Belijdenis en School. „S uti '97. In MemoriamDs. P. SIEMENSE. VARIA, nog een eigen locaal, is buiten twijfel. Versterk, o God! wat Gij aan ons gewrocht hebt Hulszbos. De Heraut overDe broederen in de Nederl. Herv. Kerk „Wat we alleen zoo vurig wenschen en be- geeren is, dat onze broederen in de Nederl. Herv. kerk toch weer terug mochten keeren tot het kerkelijk beleven van hun Belijdenis en dat ze, op wat wijs ook weer in één ker- kelyk leven met ons, den strijd voor de waar heid, Gode tot eere, ons volk tot heil, in dit goede land mochten voortzetten. En juist te dezen opzichte nu, werden de vooruitzichten, pas tien jaar na de Doleantie, onmiskenbaar gunstiger." Gaarie laten wij hier volgen het navolgende bij ons ingekomen schrijven Ook onze broeder Siemense ia niet meer. „Vader plotseling overleden," zoo meldde zijne dochter mij. Na veertig dienstjaren in de Evan geliebediening, op bijna tachtigjarigen leeftijd ging hij in de ruste. Voor velen, niet het minst voor my, is dat, heengaan gewichtig. Na ruim twee en veertig jaren hem gekend te hebben, schier als een familielid, in elke omstandigheid des levens en in vele wisselende kerkelijke verhoudingen is zijn heengaan beteekenisvol. Hoewel mij en velen soms tot walg is, die niet altijd xoare lof over overledenen kan ik toch niet nalaten in het Zuider-Kerkblad op deze figuur uit Zeeland te wijzen. Siemnese stak niet uit door kanselgaven of wetenschapneen, in dit opzicht wist hij, dat hij stond beneden het middelmatige. Maar Siemense was eenherderzooals ik in mijn leven geen tweede gekend heb. Meer dan ie mand leefde hij voor en met de gemeente. Siemense was een bidder. Het was beschamend hem, waar ook, de belangen van de verschil lende personen, kerken, vergaderingen enz. te hooren opdragen aan den troon der Genade. Hij was Christen, niet alleen hier of daar, maar overal, en in alles en het is in Duiveland zoo, dat geloovige en ongeloovige achting had voor den Dominé aan den dijk. En dat niet alleen in zijne omgeving, maar waar hij zich bevond, trachtte hij het Evangelie zaad te strooien. Vooral in betrekking tot het stoffelyke toonde hij zich zei ven niet te zoeken. Menige predik beurt vervulde hij om niet, menige arme ont ving zijne gave, en voor zeer vele instellingen had hy zyne gaven over. Waarom ik op een en ander wijs? Opdat velen trachten hem te gelijken onder de leer aars en onder deleden. Schoone gaven zijn zeer gewenscht, maar karakter en wandel, is behoefte voor de eer des Heeren. Zy de Heere zijne dochter, en vele klein kinderen gedachtig. M. K." Nam de Heere Maandag 1.1. onzen onverge- telijken, geliefden broeder P. Siemense tot zich in de eeuwige vreugde en heerlijkheid op maakte Hij op eenmaal een einde aan het leven van onzen Nathanaëlvan den man, met zyn vredelievend, mild, warm, oprecht hart en kin derlijk teeder gemoed moeten wij dien vader, dat type uit de eerste tijden van onzen strijd op kerkelijk gebied missenwordt zijne plaats in de pastorie, in den kring der zijnen, in de ge meente te Oosterland, op de classis te Zierik- zee en op de prov. Synode, waar de 79jarige vóór eenige maanden nog naast mij zat, ledig gevondenwelnu, wij zwijgen Gode stil, al wordt het ook hoe langer hoe lediger om ons heenmet eere leefde, arbeidde en stierf hij, ja, in goeden ouderdom ging hij ons voor naar de plaats, waar geen tranen vloeien, geen stryd gekend, geen teleurstelling doorleefd, geen zonde bespeurd wordtneen, wij misgunnen onzen geliefden broeder het volkomen zalig leven bij zynen God en Vader niet. Nam de Heere hem Maandag tot zich, één dag vroeger nog moest de gemeente te Monster ha ren 1 eeraar afstaan. Slechts vier weken was zij in het bezit van hem; en maar ééne week langer was hij de Echtgenoot van zyne nu diep bedroefde vrouw. De jeugdige dominè van Mon ster was èén der meest belovende predikanten op wetenschappelijk theologisch terrein. Zijne dissertatie overwedergeboorte en doop, waar zoo velen verlangend naar hebben uitgezien, lag gereed, en er werd slechts gewacht naar het bepalen van den dag, waarop hij zijn proef schrift verdedigen en doctoreeren zou. Aan de verwachtingen van onzen jeugdigen broeder G. Kramer, voor zoover hij die op aarde had, en aan de verwachtingen zijner Echtge- noote, zijner ouders, zijner gemeente en zijner professoren, werd Zondag ongedacht een einde gemaaktwant hij stierf. By dit sterven heeft men meereen gevoel van het wreede des doods, die al de gedachten en verwachtingen als op eenmaal afsnijdtmaar ook van de diepe, voor ons onverklaarbare wegen Gods. Hier is de Heere een God, die zich verborgen houdt. In betrekking tot dezen geliefden doode is het voor de jeugdige weduwe, voor den vader, o nzen ambtsbroeder te Onstwedde, die zichvoor de studie van den overledene zoo verbazend veel opofferingen getroostte, voor de gemeente, voor de professoren, ja voor ons allen Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen ver staan." De Heere giete van den balsem Zijner ge nade in de zoo diep smartelijk gewonde harten en Hij doe hen in kinderlijk geloofsvertrouwen berusten in het WoordNa dezen zult gij het verstaan. De stem, die inzonderheid indezen doode tot een iegenlijk onzer komt, vraagt: „Zijt ook gij bereid?" Maandagavond te 7 ure werd het Gymnasium, verbonden aan de Theologische School, te Kam pen plechtig geopend. Geinstalleerd werden Ds. Fischer als rector en de H. H. Dr Nieuwenhuis en Dr. Esser als leeraren. Dr. v. d. Hoeven en Dr. Noordtzij zijn slechts tydelyk benoemd. En de H. H v. d. Yalk en Kaptein waren reeds werkzaam aan het Gymnasium De heer Mulder, die 30 jaren aan de School werkzaam was, sprak een hartelijk woord nu hij tot andere werkzaamheden aan en voorde Theol. school overging. Prof. Wielenga trad als rector der Theol. School op. „De Zeeuw" gaf reeds een zeer breedvoerig en lezenswaardig verslaag. Littooij. P. S. Het stuk „Supletiefonds" volgende week. L. Den 7den Januari hield onze Zendings-vereeni- ging in het lokaal onzer Chr. Bewaarschool weder een openbare bijeenkomst, waarin br. N. v. Drimmelen een kort maar goed woord sprak naar aanleiding van de profetie vanKa- jafas in verband met de Zending. Na 't zingen van ps. 72 5 las de voorzitter Joh. 11 38—53, en leidde met een paar woor den den spreker voor dien avond in. Nadat nog gezongen was Ps. 19 1, las br. y. Drim melen nogmaals de verzen 49, 50, 51 en 52 van dat hoofdstuk en begon met te zeggen dat hij achtereenvolgens zou spreken over de ver dienende oorzaak, de gevolgen der verdienste en het gode verheerlijkend einde dezer zoo betee- kenisvolle profetie. Uit den aard der zaak be handelde spreker de beide eerste punten slechts terloops om met des te meer klem de hoorders te bepalen bij het derde punt. Nadat spreker er op had gewezen, dat, ter vervulling der profetiën, ingevolge hetgeen in den eeuwigen vrederaad reeds was bepaald, tot heil der ver loren menschen, de Christus, als het daartoe strekkend schuldoffer, onze menschelijke natuur had aangenomen en gewillig het kruis en de helsche smartenUiad geleden als de verdienende oorzaak, noemde hy de opstanding ten 3en dage, zijn openbaring als de drager van het nieuwe leven en der souvereiniteit benevens Zijn opvaring ten hemel en de zending van den Trooster, den H. Geest, als zooveel ge volgen zijner verdienste daartoe strekkende, dat de kinderen Gods zouden bijeen verga derd worden. Volgens spreker zyn deze kin deren Gods, de uitverkorenen uit alle vol ken en natiën, die dood in zonde en misdaden, door de herscheppende genade Gods in Christus worden herboren. Dit werk der toebrenging, dit uitspeuren der kinderen Gods, dit wekken van honger en dorst naar het heil, dit openen der ooren en der harten, waarna eerst de ver kondiging van de blyde boodschap heil kan brengen, noemt spreker het doel van den grooten werkmeester, die zelf moest sterven opdat hg het waarachtige leven kon doen deelachtig wor den. Spreker wijst er op, dat niet slechts het gesproken woord maar vooral op het ruischen des Geestes in Zijn Kerk biddend moet worden aangedrongen. Als er weêr roering komt in de dorre doodsbeenderen vlamt het ware y ver vuur voor de Zending op. Als de liefde de harten verteedertkomt er drijfkracht in het volk, dan kunnen de herders daaraan leiding geven, zal men niet maar voetstoots uitzenden, maar zal de Geest evenals eenmaal Barnabas en Saulus de mannen aangorden, die we hebben moeten voor dit heerlijk werk. Waar menigeen nog uit booze zelfzucht of om er zich met een vroom praatje af te maken zich verschuilt achter de verkeerd toegepaste waarheid, dat wij er toch niets aan doen kunnen,dat niemand de heidenen kan bekeeren enz. Daar zijner ook die met een Jehu's ijver God in deze dingen voorbij willen loopen en door hun overijling misschien even verkeerd handelen als genen. Volgens spreker is het zoo noodig dat we zelf eerst andere menschen worden, dat de doodig- heid uit de kerken verdwijne, dat het leven des geloofs weêr frisch opbloeie, dat het volk worde aangemaand tot boete en schuldbelijde nis over eigen verkeerdheid en lauwheid in zoo menig opzicht. Dan zal het een zaligheid geacht worden medearbeiders Gods te mogen zijn, dragers en uitdeelers te wezen van het genadeverbond, dan zal mm door liefde ge drongen de heidenen uitnoodigen tot dit heer lijk heil. Niet het Christianiseeren moet het hoofddoel wezen, maar God zelf moet de eer van alles ontvangen, opdat zijne glorie zal blinken als in een snoer van paarjen, ieder met zijn eigene heerlijkheid wanneer Hij allen tot één zal ver gaderen. Waar door de zonde de toestand der heide nen op allerlei gebied allerellendigst is geworden daar zal ook hier het Koninkrijk van Christus heerschen en zullen de heidenen als priesters God offeranden der gerechtigheid brengen door Christus den Heere. Waar we nu nog overal stryd, verdeeldheid en zonde zien daar zal in de volheid der tyden naast de 144,000 uit Israël ook de schare der verlosten uit de volken hunne stemme doen hooren in den lofzang ter eere des Lams. Evenmin als een Bileam heeft Kajafas bij zijn bittere woorden gedacht aan de vérstrekkende beteekenis zijner heerlijke profetie. Onuitsprekelijk heerlijke gedachten Gods om langs zulk een wondervollen weg de vervulling te doen komen der belofte dat uit Hem, door Hem en tot Hem alle dingen zijn. Laat deze gedachte, zegt de spreker, ons allen uitdryven tot een gebed dat de Heere ons als instrumenten in Zijne hand moge gebruiken tot de uitbreiding van Zijn Rijk op aarde. Na 't zingen van ps. 22 14 en 16 werd er gecollecteerd waarna nog zeer druk werd ge debatteerd over verschillende vragen als over de beteekenis van de uitverkiezing in zake de Zending, over de opvatting dat met de woor den van den tekst ook wel volgens sommigen de andere verstrooide Joden zouden bedoeld zijn. Of men eerst zelf oprecht geloovig moest zijn eer men aan Ztnding zou mogen doen, over de zoo noodige kalmte in het zendingswerk, over bezwaren aan dezen arbeid verbonden enz., totdat ook dit recht genotvolle en leerzame samenzijn door den geachten inleider met dank zegging werd gesloten na alvorens gezongen te hebben Ps. 86 5. De Secretaris, A. J. Ko*teweg. Klundert 8 Januari, '97. Slot zie rubriek Kerk no. 1 Januari.) Waarin het verband der plaatselijke kerken bestaat Thans willen wy voor ditmaal onze kerkbe schouwing eindigen en wy doen dit met eene bespreking van hetgeen waarin hét verband der plaatselyke kerken onderling bestaat. En lezer, dan begrypt gij, dat er voor alle dingen eene belijdenis moet zijnIn de eerste plaats willen de kerken tegenover de wereld toonen, wie of zij zijn. „Die mij belijden zal voor de menschen, dien zal ook ik belijden voor myn Vader, die in de hemelen isDe banier moet hoog gehouden Dat deden de kerken, toen zij aan Philips van Spanje onze geloofsartikelen overhandigden. Maar ook voor onderlinge cor respondentie is er eene belydenis noodig. Zul len twee te samen wandelen, tenzij dat zij by een (d. i. overeen) gekomen zijn(2) Dit woord geldt van God en Zyn volk, maar ook van Gods kinderen onderling. Er is geen wande len met God mogelijk, tenzy er eenswillend-

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1897 | | pagina 2