boekbeoordeeling. Gerei. Kerk B te Vlissingen. Verantwoording van Liefdegaven. INGEZONDEN STUKKEN. Advertentiën. Vaders zijnbeërft het Koninkrijk, want Gij hebt mij te eten en te drinken gegeven, gekend en geherbergd." En welke is nu de oplossing dezer schijnbare tegenstrijdigheid Het woord van Jacobus: Het geloof zonder de werken is een dood geloof. Het oprecht geloof brengt vruchten voort der liefde en der barmhartigheid. Deze vruchten des geloofsen der liefde worden ook thans aanschouwd, in rijkdom van gemaakte kleederen, welke thans voor ons liggen uitgespreid en door de zusters, ouderen en jongeren, zijn vervaardigd. Nederig is deze arbeid der zusters, want hare namen worden aan de armen, d^ onze kleede ren zullen aantrekken, niet eens genoemd. Ze geven haar werk gewillig over in de han den van hen, die door den Heere zijn gesteld als dragers van 't ambt der barmhartigheid in zijn kerk. Toch is onze arbeid kostelijk in het oog des Heeren, die het penningske der weduwe •niet vergat. Met eene opwekking aan de zusters om on zen, aldoor noodigen arbeid, waaraan de Heere zijn zegen heeft toegezegd (mits hij uit de rechte bron voortspruite), met lust voort te zetten, werd deze korte toespraak besloten. Ten slotte betuigde een der br. Diakenen zynen dank voor al het goede in dezen avond bereid. Hij dankte niet alleen namens zijn mede ambtsbroeders maar ook namens de ar men, de minder van God gezegende brs. en zusters in de gemeente want weliswaar, ontbreekt helaas hier en daar de rechte dank baarheid aan God voor het genotene en voor hetgeen Hij nog in zijne Gemeente wil wer ken, maar toch mag en kan hij verzekeren dat bij velen een danktoon is waar te nemen voor het goede dat zij mogen ontvangen. Dit samenzijn afgewisseld met Psalmgezang en toespraken, bezorgde aan de tegenwoordig zijnde broeders en zusters een recht genoeg lijke ure. Moge de Heere onze God er de eere voor ontvangen De navolgende goederen mochten wij in ontvangst nemen en aan de behoeftige huisge zinnen uitreiken 15 Dekens, 28 lakens, 18 sloopen, 52 Mans- en Vrouwenhemden, 48 kinder-, jongens- en meisjeshemden, 57 Mans-, Vrouwen- en kinder broeken, 20 vrouwen- en meisjes- witte rokken en 14 baaien rokken. 86 blauwe en teerling schorten, 17 kinderschorten, 26 borstrokken, 6 boezeroenen, 39 paar mans- en vrouwenkousen, D paar kinderkousen, 6 jakken, 1 nachtjapon, 1 jurk, 6 kinderjasjes, 17 beuken, 1 baaie broek, 6 boufantjes, 9 paar wantjes, 2 paar mofjes. 2 bonte mutsen en 1 manteltje. Namens brs. Diakenen J. A. v. Nedervken, Voorz. J. J. Fanoy, Scriba. Dinsdag den 22 December heeft Diaconaal Hulpbetoon haar laatste samenkomst in dit jaar gehouden de Kerkeraad was uitgenoodigd de vergadering bij te wonen. De vergadering werd geopend met gebed en het lezen van een gedeelte uit Gods Woord. Een der Zusters deed verslag van het loopende dienstjaar, daarna werden de gemaakte klee- dingstukken de Broeders Diakenen overgegeven, waarvoor de Broeders nogmaals dankzeggen voor het vele wat zij mochten ontvangen. Daar de leden derZusterkring maar weinig in getal zijn. woaronder een 84-jarige zuster die volijverig werkzaam is en de vergadering ge trouw bijwoond. Mocht dit vele jongere zus ters tot jaloersheid wekken om ook mede werk zaam te zijn. Ook zeggen wij onzen dank aan de jonge breistertjes die ook al werkzaam zijn geweest om voor de armen het kinderlijke te mogen doen. De Heere zegene aller arbeid der liefde en wekke velen in de gemeente op om Diaconaal Hulpbetoon met hun gebed en gaven te steu nen en nu kunnen we ook heden toonen de kleederen die door U geliefde zusters gemaakt zijn om den nooddruftigen te kleeden, wij mo gen daarin zien 's Heeren goedheid en Uwe liefde. 7 vrouwenbroeken, 15 meisjeshemden, 5 jongenshemden, 3 nachtjapontjes, 9 Vrouwen hemden, 6 vrouwenschorten, 2 boerenschorten, 12 sloopen, 6 lakens, 10 paar kousen, 6 mans hemden, 8 meisjeshemden, 2 zakken, 1 paar wantjes, 1 baaij kinderrokje, 2 vrouwenrokken, 3 mans onderbroeken, 2 mans borstrokken, 3 kinderborstrokken, 2 vrouwenborstrokken. Nog werd verdeeld uit een klein offerbusje de som van 6 gulden, waarvan 3 gulden voor de kerk en 3 gulden voor 'sHeerenLoo. J. Pieters, Diak. Boekh. St Maartensdijk. Ds. Stelma van Poortvliet, als Consulent van St. Maartensdijk, verzoekt ons in de Kerkbode mede te deelen: wat groote verrassing de broederen te St. M. is ten deel gevallen door eene collecte te Anna- Jacoba- Polder groot f 43.19, waarby nog kwam eene gift van f2. Neg vier zulke verrassingen, schrijft Ds. S. en wij zijn haast gered. Hij wijst er vooral op dat, wanneer de vier grootste steden van Zeeland het voorbeeld volg den van die kleine Polderkerk, men zou kunnen gaan zingen: de strik is gebroken. Mogen nog vele broeders en zusters zich over St. Maartensdijk ontfermen. Reeactie. Ontvangendoorden ondergeteekende als De- putaat tot aanvuring van den Zendingsijver in het Zuiden 2000 gebruikte postzegels van Apollonia Ardon Ad. te Moerdijk. J. H. Feringa. Klundert, .Dec. 96 Door de Commissie ten behoeve van br. N. Verhuist in dank ontvangen bezorgd bij br. K. Ie Cointre van N. N. 2 Muntbiljetten a f 10 no. 08760 B. W. en 07623. C. L. en van J. f 1 Namens de Comm. Voornoemd. A. Goedbloed, Voorz. P. Besuijen, Scriba. J. v. Keulen. Gapingen. In dank ontvangen voor de Zending uit de Catechisatiebus f5,835 en uit het busje van Mej. T. V. f5,75, alsvoren van br. D. f 4.11 als- voren van Corn, van de Velden f 4.80 en pl. m. 5000 gebr. postzegels. Namens gecommitteerden J. van Aartsbn Jz. Penningmeester. Oefening over het geloof, gehouden te Utrecht door P. van der Vliet omstreeks 1676. Mid delburg K. Ie Cointre. Een klein boekske. In aantrekkelijk formaat. Uiterst goedkoop: slechts f 12'/2- En, wat meer zegt, in menig opzicht aan te prijzen om zyn inhoud. Toen het bij gedeelten in de Kerkbde stond, vond het opgetogen lezers. Dezen en velen met hen zullen voorzeker blijde zijn met de aangeboden gelegenheid om dit boekje in hun bezit te krijgen. Feringa. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie), Mijnheer de E»dact&ur In no. 50 van uw blad, wordt door Ds. v. d. Velden de aandacht gevestigd op het onlangs door Ds. W. H. Gispen Jr. geleverde referaat over de vraag „Mag het huwelijk van een lid eener Geref. Kerk met iemand, die geen lid, der Geref. Kerk is, kerkelijk worden bevestigd." Ik ben het daarin met Ds. v. d. Velden eens dat het wenschelijk is, dat dit referaat dooi den druk worde openbaar gemaakt, opdat het wat moge bijdragen tot doorwerking der refor matie ook op het huwelijksgebied. Doch, ofschoon het waar is, wat door Dr. Kuyper eenmaal werd gezegd„men kan niet op alle slakken zout leggen" zoo komt het mg toch voor, wanneer ik de conclusiën bezie waartoe Ds. Gispen is gekomen, dat door Z.Eerw. een zeer dikke slak op het huwelijks- erf der Geref. Kerk is voorbij gezien. Of is de beschouwing die bij velen, althans in Zeeland» bestaat, dat n. 1. de kerkelijke huwelijksbeves tiging slechts een afbidden is van den zegen Gods in het midden zyner kerk over het reeds vol trokken huwelijk, evenals op iemands verzoek den zegen Gods in zijne kerk voor hem wordt afgebeden op zyn reis naar een vergelegen land of bij het aanvaarden van eene gewich tige betrekking, is, zeg ik, die beschouwing Gereformeerd Of is die teekening te scherp, dan vraag ik wordt dan toch door velen de kerkelijke huwe lijksbevestiging niet beschouwd als een plech tigheid, die wel geicenscht maar toch niet ver- eischt wordtik had haast gezegdals een overtollig goed werk. Is die beschouwing dan Gereformeerd? Ik behoef wel niet te zeggen dat ik niet Roomsch ben, of van het huwelijk een sacra ment wil maken. Maar toch, mij dunkt wij moeten hier niet langer hinken op twee ge dachten. Is het kerkelijk huwelijk het huwe lijk, zooals, blijkens het bestaande formulier, de bedoeling onzer Gereformeerde vaderen was, laten we dan arbeiden, opdat die overtuiging weer tot bewustheid kome en zoo nietlaten we dan eerlijk zijn, en het formulier wijzigen of wat m. i. nog beter was laten we het af schaffen. Want, indien de huwelijksbevestiging niet het huwelijk is, dan weet ik niet wat ze anders moet zijn daneen zegen afbidden over een door de wet voltrokken huwelijk en, hoe hoog ik ook de voorbede der kerk achte, men behoeft toch geen formulier te hebben, alleen om een zegen over een huwelijk af te bidden. Hoe toch is nu de toestand? Menige kerkeraad huivert of weigert een huwelijk van een zijner leden met een onge- loovige, kerkelyk te bevestigen, maar laat de zulken toch ongecensureerd op hun weg voort gaan, alsof het burgerlijk huwelijk nu alles goedmaakt. Hadden onze Geref. Vaderen, in de dagen, toen het burgerlijk huwelijk nog niet bestond, aan zoodanig huwelijk zooveel kracht gehecht, dan hadden zij de instelling daarvan wel aan de regeering des lands verzocht. Dat zij een overdreven vrees voor Staatsbe moeiing hadden, of dat zoo iets hun nooit in de gedachten zou zijn gekomen, mag toch, dunkt mij, niet worden verondersteld. Ik weet wel, de H. Schrift geeft op het ge bied van huwelijksplechtigheden geen vaste uitspraak maar toch vraag ik 1. Mag men zonder gewichtige redenen van het voetspoor onzer Gereformeerde Vaderen afwijken 2. Aangenomen, dat de Kerk vrede kan hebben met een burgerlijk huwelijk, is dan zoo'n sociaal contract, als in de Nederlandsche wetten wordt geëischt, voldoende Wat toch wordt in ons burgerlijk wetboek, buiten het sociale geëischt? Niets dan dat deechtgenoo- ten elkander zullen helpen bijstaan (niet eens: liefhebben) en bij elkander blijven tot tot dat de een of de ander eeD onteerend vonnis ontvangt of, totdat men „kwaadwillig" elkander verlaat. De Schrift echter geeft alleen vrij heid uit oorzaak van hoererij Wat nu som mige ambtenaren van den Burgerlijken stand, bij een huwelijksplechtigheid, buiten het boven genoemde nog meer vragen, is m. i. niets an ders dan een persoonlijke vraag. Hun ambt geeft hun daartoe, volgens de wet, niet het minste recht. Neen, de wet zegt geen woord van God, geen woord van liefde, zoodat m. i. uit alles blijkt, dat zy is doortrokken van ongeloof en men, naar mijn oordeel, even goed zou kunnen trouwen bij een notarieele acte, zonder eenige plechtigheid. Dat men nu in het begin dezer eeuw zich hierbij zoo gewillig heeft neergelegd, is wel een bewijs hoe diep ons land toen gezonken was. Of ik dan het burgerlijk huwelijk wil af schaffen „Neen, voor den Staat heeft zoo iets zijn nut. Of ik dan allen, die niet „kerkelijk gehuwd" zijn wil censureeren Gansch niet ik aanvaard den toestand zooals zij is. Im mers ook Jezus en de apostelen hebben de polygamie of veelwijverij aanvaard, zonder echtscheiding te eischen. Ik wil alleen arbei den tot wegneming van een kwaad, dat maar reeds al te lang bestaat. In de hoop, dat ook dit schrijven daartoe zal medewerken, en onder dankbetuiging voor de verleende plaatsruimte, noem ik mij Uw d.w. dienaar J. Louwerse, Cz. Grypskerke. Ondergeteekenden wenschen Vrienden en Begunstigers Gods besten zegen toe in het Nieuw ingetreden jaar. C. W. SIEBRECHT en Echtgenoote. In Manufacturen. Vlasmarkt. Aan Vrienden en Bekenden wordt bij den aanvang van het jaar '97 Gods zegen toege- wenscht door I. DAANE en Echtgenoote, Vlissingen. Hartelijk gefiliciteerd met de intrede van het Nieuwrjaar door P. KASTELEIJN, Aannemer te Oost- en West Souburg.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1897 | | pagina 3