Uit <le Heilige Schrift. KERK. VRIJDAG 11 SEPTEMBER 1806. Ds. J. HULSEBOS, Ds. J. H. FERINGA en Ds. A. LITT00IJ. 5e Jaargang No. 37. JVEEKBLAD GEWIJD AAN DE EELANGEN DER GEREFORMEERDE JCERKEN IN ^EELAND, OORD-BRABANT EN J-.IMBURG. Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze Koning; Hij zal ons behouden. Jesaja 3322 ONDER REDACTIE VAN Doch Samuel zei de Heeft de HEERE lust aan Brandofieren en Slachtofferen, als aan het gehoorzamen van de stem des Hee- ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen 1 Sam. 15:22 Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos. 3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 -5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uitgever: K. LE CO INT RE MIDDELBURG. Berichten, Advertentiën enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den Uitgever te zenden. OEFENING OVER HET GELOOF. IV. Waartoe men lust en begeerte heeft, daarnaar vraagt men. Zoo heet het dan ook: Vraagt naar den Heere en zijne sterkte. Zoo doen de geloovigen, zij vragen naar Jezus, zij zoeken naar Hem, gelijk van Maria gezegd wordt, dat zij Hem met angst had gezochtLucas 2 48. Zij willen wel zitten en wachten des daags, en in de koude des nachts op Hem wachten met de bruidHooglied 3. Zij zoekt des nachts Hem, dien hare ziele liefhad. 7. Volgt daarop, dat men Jezus aanneemt, zoo als Hij ons wordt voorgesteld in zjjn Woord, niet alleen als Zaligmaker maar als Koning en Heere. Psalm 45 11 en 12. Hoor o dochter en zie. en neig uw oor, en vergeet uw volk, enz,, zoo zal de Koning enz. Dewijl Hij uw Heere is, zoo buig u voor Htm neder. Het is eene dierbare belofte, gedaan. Psalm 72 9: De in gezetenen van dorre plaatsen zullen voor Zijn aangezicht knielen. Zoo zouden die zielen, die Hem voor hunnen Koning zouden aannemen, als voor eenen anderen Jozef nederkmelen, als komende uit een dor land en zouden zeggen: Gij zijt waardig te ontvangen de kracht en rijk dom en wijsheid, de tere en heerlijkheid, en dankzegging. Ópenb. 4. Deze is onze God, wij hebben Hem verwacht (door het geloof) en Hij zal ons zalig maken. Jesaia 25 9. Hij is een God van zaligheid, ja, van volkomene zalig heid, bij Wien uitkomsten zijn tegen den dood. Ps. 68, ja, zij kiezen Hem voor hunnen Koning en zeggen 'met Amazia, 1 Kron. 12. Wij zijn uwe, o Daniel, en met u zijn wij, o zone Isai; vrede, vrede zij u, en vrede uwen helpers. Zoo roepen zij,die Jezus aannemen alshunnen Koning. Hij is meer dan David en Salomo, Hij, die leeft, ja Hy leeft in eeuwigheid! 8. Nu volgt de verzekerdheid des geloofs, evenals de aanvang en de voortzetting het werk van den H. Geest, die van den Vader door den Zoon aan de uitverkorenen is gegeven. Christus roept armen, verminkten, blinden kreupelen, degenen die zichzelven bij het leven niet kunnen houden. De ziele vindt zich zelve bij die geroepenen, en zegt door heilige gevolgtrekking: Zoo is Christus dan de mijne en heet het: „Nu heb ik Hem gevonden, Die is en steeds zal zijn, Mijn striemen en mijn wonden, Een trouwe medicijn; Volop van mijn begeeren," enz. Nu ben ik gekomen tot den wensch dei- heidenen, tot den boom des levens, wiens bla deren zijn tot genezing der heidenen, tot dien Appelboom, wiens vrucht 't gehemelte zoet is Hooglied 2. Daarvan komt dat zeggenHoog lied 7 10. Ik ben mijns liefste, en zijne ge negenheid is tot mij, mijn liefste is mijn en ik ben zijn. Hieruit volgt de stille vreugde en vrede des gemoeds, waarvan wij nog hopen te spreken. ONu wordt de ziele stildie te voren zoo beroerd was, nu Jezus in het schip van de ziele gekomen is. Wij lezen van de discipelen, toen zij op zee waren, en de zee zich verhief van wege den grooten wind, die daar waaide, dat, zoo ras zij Jezus inlieten, de zee stille werd en zij behouden aan land kwamen. Joh. 6. Zoo ook de geloovige, die te voren als door woeste baren op en neder geslingerd werd, als hij Jezus vrijwillig inlaat in de ziele, zoo komt er stilte en hij komt behouden aan land. On uitsprekelijk voorrecht dat geloof te hebben verkregen en met Paulus te kunnen zeggen: Galaten 2 20. Hetgeen ik nu in het vleesch leef, dat leef ik door het geloof des Zoons Gods enz. De zoodanige begint het te waardeeren, God te danken en met David te zeggen. Ps. 116 12. Wat zal ik den Heere vergelden voor al zijne weldaden. Doch vele geloovigen, hoewel zij de verze kerdheid vurig beget;u. staan daarin nog niet. Toch moet het daartoe komen. Uit hetgeen aangaande het geloof is gezegd, namelijk, dat daartoe behoort: kennis van en toestemming aan de waarheid zouden deze vragen kunnen voortspruiten. Vraag. Of dan zij niet in het ware geloof staan, die nog vaak wankelen omtrent grond waarheden en omtrent dezelve lasterlijke ge dachten krijgen? Antwoord 1. Wanneer er zulke twijfelingen soms opkomen in de geloovigen (zoo ze ge loovigen zijn) zoo ligt echter in den grond van het hart eene erkentenis van de waarheid, zij strijden tegen de twijfelingen. 2. Als wy gesteld hebben wat tot het geloof behoort, zoo hebben wij het besproken, zoo als het op zijn sterkst en niet zooals het op zijn zwakste is. Wij hebben het geloo. aangemerkt in zijn kracht en wezen, en niet zooals het veeltijds is in de onderwerpen. 8. Daar komen en daar zijn ook in de beste geloovigen door be strijdingen zulke wankelingen en twijfelingen, als blijkt in eenen Job, Asaf, Jeremia; maar de Heere laat er zijne kinderen niet in blijven, Hij helpt er hen uit, gelijk aan Job, Asaf, David en meer anderen is gebleken. Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland, te Middelburg. (Slot.) 31e zitting, op Donderdag 3 September namiddag. Ouderling W. A. Vrolijk Sr. en Ds. J. Hes sels brachten enkele rapporten uit. Eene in structie voor den quaestor misieonis en den vice-quaestor werd vastgesteld. Dr. G. van Goor bracht namens de commissie van praead- vies rapport uit over het verweerschrift van den zendeling-arts" dr. J. Scheurer, en over de .geneeskundige Zending" voorzoover daar over gesproken wordt in het „rapport van deputaten tot de zending van 1893—96." Vele leden der synode namen aan de discussie over dit rapport deel. Algemeen werd de moeilijk heid van de tweeslachtige positie, waarin dr. J. Scheurer zich bevindt, gevoeld." De synode sprak eindelijk uit, dat het ambt van bedienaar des Woords en der Sacramenten en het zijn van arts in dienst der zending onvereenigbaar zijn; en dat deputaten van advies nader met hem over deze geheele aangelegenheid zullen handelen, terwijl men hem zal uitnoodigen, zich tot zoolang van den dienst des Woords en der Sacramenten te onthouden. 32% zittingop Donderdag 3 September 's avonds. Ds. H. Dijkstra rapporteerde over de overige stukken van het rapport van deputaten tot de zending, De conclusies van den rapporteur werden goedgekeurd. Evenzoo de conclusies van de rapporten, door prof. M. Noordtzy en ouderling O. Verliage over een paar bezwaar schriften uitgebracht. 33e zitting op Vrijdag 4 Sej)te)nber voormiddag. Prof. M. Noord tzij bracht oen paar rappor ten uit over de stoffelijke belangen. Van alle collecten voor hulpbehoevende kerken moet voortaan, gelyk naar aanleiding van een rap port besloten werd 1/4 gestort worden in de „Algemeene kas". Ook ds. J. Nederhoed bracht twee rapporten uit over de geldelijke aange legenheden. Prof. L. Lindeboom rapporteerde over „proceskosten en Kootwyk". Inzake de Acta der Generale synode werd besloten dat het Moderamen die zal uitgeven met mede werking van 2 niet belanghebbende deskundi gen, en dat aan alle kerken en alle deputaten, die niet tegelijk ook lid dezer synode waren, een present-exemplaar zal worden toegezonden. Met de betrekking tot een adres aan de re, geering over het lasteren van Gods Naam- spotten enz. sprak de synode het noodzakelijke daarvan wel uit, doch verklaarde zij tevens den tyd nog niet gekomen te achten, noch ook de kerken nu reeds ryp genoeg om thans reeds met genoegzame beteekenis handelend op te kunnen treden. Naar aanleiding van een stuk over „Geheel onthouding" werd besloten de kerkeraden op te wekken tot voortzetting van den strijd tegen de drankzonde. Het verdere deel van den voormiddag word in geheime zitting doorgebracht, en gewijd aan de behandeling van rapporten over de zendings- arbeid op Midden Java, over de Keuchenius- stichting, en over een ingekomen schryven van een vroeger predikant. De synode nam de conclusie's met geringe wijziging aan. 34e zitting, Vrijdag 4 September namiddag. Prof. M. Noordtzy bracht rapport uit over het rapport van deputaten voor de correspon dentie met de hooge overheid. In zake art. 36 der confessie werd de vol gende verklaring in de synode afgelegd: „Aan de Synode Generaal van de Gere for- meerde kerken in Nederland Met alle leden der Synode, den llen Augus tus door den voorzitter opgeroepen, om door

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1896 | | pagina 1