Uit de Heilige Schrift. VRIJDAG 9 MEI 189<>. No. 19. Ds. J. HULSEBOS, Ds. J. H. FERINGA en Ds. Aj LITTOOIJ. Uit het Genoodscliap. 5« Jaargang. jVEEKBLAD GEWIJD AAN DE BELANGEN DER pEREFORMEERDE |(eRKEN IN ^ZEELAND, jNloORD-pRABANT EN UlMBURG. Want de HEERE is onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever, de HEERE is onze KoningHij zal ons behouden. Jesaja 3322 ONDER REDACTIE VAN Doch Samuel zeide Heeft de HEERE lust aan Brandofferen en Slachtofferen, als aan het gehoorzamen van de stem des Hee- ren? Zie, gehoorzamen is beter dan slacht offer, opmerken dan het vette der rammen 1 Sam. lo 22 Abonnement per 3 maanden f 0.35. Afzonderlijke nos. 3 cent. Advertentiën van 1—5 regels 30cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Uit gó ver: K. le COINTRE MIDDELBURG. Berichten, Advertentiën enz., gelieve men tijdig, uiterlijk Vrijdagmorgen, by den Uitgever in te zenden. GETROUW IN HET MINSTE. En Hij zeide tot hem: Wel, gij goede dienst knecht dewijl gij in het minste getrouw zijt geweest, zoo hebt machtover tien steden. Lucas 19 17. De Heere, heengegaan naar den hemel, laat aan al zijne discipelen de opdracht na, om van Hem te getuigen en te arbeiden in Zijnen dienst. Hij schenkt hun daartoe door Zijnen Heiligen Geest gaven, gaven, geschikt naar hun vermo gen en naar den werkkring, waarin Hij wil, dat zij zuilen bezig zqn. In deze gelijkenis spreekt de Heere van tien dienstknechten, die ieder eene gelijke som gelds ontvingen, namelijk een pond, om daarmede te handelen. Naar hunne verschillende gaven en krachten en ijver had den zij daarmede gearbeid. Bij de tweeling zuster van deze gelijkenis in Matth. 25. worden dienstknechten voorgesteld, die naarmate hun vermogen was, ook meerdere talenten ontvin gen. Eene rijke verscheidenheid en volheid dus. Maar, in beide gelijkenissen komt ook ter waarschuwing een dienstknecht voor, die het niet de moeite waard achtte, om met het hem toevertrouwde te arbeiden, of wellicht zijnen tijd heeft doorgebracht met te staan naar hoogere dingen, die de Heere aan anderen had toevertrouwd. En nu, bij de wederkomst des Heeren, moe ren de dienstknechten rekenschap afleggen. Zij, die getrouw waren en winste hebben gedaan met het hun toevertrouwde, gaan in in de vreugde des Heeren. En dat niet alleen! zij ontvangen plaatsen en bedieningen, oneindig heerlijker dan hun werkkring in het koninkrijk hier beneden zijn mocht. Wat een onderscheid tien ponden of tien steden. De leeraars nu zul len blinken als de glans des uitspansels, en die er velen rechtvaardigen, gelijk de sterren cütoos en eeuiciglvjk. Dan. 12 3. Maar een schrikkelijk lot wacht den dienst knecht, die traag of in zondigen ijver naar 'tgeen voor hem te hoog was, zijne taak en roeping heeft verzuimd. Hem wordt voorge houden, waarom hij niet liever zijne plaats voor anderen heeft geruimd (het geld den wisselaren gegeven,) hij wordt van zyn ambt ontzet, hij wordt als hypocriet openbaar. Voor hem geen Ga in in de vreugde uw3 Heeren! En, wat schiet er dan over dan de eeuwige duisternis. O, hoe nauw staat dan toch de eeuwigheid in verband met dit heden. Hoe zal, wel ver staan een ieder: loon naar werken ontvangen. Hoe noopt dit Woord des Heeren een iegelijk tot nauwkeurig zelfonderzoekZijn wij getrouw in het ons door den Heere aanbevolene Zoeken wij de roeping toch niet ver af, maar dichtbij. Als de Heere ons tot het grootere roept, zal Hij het ons ook duidelijk maken. Zoudt gij wellicht meénen, lezergeene gave te bezitten, geene roeping te hebben ontvangen Bedenk u toch wel eer gij dat zegt. Zoudt gij het in de tegenwoordigheid des Heeren durven volhouden, dat de Heere u niet roept tot zijn Koninkrijk? Mocht veeleer de vraag maar eens in verslagenheid en oprechtheid worden gedaan Wat wilt gij Heere dat ik doen zal Onze tijd is een tijd hok ten deze vol van ge varen. De hoogheidszih blinkt in alles uit, zijt racht zich ook in Gods Kerke baan te breken, ja er is een niet te miskennen drang, om toch vooral vooraan te staan, niet in stilheid en vergetelheid, maar voor veler oogen en onder veler bewondering te arbeiden. En nu wordt het mindere verzuimd o verwaarloosd. De Heere zegtdewijl gij in 'nee minste getrouw zijt ge weest, zoo heb ma lit ver tien steden. En wat Paulus aan zekere:: ^hippus schrijft(Coloss. 4 18) mag (inzomk-r :t id aan alle ambtsdra gers) voortdurend worden herinnerd: Zie op de bediening, die gij aangenomen hebt in den Heere dat gij die vervidd. Hulsebos. KERK. Veel ligt te wachten, toch meenden wij in de afgeloopen week eerst de getuigenis aan gaande het Synodaal Genootschap, dat zich ten onrechte als „Hervormde Kerk" aandienen blijft, te moeten opnemen, die er in Amerika aan gegeven werd. En ditmaal moeten wij ons nogmaals iphouden, om den voorrang te geven aan den oprichter onzer Kerkbode onzen be minden broeder Klaarhamer. Hij teekent den toestand van het Genootschap zóó goed, dat deze teekening niet alleen in Utrecht, maar ook in geheel het Zuiden gezien worden moet. De Heere zegene deze getuigenis Feringa. Het staat in het Genootschap genaamd „de Nederlandsche Hervormde Kerk" met „de orde en de rust" niet best gesteld. De „Gereform. Kerk" het blad van Dr. Hoede- maker zegt er van„Op kerkelijk gebied wordt 't onrustig in den laatsten tijd. Van Noord tot Zuid komen er meer of minder ingrijpende quaesties aan de orde, en predikanten zoowel als kerkeraden en heeren kerkvoogden, schijnen bezield met een soort van revolutiegeest". Dit is bepaald erg. Immers orde en rustte bewaren, dat is 't ideaal van 't genootschap, dat is 't, waartoe voortdurend de onderscheidene besturen zich inspannen. Het is zijn eer en glorie, dat vogels van allerlei veeren er ordelijk en rustig in lief lijke verdraagzaamheid saAm wonen. Om orde en rust te bewaren, heeft men daar geen offers te zwaar en schier elk middel ge oorloofd geacht. Geweld- en onrechtpleging en verkrachting der waarheid hebben fn de 80 jaren, dat 't ge noodschap bestaat tot tweemaal toe dienst moe ten doen, om „orde en rust" te handhaven te genover de Gereformeerden en de Gereformeer de Kerken, die 't niet langer met deze „orde en rust" konden vinden en haar in naam van den Koning der Kerk verstoorden. Het is dus wat te zeggen, als de lieden in het Genootschap zich maar niet rustig willen houden en zich maar niet ordelijk willen gedra gen op de manier als het Genootschap dit in zijn reglementen voorschrijft. Waarom kunnen dan toch ook Gereformeer den, Ethischen, Methodisten, Darbisten, Moder nen, Evangelischen, Christusbelijders, Christus- verwerpers. geloovigen, ongelovigen enz. niet rustig en ordelijk als verdraagzame en fatsoen lijke Christenen samenleven in het eene grocte Genootschap, dat aan allen plaats en aan allen gelijke rechten geeft en waarborgt, en dat aan die allen het rustig en ordelijk gebruik en genot van de Kerken en fondsen der Gereformeerde Kerken verzekert! Die allen mogen immers trachten in de be sturen de macht in handen te krijgen, natuur lijk op rustige en ordelijke wijze En toch zijn de menschen maar niet te vie- den en maken het de zoo inschikkelijke en ver draagzame Haagsche Synode met linar onder- hoorige besturen verbazend lastig met hun on rustigheid en wanordelijke gedragingen. Doch laat die onrustige ordeverstoorders op passen, want als de Haagsche haar geduld ver liest, dan is zij niet mak. Zij gaat dan eerst eens op audiëntie bij den minister van Justitie en dan komen haar vonnissen van afzetten en uitzetten enz. en dan komen desnoods de poli tieagenten en de dragonders, en dat alles dan tot meerdere eere en welvaart van het rustige en ordelievende genootschap. Wat er dan gaande is Och daar hebt gij nu teBeileneenkerkeraad, een beetje orthodox, die laat me daar een ethische dominé preêken tegen den zin van den moderne kerkvoogden en dat doen dan mannen, die niet eens wettig zitten. Want denkt eens, z\j waren bevestigd niet op den eersten Zondag des jaars maar op nieuwjaarsdag. Natuurlijk kon dat niet gedoogd en hebben classikaal en provinciaal bestuur zoo'n onrus tige en wanordelijke kerkeraad afgezet. Dat waren de modernen tegen de ethischen. Te Stolwijk is 't nu weêr net anders om n.l. de ethischen tegen de modernen. Daar was 't nu weêr een onordelijke dominé, die moeite gaf, want die man bediende een Doop, (hij deed tenminste alsof hij doopte) niet op reglementaire wijze. Hier heeft nu het Classi kaal bestuur die dominé om zijn onordelijke manier van doopen geschorst en hierdoor is daar de gemeente schrikkelijk boos en onrustig ge worden. In Sneek is ook zoo'n onordelijke prediker, ook al een moderne. Die heeft menschen, die niet gedoopt~\Varèn en ook niet gedoopt wilden worden, als „lidmaten" „aangenomen" en „be vestigd". In Leiden zijn de modernen ontevreden op den Kerkeraad, omdat hij niet wil voorzien in hun godsdienstige behoeften en dat nu in een genootschap, dat naar geen belijdenis vraagt, dat alle belijdenissen goedvindt en aan allerlei geesten gelijke rechten waarborgt en gelijke verplichtingen oplegt. Wat moeten daar nu weer de hoogere besturen beginnen met zoo'n orde en rustverstoorenden kerkeraad. In Middelburg is nu ook net zoo'n kerkeraad. Daar had elk wat wils en in plaats van den

Krantenbank Zeeland

Zuider Kerkbode, Weekblad gewijd aan de belangen der gereformeerde kerken in Zeeland, Noord-Brabant en Limburg. | 1896 | | pagina 1