KERK.
VRIJDAG 18 DECEMBER
^veekblad gewijd aan de ^elangen der (^reformeerde jierken
in ^Zeeland, oord-J~5rabant en J^imburg.
Ds. J. HULSEBOS, Ds. J. H. FERINGA
en Ds. A. LITTOOIJ.
Uit de Heilige Schrift.
5e Jaargang.
No. 51.
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze "Wetgever, de
HEERE is onze KoningHy zal ons
behouden.
Jesaja 33 22.
ONDER REDACTIE VAN
Doch gamuel zeide Heeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als
aan het gehoorzamen van de stem des Hee-
ren? Zie, gehoorzaamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen.
1 Sam. 15 22.
Abonnement per 3 maanden f 0.35. Ajzonderiyke nos.
3 cent. Advertentiën van 1—regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LE COINTRE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentien enz., gelieve men
tydig, uiterlijk Vrijdagmorgen, by den
Uitgever in te zenden.
DE STAAT DER VERNEDERING VAN
DEN ZONE GODS.
„De gestaltenis eens dienst
knechts aangenomen hebben
de". Philifp. 2 7m.
De tijd des jaars is wederom daar, dat
allerwege de oogen worden gericht op het
kindeke van Bethlehem. Dit is bij den grooten
afval dezer dagen nog een niet te miskennen
teeken van de majesteit van den Koning der
Kerk. Wat er ook is geschied, om deneenigen
Naam, onder den hemel den menschen gegeven,
in spot en ongeloof en werelddienst te doen
vergeten en zijne gedachtenis uit te delgen,
haars ondanks moet de wereld, al is het gelijk
Herodes of de wijzen van Jeruzalem, met die
geboorte rekenen en er hare aandacht voor
eene wijle aan schenken.
Maar overigens, hoe klein het aantal, dat in
waar geloof bij Bethlehem's kribbe nederknielt
Ziet hiervan het beeld by de geboorte des
Heeren zeiven. Klein getal van aanbidders!
Maria en Jozef, straks de herders, by de
opdracht in den tempel een Simeon en Anna,
en eindelijk de wijzen uit het Oosten. Veracht
volk, want voor hunnen Heiland en henzei ven
geene plaats in de herberg!
Duizenden en millioenen nemen uit de
geboorte van den Heere Jezus slechts aanleiding
om zichzelven eenen goeden dag te bezorgen
en het vleesch te voeden. Millioenen van
gedoopten blijven bijgeloovig verzonken in de
aanschouwing van de uiterlijke pracht!!van
eën kind in de kribbenogmaals duizenden zyn
er, wien bij Bethlehem's kribbe, een weg van
eigene gerechtigheid ten leven wordt gepredikt
en wien dat kindeke nauwelijks als voorbeeld
wordt aanbevolen.
Maar ook onder hen, die het groote voorrecht
genieten, dat hun de Christus in waarheid
wordt gepredikt als den Middelaar Gods en der
menschen, die zijn volk zalig maakt van hunne
zonden, owat groote menigte, die hard en
verhard van harte blyvende, de genade van
den Heere Jezus Christus niet kennen
Dat ook wij, gereformeerden, dan inzonderheid
met allen ernst ae vraag overwegen, of wy den
geboren Koning kennen door het geloof, of
Zijne armoede onze rykdom, Zijne vernedering
onze verhooging, Zijn lyden en sterven onze
behoudenis is, of wij door het eeuwig welbehagen
Gods en door de overgave van Gods Zoon voor
ons in armoede en vernedering en den dood,
nu ook voor eeuwig Zijn eigendom zyn en alles
om Zijnentwil moeten verlaten, om Hem te
volgen
Het kindeke in doeken gewonden en neder-
liggende in de kribbeWij zien hier den Zone
Gods in den weg, die in vernedering zal afdalen
tot in den dood, tot in het graf. Dat is de
zelfvernietiging van Hem, die het geenen roof
achtte Gode even gelyk te zijn, die niet kwam,
om op die Godheid roem te dragen, maar haren
glans te verbergen onder het dienstknechten
gewaad en dat om u, schuldig Adamskind, die
dit verstaan mag, te verlossen van uw schuld
bij God, van uwe doodelijke kwaal der zonden,
die gy in uwe roekeloosheid hebt gediend.
Owat is er in het geloof voor eene begena
digde ziel by die arme kribbe, by dat arme
kindeke te overpeinzen, te doorleven, te aan
bidden en te danken
Maar met hoeveel beschaming drijft dan ook
de kribbe uit tot het werk der vergeving, der
barmhartigheid om Christus wil. Maar hoe
ontzettend bij dat alles verhard te bl\j ven Zoo
hebben wy dan ook aan onze ziele een werk
der wedergeboorte noodig en zal doorgodde-
lyke genade Christus in om moeten geopen
baard worden.
Welk een onuitsprekelijk voorrecht zal het
zyn, bij Bethlehems kribbe, starende op den
geboren Koning en in erkentenis Yan schuld
en onreinheid, den stroom van Gods eeuwige
ontferming, van de genade onzes Heeren Jezus
Christus van de gemeenschap des H. Geestes
te voelen doorbrek^-: in het zoo koude, on
machtige en troosteluoze harte! Zij het voor
vele verslagenen Yan harte bij aanvang en ver
nieuwing weggelegd!
De menschwording van Gods Zoon is van
heeriyke beteekenis, maar eerst als nederige
menschwording is zy zaligmakend voor Gods
volk. Dit zal u het teeken zijnGij zult het
kindeke vinden in doeken gewonden en nederlig-
gende in de kribbe. Dit is het schitterend licht
en het glinsterend goud van den kerstnacht
voor het volk, dat in duisternis zit. Niet wij
moeten medelijden hebben met de armoede
van Bethlehem's kindeke, maar Gods ondoor
grondelijk erbarmen over ons, die gelooven, en
de overgave van Christus voor onze zonden, zal
daar moeten worden gekend. En dan is het
Kerstfeest een bron van Godzalig leven, een
bron van eeuwige blijdschap!
Hulsebos.
8. Maar er is nog een punt. De Redacteur
van de Gereformeerde Kerk zegt, in de derde
plaats er is niet alleen een by bel op den kansel,
er is niet alleen nog eene bediening der Sacra
menten, maar er is ook een ambtNu is dit
zeer vaag uitgedrukt. Welk ambt wordt be
doeld? Er is een ambt aller geloovigen. Maar
hieraan wordt niet gedacht, want de schrijver
gelooft niet aan zulk «en ambt. (Zeer tegen
onze belijdenis, die in art. 28 wel degelijk van
zulk een ambt der geloovigen spreekt). Hij
noemt dit een apocrijf-ambt. Bij hem worden
dus wel zeker bedoeld, de ambten van den
predikant, en van de ouderlingen Maar zyn
er zulke ambten in waarheid bij moderne pre
diking en bij een modernen kerkeraad? Ja
zeker, zegt de schrijver, en ten opzichte van
den predikant levert hy het bewys. „Er is
eene toelatingsformule en hoe flauw ook,
niemand is toegelaten tot het predikambt, die
indien hy van de waarheid later afweek, niet
in stryd kwam, niet alleen met de belydenis
der kerk, maar ook met zyne eigene belofte in
die heilige ure afgelegd. Welke heilige ure
wordt bedoeld? Het proponents-examen Of
de bevestiging in de gemeente By het eerste
hebben wy van een flauwe toelatingsformule ge
hoord en hebben daarop zeiven het ja geant
woord, maar is dat nu een bewys dat er een
ambt is? Stelt het provinciaal kerkbestuur
in het ambt? In geen geval. Even als men
door het doctoraat examen nog geen doctor is,
maar alleen toegelaten om naar den graad van
Doctor te staan, zoo is men by het Provinciaal
examen nog geen ambtsdrager van Kening
Jezus, maar men wordt alleen toegelaten er
na te staan Maar misschien bedoelt de schry-
ver met de heilige urede bevestigingMaar
dan heb ik nooit van een flauwe toelatingsfor
mule gehoord. Het formulier is niet fllauw,
maar het wordt door de modernen niet ge
bruikt. Zelfs vele ethisehen laten het rusten
en bepalen zich dan tot de vragen, die naar
eigen genoegen veranderd zijn. Op de tweede
vraag „Of gy de Schriften van het Nieuwe
Testament, voor het eenigeWoord van God en
de volkomene leer der zaligheid houdt, en alle
leeringen verwerpt, die daartegen strijden
kan geen moderne met ja antwoorden, en hy
doet het niet ook, daarvoor is hy te royaal.
Maut gesteld al, hy deed het, ligt dan met
die belofte het ambt op Hem? Wie stelt in
het ambt? Dat doet koning Jezus. Hij roept
inwendig door Zyn Geest en uitwendig werkt
hij door middel van de organen, die Hij Zelf
Zijne kerke geschonken heeft. Die wettig door
de gemeente in het ambt gesteld is (in hare
organen, d. i. den kerkeraad) is wettig door
Christus zelf als zoodanig geroepen, en die door
Christus geroepen is als middelaar en hoofd
der gemeente, is wettig door den drieënigen
God geroepen (waarvan de Christus de tweede
persoon is.) Zulk een stellen in het ambt van
de gemeente moet door ons wettig gehouden
worden en mitsdien als eene roeping Gods
beschouwd, indien zy geschied in de naam van
Jezus Christus. Maar hoe kan er van een ambt
sprake zijn, indien die naam veracht wordt
en niet in den naam van Jezus Christus den
knie voor den Vader der lichten gebogen wordt
Maar wy willen nog eens meer een oogen-
blik toegevenGesteld er is een ambt, maar
dan moet er ook een werkzaamheid zijn. Dan
moeten de sleutelen des hemelrijks gehanteerd
worden, lo. de waarheid van Gods Woord op
de consciëntie gebonden en 2o, de bestraffende
tucht toegepastOnze gereformeerde belydenis
zegt dan ook niet als derdo teeken, dat er
ambtsdragers moeten zyn, maar dat de kerke
lijke tncht gebruikt worde, om de zonden te
straffen. Ambtsdragers dus niet op non-acti
viteit, maar ambtsdragers die het gezag van
Christus als koning Zyner kerke laten gelden
En dat ontbreekt niet alleen in een gemeente
met mordernen predikanten ouderlingen, maar
in plaats van de waarheid wordt de leugen op
de consciëntie gebonden. Hoe zoo vraag ik in
gemoede kan men zulk eene gemeente die in
hare organen openlijk tegen den Christus op
treedt, nog eene plaatsoiyke openbaring van de
algemeene Christelyke kerk houden? Maar ge
noeg. Wy zullen eens zien, wat eigenlijk het
verschilpunt is tusschen ons en de Gerefor
meerde kerk.
II.
Wy zouden het eigenlijk geschilpunt noe
men, waardoor het mogelijk is, dat de Redac
teur van de Gereformeerde Kerk geen moderne