Belijdenis en School. »Het Yerbond Gods." VARIA. Oftïciëeie berichten. Gecommitteerden tot de Zending van de Geref. Kerk te Middelburg C. dan, ja zelfs vrij getrouw in de samenkomsten te verschijnen, maar allen verderen band van sacrament of tucht te schuwen. Dezoodanigen zou men mogen toeroepen. Hoe lang hinkt gij op twee gedachten En om nu zoo bij de ware Kerk zich te voegen of erbij te blijven is ook wel eens scheiding noodig. Er zijn menschen, die alles zins gereformeerd willen heeten, en wien het als in den mond bestorven ligt, dat men in geen geval moet scheiden. Scheidenzeggen zij, dat nooitZouden deze gereformeerde menschen wel eens aandachtig en ontevoor- oordeelt artikel XXVIII hebben gelezen Daar staat, dat scheiden op kerkelijk gebied dure plicht kan worden. Hoort maar. „En opdat dit te beter mochte onderhouden worden, zoo is het ambt aller geloovigen, achtervolgende het woord Gods, zich af te scheiden van degenen: die niet van de Kerk zijn, en zich te voegen tot deze ver- gaderinge, hetzij op wat plaats dat ze God ge steld heeftal ware 't schoon zoo, dat de ma gistraten (overheden) en plakkaten (wetten) der princen daartegen waren, en dat de dood of eenige lichamelijke straf daaraan hing. Het is duidelijk als de dag, dat de geloovige zich moet losmaken van den band met een genootschap, dat het grofste ongeloof duldt en beschermt, dat zijne inzettingen stelt boven Gods Woord, een genootschap, dat geloovige leeraars dwingt, om de Sacramenten te ont heiligen. Dus zich losmaken, maar om zich juist alzoo in waarheid met de Kerk te ver eenigen. Al degenen, die zich van dezelve af scheiden of niet daarbij voegen, die doen tegen de ordinantie Gods. Hulsebos. Van „het verbond Gods" spreekt de catechis mus, in het antwoord op de 74 vraag, daarvan spreekt 'art. 34 onzer geloofsbelijdenis, ook maken de vijf artikelen tegen de Remonstran ten er gewag van, en dat doen ook de litur gische schriften der gereformeerde Kerken, bij- name het doopsformulier. Cedurig wordt er over gesproken in verband met de Sacramenten. Geen wonder. DeHeere toch heeft de Sacramenten gegeven als teeke nen en zegelen van Zijn verbond en deszelfs beloften. Van de Sacramenten, van hetgeen zij ons beteekenen en verzegelen, en óók van de hooge en heilige verplichtingen, waaronder zij ons brengen, hebben wij onmogelijk het rechte, bijbelsche begrip, indien wij met het verbond Gods geene rekening houden, of zelfs daarmede niet goed op de hoogte zijn. Om de Sacra menten te begrijpen moeten wij eerst een ge zond, bijbelsch oordeel hebben over „het ver bond Gods," d. i. over het verbond der genade. Het moet ons volk weer klaar en duidelijk worden, dat onze „kinderen, zoowel als de volwassehen in het verbond Gods en Zijne gemeente begrepen zijn." Wat dat zegt, moet ons volk leeren inzien en beseffen. Ook op dit zeer voorname punt is er tijdens en ten gevolge van de bas tering der Kerken een ver warring en onkunde gekomen, die diep treurig is en aller nadeeligst werkt. Tengevolge dier onkunde wordt de kracht en de troost, die in het verbond der genade en in de Sacramenten den geloovigen door den Heere gegeven zijn, én in het leven én in de stervensure vaak gemistgemist, ook het heilig en diep gevoel van onze roeping om niet slechts zei ven, maar om met onze kinderen voor God te leven, ja, om ze als kinderen, die den Heere toebehooren voor te gaan, te laten onderwijzen en in alles aan te merken en geheellyk op te voeden. Van de jeugd af moet dat den kinde ren duidelijk gemaakt en op de ziel gebonden worden, dat zij, zoowel als de volwassenen, in het verbond Gods en de gemeente begrepen zijn"en dienovereenkomstig moet ook ons gebed, ons worstelen, ons bidden en danken voor en met hen aan den troon der genade wezen. Sinds de verbastering der Kerken zyn velen, die anders gereformeerd zijn, in plaats van uit het verbond Gods, met en voor hunne kinderen werkzaam uit de verkiezing. Dat nu mogen wy nieten omdat wij het niet mogen wreekt het zichja, daarom zijn de vruchten die deze gansch verkeerde werk zaamheid afwerpt diep bedroevend. Het is dan, gelyk voor de hand ligt„Ach, als zy niet tot zaligheid uitverkoren zyn, wat zal dan onze arbeid baten Immer niets. En wij moeten God ook vrij latenwant Hij ontfermt zich diens Hij wil, en Hij verhardt dien Hij wil. Daar komt bij, dat wij den Heere niet behoe ven te helpenHij zal zijn raad wel ten uit voer leggen." Zóó nu te denken, te handelen en te spreken is misbruik maken van de eerste en allerdierbaarste waarheden onzes Gods. Het is de grootste vermetenheid want het is ons te plaatsen op het standpunt Gods het is den verborgen raad, dien alleen de Heere kent en waarnaar Rij werkt, tor richtsnoer van onze beschouwingen en van onze hande lingen te maken. De troostvolle leer der verkiezing is ons daarom, is ons om dat te doen, niet geopen- baard. Integendeeldat toch verbiedt de Heere, als Hij zegtDaD „de verborgene din gen voor den Heere onzen God zijnmaar de geopenbaarde dingen voor ons en voor onze kin deren, tot in eeuwigheid, om te doen alle de woorden dezer wet." (Deut. 29 29). Omdat deze menschen werkzaam zijn uit de verkiezing en niet uit het verbond Gods, waarin, naar luidt van onzen catechismus (Zondag 27) de kinderen der geloovigen „be grepen zyn", spreken zij ook over en^zelfs in de tegenwoordigheid van hunne kinderen, als over on wedergeboren en onbekeerde kinderen, van wie men immers anders toch niets kan verwachten dan dat zij de zonde en de wereld liefhebben. Tot mijne diepe ergenis en groote smart heb ik het, gelijk het daar neergeschreven werd, meer dan eenmaal gehoord. Geen wonder, dat dan den kinderen ook veel meer toegelaten wordt, dan christenouders hunnen kinderen toelaten mogen. Nogeensgeen wonder, dat zulke kinderen zich, in den regel, hoe langer hoe meer van den Heere, van het verbond Gods en de ge meente, waarin zij begrepeh zijn, vervreem den. Menigmaal ziet men het, dat zij de ge meente, die den Heere naar Zyn Woord wenscht te dienen, en dus tucht oefent, den rug toe- keeren. Geschiedt dit, dan is Leiden in last want, dat is de bedoelde ouders toch wat al te ergzóó behoefde het immers niet. Doch het rechte en diepe schuldbesef blijft achter wege, zoolang zij uit de verkiezing in stee van uit het verbond Gods de dingen blijven bezien. Het diep treurig leven hunner kinderen is, voor hen let er maar op gevolg van de algemeene schuld en zondenmaar niet van hunne persoonlijke. Dat zij maaien, wat zij zaaiden, zien zy niet in, en belijden en bespreken zy ook dientengevolge niet. Ach, velen leven en sterven in die onkunde, in die dwaling, in het ontzettend verzuim dat daaruit voortvloeit, en in de opvlakkigheid van het zondebewustzijn, dat er het gevolg van is. Hoe geheel anders is het, wanneer wij ver staan wat het zegt, dat ook onze kinderen in het verbond Gods en in Zijne gemeente begre pen zijn. Dat zij, door dat wij dat mogen verstaan, niet wedergeboren en bekeerd zijn, weetik door Gods genade even goed als een andermaar ik weet ook dat desalniettemin zeer veel dan gansch ander3 is. Daarover de volgende week, zoo de Heere wil en wij leven. Littooij. ZENDING. De Heraut deelt mede dat by Dr. A. Kuyper bericht is ingekomen dat door een belang stellend broeder de vorstelijke gift is toegezegd van 10.000 gulden, te betalen in Mei eerstko mende ten behoeve van een op te richten Hospitaal te Poerworedjo, alwaar Dr. Scheurer namens de geref. Kerken als Zendeling-arts werkzaam is. Nog van een tweeden broeder kwam toezeg ging in yoor duizend gulden. Beide schenkers willen hierdoor hun inge nomenheid doen blyken met de besluiten der laatst gehouden Gen. Synode. Voorwaar een bemoedigend bericht bij zoo veel, dat wel een» ontmoedigd op het gebied van Zendingaliefde en Zendingsarbeid. Zoo weinig wordt hiervan nog gemerkt ook in Zee land, óók op Walcheren, óók in Middelburg. Wat doen toch onze Kerkeraden, de leden der gemeente in het belang van den door God gewilde en bevolen Zendingsarbeid O moge de oude Zendingsliefde in Walche ren nog weer eens opleven Emeritaat aangevraagd door Ds. P. Diermanse te Apeldoorn, Ds. N. J. Engelberts te Giessendam, Ds. A. van Apel doorn JLzn. te Scherpenzeel en Ds. A. Abels Zuidwolde. De classis Arnhem heeft in hare vergadering van 20 Januari den heer G. van Yelzen, cand. en beroepen predikant der Geref. Kerk te Ede, na peremptoir examen, met algemeene stem men tot den dienst des Woords in de Geref. kerken toegelaten. Het candidaats-examen in de theologische faculteit, aan de Vrije Universiteit, is afgelegd door den heer J. G. Meynen. Beroepen: te Pietersburen S. Datema te Murmervvoude te Hantum c. a. H. Thomas cand.te Bièzelinge L. G. Goris te Veen- woudsterwal; te Enkhuizen L. v. d. Valk te Scheveningen A. Bedankt voor Tiel door E.*C. B. v. Her werden te Brielle. ZENDINGSSCHOOL Middelburg. Woensdagnamiddag om 3 uur in de Hoorder kerk. In de laatst gehouden vergadering va'n ge- comm. is o. m. met blijdschap kennis genomen van de vorstelijke gift van f 10.000 en die andere van f1000 ingekomen voor het op te richten Hospitaal ten behoeve van onzen Zendings-arts Dr. Scheurer. Zal toch de medische Zending onzer Kerken op Java doel treffen, dan moet Dr. Scheurer een goed ingericht Ziekenhuis hebben. Wie bedenkt hoe weinig er voor het lichamelijk lijden van den Javaan gedaan wordt, zal begrijpen dat onze Kerken geroepen worden krachtig op te treden om barmhartig heid te oefenen aan een volk waarvan Neder land op stoffelijk gebied zooveel schatten heeft getrokken, waaraan het dus ook veel ver schuldigd is. De eere onzer Kerken eischt dit. Verblijdend zijn daarom bovenstaande giften, alsmede het optreden van de Dames J. H. Kuyper, M. W. Hovy, J. C. Rutgers, C. M. E. Kuyper en J. A. M. van Schelven, allen te Amsterdam, die, onder leiding van onzen hooggeachten prof. Rutgers, eene poging willen wagen om deze zaak een voorspoedigen loop te doen hebben. Gaarne willen gecomm. deze poging steunen en vestigen zij de aandacht op het voorgeno men plan wat in hoofdzaak op het volgende neerkomt In iedere plaats trede een persoon op als algemeen hoofd. Deze zoekt andere personen die als hoofd optreden. Ieder hoofd zoekt oer leden die ieder 25 centen in de drie maanden willen bijdragen, en zorgt dat die contributie bij het algemeen hoofd inkomt. Deze zendt het bedrag op bepaalde tyden aan de alge meene Penningmeesteres te Amsterdam welke het daarna overmaakt aan den Quaestor Mis- sionis der geref. kerken. Ziedaar nu eens een heel eenvoudig plan dat goed aangevat, een grootsch werk onder Gods zegen, tot stand zal brengen. Een plan waar aan een ieder kan medewerken. Twee cents in de week, wie zal dat nu weigeren, om zulk een schoone zaak te helpen bevorderen „Dan rookt men toch liever een sigaar min der of gebruikt wekelijks een paar koekjes of een paar schepjes suiker minder in de koffie of thee" schreef iemand die dit plan aanbeval. Nu dit is misschien nog niet eens noodig en wy bevelen deze zaak zeer ernstig aan de leden der Geref. Kerk aan. Zij die genegen lijn hieraan mede te werken geven hun adres op aan een der brs. gecom mitteerden, die gaarne nadere inlichtingen willen verstrekken. Zy er een heilige y ver om in deze, voor de zaak des Heeren wat te mogen doen en ruste 'sHeeren zegen op dit Hem welbehagelijke werk in ruime mate. Namens gecomm. voorn. K. LE CoiETRK. VOOTZ. J. Janse, Secr.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1897 | | pagina 2