5® Jaargang.
YRIJDAG 15 MEI 1896.
No. 20.
in ^Zeeland, J^oord-j3rabant en
/IMBURG.
Ds. J. HULSEBOS, Ds. J. H. FERIN6A
en Ds. A. LITTOOIJ.
Uit de Heilige Schrift.
Van 's Heeren Hemelvaart.
I)e komende Synode.
mm
EEKBLAD GEWIJD AAN DE BELANGEN DER pEREFORMEERDE J^ERKEN
Want de HEERE is onze Rechter,
de HEERE is onze Wetgever, de
HEERE is onze Koning; Hij zal ons
behouden.
Je6aja 3322
ONDER REDACTIE VAN
Doeh Samuel zeide Heeft de HEERE
lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als
aan het gehoorzamen van de stem des Hoe
ren Zie, gehoorzamen is beter dan slacht
offer, opmerken dan het vette der rammen
1 Sam. 16 22
Abomiement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos.
3 cent. Advertentiën van 1—5 regels 30cent, iedere
regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels
50 cent, iedere regel meer 10 cent.
Uitgever:
K. LE COINTRE
MIDDELBURG.
Berichten, Advertentiën enz., gelieve men
tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, by den
Uitgever in te zenden.
Zij dan, die zamengekoméntwa-
ren, vraagden Hem zeggende,
Heerezult Gjj in dezen tijd aan
Israël het Koninkrijk weder op
richten? Hand. 16.
Het laatste gesprek, dat de Heere Jezus vóór
zijne Hemelvaart met zijne jongeren heeft ge
houden, is ons opgeteekend in de Handelingen.
En wat onderwijst de Heere dan nu aan zijne
jongeren Dat zyn Koninkrijk, het Koninkrijk,
Hem door den Vader gegeven, nu nog niet vol
eindigd was, inaar dat met zijn Hemelvaart
Zijne Christus-regeering zich in al haar kracht
en Majesteit zou gaan openbaren.
Hij, de Koning, die naar een ver land reist,
die opvaart boven lucht en hemelen, om plaats
te nemen op den troon des heelals, geeft zijnen
apostelen, die Hy uitverkoren had, bevelen. De
talenten worden geschonken, waarmede zij heb
ben te woekeren. De Koninklijke lastbrieven wor
den uitgereikt, om te Jeruzalem en in geheel
Judeii en Samaria en t»t aan het uiterste der
aarde getuigen te zijn van Koning Jezus, zijne
zending van den Vader, zijn volbracht verlossings
werk.
Hoe weinig werd dit aanstonds nog door de
discipelen verstaan. Maar, hoe weinig wordt
steeds door Gods volk bij den aanvang van de
diepte en rijkdom van het Woord Gods ver
staan Eerst bij de leiding en onderwijzing
van Gods Geest, door den Heere Jezus verwor
ven en gezonden van den Vader, opent zich
meer en meer aan ons geestesoog de volheid
er van.
Weinig verstonden het de apostelen. Dit toont
hun vraag, die zij tot den Heere richtten, in
antwoord op zijn onderricht:
of het nu de tyd was van de wederoprich
ting van liet Koninkrijk aan Israël. Zij bedoelden
kennelijk de openbaring van de voltooide en
haar doel bereikt hebbende Christus-rege.ering,
de volkomen vervulling der profetie aangaande
het Koninkrijk van David, zooals die in psalm
twee en zeventig en elders gevonden wordt.
OHoe toonden zij zei ven, dat zij noodig
hadden met den Heiligen Geest gedoopt te wor
den, om des Heeren Woord te verstaan en zijne
getuigen te zijn.
En de uitbreiding der Kerk, die straks aan
ving en sedert onafgebroken voortgaat, is niet
het werk van menschen, maar van den ver
heerlijkten DavidsZoon, die den Trooster heeft
gezonden, om in te wonen in zijne Kerk.
De door de apostelen gedane vraag komt den
Heiland niet onverwacht. Hij kent hen en gaat
voort hen te onderwijzen. Vooreerst, de Vader
heeft de tijden en gelegenheden in Zijne eigen
hand gesteld. En dan, immers zullen nog de
velen uit velerlei, ja allerlei geslachten, de scha
pen die van dezen stal niet zijn, moeten wor
den toegebracht.
En al wederom vestigt Hij hunne aandacht
op de naderende komst des Heiligen Geestes.
De Heilige Geest was nog niet. overmits Chris
tus nog niet verheerlijkt was, zoo had de Evan
gelist getuigd. (Joh. 7 30).
Nu was de verheerlijking daar en zou dan
ook de komst des Troosters niet langer toeven.
En wanneer nu straks de Heere van hen werd
opgenomen in den hemel, en zij hunne oogen
naar den hemel hielden, terwijl hy henenvoer,
ziet, daar werd hun uit engelenmond nog de
boodschap van zijne wederkomst gemeld.
Een heerlijk rijksprogram dus, dat ons in de
geschiedenis der Hemel vaart wordt voorgehouden.
Een ryksprogram, dat hemel en aarde omvat,
en nog steeds wordt uitgevoerd en met de grootste
gewisheid zijne verwerkelijking te gemoet
gaat.
Dierbaar is het, bij Qeesteslicht in deze din
gen te mogen verwijlen. Van hieruit de we
reldgeschiedenis te overzien. De roeping der
Kerk en van ieder van Gods kinderen ligt hier
geteekend. Getuige te 'jn, strijdende en over
winnende te zijn in Christus kracht met zyn
heerlijk Koninkrijk. En de Heilige Geest wijkt
niet, en het Woord Gods zal niet wijken, van
Gods volk noch van hun zaad Maar voor alle
dingen, Lezerzijt gij zelve begrepen in die
schapen, die nog moesten worden toegebracht 1
Wanneer gij dat weet, dan en dan alleen is He
melvaart en wederkomst voor u eene oorzaak
van vreugde.
iïüLSEBOS.
KERK.
IRapporten-rondzending.
Een Generale Synode bestaat in elke drie
jaren slechts enkele weken. Zij kan dus on
mogelijk in volle zitting al haar arbeid ver
richten. Daarby komt, dat haar besluiten soms
van een vele jaren omvattende strekking zijn.
Zij kan dus onmogelijk vergaderd bleven, totdat
al haar besluiten zijn uitgevoerd. Ook is voor
veel wel algemeene aanwijzing te geven, maar
niet eene regeling van alle kleine onderdeelen
afdoende te treffen door het telkens zich voor
doen van allerlei gebeurtenissen. De Kerken
zouden dus wekelijks of hoogstens maan del ijk
in Generale Synode moeten bijeenkomen, indien
zy al deze zaken (men denke bijvoorbeeld, aan
de verhouding tot de Hooge Overheid) In volle
zitting wilden behandelen.
Dewijl een groot deel zoo niet het grootste
deel van den arbeid der Generale Synoden
dus niet in volle vergadering afgedaan worden
kan, benoemt zulk eene vergadering personen
of vergaderingen door welke zij zulk een arbeid
verricht. Meestal natuurlijk personen; dewijl
zulke vergaderingen in verre de meeste ge
vallen op gelijksoortige bezwaren zouden stui
ten als de boven genoemde, en dan om dezelfde
redenen toch weder tot het benoemen van per
sonen zouden komen met minder ruime
en soms ook minder bevoegde verkiezing.
Waar nog bij komt het gevaar van zekeren
naijver, die wel niet moest bestaan maar die
evenwel bestaan heeft, en ook nu nog bestaat,
wanneer aan de eene Classe of Provincie een
voorrang schynt toegekend boven de andere.
Het verleden is hier leerryk.
Zoodanige personen nu worden gekozen, op
dat de in Generale Synode vergaderde Kerken
door hen zullen verrichten of voorbereiden, wat
zij in volle zitting niet verrichten kunnen. De
Synode draagt niet iets aan hen over; maar
werkt door hen. Zij zyn als het ware de
handen, voeten en mond, waardoor het in de
Generale Synode openbaar wordend lichaam
der Kerken uitricht, wat onder de leiding des
Geestes in het hart is voorgenomen. Zij hebben
dus geenerlei heerschappij over de Kerk, zoo
min als handen, mond en voeten heerschappij
hebben ovor het lichaam. Aan hen wordt niet
overgedragen, wat der Kerken is, zoomin als hoofd,
hart, en lichaam hun werk aan handen, voeten
en mond overdragen. Zy gehoorzamen een
voudig onvoorwaardelijk aan den hun kenbaar
geworden wil der Kerken zooals deze door
de werking des Heiligen Geestes in de Generale
Synode i9 openbaar geworden. Juist gelijk
mond, handen en voeten eenvoudig onvoor
waardelijk gehoorzamen aan den drang van
hoofd en hart, waarin de meening der ziel
openbaar wordt.
Deze instrumenten van het kerkelijk lichaam,
Deputaten genaamd, zyn dus als zoodanig in
alles aan den wil der Kerken onderworpen.
Zy moeten welbelijnd mandaat hebben, scherp
omschreven instructie. Zy moeten duidelijke
aanwijzing hebben beide van de hulpbronnen
en van de grenzen hunner macht. Zij moeten
ondubbelzinnige aanwijzing hebben van het
doel en de middelen der hun gegeven opdracht.
Nóch zy zei ven, nóch anderen moeten „opdracht
en overdracht" kunnen verwarren. En dewyl
zij niet (als inoml, hand, en voet) onbewuste
maar integendeel beioustcinstrumenten zyn,
moeten zij rekenschap g<3ven van al hun ver
richtingen, opdat de in Generale Synode ver
gaderde Kerken die beoordeelen, en goedkeuren
of vernietigen zullen.
Zoodra deze vernietiging is uitgesproken, is
al hun arbeid op zulk een punt van nul en
geener waarde. Zoo is het bijvoorbeeld in 1893
geweest, toen de onderhandelingen tusschen
de toenmalige Zendings-deputaten en de Ne-
derd. Geref. Zendingvereeniging eenvoudig ver
nietigd zijnen de nieuwe Deputaten (wél
dezelfde personen toen, maar als Deputaten
nieuw) hebben moeten onderhandelen alsof er
nog niets geschied ware
Eveneens is al hun arbeid niet langer voor
hnn rekening, zoodra hun rekenschap is goed
gekeurd. De in 1893 benoemde Zendingsdepu-
taten zijn dezelfde personen geweest, die ook
in 1892 benoemd waren. Maar met zaken als
het ontslag van den gewezen zendeling van
Alphen bijvoorbeeld, hebben zij niets te maken
sedert de Generale Synode vun 1893 dit heeft
goedgekeurd. Het zou ons een ernstige fout
schijnen, zoo zy in hun (volgens synodebesluit
dezer dagen te verwachten) Rapport ook zelfs
maar met een enkel woord melding maakten
daarvan of op stukken van genoemden Heer
[onkiesch genoeg ingezonden en opgenomen,
terwijl zyn protest nog onbehandeld op de tafel
ligt voor de a. s. Generale Synode] in Hollands
Kerkblad over deze zaak ingingen. Immers
dit raakt de Kerken in haar Synodebesluit van
1893niet den arbeid dezer Kerken door hen
na 1893 verricht.
Deputaten door eenige Generale Synode aan-