire Pre dikant naar onze Indien zal uitzenden. Zeker, wij weten het, dan moet er nog heel wat meer gedaan worden, doch dit kan, en zal dan ook iiet geval zijn, wanneer de ge meente gaat inlevenzij haar heilige roeping meer gaat beseffen, en wy houden ons over tuigd dat wanneer zij eenmaal haar Dienaar de handen zal opgelegd en uitgezonden zal hebben, naar een ver land, verwijderd van al wat hem lief moet zyn, om een leven te leiden vol ontbering en teleurstelling, dan zal de ge meente niet nalatig blijven om in de nood druft van zulk een dienstknecht Gods te voor zien Men houde ons nu niet voor te optimistisch wanneer wij ons zoo uitspreken, en wij bedoelen ook niet dat een deel der Kerk van Middelburg A. B. of C. (helaas, hoe lange nog zoo ge deeld?!) daartoe in staat zou zijn, maar wan neer naar eisch en roeping, door iedere Kerke- raad in dezen werd gehandeld, dan voorzeker, zou dit geen ideaie toestand behoeven te heeten Opwekkend Slot. En waar wij hiermede aan het eind van ons Rapport zijn gekomen, Eerw. broeders, daar mogen wy niet nalaten ons zei ven, U en de gemeente tot meerdere trouw, tot ernstiger liefdebetoon voor den Zendingsarbeid op te wekken. De Heere eischt dit van Zijn Kerk, die uit dankbaarheid, trouwe plichtsver vulling verschuldigd is. Anderzijds mag ook een danktoon niet ontbreken voor het goede ons in dit, afgelegde jaar weer geschonken. Niet alleen dat de gaven wat ruimer vloei den maar bovenal om wat de Heere wilde werken door de laatst gehouden generale Synode onzer Kerken. Naar wij toch mogen vertrouwen zullen de be langrijke besluiten daar genomen, gezegend werken voor den goeden loop van ons Zen dingswerk en dus voor den bloei en de uit breiding van het Godsrijk in onze Indien. En waar aanvankelijk reeds hier en daar een meer ontwaken mag worden gezien, toch mag zich het geloovig gebed wel vermenigvuldigen opdat allerwege onze Kerken zich in de kracht des Heeren mogen aangorden, om in gehoor zaamheid aan zijn bevel, zich op te maken tot den Zendingsarbeid en zoo den Naam des Heeren worde gebracht ook aan den blinden heiden, en zijne eere verbreid tot aan de einden der aarde. Wij besluiten met den wensch, dat de zaak der Zending steeds meer en meer in de be langstelling van de gemeente en de opziener» moge deelen en bevelen hare belangen ten dringendste in aller voorbede aan. Uw Koninkrijk koom' toeh o Heer? Ai! werp den troon des Satans neer; Regeer ons door Uw Geest en Woord; Uw lof worde eens alom gehoord, En de aarde met Uw vrees vervuld, Totdat Ge uw rjjk volmaken zult. (Gebed des Heeren 3.) Namen* gecommitteerden voorn. K. lb Coin tri. Voorz. J. Jansk Jz., 9ecr. Middelburg, Febr. 1897. 17 Febr. '9T. Opening volgens de gebruikelijke wijze. Geloofsbrieven nagezien en in orde bovonden. Moderamen praeses Ds. van Bueren, scriba Ds. Esselink, assessor Ds. Geerling. De notulen worden gelezen en goedgekeurd. De praeses spreekt een gevoelvol woord ter nagedachtenis van Ds. Siemense, en richt zich daarna met een hartelyk welkomstwoord tot Ds. Baaij, die daarvoor zijn hartelijken dank betuigt. De onderscheidene coll. worden geint, en de Class -Penningm. doet rekening en verantwoor ding. Een voorstel om voor elk van beide eilanden twee visitatoren te benoemen, wordt verworpen en aangenomen dat er voor heel de Classis twee zullen zijn met een secundus. Benoemd worden tot visitatoren D. D. Geer ling, Esselink primi, van Bueren secundus, tot deputaten ad examina L>. D. Baaij, Geerling en oud. D. Mulder, voor approbatie D. D. Esselink, Baaij en oud. B. v. d. Berg, voor hulpbeh. Kerken. D. i). v. Bueren, Baaij oud. D. Mulder en B. v. d. Berg, tot Class. Corresp. Oud D. Mulder. De inning der onderscheidene coll. wefd on der de D. d. W. verdeeld. Een desbetreffend voorstel word aangenomen om de collecten op de lastbrieven te vermelden. Door deputaten voor approbatie wordt mee gedeeld dat de atesten van Ds. Baay z{jn in gekomen, nagezien en in orde bevonden. Instructiën Brouwershaven brengt ter verg. het verzoek van eenige Br. en Z. te Zonnemaire om aldaar de Kerk tot openbaring te brengen. Wordt besloten een Commissie tot onderzoek in deze zaak te benoemen, die in een volgende verg. rapport zal uitbrengen. Oosterland vraagt en verkrijgt D3. v. Bueren tot consulent. Wissekerke verzoekt te mogen collecteeren in de Kerken, bij circulaire. De verg. lettende op den nood dier hulpbehoevende Kerk willigt dat ver zoek in en zal in de circulaire die collecte mede aandringen Wissekerke en Geersdyk vragen een consu lent. Voor beide Kerken wordt Ds. Baaij aan gewezen. Aan Wissekerke wordt op verzoek uit de Kas van hulpbeh. Kerken onderstand verleend. Het onderzoek naar Art. 41 levert niets bi- zonders op, behalve dat de verg. met biydschap verneemt dat Ds. Staal weldra geheel hersteld zyn arbeid in de Gemeente Colynsplaat zal kunnen hervatten. Ingekomen is een brief van Ds. Ploos v. Am- stel rustend Pred. te Oudewater. De verg. be veelt ZEerw. in zijn verzoek den Kerkeraden aan. Niets meer aan de orde wordt de Verg. ge sloten terwijl op verzoek van den praeses Ds. Baaij voorgaat in dankzegging. Namens de Classis Zierikzee. A. vab Bueren, Praeses. G. W. H. Esselink, Scriba Classis Axel. Vergadering der Classis Axel in het Kerk gebouw der Geref. Kerk te Oostburg D. V., op Donderdag 8 April a. s. des voorraiddags te 10'|a uur. Alles wat betrekking heeft op het agendum zende men in vóór 12 Maart a. s. aan het adres van den actuarius: Ds. A. Steijling, te Axel. Verantwoording van Liefdegaven. VHssingen BDe collecte voor de hulpbe hoevende krankzinnigen en idioten heeft opge bracht de somma van f 17.77. In dank ont vangen voor de Zendingskasaan contriebutiën over 1896 f 0.50, f 0.25, f 0.12 en f 0.05. Namens den Kerkeraad. P. G. Laernoes Jr. Scriba. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie) Nu we toch over de loterijen geschreven hebben, meenden we niet van dit onderwerp te mogen afstappen zonder over het boren- itaande ook nog een woord te zeggen. Dit is echter nog het moeiiykste. Het geldt hier een teedere kwestie. Die zich aan bovenstaande schuldig maken ijjn gewoonlyk innige en lieve christenen. Vooraf zeggen we daarom, dat het ons niet te doen i», om één van de kleinen die in Christus gelooven, te ergeren, maar, veeleer om voor den een of ander nuttig te zijn. We zullen daarom maar aanstonds zeg gen, wat we bedoelen met Bijbelloterijen. We hebben iemand gekend, die veel zooals men dat in christelyke kringen noemt, tus- schen hoop en vrees leefde. De verzekering des geloofs scheen hem zoo begeerlijk toe. Te weten, dat hij in een verzoende betrekking met God stond, scheen hem zoo heerlijk Maar hoe er toe te komen? Hij bad er aanhoudend om, maar de verzekering bleef uit. Wel had hij soms een aangenaam gevoel van de goed heid Gods en dan had hij, zooals hij meende, ook zekerheid, maar zoodra het gevoel weg ging, verloor hij ook weer de zekerheid. Om hier maar niet verder over uit te weiden, het bleef in zijn binnenste maar altijd donker en de vrees kwelde hem aanhoudend, van straks bedrogen te zullen uitkomen. Eindelijk nam hij zijn toevlucht tot de Heilige Schrift, om daaruit te lezen of zijn schuld ver geven was (zeker de beste weg, dien men ooit kon inslaan). Doch de wijze, waarop hij dat deed, bevelen we niemand aan. Hy plaatste namelijk den Bijbel voor zich op den tafel, nadat vooraf bepaald was, als hij hem open vallen liet, dan zou het eerste waar op zijn oog viel, eene aanwijzing Gods voor hem zijn, of hij bekeerd was of niet. Na dit dan vooraf bepaald te hebben, ging hij zitten op zijn stoel. Hij hield toen den Bijbel voor zich tusschen zijne handen met den rug op de tafel en liet hern toen plotseling open vallen.' Even snel had hij de oogen er bij, om te zien, wat er voor hem stond geschreven. En wat las hij „Indien iemand meent iets te zijn, daar hij niets is, die bedriegt zichzelf in zijn gemoed." Vreeselijke toestandWelk een indruk die woorden op hem maakten is niet gemakkelijk te zeggen, maar dit kunnen we wel zeggen: hy heeft het loten nooit meer ge daan. In een keer was hij verlost van die zondige loterij. Die persoon is later nog pre dikant geworden, heeft in verschillende plaatsen van ons Vaderland het Evangelie verkondigt, maar trof ook gedurig personen aan die, al was het op wat andere manier, toch in de hoofdzaak, op dezelfde wijze werkzaam waren, om Gods wil te weten. Niet weinigen, de on dervinding heeft het hem geleerd, zyn daar door in de zeef des Satans gekomen. Slechts één voorbeeld. Men heeft een ge vaarlijke kranke in de familie of onder zyn kennissen. Heeft men nu zoo iemand lief, dan bidt men voor de genezing. Maar zal hij genezen dat zou men zoo gaarne weten. Men bidt, men luistert of er ook iets van Gods wege tot ons komt, en ja, hoe wonderlijk! daar speelt de gedachte door de zielIk ben de Heere, uw heelmeester, of iets dergelyks. Hoe blyde is men. Nu zal de kranke zeker genezen. Men gaat het al aan een goed vriend of vriendin vertellen, en of er mitsdien ook een deel hoogmoed onder schuilt, dat wij zoo boven anderen beweldhdigd zyn, dat we 'reeds vooruit weten, die kranke zal genezen. Wel licht gaan daar eerst van achteren de oogen voor open. De kranke wordt echter minder, de ziekte neemt toe, men heeft evenwel moed, God heeft de genezing beloofd en die kan niet liegen. Maar o weedaar sterft de kranke. Ach wat gaat er nu door de ziel Zou nu de hoop op de zaligheid ook bedrog zijn. Zou men zich voor een groote eeuwig heid vergist hebben? Wij antwoorden dat is volstrekt niet be wezen, dat ge U vergist hebt, omtrent uwe behoudenis, maar wat wèl bewezen isdat uwe Bijbelloterij niet deugt. Door de ervaring geleerd roepen we allen die dit lezen toe, als ooit de begeerte in u opkomt om op dergelijke wijze werkzaam te zijn, laat dan het woord weerklank vinden in uw hartgij zult den Heere, uwe God niet verzoeken (Slot volgt.) Veenstra. Ondergeteekenden betuigen bij dezen hunnen hartelijken dank voor de vele blijken van be langstelling by hun huwelyk ondervonden. Middelburg, 26 Februari '97. J. MALJERS. M. THEEKMAN. Heden verbiyde ons de Heere met de ge boorte van eenen Zoon. Delft24 Febr. '97. A. MAQUELIN, Cz. Joh» P. MAQUELLN- De Heer.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1897 | | pagina 3