Belijdenis en School. „Voorzichtig. VARIA Officieel© berichten. EESTRUM. Sint Maartensdijk. BOEKBEOORDEEILNG. Kerk in hare rijke openbaarwording tot eere Gods en tot opbouwing der geloovigen en tot de rechte werkzaamheid van het lichaam des Heeren hier op aarde gewezen, als wij verne men van de ambten en hunne functiên, van de discipline of tucht der Kerk. Zoo wordt ons de ontwikkelingsgang naar Gods Woord geteekend, Gods kerk gekend en uitverkoren van eeuwigheid. Door den Zone Gods door zijn Geest en Woord vergaderd. En nu, die Kerk, naar de lijnen van het vast bestek, openbaar wordende als organisme, maar ook uitgroeiende tot instituut met de van den Heere gewilde en gestelde ambten, met den Dienst des Woords en der Sacramenten en de christelyke Discipline. Nu nog eens weer tot artikel XXVII terug- keerende, merken wij op, hoe onze Belijdenisse de leer der Kerk aanvangt bij het eeuwig voorne men en welbehagen Gods. Want hoewel hier niet, gelijk in den Catechismus de uitverkiezing met den woorde wordt genoemd, zoo worden wij toch bij het vernemen van de grondslagen der Kerk in de eindelooze eeuwigheid van Gods ondoorgrondelijken raad en welbehagen terug geplaatst, zoodat ook al aanstonds alle men- schelijke willekeur, ja zelfs vorstelijke wijsheid goedheid en voorzichtigheid als zoodanig bij de regeling van de zaken der Kerk wordt ter zijde gezet. De Belijdenis draagt over het geheel dit ken merk, dat zij Gods eeuwigen raad en zijne be sluiten meer beschouwt en bespreekt en der zeiver openbaring in den tijd. Toch ligt eeu wige raad en besluit steeds ten grondslag, (zie art. XVI). Welnu, de heilige vergadering der ware Christ, geloovigen is geweest van den beginne der wereld af. Ziet Genesis 3 16. Christus is een eeuwig Koning. Toen Satan, de ver leider, meende het pleit te hebben gewonen, heette het aanstonds Ik toch heb mijnen Koning gezalfd over Sion, den berg mijner heiligheid Psalm 2. En deze Kerk zal zijn tot den einde toe. Zij wordt van God bewaard of staande gehouden tegen het woeden der geheele wereld. De poor ten der helle zullen mijne gemeente niet overwel digen. Math. 16. Gelijk zich de Heere gedurende den gevaar lijken tyd onder Achab zevenduizend menschen behouden heeft, die hunne knieën voor Baal niet gebogen hadden. Zoo zien wij, op welke hechte en vaste grondslagen de Kerk gevestigd is en hoe geen menschen gunst of ongunst haar in het aanzijn roepen of verderven kunnen. Deze rotsgrond van God3 welbehagen en van het voldoenend werk onzes Konings zal dan ook Gods volk sterken en niet vervaard doen zijn te midden van de stormen, die rondom Sions kruin loeien en by de listige aanslagen van den Hellevorst. Ook mede is deze heilige Kerke niet gelegen, gebonden of bepaald in eene zekere plaats of aan zekere personen, maar zij is verspreid en verstrooid door de geheele wereid. Geene metropolen en geen pausen, Christus het eenig Hoofd Nochtans te zamen gevoegd en vereenigd zijnde met hart en wille en éénen zelfden Geest, door de kracht des geloofs. Alzoo de beginselen voor de rechte correspon dentie aanwezig. Hulsebos. Nogmaals neem ik een stuk van den heer L. D. v. d. H. in deze rubriek op, over Sup pletiefondsen. Onze Vriend schrijft Geachte Redactie! Voor de welwillende opname en de aandacht door U geschonken aan mijn schrijven over, „suppletie-fondsen," betuig ik bij dezen mjjn har- telijken danktevens neem ik beleefd de vrij heid, naar aanleiding Uwer aanteekeningen op dat stuk, nog met een enkel woord te antwoor den, ook om daardoor duidelijk te maken wat in myn schrijven niet goed is uitgekomen of verzuimd is te zeggen. In verband met Uwe tweede aanteekening, wensch ik thans uit te spreken, dat ik het suppletie-fonds niet als noodhulp beschouw, maar als aanbevelenswaard op zichzelf, ook al was het niet noodig tot verzekering van het kies recht aan degenen die voor het on derwys hun ner kinderen onderstand van de diaconie ont vangen. Het verblydt mij daarom, dat U zulk een fonds ook zeer goed acht; ik vlei mij zelfs dat U het met mij eens zijt, dat het ligt op de lyn van de leer: de school aan de ouders. (1) U wilt het bestuur der schoolvereeniging in dezen het initiatief doen nemen en ik heb daar tegen geen bezwaarwel tegen dien anderen weg, ik vrees toch dat dit bestuur, wanneer het ook als beheerder van een suppletie-fonds moet optreden, te veel werk zal krijgen en dit zou ik dat bestuur zoo gaarne besparen, opdat het zich geheel aan de taak van het onderwijs zelve zou kuunen wyden (2) en ook, opdat het be vorderlijk zou kunnen zijn om de oprichting eener m. i. broodnoodige Christelijke bewaar school en, zoo mogelijk, ook aan die eener school voor meer uitgebreid lager onderwijs Op uwe derde aanteekenig zeg ik gaarnezoo is het. De vierde rust op een misvorstand, omdat ik mij niet goed uitdrukteIk bedoelde niet tweeërlei stelsel aan te bevelenvoorloopig, als overgangsmaatregel, wenschte ik de diaconie nog eenigen tijd voor bepaalde kinderen te la ten uitkeeren en haar dus alhier zeggenschap te laten behouden over de bestemming der gel den die zij storten zou, totdat het fonds geheel aan de ouders kon worden overgelaten. Ik meen daarom de oprichting van een sup pletie-fonds te mogen blijven aanbevelen en hoop dat ook de Kerkbode tot die oprichting gaarne zal willen medewerken Uw dienstw. dienaar, L. D. v. d. H. Middelburg 25 Januari 1897. (1) Zooals uit mijn vorige aanteekening reeds bleek is het mij goed, indien een suppletie-fonds hiervoor in het leven geroepen wordt. Maar, dat een diakonie de ouders niet zou mogen helpen, als er sprake is van het opvoeden der kinderen naar de doopsbelofte en den eisch des wegs kan ik niet inzien. Dat het bijv. wél op de lyn van de diakonie zou liggen, ons voor de krankzinnigen, de idioten, de doofstommen, de zenuwlijders alsmede aan geneesheeren en geneesmiddelen, aan kleederen en deksel, ja, zoo wat aan alles, waaraan een mensch behoefte heeft gelijk velen in den laatsten tijd, met al wat in hen was, voorstonden zou moeten helpenalleen niet, aan het verkrijgen van Christelijk Onderwys voor de kinderen is mij nog niet duidelijk. (2) Het bestuur voor Gereformeerd onder wys, met het oog op het welslagen en op de samenwerking het initiatief laten nemen, of dat bestuur al de werkzaamheden er aan ver bonden te laten vernachten, verschilt nog wel wat. Welnu, op het eerste werd alleen door my gewezen, en iilS het m. i. meest gewen- schte aanbevolen. In Hollandsch Kerkblad staat: Naar wij vernemen, .zendt een zeker heer Abr. Vermeulen uit Amsterdam brieven om finantiöele ondersteuning in zijn studie te vragen. Hij zendt voor het gemak ook maar een quitantie. Men herinnert zich dien naam. Voor een jaar, twee jaar, drie jaar werd er voor gewaar schuwd, dat deze man noch aan de Vrije Universiteit, noch aan de Theologische School bekend is. Thans berichten ook de predikan ten van het hervoormde genootschap te Am- sterdan, dat zij met die zoogenaamde studie niets te maken hebben." S" Voorzichtig, want ook zagen wij dezen heer hier ter stede. Littooij. Beroepente Twijtel G. J. Weijenberg te Nij- kerk op de Veluwe; fce Doesburg C. A. Keinier te Amsterdam. Aangenomennaar de Lier door S. O. Los te Zalknaar Barendrecht door J. D. v. d. Mun- nik te Zaandamnaar Zaandam door J. H. Feringa'te Klundert; Bedankt: Ooltgensplaat door G. de Braai te Oosterbeek; voor Strijen door J. C. C. Voigtte Fijnaart; voor Velp door L- v. d. Valk teSche- veningen. Ontvangen door den ondergeteekende als De- putaat tot opwekking van den Zendingsijver in de Zuidelyke Provinciën Van vrouw Meijer te Klundert een pak gebruikte postzegels. Van N. N. gevonden in de Kerkcollecte te Klundert f2. voor het lezen van „De Hei denbode Een doos gebruikte postzegels van Mejuffrouw N. Schalekamp te Klundert. J. H. Feringa. Klundert, Januari 1897. - Met blijdschap vernam de gemeente heden morgen uit den mond van haren beminde leer- aar Ds. J. C. C. Voigt dat ZEw. ook voor de roeping naar de Geref. Kerk te Strijen had be dankt. Bekroone de Heere dit besluit met zijnen onmisbare n zegen en tot zijne eere. Namens den Kerkeraad. C. A. v. Dis. Scriba. Fijnaart 26 Jan. '97 Classis Klundert. Ter aanvulling van het Agendum, bericht de Kerkeraad der Gereformeerde kerk van Breda, als roepende kerk voor deze Classis-vergadering, van de Cl: Correspondent bericht te hebben ontvangen dat by ZWEW. voor de a. s. vergadering is ingekomen een schrijven van den Deputaat tot opwekking van den Zendings ijver in de Zuidelijke provinciën, Ds. J. H. Feringa te Klundert. Tevens wordt door den Kerkeraad medege- deelt dat naar toerbeurt niet gelijk abusie velijk op het Agendum werd vermeld Ds. Voogel, maar Ds. Ouëndag het presidium zal waarnemen. Namens den kerkeraad der Geref. Kerk te Breda. W. Kapteijn, praeses. P. K. van Boon, Scriba. Niet Douderdag 4 maar IJ Februari zal de vergadering der Zend.-Ver. „Het Mosterdzaad-' plaats vinden. Verantwoording van Liefdegaven.» Vlissingen BIn dank ontvangen: voorde Zendingskas: contributie f 1.50 Namens den Kerkeraad. P. G. Laernoes. Scriba. Tot nog toe bleef ik eenigzins teleurgesteld in mijne verwachting, wat betreft de vrucht van het geschrevene in de vorige Kerkbode over de doodarme Kerk van Eestrum en de noodzakelijkheid van een zeer eenvoudig kerk- gebouwtje in de plaats van hét tot nn toe ge bruikte „hok" of schuurtje. Ik ontving uit het collecte-zakje of bij my aan huis met hartelijken dauk het volgende: van N. N. f0 50, fl.25, f250, fl, fl, f0,25, f 0.75, f 0.25, f 0.25, f 1, f 0.50, f 1. Samen f 10.25. Van de Geref. Kerk van Oostkapelle f3 en uit de collecte f0.50. Van den Kerkeraad der Geref. Kerk van Koude- kerke ontving ik f 4.405 op de kerkeraadsver gadering gecollecteerd en f 2 50 en f 1 in de collecte van 24 Januari 1.1. te samen f7.905. In het midden der volgende week wensch ik te verzenden wat inkwam, wie derhalve nog iets afzonderen wil, haaste zich een wei nig. Ik kan de verzekering geven, dat het goed besteed is. J. D. v. d. Velden. Middelburg, 28 Jan. '97. Door mij ontvangen van de Geref. Kerk van Oostkapelle f5, die overgemaakt zijn aan Ds. K. Stelma. K. le Cointre. In dank aan den Heere, die de harten be weegt tot mildadigheid, berichten de Brs. Diakenen dat zij in de collecte van Zondag 24 dezer ontvangen hebben f6, om de armen van kolen te voorzien en bij Br. J. A. v. Ne- derveen voor hetzelfde doel is bezorgd f12. Dat zulke giften vooral in deze dagen van nijpende koude hoogst welkom zijn, zal wel niet betoogd behoeven te worden. Wij brengen, ook de gevers daarvoor onzen hartelijken dank. J. A. van Nederveen, Voorz. J. J. Fanoy, Secretaris. Waarlik geen kinderlectuur, hoewel ook voor kinderen sierlyk, is het voortreffelijk werk welks laatste aflevering verschenen is. „Een jaar op reis in dionst der Zending" is de reeds zoo gun stig bekend geworden titel van dit standaard werk op Zendiugsterrein. De gewezen Zendings- deputaat Ds. J. N. Lindeboom (een der in deze

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1897 | | pagina 2