Uit de Heilige Schrift.
Belijdenis en School.
VRIJDAG 24 JULI 18%.
in ^Zeeland, oord-J^rabant en J_hmburg.
Ds. J. HULSEBOS, Ds. J. H. FERINGA
en Ds. A. LITTOOIJ.
5e Jaargang
No. SO
y/EEKBLAD GEWIJD AAN DE BELANGEN DER jaEREFORMEERDE J^ERKEN
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze Koning; Hij zal ons
behouden.
Jesaja 3322
ONDER REDACTIE VAN
Doch Samuel ze ide Heeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als
aan het gehoorzamen van de stem des Hee-
ren? Zie, gehoorzamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen
1 Sam. 15: 22
Abonnement per 3 maanden f 0.85. Afzonderlijke nos.
3 cent. Advertentiën van 1 5 regels 30 cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LE CO INT RE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentiën enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, bij den
Uitgever in te zenden.
AANSPORING TOT STANDVASTIGHEID.
Zoo dan, mijne geliefde broeders,
zijt standvastig, onbewegelijk, altijd
overvloedig zijnde in het werk des
Heeren, als die weet, dat uw arbeid
niet ijdel is in den Heere.
1 Corinthb 15 58.
Eene heerlijke aansporing, die de apostel laat
volgen op zijne ontvouwing van de Opstanding
van Christus en de opstanding ten jongsten dage.
Eene aansporing, die het geheele leerstellige
deel van den brief besluit. Ook te Corinthe
was veel moeilijkheid en strijd. Allerlei
vragen deden zich op. De apostel heeft er op
geantwoord door het licht des Geestes. Maar
zal nu dit alles vruchten dragen, dan is er
noodigkracht des geloofsen dat bij alle
degenen, die des Heeren zijn, maar inzonderheid
bij de opzieners en leeraars, die hebben voor
te gaan en te leiden. De apostel houdt dat
hun voor, opdat zij de noodzakelijkheid en de
behoefte en den drang daartoe mogen gevoelen
en den troon Gods daarvoor in den gebede
mogen aanloopen.
Zijt standvastig. Zijt wel gegrond in het ge
loof, steunende op het vaste fundament van
Gods Woord, steunende op Zijne beloften, de
beloften van de Opstanding en het eeuwige le
ven. Zijt onbewegelijk, tegen de stormwinden
en watervloeden der verzoekingen.
Het geloof in onzen Heere Jezus Christus
hebbende, een klaar en steeds meer geoefend
inzicht in den schat van Gods Woord en weer
stand biedende aan al, wat buiten en tegen
dat Woord zich in Gods Kerk hier op aarde
tracht in te dringen, dat geloof als gewrocht
van Gods almacht is de overwinning, die de
wereld overwint. Maar. heeft nu dat geloof
zijn grondslag in Gods Woord, zyne kracht in
de beloften van opstanding en eeuwig leven,
het is in zijnen gezonden staat ook werkzaam.
Daarom bevat de aansporing ook deze woor
den altijd overvloedig zijnde in het werk des
Heeren. Het werk des Heeren is al datgene,
wat de Heere Zijnen geloovigen, zijnen dienst
knechten heeft opgedragen. Hierin moeten zij
overvloedig zijn, dat is: met eenen ernstigen
ijver en vlijt steeds voortgaan en toenemen.
En dat moet geschieden: altijddus ook in don
kere, moeielijke dagen, ook in dagen van veel
strijd en teleurstelling.
Tot opheldering diene, wat de apostel schrijft
aan de Collossensen(l :9:vv.)„datgij moogt vervuld
worden met de kennis van Zijnen wil in alle
wijsheid en geestelijk verstand; opdat gij moogt
wandelen waardiglijk den Heere, tot alle behage
lijkheid, in alle goede werken vrucht dragende, en
wassende in de kennis Godsmet alle kracht be
krachtigd zijnde naar de sterkte zijner heerlijkheid,
tot alle lijdzaamheid en langmoedigheid met
blijdschapenz.
En wordt er nu op dien arbeid vaak weinig
vrucht gezien, schynt het menigmaal te ver
geefs welnu, de vrucht zal in de eeuwigheid
worden gezien, het genadeloon daar van den
rechtvaardigen Rechter worden ontvangen. De
apostel troost en schrijft: Mfe die weet, dat uw
arbeid niet ijdel is in den Heere.
Ten allen tijde, maar vooral ook nu is de
aansporing, die de apostel hier terneder schrijft,
noodig. Gods volk en Kerk, de diensknechten
van den Heere Jezus Christus in zijnen wijn
gaard, zij vinden alleen hunne sterkte in
den Heere door het geloof, inziende in de ge-
rnbaarde waarheid en vastelijk steunende
Zijne beloften. En de roeping is, (want
in dien weg wordt het geloof alleen geoefend)
altyd overvloedig te zijn in het werk des Hee
ren.
Maar ontbreekt dit juist dezer dagen helaas!
niet al te veel! Over beuzelingen en bijzaken,
op zijn best over middelmatige dingen wordt
het hoofd warm gemaakt. En intusschen komt
de vijand als een waterstroom. O! Gevoelen
wy onze zwakheid. Bizonder ook de ambts
dragers, met hun he - yke. doch zware taak!
Mogen zij begeeren te staan in de wapenrus
ting Gods, om te staan in den boozen dag
en staande te blyven En omringt u, oprecht
strijder! nog menigmaal droefheid en teleur
stelling, zoo vertrooste u de belofte, dat uw
arbeid niet ijdel is in den Heere.
Hulsebos.
Daar het agendum voor de Synode niet den
Kerkeraden verzonden wordt, en het ook niet
te koop is, zoo verzochten vele lezers ons het
in deze Bode te laten afdrukken, zooals dat
ook vóór drie jaren in verschillende bladen ge
schiedde.
Bij dezen beginnen wij aan dit verzoek te
voldoen.
Littooij.
Woord en Belijdenis.
Be Provinciale Synode van Drenthe verzoekt
dat, met het oog op het vele twistgeschrijf in
den laatsten tijd in publieke bladen over ver
schillende leerstellige punten, als o. a. de we
dergeboorte, doop, roeping, of het mensehelijk
geslacht behouden wordt en slechts de enkelen
verloren gaan, de rechtvaardigmaking, de leer
der kerk, de Generale Synode eenige Deputaten
benoeme om een nauwkeurig onderzoek in te
stellen wat wij volgens Gods Woord en onze
belijdenisschriften aangaande genoemde punten
hebben te verstaan.
De Prov. Synode van Groningen, gehoord de
bezwaren tegen enkele alinea's van Art. 36
Nederlandsche Geloofsbelijdenis en gelet op het
feit, dat nu en dan de Formulieren van eenig-
heid met het oog op de betwiste alinea's van
genoemd artikel voorwaardelijk worden onder
teekend en gelet op de velerlei verklaringen
aan dit artikel gegeven, brengt deze zaak on
der de aandacht van de Gen. Synode met
het verzoek voor deze zaak Deputaten ad hoe
te benoemen en intusschen tot revisie
noodig geoordeeld wordt de onderteekening
zonder voorwaarden te eischen natunrlijk
altijd met het recht om langs den gewonen
weg zijn bezwaren in te brengen.
Zonder zelf uitspraak te doen in deze zaak
besluit de Prov Synode van H.-HoUand de
volgende vraag van den Helder door te zenden
naar de Generale Synode
„De kerkeraad der Gereformeerde kerk van
den Helder, kunnende naar het licht, dat hij
heeft over deze zaak den doop, bediend
met de formule: „Ik doop u tot de belydenis
van den Naam des Vaders enz.", niet te er
kennen als wettigen doop beseffende het
gewicht van deze uitspraak, stelt aan de classis
Alkmaar voor, zoo noodig deze zaak aanhangig
te maken op de Prov. Synode, op hoop. dat zij
dezelve, wegens het gewicht der zaak naar de
Generale Synode doorzendt.
De classis neemt het voorstel Helder over,
ofschoon hy zich over de wettigheid van den
doop met die formule toegediend, niet uitspreekt,
acht zij het evenwel zeer wenschelijk, dat deze
zaak doorgezonden wordt, te meer daar andere
kerken elk oogenblik voor een dergelijk geval
kunnen geplaatst worden.".
Rapport inzake de opleiding van aan
staande dienaren des tvoords. En
Voorstellen van de curatoren der Theol. School.
De Prov. Synode van Groningen heeft in
zake het voorstel der Curatoren de volgende
voorstellen
a De artikelen worden in overeenstemming
gebracht met de titels der reglementen (gym
nasium, gymnasiale opleiding. Theol. school,
theol. opleiding) zoodat Art 1 van het regle
ment voor de gymnasiale opleiding aldus
luide„de Geref. Kerken onderhouden eene
gymnasiale opleiding ten dienste van hen, die
tot den dienst des Woords wenschen toegelaten
te worden."
b. Art. 5 en 8 van het reglement voor de
gymnasiale opleiding aan de Theol. School
worden in overeenstemming gebracht met Art.
6 en 9 van het reglement voor de Theol.
opleiding.
c. Art. 14 van het reglement voor de gym
nasiale opleiding worde geschrapt als zijnde in
strijd met art. 1.
d. Art. 11 van het reglement voor de theol.
opleiding worde aldus gewijzigd: „„Het college
van Hoogleeraren heeft krachtens eene opdracht
van de Gereformeerde kerken het recht van
examineeren in de theologie en tot verleenen
van den graad van candidaat tot het praepara-
toir examen onder toezicht van Deputaten ad
hoc met het recht van veto."
De Generale Synode hechte hare goedkeuring
aan het rapport in zake de opleiding van aan
staande Dienaren des Woords in zoover het
niet in strijd is met het voorstel der Curatoren,
zooals het door de Provinciale Synode gewij
zigd is behoudens de volgende veranderin
gen:
a. I letter G. pag. 15 worde gelezen:
„Voortaan zal het praeparatoir examen wor
den afgenomen door de Classis, bijgestaan door
Provinciale Deputaten."
b. I letter H. pag. 24 worde gelezen:
„Eene ondervraging omtrent het persoonlijk
geloof in den Heere Jezus en de roeping tot
het ambt ga aan het praeparatoir examen vooraf"