VRIJDAG 21 AUGUSTUS 18%.
eekblad gewijd aan de belangen der pereformeerde jcerken
in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg.
Ds. J. HULSEBOS, Ds. J. H. FERINGA
en Ds. A. LITTOOIJ.
Uit de Heilige Schrift
Uit de Pers.
5e Jaargang
No. 34
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze KoningHij zal ons
behouden.
Jesaja 3322
ONDER REDACTIE VAN
Doch Samuel zeide Heeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als
aan het gehoorzamen van de stem des Hee-
ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen
1 Sam. 15 22
Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos.
3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 -5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LE CO INT RE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentiën enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den
Uitgever in te zenden.
OEFENING OVER HET GELOOF.
H.
2. By deze kennis moet komen eene toe
stemming in de goddelijke waarheden, waar
mede men die dingen aanneemt en erkent, die
mee kent. Joh. 3: 33 Die zijne getuigenis aan
genomen heeft, enz. 1 Joh. 5 9 en 10.
Dit toestemmen is een Amen zeggen op dien
weg, om door Jezus zalig gemaakt te worden,
een ja zeggen op die waarheid, een goedkeuren
van het Verbond dei' genade, en te zeggen
Odat vod geordineerde Verbonddaarin is al
mijn lust. 2 Sam. 23 5 Wij lezen in de H.
Schrift van eene volle verzekering des geloofs,
van eenen vasten grond des geloofs, en van
een bewijs der zaken. Hebreen 11 1.
a. Van eene volle verzekerdheid des geloofs
lezen wy Rom. 4 21, Coloss. 2 2 en Kom.
8 38 zegt hij van hetzelveIk ben verzekerd,
enz. en Hebr. 10 22 Laat ons toegaan met een
waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs.
Dit ten volle verzekerd zyn is eene gelijkenis
genomen van schepen, die voor den wind zei
len, zoo, deze verzekerdheidhet Js een voor
spoedig zijn, een loopen en haasten.
b. Van eenen vasten grond des geloofs lezen
wij Hebreen 11 1. Het is een vaste grond
der dingendie men hoopt. Het geloof doet den
mensch de geloofde zaak (die nog niet is) zoo
vast in het harte staan alsof zij er was.
Dit grieksche woord beteekentden zin der
zaak, eene zaak, zooals ze is te leggen tot een
fondament en grond, waaropmen zijnen voet
vastzetten kan, en dan beteekent het verder
een standvastig en een onbewegelijk staan
tegen de vijanden, waardoor men hun niet
éénen voet wijkt. 1 Cor. 15 58. Zijt stand
vastig, onbewegelijk, altijd overvloedig, enz.
Van een bewys der zaken lezen wy He
breen 11 1. Het Grieksche woord beteekent:
ten 1ste eene aanwijzing en redeneering, ten
2de beteekent het eene overhaling van het
gemoed, volgende op die aanwijzing der waar
heid of eene overgave van het hart op die
beredeneerde waarheid. Dit wijst aan, dat Jezus
zichzelven aanbiedt aan ledigen, hongerigen,
dorstigen, armen, ja dooden, de ziele nu ziende
en geloovende, dat zij is eene arme, ledige
doode, die begint te zeggenDusJezus is ook
voor mij, Hij is mijn Christus, zoo geeft zij
zich aan Hem over. Maar tot deze slotsom
komen alle geloovigen niet zoo spoedig.
3. Op deze toestemming volgt eene liefde
tot die gekende en toegestemde waarheid, eene
liefde om God te verheerlijken. Van de onge-
loovigen staat Joh. 12 43. Dat zij de eere der
menschen meer liefhebben, dan de eere Gods.
Maar van de geloovigen staat, dat zij Gode de
eere geven. Rom. 4 10 staat van Abraham, dat
hij Gode de eere gaf. Het is wel waar, dat de
liefde, strikt genomen, van het geloof onder
scheiden is, echter zijn het dingen, die zóó
samengevoegd zyn, dat men het geloof niet
oefenen kan, of daar moet liefde zijn. By
voorbeeld, wanneer een gevangene, die op den
dood zit, eens hoorde, dat hy kon losgelaten
worden, zou hy dat niet met liefde hooren?
Zou ook een mensch, denkende ik zal in den
kuil, daar ik in ben, sterren, myn vonnis staat
vast, ik zal in de hel komen, als zoodanig een
eens hoorde van het Verbond der Genade, dat
God een wormpje, eene hellewicht, den ver
vloekten zondaar wil zaligen en een eeuwig
leven schenken, denkt gy, dat hij dat zou kun
nen aannemen en gelooven, zonder dat daar
liefde komt
4. Op die liefde volgt een honger en dorst
naar Christus, als de ziele liefde tot Jezus en
tot redding der ziele gekregen heeft en gehoord
heeft, dat de Heere beloften gedaan heeft aan
hen, die in den kuil liggen. Jesaia 51 14,
vergeleken met Zacharia 9 11. Dat zij inden
kuil niet sterven zullen, maar dat zij om het
Bloed des Verbonds daaruit zullen gelaten icorden.
Dan begint de ziele te hijgen en te schreeuwen,
te dorsten en te begieren, als een hert, dat
gejaagd wordt, naar water dorst en hijgt en zij
roept uit: Hoe liefelijk zijn uwe woningen, o
Heere der Heirscharenmijne ziele is begeerig
en bezwijkt ook van verlangen naar uwe voorho
ven. Zelfs een muschje heeft zijn nest en woning
bij uwe altaren. Ochloas daar mijn woning
Óch! mocht ik eens bevende tot U komen als een
vogeltje uit Egypte en als eene duive uit het land
van Assur, en in uw huis wonen. Hozea 1111.
Hulsebos.
KERK.
De Doop in het „Synodaal" Genootschap.
Reeds eenigen tijd hebben wij plaats gezocht
voor een tweetal stukken uit de Heraut en uit
Hollands Kerkblad, die ons toonen, hoe diep
bedorven de toestanden zijn in het Neder-
landsch Hervormd Kerkgenootschap. Nu wach
ten wij er niet langer mede. Moge Gods genade
deze, en dergelijke, onthullingen nog eens
gebruiken om de oogen der onnadenkenden te
openenWelk een zonde begaat toch ieder, die
van dit z. g. Kerkgenootschap lid wordt of
blyft!
Welk een zonde, wie er zelfs maar eens ter
preek gaat!
Men zie toch toe!
God houdt de schuldigen geenszins onschul
dig!
Ook de medeplichtigen niet, al zeggen ja
zelfs al meenen zij Gereformeerd te willen zyn.
Feringa.
Onder de Modernen wordt thans naar aan
leiding van het voorval te Stolwijk en Stiens
gestreden over de vraag, hoe men den Doop zal
bedienen.
Ds. Chavannes te Leiden e. a. willen doopen
naar eigen goedvinden. De redactie van de
Hervorming daarentegen wenscht zich te hou
den aan de oude formule, niet om die for
mule maar om een beslissing op dit punt te
voorkomen.
Ds. Chavannes schreef aan de Hervorming
dit
Amice redacteur!
Gij hebt aan het stuk van Prof. Oort over het
gebruik der traditioneele doopsformule iets toe
gevoegd, waartegen ik zulke bezwaren heb, dat
ik u verlof moet vragen ze aan uw lezers
bekend te maken.
Ik laat rusten in mijn papiermand, want ik
heb ze terneergeschreven, maar ik merkte dat
het te lang voor dit blad werd de redenen
waarom mjjn geweten mij verbiedt de formule
te gebruiken. Ik en velen met mij kunnen
het eenvoudig niet doen, en ik heb dit feit,
voor zoover my aangaat, tot de kennis van
den Heer Hoe vers gebracht, met verlof, om
van de mededeeling gebruik te maken.
Welnu, volgens u zouden zij, die in dit geval
verkeeren niet moeten doopen, want de doop
zonder de formule zou geen doop zyn. Met
andere woorden, zouden zy hun ambt moeten
neerleggen, want weigeren te doopen mag geen
predikant anders dan in bijzondere gevallen en
>ra redenen die met een goed- of afkeuring van
den doop op zich zelf niets te maken hebben.
Hiertoe ben ik echter volstrekt niet bereid.
Gedurende vele jaren ben ik bij deze plechtig
heid voorgegaan (voorgegaan, want ik laat de
gemeente handelend optreden, doordat ik zeg:
„Wij doopen u") met een rein gweten, want
ik ben uitsluitend te rade gegaan met de
eischen der stichting; ik heb getracht wezen
heid en leven te gieten, in wat maar al te vaak
een ledige vorm was geworden, en Yele getui
genissen hebben my bewezen, dat mijn poging
niet mislukt was. Ik heb, met opzet, geen
sacrament toegediend; sacramenten zyn feti-
chismen en protestantsche voorgangers mogen
niet priestertje spelen. In de plaats van een
sacrament heb ik getracht eene plechtigheid te
stellen, waarin woorden en zinnebeeld zich
vereenigen om den ouders en der gemeente
waarvan zij lid zijn hun heilige plichten op
het hart te drukken.
Het is, zegt men, geen doop. Wat geen
doop! Het is mijn doop, en de doop van hen
die daarin stichting vinden. Waarom zou ik,
onder de vele doopen die er zijn, niet den
mijnen hebben, die even goed is als eenig an
deren en veel beter dan een sacramenteele
doop? Waarom zou het betere geen recht van
bestaan hebben naast het slechtere? Welke
doop is dan de ware Zeker niet die met de
formule, want zij is niet de oorspronkelijke voor
zoover als wij wetenimmers, men heeft
hoogstwaarschijnlyk eerst gedoopt tnet een be
roep op den naam van God, eer men den Zoon
en den Heiligen Geest er bij haalde.
Welke doop is de ware? Zeker niet de kin
derdoop, al gebruikt men de formule want juist
hier is het gebruik der formule een schroom-
lyk misbruik. In Math. 28 9 wordt geen
kinderdoop bedoelder wordt bedoeld, dat zy
door den doop in de gemeente worden opge
nomen die, krachtens hun bekeering, voortaan
met haar den Tader, den Zoon en den Heiligen
Geest zullen aanroepen. Dit is onmogelijk van
toepassing op kleine kinderen.
Geen doop is de oorspronkelijke; geen doop
is in dien zin de ware! Maar wat is dit ook
voor een catholiek begrip: de ware doop! ik
vraag niet naar den waren doop, een onding.
Ik vraag naar wat er wezenlijks ligt in een tra
ditioneele plechtigheid en breng dit aan het