BEDDENea MATRASSEN, INGEZONDEN STUKKEN. Advertentiën, I). F. CAMMELOT. KONINKLIJKE FABRIEK D. J. PENNOCK. Middelburg. tot oordeelen bevoegden) schrijft er het volgen de van in „De Roeper" Een jaar op reis in dienst der Zending. Dit werk waarin Ds. F. Lion Cachet de er varingen mededeelt, die hij opgedaan heeft, toen hij ter volvoering van een opdracht van de Ned. Geref. Kerken, op ons Zendingsveld op Midden-Java zich bevond, ligt thans compleet voor ons. Het werk, eerst berekend op 10 afleveringen, is gedijd tot 16 afleveringen, terwijl de laatste aflev. ongeveer den inhoud heeft van 3 gewone afleveringen, zoodat, in plaats van 10 aflev. die beloofd zijn, 18 aflev. toegezonden worden. Wanneer men nu weet, dat den inteekenaren slechts 10 aflev. a 0,45 in rekening worden gebracht, dan zal ieder begrijpen, dat deze uit gave voor Schrijver en Uitgever alles behalve -een winstgevend zaakje is. En om den inhoud van Ds. L. C.'s laatste pennevrucht èn om de financièele schade, die de 8 gratis geleverde afleveringen, zal ten ge volge hebben, hopen we, dat niet alleen de op lage van dat werk spoedig zal zijn uitverkocht, maar dat ook eerlang een tweede oplaag zal ■noodig zijn. Wij wenschen br. Lion Cachet hartelijk ge luk, dat de Heere hem verwaardigd heeft dit werk te mogen voltooien, terwijl we de Geref. Kerken, aan welke het opgedragen is, dank zeg gen, dat door haar bemiddeling zulk een kos telijk boek van de pers is gekomen. Broeder Lion Cachet heeft de Geref. Kerken zeer aan zich verplicht met de uitgave van dit zijn standaardwerk over de Zending Zal die verplichting misschien op het oogen blik niet zoo algemeen erkend en gevoeld wor den, we houden ons verzekerd, dat later met wat L. C. geschreven heeft, zal gerekend wor den. Komt br. Lion Cachet, tot onze verwondering, niet voor onder de namen der Deputaten, aan wie opgedragen is, de Conceptregeling voor den dienst der Zending aan de eerstvolgende Synode Generaal in te dienen, toch mag verwacht wor den dat de tot het doel benoemde Deputaten rekening zullen houden met hetgeen een broe der, van zoo rijke ervaring op het gebied der Zending als br. Ij. C. in zijn werk heeft neer gelegd. „Een jaar in dienst der Zending" heeft niet alleen onze Zendinglectuur vermeerderd, maar ook de letterkundige en wetenschappelijke we reld verrijkt. 't Is een boek voor eenvoudigen en meer ont wikkelden, maar ook voor de beoefenaars der •wetenschap. Wat de schrijver dan ook in een slotwoord, waarin hij over de bedoeling van zijn boek spreekt, zegt, beamen wij ten volle: „De be doeling van dit boek is, dat het gelezen zal worden; niet doorgebladerd, maar gelezen, regel bij regel; mag het zijn op de studeerka mer, maar zeker in de huiskamer en in de keuken. Anders zal het weinig doel treffen •om zulk een blik op den geestelijken nood van Midden-Java te geven, dat oog en hart daarvoor geopend of meer ontsloten mogen worden." Uit een lijst, achter het werk geplaatst, kan men zien, dat bij de samenstelling er van meer dan 100 boeken en geschriften door den Schrij ver geraadpleegd zijn; wèl een bewijs, hoeveel inspanning en opoffermgde schrijver zich heeft getroost, om zijn papieren kind te doen beant woorden aan de eischen, die aan zulk een we tenschappelijk werk gesteld worden. Br. Lion Cachet hoe zeer ook bedeeld met de gave van opmerken, zooals bij weinigen het geval is, is echter in zijn schr&ven maar niet afgegaan op oogenblikkelijke indrukken, maar heeft zijn ervaringen, voor hij ze terneerschreef, overdacht en verwerkt, daarbij winst doende met alle hem ten dienste staande bronnen. Heeft br. Lion Cachet gewenscht zijn laatste levensjaren te mogen doorbrengen onder het volk, welks geestelijken nood hij den Gerefor meerden Kerken op het harte bindt, om het met den eenigen Naam, die onder den hemel den menschen tot zaligheid is gegeven, bekend te maken, dit heeft, tot onzen spijt, niet zoo mo gen zyn. Zijn in deze de wegen Gods anders dan onze wegen, het zij onzen broeder tot troost te we ten, dat, gelijk het goed was in de oogen des Heeren, dat David Hem een huis wilds bouwen, hoewel het werk zelf door hem niet mocht uit gevoerd worden, zoo ook zijn overgave voor den arbeid der Zending den Heere niet onwel gevallig is, al heeft hij den wensch van zj|n hart niet verkregen. De Heere geve, dat br. Lion Cachet nog veel jaren gespaard blijve voor zijn Kerk niet al- leen, maar bovenal, om ons volk te helpen wakker schudden uit den sluimer, waarin het j met betrekking tot het werk der Zending on der Heidenen, en Mohammedanen nog verkeert. Zutfen. L. Met hartelijke instemming nemen wij deze beoordeeling als de onze over. Dat vele der vroegere Zendingsdeputaten niet benoemd of min-of-meer misplaatst zijn, verdient wel eenige bevreemding. Moge echter de zaak der Zending maar voortgaan, dan zullen voorzeker allen, ook mannen als onze Broederen J. N. Linde boom en F. Lion Cachet, zich daarin van harte verheugen. Het was de vrees voor de zaak der Zending, niet (is het nog noodig dit te zeggen de eer hunner personen die hen en ondergeteekende, noodzaakte, tegen de nieuwe regeling te waarschuwen. Tot dusverre blijkt meer en meer de juistheid van hun zienswyze. Maar juist des te meer is daarom hun wensch, op te wekken tot ijver voor de Zending, opdat de tijdelijke verzwakking geenduurzame maar. een weldra-overwonnen hinderpaal moge zijn Werken als „Een jaar op reis" (of liever het werk „Een jaar op reis"want allerlei werken en werkjes, putten reeds nu uit deze ryke bron) zyn hiertoe uitnemend geschikt. Wie (als ondergeteekende) dit werk heeft zien ontstaan en groeien, kan getuigenis geven van de ongeloofelijke moeite (die somsgeheele dagen aan enkele regels deed besteden) om nauwkeurig en juist te zijn. Ook heeft hijzelf de gelegenheid in te staan voor de juistheid van menig deel. En is hem uit Indische ge tuigenissen de bevestiging daarvan bekend. En het warme hart, dat met zooveel moeite slechts zich kon beheerschen, om niet in een hartstochtelyken hulproep te vervallen, heeft iets verstaan en geopenbaard van het portret des Grooten zenders: „En Jezus met innerlijke ontferming bewogen zijnde Ook in de prijsbepaling is dat gebleken. Voor zulk een werkAfleveringen van zóóveel (48) bladzijden, met zooveel op een bladzijde, en zulke platen, over zulk een onderwerp was 0.45 toch zeker niet te duur. Maar nu men voor 18 afleveringen slechts den prijs van 10 betaalt, is het evengoed alsof elke aflevering slechts f 0.25 gekost hadde. Een ware spot prijs. Of liever, een geschenk van brandende liefde, die niet de winst zocht maar het werk. God zegene den schrijver, en het lievelings werkstuk zijns harten. Aan de Kerken heeft hy het opgedragen. Zij Zendingsijver en Zen- dingsarbeid der Kerken het antwoord Feringa. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie) Winkelloterij en. Naar mijn oordeel is het gebruik maken van het lot, meer oud dan N. Testamentisch. Vóór de uitstorting des H. G. lezen we dan ook honderdmaal ongeveer over het lot, en na dien tijd in 't geheel niet meer. Vanwaar nu dit kenne- lyk verschil? Naar mijn oordeel staat dit in nauw verband met de Godsopenbaring Dat die voor de komst van Christus geheel anders was dan er na, is voor den opmerkzame Bijbel- lezer duidelyk. Vroeger was alles meer duis ter, schemering, thans is het volle licht over ons opgegaan. Voortijds sprak God op velerlei wy ze tot de vaderen o. a. ook door droomen, dit be hoort tot den nacht, thans spreekt Hij tot ons door den Zoon en den H. G. In de komst van Hem, bij Wiens kribbe wij nog onlangs op het Kerstfeest stonden, gaf God ons niet alleen het hoogste, wat Hij ons kon geven, maar gaf Hij Zichzelf aan ons. Nu nog door het lot naar Gods wil te vragen, altijd buiten hooge nood zakelijkheid, zou niets minder zijn dan God aanklagen, dat Hij ons, kinderen des N. T., over wien Hij wat beters had voorzien, zoo in het duister heeft gelaten. Dat de Moravische Broe ders er veel gebruik van maken b. v bij de keuze van een wederhelft, bij de aanvaarding van een nieuwe Zendingspost enz, blijft voor hunne verantwoording. Zij doen dat volgens hun zeg gen uit nederigheid. Niet zij, God moet beslis sen. Hoe vroom, niet waar. Zoo een nederig heid zou ons wel eens kwade parten kunnen spelen. Wij zijn thans geene kinderen meer, maar meerderjarigen, en voor dezulken is er een anderen weg, om Gods wil te kennen. Maar hieruit volgt nu ook ditals wij geene bepaalde behoefte hebben om den wil van God te weten, en toch gebruik maken van het lot, dit niet alleen ongeoorloofd, maar bepaald zondig is. In Paramaribo kwam er eens een heer by ons met een vrij groote doos, waarin volgens zijn zeggen goud en zilver was, en vroeg of we een lot wilden nemen. Het antwoord, dat hij ontving wasWij zijn Christenen en die mogen niet loten. En hier, zei hij, wonen een aantal Chris tenen die ook loten. Welk bewijs vroeg hij is er in den Bijbel, dat men niet loten mag? Op dat oogen blik wisten we niets anders te zeggen, dan dat het in strijd is met het tiende gebod; gij zult niet begeeren. Dit was in 1864 en dus meer dan dertig jaren geleden, maar we zijn nog altijd van oordeel, dat men door te^oten, zich op ongeoorloofde wijze tracht meester te maken van datgene, wat des naasten is. Brakel brengt echter het loten tot de over treding van het derde gebod. Waarom hij dat doet, ligt voor de hand. Met eerbied mogen wij den Naam gebruiken, maar als men dit doet in het dagelijks leven buiten en zonder noodzaak dan is het zonde. Met de loterijen is het niet anders. Het lot te gebruiken om winst te behalen is volgens Brakel een spotten met Gods Voorzienigheid. Die lust heeft dit te lezen is daartoe overvloedig in de gelegen heid. En als men na dit gelezen te hebben nog vragen durft of winkelloterijen zondig zijn, zoo iemand is naar mijn oordeel meer te be klagen dan te benijden, en voor hem zal dan ook mijn schrijven wel niets baten. Liever wil len we er daarom nog een woord ter waarschu wing aan toevoegen. Ouderszorgt dat uwe kinderen nimmer ge bruik maken van hazardspelen, want daardoor loopen zij gevaar om den noodigen eerbied voor Gods Voorzienigheid te verliezen. Ook het.zoo genaamd dominospel, hoe schijnbaar onschuldig anders, behoort daar, naar mijn oordeel, toe. Laat hun in elk geval nimmer spelen om geld, al was het ook maar om ééne cent De zonde eet voort als de kanker, en kleine oor zaken hebben dikwijls groote gevolgen. Het schijnt wel, of over het slangenzaad een ont zettend „wast en vermenigvuldigt," is uitge sproken. De zonde laat den zondaar geene rust maar drijft hem altijd verder. (De drinker wordt van lieverlede dronkaard en hoereerder. De speler een dief en zelfmoordenaar. Zeker komt het niet met allen zoover, maar dat hebben wij niet aan eigene wijsheid te danken. Vooral de speel zucht neemt zoo toe. Het hart word er einde lijk geheel door ingenomen. Het is of men door een onzichtbare macht wordt voortgedreven. Men gevoelt zich eindelijk nergens meer geluk kig dan bij de -pelor en hot spel, Voorwaar een beklagenswaardige toestand, voorn) ook, omdat de zonde zulke droevige gevolgen heeft. We hebben eetien jongeling gekent, eenen speler, die door God op zijnen zondigen weg werd staande gehouden, en die, evenals de verlorene zwerver in het Evangelie, vol berouw tot het Vaderhuis terugkeerde. Die jongeling was het echter van achteren dikwijls nog eene pijnlijke gedachte, hoe hy eertijds gewandeld had in den raad der goddeloozen, dikwijls had nedergezeten in het gestoelte der spotters, hoe hij had verkeerd in het gezelschap van Heidensche soldaten, die voor ruim achttien eeuwen in hun blindheid en overmoed, de dobbelsteenen hebben geschud aan den voet van dat kruis, waaraan de Man van smarten ook voor zondige spelers moest boeten. VaderIk heb gezondigd tegen den hemel en voor U en ben niet meer waardig uw Zoon genaamd te worden. Veenstra. lasmarkt. Middelburg. Steeds voorhanden Solide Veeren en Kapok, bedden, Dekens, Matrassen in alle soorten, IJzelen Ledikanten en Wiegen, Spreijen enz. Voorts Tapijten, Vloer- en Tafelzeilen, Kar petten, alle soorten Glas- en Meubelgordijnen, Deur- en Gangmatten enz. van bestaande sinds meer dan een halve eeuw. Solide nieuwe Veere BEDDEN en Kapok BEDDEN. Springveer-, Wolle-, Paardenharen Kapok-, Alpen- en Zeegras, MATRASSEN, soliede aflevering. Uiterst laag gestelde prijzen. BEDDEN-TIJKEN, welke nimmer doorstuiven, 10 jaar garantie.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1897 | | pagina 3