Belangrijk Bericht. INGEZONDEN STUKKEN. Advertentiën. K. LE COINTRE. KONINKLIJKE FABRIEK Op de vraag b.v. ter Generale Synode van Middelburg in 1581 door Z-Holland gedaan „of de geëxcommuniceerden en met hen de kinderen, die hun na de excommunicatie ge boren worden, geacht moeten worden buiten het Verbond te zyn," antwoordde de Synode „Neen" (Acta, R. 1pag 448). De Prov. Syn. v. Gelderl. te Zutphen in 1605 art. 12: oordeelde „dat men (insiende vorighe acten synodael, die toelaeten, dat men den doop der kinderen der geëx communiceerden niet en aal weygeren, let tende insgelyk op 't gebruyck der naeburi- gen synoden en op den onbequaemen staet deses vorstendoms omsulcke nauwe orde- ninge, als men wel soude wenschen, te on derhouden) die kinderen derghenigen, die selfs ghedoopt syn van den Sacramente niet en sal weiren Acta, R. en vV. 2) IV. pag. 135;. Intusschen moge in 't voorbijgaan opgemerkt worden, dat de buitenlandsche Gereformeerde Kerken op dit punt somtijds anders geoordeeld hebben. Zoo blijkt uit de Pol. Eccl. van Voetius P. I, L. II, T. II, C. II, XVI, dat de Schotsche Kerken den doop aan de kinderen van geëxcom municeerden weigerdrn, en dat de Fransche haar wel niet weigerden, maar voor de bedie ning voorwaarden stelden, waaraan schier nooit voldaan kon worden. d. kinderen van afgesnedenen. De Prov. Syn. van Dordt 1574 antwoordde op de vraag van die van Dordt; „of men de kinder der afghesneden van der ghemeynte dooden mach:" „Ja" met conditie, dat men de ghevaders vaster in de belofte van die kinder ghetrouwelick te onderwijzen, ver- binde'" (Acta. R pag. 158). Zelts hebben de kerken zich somtijds met minder dan eene door de oefening van tucht gestoorde betrekking der ouders tot de Kerk tevreden gesteld, en zich bepaald tot de voor waarde, dat de ouders öf zelve öf in hun ge slacht in eene algemeene, zij het ook veelzins verwijderde betrekking tot het Verbond Gods stonden. Zoo werd b.v. de Doop gegund aan a. de kinderen van gedoopten, zie boven Pro vine. Syn. van Gelderland te Zutfen. 1605, en te Harderwijk in 1612 (pag. 15). b. kinderen van overleden Baptisten, mits door goede personen ten Doop gepresenteerd. Pro vine. Syn. van Gelderland te Nijmegen in 1606: „onmondige kinderen der Weder dooperen, wanneer die b(j afsterven der oude ren van de vrienden tot den Christlicken doop gepresentaert werden, sullen aangeno men ende des seegels des Yerbondts deel- achtich gemaeckt worden." (Aeta' R, en v. V. pag. 146. c. kinderen van Papisten, die de Gerefor meerde doopsbediening voor zuiverder hiel den dan die van de Roomsche Kerk. De Syn. van Êmbden in 1571 antwoordde op de vraag van die van Keulen, „of het toe gelaten is eens Papisten kind te doopen, welke betuigt dat die forme des Doops, die in de Gereformeerde Kerke is, hun reinder dunkt te weezen, dan die, welke in 't Pausdom is gebruikt?" met verwijzing naar het advies der Geneefsche broederen op dit punt. Van dit advies is de hoofdstrekking: dat de kin deren, wier vaderen lidmaat zijn van 't lichaam der Kerk, moeten gedoopt worden; dat men echter, bij 't volgen van dezen re gel, te groote gestrengheid moet mijden, de wijl het Verbond Gods zich strekt tot in het duizendste geslachtzonder dat men aan de andere zijde ook weer al wat gepresenteerd wordt doopen mag. Want als God zijne Kerk weer wil op richten, zou men door de kinderen van lie den, die noch soo haest niet Gereformiert offt bekeert ende herboeren waeren" van den Doop uit te sluiten, niet alleen die kin deren te kort doen, maar ook „die gemeen schap der geloovigen en de belofte Gods." Daarom raden ze dan aan kinderen van ou ders, die zich nog uit vreeze niet durven voe gen bij de Kerk onder 't Kruis, of ook daartoe onwillig zijn, onder goeden getuigen en onder behoorlijke stiuplatie te doopen. Zelf adviseeren ze op dien grond, om de kin deren te doopen van iemand die van 't Evan gelie niet weet en daarin geheel onverstandig is, mits hij door beloften de opvoeding van kinderen in de zuivere Religie waarborge. (Acta, R. pag. 39 v. v.) d kinderen van Papisten iD 't algemeen, zelfs van afgesneden Papisten, zij 'took met eenige restrictie. Partic. Syn v. N.-Holland te Edam in 1572 art. 2 Gevraagd werd, of men alle kinderen, zoo binnen als buiten de Kerk doopen kon (blijkbaar werd daarbij vooral aan de Papis ten gedacht) en of het kon, zonder dat de genen die ze ten Dcop hielden belijdenis deden. De Synode antwoordde daarop: „Neen, als men zyn dienst kan afzonderen van die der Papisten. Anders ja, onder vermaan dat de ouders te voren bij den Dienaar komen. (Acta, R. en v. V. I, pag. 2) Door de Synoden van Alkmaar van 1573 en van Enkhuizen in hetzelfde jaar, werd dit oordeel bevestigd e. kinderen van gedoopte landloopers. Ter Provinc. Syn. v. Gelderland te Harder wijk in 1612 werdt gevraagd (art. 33): of men behoorde te doopen de kinderen van landloopers, die zich Heidenen noemen, als de ouders het begeeren? De Synode antwoorddeJa, onder voor waarde dat blyke: dat de ouders gedoopt zyn, dat het kind nog niet gedoopt is, en dat men geen andere ge vaders neme, dan uit „hare compagnie," om „iteratie van den Doop te voorkomen. (Acta, R. en v. V. IV, pag. 206.) kinderen van ouders, die van de religie vreemd zyn, mits geen Joden of Turken. Ter Bartic. Syn. v. Z.-Holland te Rotter dam van 1581 was de vraag gedaan of een Dienaar mag doopen kinderen, wier ouders „van der religie vreemdt syn, ende daerby getuygen bygesteld wordon. welcken der re lige nyet toe en staen. De Synode antwoordde toestemmend, mits de onders geen Joden of Turken zijn; doch met den wensch dat deze vraag aan de Ge nerale Synode zou worden voorgesteld, (Acta, R en V. v. II, pag 203.) Daarentegen werd de Doop geweigerd waar geen bewijs was, of anders geen wettige grond voor de onderstelling, dat de ouders of voor ouders van het kind tot het verbond Gods behoorden. Naar dezen regel werden uitgesloten: a kinderen, zonder eenig nader bericht, door vroedvrouwen gepresenteerd. Op een desbetreffende vraag antwoordde de Prov. Syn, v. Z.-Holland te Gouda in 1620 „is goetgevonden, dat men geen kinderen en sal doopen, ten sy saecken men versekert sy, dattet syn kinderen des verbonds, ende om hiervan kennis te becomen wert gesteld in, de discretie van yder Kerck, om hierin te vol gen den stichtelyxsten voet." (Acta, R. en v. V. III, pag. 445) b kinderen van Joden en Turken. Zie boven: Partic. Syn. van Z.-Holland te Rotterdam in 1581. c kinderen van Heidenen, ook al waren ze door Christenen aangenomen. Gen. Syn. v. Dordt. 1618/19, Sessio 19 „Van de kinderen oock der Heydenen, dewel ke ofte vanweghen de jonckteyt, ofte gebreck van sprake te verstaen, niet en hebben con- nen van de Christenen onderwosen werden hoewel se door aanneminghe souden mogen ingelyft worden in de familien der Christenen, is ooc geoordeelt geweest met de meeste stemmen datse niet en behooren gedoopt te worden, eerse tot die jaren ghecomen zyn dat sy in de eerste beginselen der Christe lijke Religie naar haar begrijp connen onder- wesen worden, en sulx ook metterdaad ge schiet is. Ende dat oock bequaeuie ghetuygen belooven neerstigheyt te doen, dat se deselve in 't Christengeloove verder en naeder onder wysen sullen, ende niet sullen toelaten, soo vele in haar is, dat sy van de familien ofte gemeynschap der Christenen wederom ver vreemd sullen werden." (Slot volgt.) (Buiten verantwoordelijkheid der Redaetie). Mijnheer de Redacteur! Onlangs las ik in de Zeeuw een stuk, dat my uitnemend beviel. Het was namelijk over de Staatsloterij, die ten strengste afgekeurd werd, maar een weinig voortlezende, werd er in dat zelfde blad per advertentie eene loterij aange kondigd door een winkelier uit M. Die heer maakte bekend, dat, als men voor een zekere som in zijn winkel kocht, dan kreeg men natuurlijk in de eerste plaats goede waar bovendien nog een lootje, op den koop toe, waardoor men in de gelegenheid werd gesteld, om misschien de gelukkige winner te worden van een zoogenaamde Fiets (Rijwiel). Nu is het mij er niet om te doen de redactie van de Zeeuw te beschuldigen, van zichzelf niet gelijk te blijven, door eerst de loterij af te keuren en dan Ook is het mij er niet om te doen dien win kelier uit M. daarover hard te vallen. De concurrentie is thans op elk gebied zoo groot, dat het my niet verwondert, dat elk doet wat hij kan om klanten te winnen. Toch veroorloof ik my naar aanleiding van het ge- lezene een paai- vragen, die onwillekeurig in mijn gemoed opkwamen. a. Zouden die winkelloterijen niet bevorde- lyk zijn aan de Staatsloterijen, op dezelfde wijze als de snoepwinkeltjes den overgang vormen tot de kroeg? b. Zou het voor een winkelier, die lidmaat is by de Gereformeerde Kerk, geoorloofd zijn, om dergelijke loterijen te houden My is altijd geleerd, dat willekeurig het lot te werpen zonde is, en zoolang my het tegen deel niet wordt aangetoond, blijf i* het er voor houden dat elk gebruik van het lot, zonder noodzaak, een roekeloos spelen is met de voorzienigheid Gods, daar men onmogelijk den zegen des Heeren op kan inwachten. Mocht u van een andere gedachte zyn, och wys mij dan eens terecht en dan zal de on- dergeteekende, evenals voor de plaatsing dezer regelen, u van harte dankbaar zijn. Vli8singenVebnstra. De geachte inzender vestigt de aandacht op een gewichtig punt. Wij zouden hierin niet gaarne aanstonds be slissen. De vraag isof het verloten van eenig voor werp -tot welk doel dan ook—gelijk staat met of liever van denzelfden aard is als het loterij spel, zooals wij dat b. v. in de staatsloterij zien. Is dit zoo, dan zijn ook alle verlotingen voor christelijke doeleinden, als barmhartig heid enz. veroordeeld. Ook bij aflossingen van geldleeningen houdt men uitlotingen. Zouden, zoowel het eerstge noemde als dit laatste niet in aard onder scheiden zijn van het jagen naar rijk om door den afgod: het fortuin, gelijk dit bij de staats loterij en alle dergelijke geldloterijen geschiedt Ook wij vragen slechts en zullen gaarne nader onderricht worden. Redactie. Daar voor velen de prijs van de origin.- fotografie der Gener. Synode te hoog is en men die] toch gaarne zou bezitten, ben ik be sloten aan al de koopers van het Hand boek der GerefKerken, jg. 1897, als gratis premie aan te bieden eene prach tige afbeelding eener zitting van deze gewich tige Synode. Men krygt geen prentje, maar een werkelijk schoone plaat (lichtdruk), waardig om de huis- en Consistorikamer te versieren. Om teleurstelling te voorkomen, gelieve men spoedig te bestellen aan z\jn gewonen boekh. of bij den ondergeteekende, want een bepaald aantal Ex. is hiervoor in bewerking. Het Handboek verschijnt halt December. Prijs 35 cent, in linnen omslag 45 cent. Wordt rechtstreeksche toezending van een enkel ex. p. post verlangd, dan wordt voor post en emballage 15 cents meer berekend. Inteekenlijsten met voorwaarden verkrijg baar bij den uitgever te Middelburg. van bestaande sinds meer dan een halve eenw. D. J. PEXNOCK. Middelburg. Solide nieuwe Veere BEDDEN en Kapok BEDDEN. Springveer-, Wolle-, Paardenharen-, Kapok-, Alpen- en Zeegras, MATRASSEN, soliede aflevering. Uiterst laag gestelde prijzen, BEDDEN-TIJKEN, welke nimmer doorstuiven. 10 jaar garantie. Stoomdruk van A.D. LITTOOIJ Az. Middelburg.

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1896 | | pagina 6